ESP BMW 2 SERIES COUPE 2016 Instructieboekjes (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: BMW, Model Year: 2016, Model line: 2 SERIES COUPE, Model: BMW 2 SERIES COUPE 2016Pages: 243, PDF Size: 5.41 MB
Page 5 of 243
InhoudsopgaveSpeciale onderwerpen vindt u het snelst aan
de hand van het trefwoordenregister, zie pa‐
gina 232.6Opmerkingen
Overzicht
12Bedieningsorganen16iDrive25Spraakgestuurd systeem28Geïntegreerde handleiding in de auto
Bediening
32Openen en sluiten47Instellen59Kinderen veilig vervoeren65Rijden78Weergaven93Verlichting99Veiligheid120Rijstabiliteitsregelsystemen126Rijcomfort140Klimaatregeling147Interieuruitrusting151Opbergvakken
Rijtips
158Bij het rijden in acht nemen161Belading163Rijden met een aanhangwagen168Brandstof besparenMobiliteit178Tanken180Brandstof182Wielen en banden190Motorruimte192Motorolie196Koelvloeistof198Onderhoud200Vervangen van onderdelen210Hulp in geval van pech217Verzorging
Opzoeken
224Technische gegevens231Bijlage232Alles van A tot Z
Online Edition for Part no. 01 40 2 963 857 - VI/15
Page 13 of 243
Automatische verlichtingsrege‐
ling 94
Adaptieve bochtverlichting 95
Grootlichtassistent 96Instrumentenverlichting 97Koplampverstelling 955Stuurkolomschakelaar, linksRichtingaanwijzers 70Grootlicht, lichtsignaal 70Grootlichtassistent 96Parkeerlicht 94Boordcomputer 886Toetsen op stuurwiel, linksSnelheidsbegrenzer 116Snelheid oproepen 126Snelheidsregeling aan/uit, onder‐
breken 126Tuimelschakelaar voor snelheidsrege‐
ling 1267Instrumentenpaneel 788Toetsen op stuurwiel, rechtsEntertainmentbronVolumeSpraakinvoer 25TelefoonGekartelde knop voor selectielijsten 879Motor starten/afzetten en contact
in-/uitschakelen 66Automatische start-stop-func‐
tie 6710Stuurkolomschakelaar, rechtsRuitenwisser 71Regensensor 71Ruiten en koplampen reini‐
gen 7211Claxon, gehele vlak12Stuurwielverwarming 5813Stuurwiel verstellen 5714Motorkap ontgrendelen 191Seite 13BedieningsorganenOverzicht13
Online Edition for Part no. 01 40 2 963 857 - VI/15
Page 16 of 243
iDriveUitrusting van de auto
In dit hoofdstuk worden alle standaard, lands‐
pecifieke en speciale uitrustingen beschreven
die in de modelserie aangeboden worden. Er
worden daarom ook uitrustingen beschreven
die in een auto, bijv. vanwege de landspeci‐
fieke of gekozen speciale uitrusting niet be‐
schikbaar zijn. Dat geldt ook voor veiligheidsre‐
levante functies en systemen. Bij gebruik van
deze functies en systemen moeten de in het
land geldende voorschriften worden nage‐
leefd.
Principe iDrive omvat de functies van een groot aantal
schakelaars. Deze functies kunnen derhalve op
een centrale plaats worden bediend.
WAARSCHUWING
De bediening van geïntegreerde informa‐
tiesystemen en communicatieapparatuur tij‐
dens het rijden kan de aandacht van het ver‐
keer afleiden. U kunt de controle over de auto
verliezen. Er bestaat gevaar voor ongevallen.
De systemen en apparatuur alleen bedienen
als de verkeerssituatie het toelaat. Zo nodig
stoppen en de systemen resp. apparatuur bij
stilstaande auto bedienen.◀Overzicht
bedieningselementen
Bedieningselementen1Control Display2Controller met toetsen en, afhankelijk van
de uitrusting, met touchpad
Control Display
Aanwijzingen
▷Voor het reinigen van het Control Display
onderhoudsaanwijzingen in acht nemen.▷Geen voorwerpen in het gebied voor het
Control Display neerleggen, het Control
Display kan anders worden beschadigd.▷Bij zeer hoge temperaturen aan de Control
Display, bijvoorbeeld door intensieve zon‐
nestralen, kan de helderheid verminderen
of kan het Control Display volledig worden
uitgeschakeld. Bij verlaging van de Tempe‐
ratuur, bijvoorbeeld door schaduw of air‐
conditioning, worden de normale functies
weer hersteld.
