YAMAHA YZF-R125 2016 Instructieboekje (in Dutch)
Page 71 of 96
Periodiek onderhoud en afstelling
6-30
6
DAUM1653
Achterbrugscharnierpunten
smeren
De achterbrugscharnierpunten moeten
worden gesmeerd door een Yamaha dealer
volgens de intervalperioden vermeld in het
periodieke smeer- en onderhoudsschema.
DAU23273
Voorvork controleren
De conditie en de werking van de voorvork
moeten als volgt worden gecontroleerd vol-
gens de intervalperioden vermeld in het pe-
riodieke smeer- en onderhoudsschema.
Om de conditie te controleren
Controleer de binnenste vorkbuizen op
krassen, beschadigingen en overmatige
olielekkage.
Om de werking te controleren
1. Zet de machine op een vlakke onder-
grond en houd deze rechtop.
WAARSCHUWING! Ondersteun de
machine zorgvuldig om omvallen
en mogelijk letsel te voorkomen.
[DWA10752]
2. Bekrachtig de voorrem en druk het
stuur een paar keer stevig naar bene-
den om te controleren of de voorvork
soepel in- en uitveert.
LET OP
DCA10591
Als schade wordt gevonden of de voor-
vork niet soepel beweegt, vraag dan een
Yamaha dealer te repareren of te con-
troleren.
Aanbevolen smeermiddel:
Lithiumvet
ZAUM1186
U5D7D6D0.book Page 30 Thursday, June 18, 2015 1:28 PM
Page 72 of 96
Periodiek onderhoud en afstelling
6-31
6
DAU23285
Stuursysteem controleren
Losse of versleten balhoofdlagers kunnen
gevaarlijk zijn. De werking van het stuursy-
steem moet als volgt worden gecontroleerd
volgens de intervalperioden vermeld in het
periodieke smeer- en onderhoudsschema.
1. Breng het voorwiel van de grond. (Zie
pagina 6-37.) WAARSCHUWING!
Ondersteun de machine zorgvuldig
om omvallen en mogelijk letsel te
voorkomen.
[DWA10752]
2. Houd de voorvorkpoten aan het on-
derste uiteinde beet en probeer ze
naar voren en achteren te bewegen.
Als speling wordt gevoeld, vraag dan
een Yamaha dealer het stuursysteem
te inspecteren of repareren.
DAU23292
Controleren van wiellagers
De voor- en achterwiellagers moeten wor-
den gecontroleerd volgens de intervalperi-
oden voorgeschreven in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema. Als de wiel-
naaf speling vertoont of het wiel niet soepel
draait, vraag dan een Yamaha dealer de
wiellagers te controleren.
ZAUM1187
U5D7D6D0.book Page 31 Thursday, June 18, 2015 1:28 PM
Page 73 of 96
Periodiek onderhoud en afstelling
6-32
6
DAU23315
Accu
Een slecht onderhouden accu zal gaan cor-
roderen en verliest zijn lading snel. Het
elektrolytniveau, de aansluitpolen voor de
accukabels en de ligging van de ontluch-
tingsslang moeten worden gecontroleerd
voor iedere rit en volgens de intervalperio-
den voorgeschreven in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema.
WAARSCHUWING
DWA10771
Elektrolyt is giftig en gevaarlijk om-
dat het zwavelzuur bevat, een stof
die ernstige brandwonden veroor-
zaakt. Vermijd contact met de huid,
ogen of kleding en bescherm uw
ogen altijd bij werkzaamheden na-
bij accu’s. Voer als volgt EERSTE
HULP uit als er lichamelijk contact
is geweest met elektrolyt.
UITWENDIG: Spoel overvloedig
met water.
INWENDIG: Drink grote hoeveel-
heden water of melk en roep di-
rect de hulp in van een arts.
OGEN: Spoel gedurende 15 mi-
nuten met water en roep direct
medische hulp in.
Accu’s produceren het explosieve
waterstofgas. Houd daarom von-
ken, open vuur, sigaretten e.d. uit
de
buurt van de accu en zorg voor
voldoende ventilatie bij acculaden
in een afgesloten ruimte.
Zorg dat geen elektrolyt wordt ge-
morst op de aandrijfketting. Deze
raakt hierdoor aangetast, wat de le-
vensduur reduceert en tot ongeval-
len kan leiden.
HOUD DEZE EN ALLE ACCU’S BUI-
TEN BEREIK VAN KINDEREN.
