service BMW 4 SERIES GRAN COUPE 2016 Instructieboekjes (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: BMW, Model Year: 2016, Model line: 4 SERIES GRAN COUPE, Model: BMW 4 SERIES GRAN COUPE 2016Pages: 277, PDF Size: 5.47 MB
Page 228 of 277

door een Service Partner van de fabrikant of
een andere gekwalificeerde Service Partner of
specialist te laten uitvoeren.
Een doos met reservelampen is verkrijgbaar bij
een Service Partner van de fabrikant of een an‐
dere gekwalificeerde Service Partner of speci‐
alist.
WAARSCHUWING
Ingeschakelde lampen kunnen heet wor‐
den. De lampen niet aanraken om verbrandin‐
gen te voorkomen. Er bestaat kans op letsel.
Lampen alleen vervangen als ze zijn afge‐
koeld.◀
WAARSCHUWING
Bij werkzaamheden aan ingeschakelde
verlichting kan er kortsluiting ontstaan. Er be‐
staat kans op letsel of schade. Bij werkzaam‐
heden aan de verlichting de betreffende lam‐
pen uitschakelen. De eventueel bijgevoegde
gebruiksaanwijzing van de fabrikant van de
lamp in acht nemen.◀
GEVAAR
Bij de verlichting kunnen hoge spannin‐
gen aanwezig zijn. Er bestaat levensgevaar.
Werkzaamheden aan de verlichtingsinstallatie,
inclusief het vervangen van lampjes, door een
Service Partner van de fabrikant of een andere
gekwalificeerde Service Partner of specialist
laten uitvoeren.◀
ATTENTIE
Verontreinigde lampen hebben een kor‐
tere levensduur. Er bestaat gevaar voor
schade. Het glas van nieuwe lampen niet met
de blote hand vastpakken. Een schone doek of
iets dergelijke gebruiken of de lamp bij de fit‐
ting vastpakken.◀
LED-lampen Sommige uitrustingsvarianten hebben achter
een afdekking LED-lampen als lichtbron.Deze zijn verwant met de gewone lasers en
worden als lichtemitterende diode van klasse 1
gekenmerkt.
WAARSCHUWING
Te intensieve helderheid kan het netvlies
van de ogen irriteren of beschadigen. Er be‐
staat kans op letsel. Niet rechtstreeks in de
koplamp of andere lichtbronnen kijken. Afdek‐
kingen van LED's niet verwijderen.◀
Koplampglazen
Bij koel of vochtig weer kunnen de voertuigver‐
lichtingsunits aan de binnenzijde beslaan. Bij
rijden met ingeschakeld licht verdwijnt de
wasem na korte tijd. Het koplampglas hoeft
niet te worden vervangen.
Als zich ondanks ingeschakelde koplampen in
toenemende mate vocht vormt, bijv. in de vorm
van waterdruppels in de lamp, adviseert de fa‐
brikant van uw auto de koplampen door een
Service Partner van de fabrikant of een andere
gekwalificeerde Service Partner of specialist te
laten controleren.
Koplampinstelling
De instellingen van de koplampen kunnen wor‐
den beïnvloed door het vervangen van lampen.
Na het vervangen de koplampinstelling door
een Service Partner van de fabrikant of een an‐
dere gekwalificeerde Service Partner of speci‐
alist laten controleren en eventueel corrigeren.
Frontlampen, lamp vervangen
Xenon-koplamp Aanwijzingen GEVAAR
Bij de verlichting kunnen hoge spannin‐
gen aanwezig zijn. Er bestaat levensgevaar.
Werkzaamheden aan de verlichtingsinstallatie,
inclusief het vervangen van lampjes, door een
Service Partner van de fabrikant of een andereSeite 228MobiliteitVervangen van onderdelen228
Online Edition for Part no. 01 40 2 966 245 - X/15
Page 229 of 277