Inschakelen
1.Contact inschakelen.2.Controller indrukken.Seite 16OverzichtiDrive16
Online Edition for Part no. 01 40 2 963 857 - VI/15
Page 22 of 243
SymboolBetekenis Gracenote®-database. AUX-In-aansluiting. USB-audio-aansluiting. Audio-aansluiting mobiele tele‐
foon.
Verdere omvang
SymboolBetekenis Gesproken informatie uitgescha‐
keld.
Gedeeld scherm, splitscreen
Algemeen
In het rechter gedeelte van het gedeelde
scherm kan extra informatie worden weerge‐
geven bijv. informatie van de boordcomputer.
Deze informatie blijft bij de gedeelde scherm‐
weergave, het zogenaamde splitscreen, ook bij
het wisselen naar een ander menu zichtbaar.
Gedeelde schermweergave in- en
uitschakelen
Op het Control Display:
1. Toets indrukken.2."Splitscreen"
Menupunt selecterenOp het Control Display:
1. Toets indrukken.2."Splitscreen"3.Controller kantelen tot het splitscreen is
geselecteerd.4.Controller indrukken of "Inhoud
splitscreen" selecteren.5.Gewenst menupunt selecteren.
Voorkeuzetoetsen
Algemeen
Functies van iDrive kunnen op de voorkeuzet‐
oetsen worden opgeslagen en direct worden
opgeroepen, bijv. radiozenders, navigatiebe‐
stemmingen, telefoonnummers en menupun‐
ten.
De instellingen worden opgeslagen voor het
momenteel gebruikte profiel.
Zonder navigatiesysteem en telefoon
Op de toetsen kunnen alleen radiozenders
worden opgeslagen.
Functie opslaan
1.Functie via iDrive markeren.2. Gewenste toets ingedrukt houden
tot een geluidssignaal klinkt.
Functie uitvoeren
Toets indrukken.
De functie wordt direct uitgevoerd. Dit
betekent dat bijv. bij de selectie van een tele‐
foonnummer ook de verbinding wordt opge‐
bouwd.
Seite 22OverzichtiDrive22
Online Edition for Part no. 01 40 2 963 857 - VI/15
Page 23 of 243
Toetsbezetting weergeven
Toetsen met de vinger aanraken. Geen hand‐
schoenen dragen of voorwerpen gebruiken.
De toewijzing van de toetsen wordt aan de bo‐
venste schermrand weergegeven.
Toetsbezetting wissen
1.Toetsen 1 en 8 tegelijkertijd ca. vijf secon‐
den indrukken.2."OK"
Persoonlijke gegevens in de
auto wissen
Principe
De auto slaat, afhankelijk van het gebruik, per‐
soonlijke gegevens, zoals bijv. opgeslagen ra‐
diozenders op. Deze persoonlijke gegevens
kunnen via iDrive onherroepelijk worden ge‐
wist.
Algemeen
Afhankelijk van de uitvoering kunnen de vol‐
gende gegevens worden gewist:
▷Personal Profile instellingen.▷Opgeslagen radiozenders.▷Opgeslagen toets favorieten.▷Reis- en boordcomputerwaarden.▷Muziekcollectie.▷Navigatie, bijv. opgeslagen bestemmingen.▷Telefoonboek.▷Online-gegevens, bijv. favorieten, cookies.▷Gesproken notities.▷Login-accounts.▷RemoteApp Smartphone-koppeling.
Het wissen van de gegevens kan in totaal max.
30 minuten duren.
Voorwaarden voor een correcte
werking
Gegevens kunnen alleen bij stilstand worden
gewist.
Gegevens wissen
De aanwijzingen op het Control Display in acht
nemen en opvolgen.
1.Contact inschakelen.2."Instellingen"3."Opties" oproepen.4."Persoonl. gegevens wissen"5."Voortzetten"6."OK"
Letters en cijfers invoeren
Algemeen
Op het Control Display:
1.Controller draaien: letters of cijfers selecte‐
ren.2.Eventueel nog andere letters en cijfers se‐
lecteren.3."OK": invoer bevestigen.SymboolFunctie Controller indrukken: letter of cijfer
wissen. Controller lang indrukken: alle let‐
ters en cijfers wissen.Seite 23iDriveOverzicht23
Online Edition for Part no. 01 40 2 963 857 - VI/15
Page 25 of 243
Spraakgestuurd systeemUitrusting van de autoIn dit hoofdstuk worden alle standaard, lands‐
pecifieke en speciale uitrustingen beschreven
die in de modelserie aangeboden worden. Er
worden daarom ook uitrustingen beschreven
die in een auto, bijv. vanwege de landspeci‐
fieke of gekozen speciale uitrusting niet be‐
schikbaar zijn. Dat geldt ook voor veiligheidsre‐
levante functies en systemen. Bij gebruik van
deze functies en systemen moeten de in het
land geldende voorschriften worden nage‐
leefd.
