sport mode BMW 2 SERIES COUPE 2016 Instructieboekjes (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: BMW, Model Year: 2016, Model line: 2 SERIES COUPE, Model: BMW 2 SERIES COUPE 2016Pages: 243, PDF Size: 5.41 MB
Page 32 of 243
Openen en sluitenUitrusting van de auto
In dit hoofdstuk worden alle standaard, lands‐
pecifieke en speciale uitrustingen beschreven
die in de modelserie aangeboden worden. Er
worden daarom ook uitrustingen beschreven
die in een auto, bijv. vanwege de landspeci‐
fieke of gekozen speciale uitrusting niet be‐
schikbaar zijn. Dat geldt ook voor veiligheidsre‐
levante functies en systemen. Bij gebruik van
deze functies en systemen moeten de in het
land geldende voorschriften worden nage‐
leefd.
Afstandsbediening/sleutel Algemeen
In de leveringsomvang zijn twee afstandsbe‐
dieningen met geïntegreerde sleutel inbegre‐
pen.
Elke afstandsbediening heeft een vervangbare
batterij.
Afhankelijk van de landspecifieke of gekozen
speciale uitrusting kunnen de functies van de
toetsen worden ingesteld. Instellingen, zie pa‐
gina 41.
Voor elke afstandsbediening zijn persoonlijke
instellingen in de auto opgeslagen. Personal
Profile, zie pagina 34.
In de afstandsbedieningen wordt informatie
opgeslagen over de onderhoudsbehoefte. Ser‐
vicegegevens in de afstandsbediening, zie pa‐
gina 198.Overzicht1Ontgrendelen2Vergrendelen3Kofferdeksel ontgrendelen
Geïntegreerde sleutel
Toets indrukken, pijl 1, en sleutel eruit trekken,
pijl 2.
De geïntegreerde sleutel past in het bestuur‐
dersportierslot.
Seite 32BedieningOpenen en sluiten32
Online Edition for Part no. 01 40 2 963 857 - VI/15
Page 65 of 243
RijdenUitrusting van de auto
In dit hoofdstuk worden alle standaard, lands‐
pecifieke en speciale uitrustingen beschreven
die in de modelserie aangeboden worden. Er
worden daarom ook uitrustingen beschreven
die in een auto, bijv. vanwege de landspeci‐
fieke of gekozen speciale uitrusting niet be‐
schikbaar zijn. Dat geldt ook voor veiligheidsre‐
levante functies en systemen. Bij gebruik van
deze functies en systemen moeten de in het
land geldende voorschriften worden nage‐
leefd.
Start/stop-knop Principe Door indrukken van de start/
stop-knop wordt het contact in-
of uitgeschakeld en wordt de
motor gestart.
Steptronic versnellingsbak: De
motor start wanneer bij het indrukken van de
start/stop-knop het rempedaal wordt inge‐
drukt.
Handgeschakelde versnellingsbak: De motor
start wanneer bij het indrukken van de start/
stop-knop het koppelingspedaal wordt inge‐
drukt.
Contact aan Steptronic versnellingsbak: start/stop-knop in‐
drukken zonder de rem in te trappen.
Handgeschakelde versnellingsbak: Start/stop-
knop indrukken zonder de koppeling in te trap‐ pen.
Alle systemen zijn gebruiksklaar.
De controle- en waarschuwingslampjes op het
instrumentenpaneel branden niet allemaal
even lang.Bij afgezette motor het contact en niet-beno‐
digde stroomverbruikers uitschakelen om
leeglopen van de accu te voorkomen.
Contact uit
Steptronic versnellingsbak: start/stop-knop
opnieuw indrukken zonder de rem in te trap‐
pen.
Handgeschakelde versnellingsbak: Start/stop-
knop opnieuw indrukken zonder de koppeling
in te trappen.
Alle controlelampjes in het instrumentenpa‐
neel doven.
Bij afgezette motor het contact en niet-beno‐
digde stroomverbruikers uitschakelen om
leeglopen van de accu te voorkomen.
Aanwijzingen Bij het uitschakelen van het contact wordt au‐
tomatisch de keuzehendelstand P ingescha‐
keld wanneer de keuzehendelstand D of R is
ingeschakeld.