Om het elektrolytniveau te controleren
1. Zet de machine op een vlakke onder-
grond en houd deze rechtop.
OPMERKING
Zorg dat de machine rechtop staat bij het
controleren van het elektrolytniveau.
2. Controleer het elektrolytniveau in de
accu.
OPMERKING
Het elektrolytniveau moet tussen de merk-
strepen voor minimum- en maximumniveau
staan.
3. Als de elektrolyt bij of beneden de
merkstreep voor minimumniveau
staat, vul dan gedistilleerd water bij tot
de merkstreep voor maximumniveau.
LET OP: Gebruik uitsluitend gedis-
tilleerd water, aangezien kraanwa-
ter mineralen bevat die schadelijk
zijn voor de accu.
[DCA10612]
4. Controleer de aansluitingen van de
accukabels, zet ze indien nodig vast
en corrigeer de ligging van de ontluch-
tingsslang.
Om de accu op te bergen
1. Verwijder de accu als de machine lan-
ger dan een maand niet wordt ge-
bruikt, laad de accu volledig bij en zet
deze dan weg op een koele en droge
plek. LET OP: Draai voordat u de
accu verwijdert de sleutel naar
1. Merkstreep maximumniveau
2. Merkstreep minimumniveau
1
2+UPPER
LOWER
ZAUM0106
U5D7D6D0.book Page 32 Thursday, June 18, 2015 1:28 PM
Page 74 of 96
Periodiek onderhoud en afstelling
6-33
6
“OFF” en haal dan eerst de negatie-
ve kabel en daarna de positieve ka-
bel los.
[DCA16303]
2. Als de accu langer dan twee maanden
wordt opgeborgen, moet het soortelijk
gewicht van de elektrolyt minstens
eens per maand worden gecontro-
leerd; laad de accu dan indien nodig
steeds volledig bij.
3. Laad de accu volledig bij alvorens te
installeren. LET OP: Draai voordat u
de accu plaatst de sleutel naar
“OFF” en sluit vervolgens eerst de
positieve kabel en daarna de nega-
tieve kabel aan.
[DCA16841]
4. Controleer na installatie of de accuka-
bels correct zijn aangesloten op de
accupolen en kijk of de ontluchtings-
slang de juiste ligging heeft, in goede
conditie verkeert en niet verstopt of af-
gekneld is. LET OP: Als het ontluch-
tingsslangetje zo wordt geplaatst
dat het frame wordt blootgesteld
aan elektrolyt of gas uit de accu,
kan externe en structurele schade
aan het frame ontstaan.
[DCA10602]DAUM3461
De zekeringen vervangen
De zekeringenkastjes met de zekeringen
voor afzonderlijke circuits bevinden zich
onder het bestuurderszadel. (Zie pagina
3-17.)
Vervang een zekering voor de afzonderlijke
circuits als volgt als deze is doorgebrand.
1. Draai de contactsleutel naar “OFF” en
schakel het betreffende elektrische
circuit uit.
2. Verwijder de doorgebrande zekering
en breng een nieuwe zekering met de
voorgeschreven ampèrewaarde aan.
WAARSCHUWING! Gebruik geen
zekeringen met een hogere ampe-
rage dan aanbevolen om ernstige
schade aan het elektrische systeem
en mogelijk brand te voorkomen.
[DWA15132]
OPMERKING
De boordgereedschapsset bevat een zeke-
ringentang. Gebruik de tang om een zeke-
ring te verwijderen en te plaatsen.
1. Zekeringenkastje
ZAUM1188
U5D7D6D0.book Page 33 Thursday, June 18, 2015 1:28 PM
Page 75 of 96
Periodiek onderhoud en afstelling
6-34
6
YZF-R125
YZF-R125A
3. Draai de contactsleutel naar “ON” en
schakel het betreffende elektrische
circuit in om te zien of de apparatuur
werkt.
4. Als de zekering direct opnieuw door-
brandt, vraag dan een Yamaha dealer
het elektrisch systeem te controleren.