Principe▷Via het spraakgestuurd systeem kunnen
de meeste functies, die op het Control Dis‐
play worden weergegeven, door gespro‐
ken commando's worden bediend. Het
systeem ondersteunt bij de invoer met
aankondigingen.▷Functies die alleen bij een stilstaande auto
inzetbaar zijn, kunnen niet via het spraak‐
gestuurd systeem bediend worden.▷Tot het systeem behoort een speciale mi‐
crofoon aan de bestuurderszijde.▷›...‹ geeft commando's voor het spraakge‐
stuurd systeem aan in de handleiding.
Voorwaarden
Stel bij het Control Display een taal in die ook
door het taalinvoersysteem ondersteund wordt
om de uit te spreken commando's te kunnen
identificeren.
Taal instellen, zie pagina 91.
Commando's uitspreken
Spraakinvoer inschakelen1. Toets op het stuurwiel indrukken.2.Geluidssignaal afwachten.3.Commando uitspreken.
Commando, dat door het spraakgestuurd
systeem wordt herkend, wordt gesproken
en op het instrumentenpaneel weergege‐
ven.
Symbool in het instrumentenpaneel wijst
erop dat het spraakgestuurd systeem actief is.
Mogelijkerwijs zijn geen andere commando's
mogelijk, de functie in dit geval via iDrive be‐
dienen.
Spraakinvoer beëindigen Toets op stuurwiel indrukken
of ›Afbreken‹.
Mogelijke commando's
De meeste menupunten van het Control Dis‐ play kunnen als commando worden gespro‐
ken.
De mogelijke commando's zijn ervan afhanke‐
lijk welk menu actueel op het Control Display
wordt weergegeven.
Voor veel functies zijn er korte commando's.
Enkele lijstinvoeren, bijv. telefoonboekinvoe‐
ren, kunnen eveneens via het spraakgestuurd
systeem worden geselecteerd. Lijstinvoeren
daarbij exact zo uitspreken, zoals ze in de be‐
treffende lijst worden aangegeven.
Seite 25Spraakgestuurd systeemOverzicht25
Online Edition for Part no. 01 40 2 963 857 - VI/15
Page 26 of 243
Mogelijke commando's laten
weergeven
Mogelijke commando's kunnen worden weer‐
gegeven: ›Spraakopdrachten‹.
Wanneer bijv. het menu "Instellingen" weerge‐ geven wordt, worden de commando's voor de
instellingen weergegeven.
Functies met korte commando's
uitvoeren
Functies van het hoofdmenu kunnen onmid‐
dellijk door korte commando's worden uitge‐
voerd, nagenoeg ongeacht welk menupunt er
is ingesteld, bijv. Autostatus.
Help-informatie bij het
spraakgestuurd systeem
Help-informatie oproepen: ›Help‹.
Verdere commando's bij de hulpdialoog:▷›Hulp met voorbeelden‹: informatie over de
actuele bedieningsmogelijkheden en de
belangrijkste commando's daarvoor wor‐
den weergegeven.▷›Hulp bij spraakinvoer‹: informatie over het
werkingsprincipe van het spraakgestuurd
systeem wordt weergegeven.
Een voorbeeld:
klankinstellingen oproepen
Via hoofdmenu De commando's van de menuopties kunnen
worden gesproken of via de controller geselec‐
teerd.
1.Indien nodig geluidsweergave van enter‐
tainment inschakelen.2. Toets op het stuurwiel indrukken.3.›Radio‹4.›Klank‹Met behulp van kort commando
De gewenste klankinstelling kan ook via een
kort commando worden gestart.1.Indien nodig geluidsweergave van enter‐
tainment inschakelen.2. Toets op het stuurwiel indrukken.3.›Klank‹
Spraakdialoog instellen
Er kan worden ingesteld of het systeem de
standaard systeemmedelingen of een korte
variant daarvan gebruikt.
Bij de korte variant van de spraakdialoog wor‐
den de systeemmededelingen beknopt weer‐
gegeven.
1."Instellingen"2."Taal/eenheden"3."Spraakmod.:"4.Instelling selecteren.
Volume aanpassen
Volumeknop tijdens de gesproken aanwijzin‐
gen draaien tot de gewenste volume is inge‐
steld.