Het contact wordt bij stilstaande auto en afge‐
zette motor onder de volgende omstandighe‐
den automatisch uitgeschakeld:▷Bij het vergrendelen, ook bij ingeschakeld
dimlicht.▷Kort voordat de accu ontladen raakt, zodat
het starten van de motor nog mogelijk is.▷Bij het openen of sluiten van het bestuur‐
dersportier, wanneer de veiligheidsgordel
van de bestuurder is afgedaan en het dim‐
licht is uitgeschakeld.▷Bij het afdoen van de veiligheidsgordel van
de bestuurder, wanneer het bestuurders‐
portier is geopend en het dimlicht is uitge‐
schakeld.
Na ca. 15 minuten zonder verdere bediening
wordt van dimlicht op stadslicht omgescha‐
keld.
Seite 65RijdenBediening65
Online Edition for Part no. 01 40 2 963 857 - VI/15
Page 93 of 243
VerlichtingUitrusting van de autoIn dit hoofdstuk worden alle standaard, lands‐
pecifieke en speciale uitrustingen beschreven
die in de modelserie aangeboden worden. Er
worden daarom ook uitrustingen beschreven
die in een auto, bijv. vanwege de landspeci‐
fieke of gekozen speciale uitrusting niet be‐
schikbaar zijn. Dat geldt ook voor veiligheidsre‐
levante functies en systemen. Bij gebruik van
deze functies en systemen moeten de in het
land geldende voorschriften worden nage‐
leefd.
Overzicht Schakelaars in de auto
De lichtschakelaar bevindt zich naast het
stuurwiel.
Verlichtingsfuncties
SymboolFunctieMistachterlichtMistlampAutomatische verlichtingsregeling
Adaptieve bochtverlichtingSymboolFunctieLicht uit
DagrijlichtStadslichtDimlichtKoplampverstelling bij halogeen‐
koplampenInstrumentenverlichting
Stads-, dim- en parkeerlicht
Algemeen
Schakelaarstand:
, ,
Wanneer bij uitgeschakeld contact het be‐
stuurdersportier wordt geopend, wordt de bui‐
tenverlichting bij deze schakelaarstanden au‐
tomatisch uitgeschakeld.
Stadslicht
Schakelaarstand:
De auto is rondom verlicht.
Stadslicht niet gedurende een langere tijd in‐
geschakeld laten, anders wordt de accu ontla‐
den en kan de motor evt. niet meer worden ge‐
start.
Voor het parkeren het eenzijdige parkeerlicht,
zie pagina 94, inschakelen.
Dimlicht
Schakelaarstand:
Dimlicht brandt bij ingeschakeld contact.
Seite 93VerlichtingBediening93
Online Edition for Part no. 01 40 2 963 857 - VI/15
Page 192 of 243
MotorolieUitrusting van de autoIn dit hoofdstuk worden alle standaard, lands‐
pecifieke en speciale uitrustingen beschreven
die in de modelserie aangeboden worden. Er
worden daarom ook uitrustingen beschreven
die in een auto, bijv. vanwege de landspeci‐
fieke of gekozen speciale uitrusting niet be‐
schikbaar zijn. Dat geldt ook voor veiligheidsre‐
levante functies en systemen. Bij gebruik van
deze functies en systemen moeten de in het
land geldende voorschriften worden nage‐
leefd.
Algemeen Het motorolieverbruik is afhankelijk van de
rijstijl en van de gebruiksomstandigheden.
Het motorolieverbruik kan hoger zijn, bijv. in de
volgende situaties:▷Bij een sportieve rijstijl.▷Bij het inrijden van de motor.▷Bij het stationair draaien van de motor.▷Bij het gebruik van soorten motorolie, die
als ongeschikt zijn aangemerkt.
Daarom regelmatig, na elke tankbeurt, het mo‐
toroliepeil controleren.
De auto beschikt over een elektronische olie‐
peilcontrole.
De elektronische oliepeilcontrole beschikt over
twee meetprincipes:
▷Statusweergave▷Uitvoerige metingElektronische
oliepeilcontrole
Statusweergave
Principe
Het motoroliepeil wordt tijdens het rijden elek‐
tronisch bewaakt en in het Control Display
weergegeven.
