YAMAHA YZF-R6 2003 Instructieboekje (in Dutch)

Page 91 of 130

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-34
6
DCA00052
LET OP:_ Gebruik geen motorolie of andere
smeermidelen voor de aandrijfketting,
deze bevatten mogelijk toevoegingen
die de o-ringen kunnen beschadigen. _
DAU02962
Controleren en smeren van de
kabels De werking van alle bedieningskabels en
de conditie van de kabels moeten vóór ie-
dere rit worden gecontroleerd. De kabels
en de kabeleinden dienen zo nodig te wor-
den gesmeerd. Vraag een Yamaha dealer
een kabel te controleren of te vervangen
wanneer deze is beschadigd of niet soepel
beweegt.
DW000112
WAARSCHUWING
_ Bij een beschadiging van de buitenkabel
kan de kabelbediening verslechteren en
de binnenkabel gaan roesten. Vervang
een beschadigde kabel zo snel mogelijk
om onveilige condities te voorkomen. _
DAU04034
Controleren en smeren van
gasgreep en gaskabel De werking van de gasgreep hoort vooraf-
gaand aan elke rit te worden gecontroleerd.
Smeer of vervang ook de gaskabel volgens
de intervaltijden gespecificeerd in het perio-
diek onderhoudsschema.
Aanbevolen smeermiddel:
Motorolie
U5SLD0.book Page 34 Wednesday, September 18, 2002 11:03 AM

Page 92 of 130

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-35
6
DAU03164
Controleren en smeren van de
rem- en koppelingshendel De werking van de rem- en de koppe-
lingshendel moet voorafgaand aan elke rit
worden gecontroleerd en de hendelschar-
nierpunten moeten zo nodig worden ge-
smeerd.
DAU03370
Controleren en smeren van rem-
en schakelpedalen De werking van het rem- en het schakelpe-
daal moet voorafgaand aan elke rit worden
gecontroleerd en de pedaalscharnierpun-
ten moeten zo nodig worden gesmeerd.
Aanbevolen smeermiddel:
Lithiumvet (universeel vet)
Aanbevolen smeermiddel:
Lithiumvet (universeel vet)
U5SLD0.book Page 35 Wednesday, September 18, 2002 11:03 AM

Page 93 of 130

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-36
6
DAU03165
Controleren en smeren van de
zijstandaard De werking van de zijstandaard moet voor-
afgaand aan elke rit worden gecontroleerd
en het scharnierpunt en de metaal-op-me-
taal contactvlakken moeten zo nodig wor-
den gesmeerd.
DW000113
WAARSCHUWING
_ Als de zijstandaard niet soepel omhoog
en omlaag beweegt, vraag dan een
Yamaha dealer deze te controleren of te
repareren. _Aanbevolen smeermiddel:
Lithiumvet (universeel vet)
U5SLD0.book Page 36 Wednesday, September 18, 2002 11:03 AM

Page 94 of 130

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-37
6
DAU02939
Controleren van de voorvork De conditie en de werking van de voorvork
moeten als volgt te worden gecontroleerd
op de aangegeven tijden in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema.
Controleren van de conditie
DW000115
WAARSCHUWING
_ Ondersteun de motorfiets goed, zodat
deze niet kan omvallen. _Controleer de binnenste vorkbuizen op
krassen, beschadigingen en overmatige
olielekkage.Controleren van de werking
1. Plaats de motorfiets op een horizonta-
le ondergrond en houd hem verticaal.
2. Bekrachtig de voorrem en druk het
stuur een paar keer stevig naar bene-
den om te controleren of de voorvork
soepel in- en uitveert.
DC000098
LET OP:_ Als u beschadigingen aantreft of wan-
neer de voorvork niet soepel functio-
neert, laat deze dan door een Yamaha
dealer nakijken of repareren. _
DAU00794
Controle van stuursysteem Losse of versleten balhoofdlagers kunnen
gevaarlijk zijn. De werking van het stuur
moet als volgt worden gecontroleerd vol-
gens de intervalperioden voorgeschreven
in het periodieke smeer- en onder-
houdsschema.
1. Plaats een standaard onder de motor
zodat het voorwiel los is van de grond.
DW000115
WAARSCHUWING
_ Ondersteun de motorfiets goed, zodat
deze niet kan omvallen. _
U5SLD0.book Page 37 Wednesday, September 18, 2002 11:03 AM