1. Koplampzekering
2. Zekering signaleringssysteem
3. Zekering ontstekingssysteem
4. Zekering radiatorkoelvinmotor
5. Hoofdzekering
6. Backup-zekering
7. Reservezekering
1. Koplampzekering
2. Zekering signaleringssysteem
3. Zekering ontstekingssysteem
4. Zekering radiatorkoelvinmotor
5. Hoofdzekering
6. Zekering ABS-regeleenheid
7. Reservezekering
8. Backup-zekering
9. Zekering van de ABS-solenoïdeklep
10.Zekering ABS-motor
ZAUM1189
1010
157.5
5207.5 7.515 20
5
7
12
3
45
6
ZAUM1231
10
303020
7
8
91010
157.5
207.5 7.515
5 20
5
7
12
3
45
6
Voorgeschreven zekeringen:
Hoofdzekering:
20.0 A
Zekering ontstekingssysteem:
7.5 A
Zekering signaleringssysteem:
7.5 A
Koplampzekering:
15.0 A
Zekering radiatorkoelvin:
5.0 A
Zekering ABS-regeleenheid:
10.0 A (YZF-R125A)
Zekering ABS-motor:
30.0 A (YZF-R125A)
Zekering van de ABS-solenoïde-
klep:
20.0 A (YZF-R125A)
Backup-zekering:
10.0 A
U5D7D6D0.book Page 34 Thursday, June 18, 2015 1:28 PM
Page 76 of 96
Periodiek onderhoud en afstelling
6-35
6
DAU34242
Koplampgloeilamp vervangen
De koplampen op dit model hebben halo-
geen gloeilampen. Als een koplampgloei-
lamp is doorgebrand, laat deze dan door
een Yamaha dealer vervangen en laat in-
dien nodig de koplamplichtbundel afstel-
len.
DAU43234
Parkeerlichtgloeilamp vervangen
Dit model is voorzien van twee parkeerlich-
ten. Vervang een parkeerlichtgloeilamp als
volgt als deze is doorgebrand.
1. Verwijder de parkeerlichtfitting (samen
met de gloeilamp) door deze uit te
trekken.
2. Verwijder de defecte gloeilamp door
deze uit te trekken.
3. Steek een nieuwe gloeilamp in de fit-
ting.
4. Breng de lampfitting aan (samen met
de gloeilamp) door deze vast te druk-
ken.
1. Parkeerlichtgloeilamp
U5D7D6D0.book Page 35 Thursday, June 18, 2015 1:28 PM
Page 77 of 96
Periodiek onderhoud en afstelling
6-36
6
DAU24182
Achterlicht/remlichtunit
Dit model is uitgerust met een LED-type
remlicht/achterlicht.
Als het remlicht/achterlicht niet gaat bran-
den, vraag dan een Yamaha dealer het
elektrisch circuit te testen.
DAU24205
Gloeilamp in richtingaanwijzer
vervangen
1. Verwijder de lamplens van de richting-
aanwijzer door de schroeven te verwij-
deren.
2. Verwijder de defecte gloeilamp door
deze in te drukken en linksom te draai-
en.
3. Plaats een nieuwe gloeilamp in de fit-
ting, druk deze in en draai rechtsom
tot hij stuit.
4. Monteer de lamplens door de schroef
aan te brengen. LET OP: Draai de
schroef niet te vast, hierdoor kan de
lens breken.
[DCA11192]
1. Schroef
1. Gloeilamp richtingaanwijzer
ZAUM1223
U5D7D6D0.book Page 36 Thursday, June 18, 2015 1:28 PM
Page 78 of 96
Periodiek onderhoud en afstelling
6-37
6
DAUM3510
De gloeilamp van de kenteken-
verlichting vervangen
1. Verwijder de lampeenheid voor kente-
kenverlichting door de schroef los te
draaien.
2. Verwijder de gloeilampfitting van de
kentekenverlichting (samen met de
gloeilamp) door deze uit te trekken.
3. Verwijder de defecte gloeilamp door
deze uit te trekken.
4. Steek een nieuwe gloeilamp in de fit-
ting.
5. Breng de lampfitting aan (samen met
de gloeilamp) door deze vast te druk-
ken.
6. Monteer de lampeenheid voor kente-
kenverlichting door de schroef aan te
brengen.
DAU24351
Ondersteunen van de motorfiets
Dit model is niet voorzien van een midden-
bo k, neem daar om de volgende voo rzor gs-
maatregelen in acht bij het verwijderen van
het voor- en achterwiel of bij het uitvoeren
van ander onderhoud waarbij de motorfiets
rechtop moet staan. Controleer of de mo-
torfiets stabiel en horizontaal staat alvorens
onderhoud te verrichten. Onder het motor-
blok kan een stevige houten kist gezet wor-
den voor extra stabiliteit.