gekwalificeerde Service Partner of specialist
laten uitvoeren.◀
Op grond van de hoge levensduur van de lam‐
pen is de waarschijnlijkheid van een uitval zeer
gering. Vaak in- en uitschakelen verkort de le‐
vensduur.
Als een lamp uitvalt, kan voorzichtig verder
worden gereden met gebruik van de mistlam‐
pen als verlichting. Neem de voor het land spe‐
cifieke wetten in acht.
Koplampen1Stadslicht / Dagrijlicht2Dimlicht / Grootlicht / Lichtsignaal3Richtingaanwijzers
Dimlicht en grootlicht zijn uitgevoerd met xe‐
nontechnologie.
Stadslicht en dagrijlicht zijn uitgevoerd met
LED-technologie.
Bij een defect contact opnemen met de Ser‐
vice Partner van de fabrikant of een andere ge‐
kwalificeerde Service Partner of specialist.
Richtingaanwijzers
Algemene aanwijzingen in acht nemen, zie pa‐
gina 227.
Lamp 24 watt, PY24W.1.In de wielkast de beide houders losmaken
en de afdekking verwijderen.2.Evt. de binnenbekleding van de wielkast
iets naar binnen trekken. De houder tegen
de klok in draaien en eruit nemen.3.Lamp licht in de fitting drukken, tegen de
klok in draaien en verwijderen.4.Nieuwe lamp en lamphouder plaatsen.5.Afdekking in de wielkast aanbrengen.
LED-koplampen
LED-lampen
Bij LED-koplampen zijn alle lampen alsmede de zijdelingse richtingaanwijzers met LED-lam‐
pen uitgerust.
Als er LED-lampen uitvallen, kan voorzichtig
verder worden gereden met gebruik van de
mistlampen als verlichting. Neem de voor het
land specifieke wetten in acht.
Bij een defect contact opnemen met de Ser‐
vice Partner van de fabrikant of een andere ge‐
kwalificeerde Service Partner of specialist.
Seite 229Vervangen van onderdelenMobiliteit229
Online Edition for Part no. 01 40 2 966 245 - X/15
Page 230 of 277

Koplampen1Bochtlicht2Dimlicht / Lichtsignaal3Grootlicht/lichtsignaal4Stadslicht / Dagrijlicht5Richtingaanwijzers6Zijlicht
Neem bij een defect contact op met de servi‐
cedienst.
Halogeen-mistlampAlgemene aanwijzingen in acht nemen, zie pa‐
gina 227.
Gloeilamp 35 watt, H8.
1.Met de handgreep van de schroeven‐
draaier uit het boordgereedschap de drie
schroeven, pijl 1, van de wielkastbekleding
losdraaien. Wielkastbekleding voorzichtig
wegtrekken, pijl 2.2.Stekker van de lamp lostrekken, pijl 1.
Lamp draaien, pijl 2.
Linker voertuigzijde: met de klok mee
draaien.Rechter voertuigkant: tegen de klok in
draaien.
Lamp verwijderen.3.Nieuwe lamp plaatsen, stekker aansluiten
en wielkastbekleding vastschroeven.
Knipperlicht in de buitenspiegel
De knipperlichten in de buitenspiegels maken
gebruik van LED-techniek. Bij een defect con‐
tact opnemen met de Service Partner van de
fabrikant of een andere gekwalificeerde Ser‐
vice Partner of specialist.
Achterlichten, lamp vervangen
Overzicht
1Richtingaanwijzers2Achteruitrijlicht3Mistachterlicht4Achterlichtlampen5RemlichtSeite 230MobiliteitVervangen van onderdelen230
Online Edition for Part no. 01 40 2 966 245 - X/15
Page 231 of 277

Lampvervanging buitenste
achterverlichting
Algemeen
Algemene aanwijzingen in acht nemen, zie pa‐
gina 227.
Knipperlicht: lamp 21 watt, P21WLL.
Remlicht: lamp 21Lamp 21 watt, H21WLL.
De achterlichten maken gebruik van LED-tech‐
niek. Bij een defect contact opnemen met de
Service Partner van de fabrikant of een andere
gekwalificeerde Service Partner of specialist.
Buitenste achterlicht uitbouwen1.Achterklep openen.2.Met de schroevendraaier de drie bevesti‐
gingen losdraaien, pijlen, en het paneel
naar boven afnemen.3.Met de handgreep van de schroeven‐
draaier de twee moeren, pijlen, losdraaien.4.Achterlicht aan de binnenkant vastpakken,
pijl 1, en voorzichtig achterwaarts naar bui‐
ten trekken, pijl 2. Daarbij met de vrije hand
tegenhouden, zodat het achterlicht niet
plotseling loskomt. Controleren of deschuimrubberen afdichtring zich op de tap
van de centrering bevindt.5.Vergrendeling boven op de stekker van de
aansluitkabel losmaken en de stekker van
de lamphouder lostrekken.
Lampen vervangen
1.De drie bevestigingen, pijlen 1, van de
lamphouder losmaken en de lamphouder
van het achterlicht wegnemen, pijl 2.2.Defecte lamp licht in de fitting drukken, te‐
gen de klok in draaien en verwijderen.3.Ga voor het plaatsen van de nieuwe lamp
en het aanbrengen van de lamphouder in
omgekeerde volgorde te werk. Erop letten
dat de lamphouder vastklikt in alle bevesti‐
gingen.
Achterlicht inbouwen
1.Aansluitkabel op het achterlicht aansluiten
en in de klem op de lamphouder bevesti‐
gen.2.Ervoor zorgen, dat de schuimrubberen af‐
dichtring zich op de tap van de centrering,
pijl 2, bevindt en niet beschadigd is.Seite 231Vervangen van onderdelenMobiliteit231
Online Edition for Part no. 01 40 2 966 245 - X/15
Page 232 of 277