Page 95 of 130

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-38
6
2. Houd de voorvorkpoten beet bij het
ondereinde en probeer ze naar voren
en achteren te bewegen. Als speling
kan worden gevoeld, vraag dan een
Yamaha dealer het stuursysteem te
testen.
DAU01144
Controleren van wiellagers De voor- en achterwiellagers moeten wor-
den gecontroleerd volgens de intervalperio-
den voorgeschreven in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema. Als de wiel-
naaf speling vertoont of het wiel niet soepel
draait, vraag dan een Yamaha dealer de
wiellagers te controleren.
DAU01291
Accu Deze motorfiets is uitgerust met een per-
manent-dichte accu (onderhoudsvrij type)
waarvoor geen onderhoud vereist is. De
elektrolyt hoeft niet te worden gecontro-
leerd en er hoeft geen gedistilleerd water te
worden bijgevuld.
Om de accu op te laden
Vraag zo snel mogelijk een Yamaha dealer
de accu te laden als deze ontladen lijkt te
zijn. Vergeet niet dat de accu sneller ontla-
den raakt als de machine is uitgerust met
optionele elektrische accessoires.
U5SLD0.book Page 38 Wednesday, September 18, 2002 11:03 AM

Page 96 of 130

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-39
6
DW000116
WAARSCHUWING
_ 
Elektrolyt is giftig en gevaarlijk
doordat dit zwavelzuur bevat, een
stof die ernstige brandwonden ver-
oorzaakt. Vermijd contact met de
huid, ogen of kleding en bescherm
uw ogen altijd bij werkzaamheden
nabij accu’s. Voer als volgt EER-
STE HULP uit als er lichamelijk con-
tact is geweest met elektrolyt.
UITWENDIG: Spoel met rijkelijk
veel water.
INWENDIG: Drink grote hoeveel-
heden water of melk en roep di-
rect de hulp in van een arts.
OGEN: Spoel gedurende 15 mi-
nuten met water en roep direct
medische hulp in.

Accu’s produceren het explosieve
waterstofgas. Houd daarom von-
ken, open vuur, sigaretten e.d. uit
de buurt van de accu en zorg voor
voldoende ventilatie bij acculaden
in een afgesloten ruimte.

HOUD DEZE EN ALLE ACCU’S BUI-
TEN BEREIK VAN KINDEREN.
Om de accu op te bergen
1. Verwijder de accu als de motorfiets
een maand lang niet wordt gebruikt,
laad volledig bij en zet hem dan weg
op een koele en droge plek.
2. Als de accu langer dan twee maanden
wordt weggeborgen, moet deze min-
stens eenmaal per maand worden ge-
controleerd; laad de accu dan steeds
volledig bij als dat nodig is.
3. Laad de accu volledig bij alvorens te
installeren.
4. Controleer na installatie of de accuka-
bels correct zijn aangesloten op de ac-
cupolen.
DC000102
LET OP:_ 
Zorg dat de accu altijd geladen
blijft. Door een accu in ontladen
toestand weg te bergen kan perma-
nente accuschade ontstaan.

Om een permanent-dichte accu
(onderhoudsvrij type) te laden, is
een speciale acculader (met con-
stante laadspanning) vereist. Bij
gebruik van een conventionele ac-
culader raakt de accu beschadigd.
Wanneer u niet beschikt over een
speciale acculader voor perma-
nent-dichte accu’s (onderhoudsvrij
type), vraag dan een Yamaha dealer
uw accu op te laden.
_
U5SLD0.book Page 39 Wednesday, September 18, 2002 11:03 AM

Page 97 of 130

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-40
6
DAU04981
Zekeringen vervangen De hoofdzekering en zekeringenkastje
1 bevinden zich onder het bestuurdersza-
del. (Zie pagina 3-19 voor instructies over
verwijderen en aanbrengen van het be-
stuurderszadel.)Zekeringenkastje 2 bevindt zich achter pa-
neel B. (Zie pagina 6-7 voor het verwijderen
en aanbrengen van het paneel).Vervang een zekering als volgt als deze is
doorgebrand.
1. Draai de contactsleutel naar “OFF” en
schakel het betreffende elektrische
circuit uit.
2. Verwijder de doorgebrande zekering
en breng een nieuwe zekering met de
voorgeschreven ampèrewaarde aan.1. Reservehoofdzekering
2. Hoofdzekering
3. Zekeringenkastje 1
4. Zekering elektronisch
brandstofinjectiesysteem
5. Zekering richtingaanwijzers, achterlicht,
kentekenverlichting, parkeerlicht en
alarmverlichting
6. Reservezekering
1. Zekeringenkastje 2
2. Koplampzekering
3. Zekering radiatorkoelvin
4. Zekering ontstekingssysteem
5. Zekering signaleringssysteem
6. Zekering kilometerteller, klok en
startblokkeersysteem (reservezekering)
7. Reservezekering (× 2)
Voorgeschreven zekeringen:
Hoofdzekering: 40 A
Zekeringenkastje 1:
Zekering elektronisch
brandstofinjectiesysteem: 15 A
Zekering richtingaanwijzers,
achterlicht,
kentekenverlichting,
parkeerlicht en
alarmverlichting: 10 A
Zekeringenkastje 2:
Koplampzekering: 20 A
Zekering
signaleringssysteem: 15 A
Zekering radiatorkoelvin: 15 A
Zekering
ontstekingssysteem: 15 A
Zekering kilometerteller,
klok en
startblokkeersysteem
(reservezekering): 10 A
U5SLD0.book Page 40 Wednesday, September 18, 2002 11:03 AM