Onderhoud aan het voorwiel
1. Stabiliseer de achterzijde van de mo-
torfiets met een motorstandaard of,
als geen andere standaard voorhan-
den is, door een krik te plaatsen onder
het frame aan de voorzijde van het
achterwiel.
2. Breng het voorwiel los van de grond
met gebruik van een motorfietsstan-
daard.
Verwijderen van het achterwiel
Breng het achterwiel los van de grond met
een motorfietsstandaard of, als deze niet
voorhanden is, door een krik te plaatsen
onder beide zijden van het frame aan de
voorzijde van het achterwiel, of onder beide
uiteinden van de achterbrug.
1. Gloeilampfitting kentekenverlichting
2. Kentekenverlichtingsunit
3. Schroef
ZAUM1190
2
3
U5D7D6D0.book Page 37 Thursday, June 18, 2015 1:28 PM
Page 79 of 96
Periodiek onderhoud en afstelling
6-38
6
DAU44792
Voorwiel (voor modellen zonder
ABS)
WAARSCHUWING
DWA14841
Wielen van ABS-modellen moeten door
een Yamaha-dealer verwijderd en ge-
monteerd worden.
DAU56531
Om het voorwiel te verwijderen
WAARSCHUWING
DWA10822
Zorg dat de machine veilig wordt onder-
steund, zodat deze niet kan omvallen.
1. Draai de klembouten van de voorwiel-
as los en draai dan de wielasbouten
en vervolgens de remklauwbouten
los.2. Licht het voorwiel van de grond vol-
gens de werkwijze in de vorige para-
graaf “Ondersteunen van de
motorfiets”.
3. Verwijder de remklauw door de bou-
ten los te halen. LET OP: Bekrachtig
de rem niet terwijl het wiel en de
remschijf zijn verwijderd, anders
worden de remblokken tegen el-
kaar geperst.
[DCA11073]
4. Trek de wielas uit en verwijder dan het
wiel.
Aanbrengen van het voorwiel
1. Breng het wiel omhoog tussen de
vorkpoten.
2. Steek de wielas naar binnen.
3. Laat het voorwiel zakken zodat dit op
de grond rust.
4. Monteer de remklauw door de bouten
aan te brengen.
OPMERKING
Kijk of er voldoende afstand tussen de rem-
blokken is voordat de remklauw over de
remschijf wordt gemonteerd.
5. Draai de wielas vast met het voorge-
schreven aanhaalmoment.
6. Zet wielasklembout A en klembout B
vast met het voorgeschreven aanhaal-
moment.
1. Wielasbout
2. Klembout voorwielas A
3. Klembout voorwielas B
ZAUM12153
1. Remklauwbout
2. Remklauw
ZAUM1192
U5D7D6D0.book Page 38 Thursday, June 18, 2015 1:28 PM
Page 80 of 96
Periodiek onderhoud en afstelling
6-39
6
7. Zet wielasklembout A opnieuw vast
met het voorgeschreven aanhaalmo-
ment.
8. Zet de remklauwbouten vast met het
voorgeschreven aanhaalmoment.
9. Duw het stuur enkele malen stevig op
en neer om te controleren of de voor-
vork correct werkt.DAU44802
Achterwiel (voor modellen zon-
der ABS)
WAARSCHUWING
DWA14841
Wielen van ABS-modellen moeten door
een Yamaha-dealer verwijderd en ge-
monteerd worden.
DAU56701
Verwijderen van het achterwiel
WAARSCHUWING
DWA10822
Zorg dat de machine veilig wordt onder-
steund, zodat deze niet kan omvallen.
1. Draai de wielasmoer los.
2. Licht het achterwiel van de grond vol-
gens de werkwijze op pagina 6-37.
3. Verwijder de wielasmoer.
4. Draai de borgmoer volledig los aan
beide zijden van de achterbrug.
5. Draai de stelbouten van de aandrijf-
ketting volledig in richting (a) en druk
het wiel naar voren. Aanhaalmomenten:
Wielas:
59 Nm (5.9 m·kgf, 43 ft·lbf)
Klembout voorwielas:
23 Nm (2.3 m·kgf, 17 ft·lbf)
Remklauwbout:
38 Nm (3.8 m·kgf, 27 ft·lbf)
1. Wielasmoer
2. Stelbout spanning aandrijfketting
3. Borgmoer
4. Remklauw
ZAUM1193
U5D7D6D0.book Page 39 Thursday, June 18, 2015 1:28 PM