Als het motoroliepeil het minimum bereikt, ver‐
schijnt er een Check-Control-melding.
Voorwaarden
Een actuele meetwaarde staat ter beschikking na ca. 30 minuten rijden. Bij een korte rit wordt
de status van de laatste, voldoende lange rit
weergegeven.
Wanneer vaak korte ritten worden afgelegd, re‐
gelmatig een uitvoerige meting uitvoeren.
Peil motorolie tonen1."Auto-info"2."Autostatus"3. "Motoroliepeil"
Meldingen motorolie-indicator ATTENTIE
Te weinig motorolie veroorzaakt motor‐
schade. Er bestaat gevaar voor schade. On‐
middellijk motorolie bijvullen.◀
Erop letten dat er niet te veel motorolie gevuld
wordt.
ATTENTIE
Te veel motorolie kan de motor of de ka‐
talysator beschadigen. Er bestaat gevaar voor
schade. Niet te veel motorolie bijvullen. Te veel
bijgevulde motorolie door een Service Partner
Seite 192MobiliteitMotorolie192
Online Edition for Part no. 01 40 2 963 857 - VI/15
Page 208 of 243
AccuOnderhoud
De accu is onderhoudsvrij.
Het zuur waarmee de accu gevuld is volstaat
voor de volledige levensduur van de accu.
Meer informatie over de accu kan bij een Ser‐ vice Partner of een gekwalificeerde specialist
worden opgevraagd.
Vervangen van de accu ATTENTIE
Accu's die door de fabrikant van de auto
als niet geschikt zijn beoordeeld, kunnen sys‐
temen beschadigen of functies kunnen niet
meer worden uitgevoerd. Er bestaat gevaar
voor schade. Alleen accu's gebruiken die door
de fabrikant van de auto als geschikt zijn aan‐
gemerkt.◀
De voertuigaccu na het vervangen door een
Service Partner of een gekwalificeerde specia‐
list bij de auto laten aanmelden, zodat alle
comfortfuncties onbeperkt beschikbaar zijn en
evt. betreffende Check-Control-meldingen
niet meer worden weergegeven.
Accu opladen
Algemeen
Erop letten dat de accu voldoende opgeladen
is, om de volle levensduur van de accu te ga‐ randeren.
In de volgende gevallen kan het opladen van
de accu noodzakelijk zijn:▷Bij frequente korte trajecten.▷Bij lange standtijden van meer dan een
maand.Aanwijzingen
ATTENTIE
Bij acculaders voor de voertuigaccu kun‐
nen hoge spanningen en stromen optreden,
waardoor het 12V-boordnet overbelast of be‐
schadigd kan raken. Er bestaat gevaar voor
schade. Acculaders voor de voertuigaccu al‐
leen op de starthulp-aanklempunten in de mo‐
torruimte aansluiten.◀
Aanklempunten starthulp Alleen met afgezette motor via de starthulp-
aanklempunten, zie pagina 212, in de motor‐
ruimte laden.
Acculader
Speciaal voor de auto ontwikkelde en op het
boordnet afgestemde boordnet afgestemde
acculaders zijn verkrijgbaar bij een Service
Partner of een gekwalificeerde specialist.
Stroomonderbreking
Na een tijdelijke stroomonderbreking moeten
sommige modellen opnieuw geïnitialiseerd
en/of individuele instellingen worden geactuali‐
seerd, bijv.:▷Stoel- en spiegelgeheugen: posities op‐
nieuw opslaan.▷Tijd: instellen.▷Datum: instellen.▷Glazen dak en schuifpaneel: systeem initia‐
liseren, zie pagina 46.
Oude accu verwerken
Oude batterijen door een Service Part‐
ner of een gekwalificeerde specialist la‐ ten afvoeren of op een verzamelpunt
afgeven.
Gevulde accu's moeten tijdens het vervoer en
de opslag rechtop staan. Tijdens het transport
tegen omvallen beveiligen.
Seite 208MobiliteitVervangen van onderdelen208
Online Edition for Part no. 01 40 2 963 857 - VI/15