▷Volume blijft behouden, ook wanneer het
volume van andere audioapparatuur wordt
gewijzigd.▷Het volume wordt voor het momenteel ge‐
bruikte profiel opgeslagen.Seite 26OverzichtSpraakgestuurd systeem26
Online Edition for Part no. 01 40 2 963 857 - VI/15
Page 51 of 243
ste stand staat. Door de toets los te la‐
ten stopt de beweging.▷Toets kort indrukken. Zitting
schuift automatisch in de eind‐
stand. Opnieuw indrukken stopt de be‐
weging.
Oorspronkelijke positie
1.Zitting in oorspronkelijke positie schuiven:▷Toets zo lang ingedrukt houden,
totdat de zitting in de oorspron‐
kelijke positie staat. Door de toets los
te laten stopt de beweging.▷Toets kort indrukken. Stoel
schuift naar de oorspronkelijke
stand. Opnieuw indrukken stopt de be‐
weging.2.Rugleuning terugklappen.
Veiligheidsgordels
Aantal veiligheidsgordels Voor uw veiligheid en die van uw passagiers is
uw auto uitgerust met vier veiligheidsgordels.
Deze kunnen hun beschermende werking ech‐
ter pas vervullen, als zij correct zijn omgegespt.
Algemeen
Veiligheidsgordels voor elke rit op alle bezette
plaatsen omdoen.
Om de inzittenden te beschermen, wordt de
gordelblokkering vroegtijdig geactiveerd. De
gordel bij het omdoen langzaam uit de houder
halen.
Airbags vormen een aanvullende veiligheids‐
voorziening op de veiligheidsgordels, maar
vervangen deze niet.
Het punt van de gordelbevestiging past voor
volwassenen van elke lichaamslengte bij een
correcte stoelinstelling.
Aanwijzingen
WAARSCHUWING
Als meer dan een persoon van dezelfde
gordel gebruikmaakt, is de beschermende
werking van de veiligheidsgordel niet meer ge‐
waarborgd. Er bestaat kans op letsel of levens‐
gevaar. Eén veiligheidsgordel slechts voor
één persoon gebruiken. Baby's en kinderen
niet op schoot nemen, maar in de daarvoor be‐
stemde kinderveiligheidssystemen zetten en
overeenkomstig beveiligen.◀
WAARSCHUWING
De beschermende werking van de veilig‐
heidsgordels kan beperkt zijn of wegvallen als
deze verkeerd worden gedragen. Een verkeerd
gedragen veiligheidsgordel kan extra letsel
veroorzaken, bijv. bij een ongeval of bij rem- en
uitwijkmanoeuvres. Er bestaat kans op letsel of
levensgevaar. Erop letten dat de veiligheids‐
gordels bij alle inzittenden correct zijn omge‐
daan.◀
Correct gebruik van
veiligheidsgordels▷De gordel niet verdraaid en zo strak moge‐
lijk over het bekken en de schouder aan‐
brengen.▷De gordel in de bekkenzone laag over de
heup aanbrengen. De gordel mag niet te‐
gen het onderlichaam drukken.▷De veiligheidsgordel mag niet tegen de
hals aanliggen, langs scherpe randen
schuren, over harde of breekbare voorwer‐
pen in de kleding lopen of worden inge‐
klemd.▷Dikke kleding vermijden.▷De gordel ter hoogte van het bovenlichaam
meerdere keren naar boven toe straktrek‐
ken.Seite 51InstellenBediening51
Online Edition for Part no. 01 40 2 963 857 - VI/15
Page 52 of 243
Gordel sluiten
Het gordelslot moet bij het sluiten hoorbaar
vastklikken.
Gordel openen
1.Gordel vasthouden.2.Rode toets in het slot indrukken.3.Gordel naar het oprolmechanisme gelei‐
den.
Gordelherinnering voor bestuurders-
en passagiersstoel
Er wordt een Check-Control-melding
weergegeven. Controleren of de veilig‐
heidsgordel correct is omgedaan.
De gordelherinnering wordt geactiveerd als de
veiligheidsgordel aan bestuurderszijde niet is
omgegespt.
Bij enkele landuitvoeringen wordt de gordel‐
herinnering vanaf ca. 10 km/h ook geactiveerd
als de passagiersgordel niet is omgegespt en
als zware voorwerpen op de passagiersstoel
liggen.
Gordelherinnering voor de achterbank Controlelampje op het instrumenten‐
paneel gaat branden nadat de motor
gestart is.
▷Groen: de veiligheidsgordel van de betref‐
fende zitplaats op de achterbank is vastge‐
maakt.▷Rood: de veiligheidsgordel van de betref‐
fende zitplaats op de achterbank is niet
vastgemaakt.