3.Achterlicht aan buitenzijde op rubberrand,
pijl 1, en aan binnenzijde op de centrering,
pijl 2, aanzetten en vastdrukken. Let erop
dat het achterlicht in het rubberframe vast‐
klikt.4.Achterlicht met de beide moeren vast‐
schroeven.5.Paneel plaatsen en bevestigen. Daarbij
erop letten dat de afdichtslang niet inge‐
klemd wordt.
Lichten in de achterklep
Algemeen
Algemene aanwijzingen in acht nemen, zie pa‐
gina 227.
Achteruitrijlichten: lamp 16 watt, PW16W.
Mistachterlichten: gloeilamp 21 watt, H21W.
Alle andere lampen in de achterklep zijn van
LED-techniek voorzien. Bij een defect contact
opnemen met de Service Partner van de fabri‐
kant of een andere gekwalificeerde Service
Partner of specialist.
Toegang tot de lampen
De afdekking naar buiten schuiven, pijl, en
wegnemen.
Achteruitrijlicht en mistachterlicht
vervangen
1.De onderste bevestiging losmaken, pijl 1.2.De bovenste bevestiging losmaken, pijl 2.
Daartoe de middelste bevestigingen naar
binnen, en de twee buitenste bevestigin‐
gen naar buiten drukken.
De lampenhouder lostrekken, pijl 3.3.Defecte lamp voor achteruitrij- of mistach‐
terlicht linksom uit de fitting draaien.4.Nieuwe lamp plaatsen.Seite 232MobiliteitVervangen van onderdelen232
Online Edition for Part no. 01 40 2 966 245 - X/15
Page 233 of 277

Lamphouder inbouwen1.Daarbij de beide contacten, pijl 1, in de
aansluitingen, pijl 2, steken.2.De lampenhouder aandrukken, pijl 3. Erop
letten dat de twee bevestigingen aan de
buitenzijde vastklikken.3.De afdekking weer plaatsen en naar binnen
schuiven.
Achterlichten,
kentekenplaatverlichting en middelste
remlicht
De lampen maken gebruik van LED-techniek.
Bij een defect contact opnemen met de Ser‐
vice Partner van de fabrikant of een andere ge‐
kwalificeerde Service Partner of specialist.
Wielen vervangen
Aanwijzingen Bij runflat-banden of het gebruik van plakmid‐
delen is het niet noodzakelijk om het wiel direct
te wisselen bij spanningsverlies in het geval
van pech.
Uw auto beschikt niet over een reservewiel.
Het juiste gereedschap voor het verwisselen
van wielen vindt u als toebehoren bij een Ser‐
vice Partner van de fabrikant of een andere ge‐
kwalificeerde Service Partner of specialist.
Kriksteunpunten
De kriksteunpunten bevinden zich op de aan‐
gegeven posities.
Wielbouten met slot
De adapter van de wielbouten met slot bevindt
zich in het boordgereedschap of in een op‐
bergvak bij het boordgereedschap.
▷Wielbout, pijl 1.▷Adapter, pijl 2.
Verwijderen
1.Adapter op de wielbout plaatsen.2.Wielbout losschroeven.
Na het vastschroeven de adapter weer verwij‐
deren.
Accu Onderhoud De accu is onderhoudsvrij.
Het zuur waarmee de accu gevuld is volstaat
voor de volledige levensduur van de accu.
Seite 233Vervangen van onderdelenMobiliteit233
Online Edition for Part no. 01 40 2 966 245 - X/15
Page 234 of 277