Page 98 of 130

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-41
6
DC000103
LET OP:_ Gebruik geen zekering met een hoger
ampèrage dan is voorgeschreven, om
ernstige schade aan het elektrisch sys-
teem en mogelijk brandgevaar te vermij-
den. _3. Draai de contactsleutel in “ON” en
schakel het betreffende elektrische
circuit in om te zien of de apparatuur
werkt.
4. Als de zekering direct opnieuw door-
brandt, vraag dan een Yamaha dealer
het elektrisch systeem te controleren.
DAU04954
Koplampgloeilamp vervangen De koplampen op deze motorfiets hebben
halogeen gloeilampen. Vervang een kop-
lampgloeilamp als volgt als deze is doorge-
brand.
1. Verwijder paneel B (als u de linker
koplampgloeilamp vervangt) of
paneel A (als u de rechter koplamp-
gloeilamp vervangt). (Zie pagina 6-7
voor het verwijderen en aanbrengen
van het paneel.)
2. Verwijder de gloeilampkap door deze
linksom te draaien.3. Maak de koplampstekker los.1. Kap van koplampgloeilamp
1. Koplampstekker
U5SLD0.book Page 41 Wednesday, September 18, 2002 11:03 AM

Page 99 of 130

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-42
6
4. Haak de gloeilamphouder los en ver-
wijder dan de defecte gloeilamp.
DW000119
WAARSCHUWING
_ Koplampgloeilampen worden zeer heet.
Houd daarom brandbare producten uit
de buurt van een koplampgloeilamp en
raak het lampglas niet aan zolang dit
niet is afgekoeld. _5. Breng een nieuwe koplampgloeilamp
aan en zet deze dan vast met de gloei-
lamphouder.
DC000104
LET OP:_ Pas op en zorg dat de volgende onder-
delen niet worden beschadigd:
Koplampgloeilamp
Raak het glas van de koplampgloei-
lamp niet aan zodat dit vetvrij blijft,
anders kan de doorzichtigheid van
het glas, de lichtintensiteit en de le-
vensduur nadelig worden beïn-
vloed. Wrijf eventuele
verontreinigingen en vingerafdruk-
ken op het gloeilampglas weg met
een doekje gedrenkt in alcohol of
thinner.

Koplamplens
Plak geen kleurfolie of stickers
op de koplamplens.
Gebruik geen koplampgloeilamp
met een hoger wattage dan is
voorgeschreven.
_
1. Gloeilamphouder
1. Raak het glas van de gloeilamp niet aan.
U5SLD0.book Page 42 Wednesday, September 18, 2002 11:03 AM

Page 100 of 130

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-43
6
6. Sluit de koplampstekker aan.
7. Monteer de gloeilampkap door deze
rechtsom te draaien.
8. Monteer het paneel.
9. Vraag indien nodig een Yamaha
dealer de koplamplichtbundel af te
stellen.
DAU04982
Vervangen van een
parkeerlichtgloeilamp Deze motor is voorzien van twee parkeer-
lichten. Vervang een parkeerlichtgloeilamp
als volgt als deze is doorgebrand.
1. Haal de kap van de parkeerlichtgloei-
lamp los door de drukclip te verwijde-
ren.OPMERKING:_ Verwijder de drukclip door met een schroe-
vendraaier op het midden te drukken en
dan de drukclip los te trekken. _
2. Verwijder de lampfitting (samen met
de gloeilamp) door deze naar buiten te
trekken.
3. Verwijder de defecte gloeilamp door
deze uit te trekken.
4. Steek een nieuwe gloeilamp in de fit-
ting.
5. Breng de lampfitting aan (samen met
de gloeilamp) door deze vast te druk-
ken.
6. Monteer de kap van de parkeerlicht-
gloeilamp door de drukclip te bevesti-
gen.
1. Kap parkeerlichtgloeilamp
2. Drukclip
1. Parkeerlichtgloeilamp
2. Fitting parkeerlichtgloeilamp
U5SLD0.book Page 43 Wednesday, September 18, 2002 11:03 AM

Page:   < prev 1-10 ... 51-60 61-70 71-80 81-90 91-100 101-110 111-120 121-130 130 next >