De gordelwaarschuwing wordt ook geactiveerd
wanneer een veiligheidsgordel op de achter‐
bank tijdens de rit wordt losgemaakt.
Beschadiging van de
veiligheidsgordels
WAARSCHUWING
De beschermende werking van de veilig‐
heidsgordels kan in de volgende situaties be‐
perkt zijn of uitvallen:
▷Gordels zijn beschadigd, vervuild of op een
andere manier gewijzigd.▷Gordelslot is beschadigd of sterk vervuild.▷Gordelspanner of gordelautomaat is gewij‐
zigd.
De veiligheidsgordel kunnen bij een ongeval
onmerkbaar worden beschadigd. Er bestaat
kans op letsel of levensgevaar. Veiligheidsgor‐
dels, gordelsloten, gordelspanners, gordelau‐
tomaten en gordelverankeringen niet wijzigen
en schoon houden. Na een ongeval de veilig‐
heidsgordels bij een Service Partner of een ge‐
kwalificeerde specialist laten controleren.◀
Na een aanrijding of bij een beschadiging:
Veiligheidsgordels inclusief de gordelspanners
vervangen en gordelverankering laten contro‐
leren.
Hoofdsteunen voorin
Aanwijzingen WAARSCHUWING
Een ontbrekende beschermende werk‐
ing door uitgebouwde of niet correct inge‐
stelde hoofdsteunen kan letsel aan hoofd en
nek veroorzaken. Er bestaat kans op letsel. Voor het wegrijden de hoofdsteunen op de be‐
zette stoelen aanbrengen en ervoor zorgen dat
Seite 52BedieningInstellen52
Online Edition for Part no. 01 40 2 963 857 - VI/15
Page 67 of 243
Het starten verloopt enige tijd automatisch en
wordt beëindigd zodra de motor gestart is.
Afzetten van de motor
Aanwijzingen WAARSCHUWING
Kinderen of dieren die zonder toezicht in
de auto worden achtergelaten kunnen de auto
in beweging zetten en zichzelf of het verkeer in
gevaar brengen, bijv. door de volgende hande‐
lingen:▷Indrukken van de start/stop-knop.▷Parkeerrem vrijzetten.▷Portieren of ruiten openen en sluiten.▷Keuzehendel in neutraal schakelen.▷Uitrustingen van de auto bedienen.
Er bestaat gevaar voor ongevallen of kans op
letsel. Kinderen of dieren niet zonder toezicht
in de auto laten. Bij het verlaten van de auto de
afstandsbediening meenemen en de auto ver‐
grendelen.◀
WAARSCHUWING
Een onbeveiligde auto kan vanzelf in be‐
weging komen en wegrollen. Er bestaat gevaar
voor ongevallen. De auto voor het verlaten te‐
gen wegrollen beveiligen.
Om ervoor te zorgen dat de auto tegen wegrol‐
len beveiligd is, het volgende in acht nemen:
▷Parkeerrem aantrekken.▷Op hellingen de voorwielen in de richting
van de stoeprand draaien.▷Op hellingen de auto extra beveiligen, bijv.
met een wielkeg.◀
Voor het binnenrijden van de
wasstraat
Om ervoor te zorgen dat de auto in de was‐
straat kan rollen, de informatie over Wassen in
automatische wasinstallaties of wasstraten, zie
pagina 217, in acht nemen.
Steptronic versnellingsbak
Motor afzetten1.Bij stilstaande auto de keuzehendelstand P
inschakelen.2.Start/stop-knop indrukken.
De motor wordt afgezet.
De standby-modus van de radio wordt in‐
geschakeld.3.Parkeerrem bedienen.
Handversnelling:
Motor afzetten
1.Bij stilstaande auto de start-/stop-toets in‐
drukken.2.Eerste of achteruitversnelling inschakelen.3.Parkeerrem bedienen.
Automatische start-stop-
functie
Principe
De automatische start-stop-functie helpt
brandstof te besparen. Het systeem schakelt
daarvoor de motor tijdens een stop uit, bijv. in
een file of bij verkeerslichten. Het contact blijft
ingeschakeld. Voor het wegrijden start de mo‐
tor automatisch.
Automatisch bedrijf
Na elke motorstart met de start-/stopknop is
de automatische start-stop-functie in werking.
De functie wordt vanaf ca. 5 km/h geactiveerd.
Afzetten van de motor De motor wordt tijdens stilstaan onder de vol‐
gende omstandigheden automatisch uitge‐
schakeld:
Steptronic versnelling:
▷Keuzehendel in keuzehendelstand D.Seite 67RijdenBediening67
Online Edition for Part no. 01 40 2 963 857 - VI/15