Specifieke informatie over de accu kan bij een
Service Partner van de fabrikant of een andere
gekwalificeerde Service Partner of specialist
worden opgevraagd.
Vervangen van de accu ATTENTIE
Accu's die als ongeschikt zijn bevonden
kunnen systemen beschadigen of ertoe leiden
dat functies niet meer kunnen worden uitge‐
voerd. Er bestaat gevaar voor schade. Alleen
accu's gebruiken die door de fabrikant van de
auto als geschikt zijn aangemerkt.◀
De fabrikant van uw auto adviseert om de voer‐
tuigaccu na het vervangen door een Service
Partner van de fabrikant of een andere gekwa‐
lificeerde Service Partner of specialist bij de
auto te laten aanmelden, zodat alle comfort‐
functies onbeperkt beschikbaar zijn en evt.
Check-Control-meldingen voor deze comfort‐
functies niet meer worden weergegeven.
Accu opladen
Algemeen
Erop letten dat de accu voldoende opgeladen
is, om de volle levensduur van de accu te ga‐ randeren.
In de volgende gevallen kan het opladen van
de accu noodzakelijk zijn:▷Bij frequente korte trajecten.▷Bij standtijden van meer dan een maand.
Aanwijzingen
ATTENTIE
Bij acculaders voor de voertuigaccu kun‐
nen hoge spanningen en stromen optreden,
waardoor het 12V-boordnet overbelast of be‐
schadigd kan raken. Er bestaat gevaar voor
schade. Acculaders voor de voertuigaccu al‐
leen op de starthulp-aanklempunten in de mo‐
torruimte aansluiten.◀
Aanklempunten starthulp
Alleen met afgezette motor via de starthulp-
aanklempunten, zie pagina 239, in de motor‐
ruimte laden.
AcculaderSpeciaal voor de auto ontwikkelde en op het
boordnet afgestemde acculaders zijn verkrijg‐
baar bij een Service Partner van de fabrikant of
een andere gekwalificeerde Service Partner of
specialist.
Stroomonderbreking
Na een tijdelijke stroomonderbreking moeten
sommige uitrustingen opnieuw worden geïni‐
tialiseerd of individuele instellingen worden ge‐
actualiseerd, bijv.:▷Stoel- en spiegelgeheugen: posities op‐
nieuw opslaan.▷Tijd: instellen.▷Datum: instellen.▷Glazen dak en schuifpaneel: systeem initia‐
liseren, zie pagina 50.
Oude accu verwerken
Oude accu's door een Service Partner
van de fabrikant of een andere gekwali‐
ficeerde Service Partner of specialist
laten afvoeren of op een verzamelpunt afge‐
ven.
Gevulde accu's moeten tijdens het vervoer en
de opslag rechtop staan. Tijdens het transport
tegen omvallen beveiligen.
Zekeringen Opmerking WAARSCHUWING
Door verkeerde of gerepareerde zekerin‐
gen kunnen elektrische kabels en onderdelen
overbelast worden. Er bestaat brandgevaar.
Seite 234MobiliteitVervangen van onderdelen234
Online Edition for Part no. 01 40 2 966 245 - X/15
Page 246 of 277

tuurlijke verontreinigingen, zoals boomhars of
pollen, kunnen op de voertuiglak inwerken.
Frequentie en omvang van het onderhoud
daarop afstemmen.
Agressieve stoffen, zoals gemorste brandstof,
olie, vet of vogeluitwerpselen direct verwijde‐
ren, om lakveranderingen of -verkleuringen te
voorkomen.
Matte lak
Alleen reinigings- en verzorgingsproducten
gebruiken die voor auto's met matte lak ge‐
schikt zijn. Deze zijn verkrijgbaar bij een Ser‐
vice Partner van de fabrikant of een andere ge‐
kwalificeerde Service Partner of specialist.
Lederonderhoud Het leder geregeld met een doek of stofzuiger
reinigen.
Stof en straatvuil schuren anders in de poriën
en plooien en leiden tot een sterke slijtage als‐
mede tot een vroegtijdige verharding van het
lederoppervlak.
Om verkleuringen door bijv. kleding te vermij‐
den, leder ongeveer om de twee maanden rei‐
nigen en verzorgen.
Lichtgekleurd leder vaker reinigen omdat vuil
daarop duidelijker zichtbaar is.
Lederverzorgingsmiddel gebruiken, omdat vuil
en vet anders langzaam de beschermende laag
van het leder aantasten.
Geschikte verzorgingsmiddelen zijn bij een
Service Partner van de fabrikant of een andere
gekwalificeerde Service Partner of specialist
verkrijgbaar.
Bekledingsstofonderhoud
Regelmatig met een stofzuiger afzuigen.
Bij sterke verontreinigingen, bijv. drankvlekken,
een zachte spons of een microvezeldoek met
geschikte interieurreiniger gebruiken.
Grote bekledingsvlakken tot aan de naden rei‐
nigen. Krachtig wrijven vermijden.ATTENTIE
Geopende klittenbandsluitingen van kle‐
dingstukken kunnen de stoelbekleding be‐
schadigen. Er bestaat gevaar voor schade. Let
op dat alle klittenbandsluitingen gesloten
zijn.◀
Onderhoud van speciale delen
Lichtmetalen velgen Bij reiniging van de auto alleen neutraal reini‐
gingsmiddel voor velgen met een pH-waarde
van 5 tot 9 gebruiken. Geen bijtende reini‐
gingsmiddelen of stoomreinigers boven 60 ℃
gebruiken. Aanwijzingen van de fabrikant in
acht nemen.
Agressieve, zuurhoudende of alkalische reini‐
gingsmiddelen kunnen de beschermlaag van
naburige onderdelen zoals bijv. remschijven
aantasten.
Chroomachtige oppervlakken Onderdelen zoals bijv. radiatorgrille of portier‐
grepen vooral bij contact met strooizout met
voldoende water en evt. shampoo zorgvuldig
reinigen.
Rubberdelen
Door milieu-invloeden kunnen bij rubberdelen
vervuiling van het oppervlak en verlies van
glans optreden. Voor het reinigen alleen water
en geschikte verzorgingsmiddelen gebruiken.
De fabrikant van uw auto adviseert originele
BMW verzorgingsproducten.
In het bijzonder zwaarbelaste rubberdelen re‐
gelmatig met onderhoudsmiddel voor rubber
behandelen. Voor het onderhoud van afdicht‐
rubbers geen siliconenhoudend onderhouds‐
middel gebruiken, om beschadigingen of wind‐
geruis te voorkomen.
Edelhouten delen
Edelhouten panelen en van edelhout vervaar‐
digde delen mogen uitsluitend met een voch‐Seite 246MobiliteitVerzorging246
Online Edition for Part no. 01 40 2 966 245 - X/15
Page 248 of 277

ATTENTIE
Het oppervlak van displays kan door on‐
deskundig reinigen worden beschadigd. Er be‐
staat gevaar voor schade. Niet te hard drukken
en geen krassende materialen gebruiken.◀
Gebruik voor de reiniging een schone, antista‐
tische microvezeldoek.
De beschermruit van het Head-Up Display met
een microvezeldoek een universeel afwasmid‐
del reinigen.
Auto buiten bedrijf stellenWanneer de auto langer dan drie maanden bui‐
ten bedrijf gesteld wordt, moeten bijzondere
maatregelen getroffen worden. Meer informa‐
tie is bij een Service Partner van de fabrikant of
een andere gekwalificeerde Service Partner of
specialist verkrijgbaar.Seite 248MobiliteitVerzorging248
Online Edition for Part no. 01 40 2 966 245 - X/15
Page 252 of 277

Technische gegevensUitrusting van de auto
In dit hoofdstuk worden alle standaard, lands‐
pecifieke en speciale uitrustingen beschreven
die in de modelserie aangeboden worden. Er
worden daarom ook uitrustingen beschreven
die in een auto, bijv. vanwege de landspeci‐fieke of gekozen speciale uitrusting niet be‐
schikbaar zijn. Dat geldt ook voor veiligheidsre‐
levante functies en systemen. Bij gebruik van
deze functies en systemen moeten de in het
land geldende voorschriften worden nage‐
leefd.
Opmerking
De technische gegevens en specificaties in
deze handleiding dienen als steunpunten. De
wagenspecifieke gegevens kunnen hiervan af‐
wijken door bijv. accessoires, landspecifieke
varianten of meetmethoden. Gedetailleerde
waarden dienen te worden geraadpleegd in de
registratiedocumenten of op de stickers diezijn aangebracht op de auto of kunt u navragen
bij een Service Partner van de fabrikant of een
andere gekwalificeerde Service Partner of spe‐
cialist.
De gegevens in de wagenpapieren hebben al‐
tijd voorrang boven de gegevens in de handlei‐
ding.
Afmetingen
De afmetingen kunnen afhankelijk van het mo‐
del, de uitvoerig of landspecifieke meetmetho‐
den verschillen.
Bij de aangegeven hoogtes is geen rekening
gehouden met aanbouwonderdelen zoals dak‐antenne, dakreling of spoiler. De hoogtes kun‐
nen variëren door bijv. accessoires, banden,
belading en chassisuitvoering. BMW 4 Serie Gran CoupéBreedte met buitenspiegelsmm2017Breedte zonder buitenspiegelsmm1825Hoogtemm1389-1404Lengtemm4638Wielbasismm2810Kleinste draaicirkel Øm11,3-11,8Seite 252OpzoekenTechnische gegevens252
Online Edition for Part no. 01 40 2 966 245 - X/15