display BMW X5 2016 Instructieboekjes (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: BMW, Model Year: 2016, Model line: X5, Model: BMW X5 2016Pages: 314, PDF Size: 6.15 MB
Page 27 of 314

3."Spraakmod.:"4.Instelling selecteren.
Volume aanpassenVolumeknop tijdens de gesproken aanwijzin‐
gen draaien tot de gewenste volume is inge‐
steld.
▷Volume blijft behouden, ook wanneer het
volume van andere audioapparatuur wordt
gewijzigd.▷Het volume wordt voor het momenteel ge‐
bruikte profiel opgeslagen.
Noodoproepen
Spraakgestuurd systeem niet gebruiken voor
noodoproepen. In stresssituaties kunnen taal
en stemniveau wijzigen. Daardoor wordt de
opbouw van een telefoonverbinding onnodig
vertraagd.
In plaats daarvan de SOS-toets, zie pa‐
gina  279, bij de binnenspiegel gebruiken.
Omgevingsomstandigheden
▷Commando's, cijfers en letters vloeiend en
met normaal volume, klemtonen en snel‐
heid uitspreken.▷Commando's altijd in de taal van het
spraakgestuurd systeem spreken.▷Bij de keuze van de radiozender de gebrui‐
kelijke uitspraak van de zendernaam ge‐bruiken, het beste zoals de naam in het
Control Display wordt weergegeven.
›Zender ...,‹ bijv. zender Classic Radio.▷Portieren, ruiten en schuifdak gesloten
houden, om storende geluiden te vermij‐
den.▷Nevengeluiden in de auto tijdens het spre‐
ken vermijden.Seite 27Spraakgestuurd systeemOverzicht27
Online Edition for Part no. 01 40 2 969 785 - II/16 
Page 28 of 314

Geïntegreerde handleiding in de autoUitrusting van de autoIn dit hoofdstuk worden alle standaard, lands‐
pecifieke en speciale uitrustingen beschreven
die in de modelserie aangeboden worden. Er
worden daarom ook uitrustingen beschreven
die in een auto, bijv. vanwege de landspeci‐
fieke of gekozen speciale uitrusting niet be‐
schikbaar zijn. Dat geldt ook voor veiligheidsre‐
levante functies en systemen. Bij gebruik van
deze functies en systemen moeten de in het
land geldende voorschriften worden nage‐
leefd.
Geïntegreerde handleiding in de auto
De geïntegreerde handleiding kan weergege‐
ven worden op het Control Display. Daarin
worden in het bijzonder de uitrustingen en
functies beschreven die voorhanden zijn in de
auto.
Onderdelen van de geïntegreerde
handleiding
De geïntegreerde handleiding bestaat uit drie
delen, die verschillende informatieniveaus of
toegangsmogelijkheden bieden.
Beknopte handleiding
In de beknopte handleiding vindt u belangrijke
informatie over het gebruik van de auto, de be‐
diening van de belangrijkste autofuncties en
instructies voor in het geval van pech. Deze
gegevens kunnen ook worden weergegeven
tijdens het rijden.
Zoeken op afbeelding
Door middel van het zoeken op afbeelding kan
gezocht worden naar gegevens en beschrijvin‐
gen aan de hand van afbeeldingen. Dit komt
bijv. van pas wanneer de beschrijving bij eenuitrusting nodig is waarvan de benaming niet
bekend is.
Handleiding Hier kan gezocht worden naar gegevens en
beschrijvingen door de directe invoer van een
zoekopdracht via de index.
Bestanddelen selecteren1.  Toets indrukken.2.Controller draaien: "Auto-info" oproepen.3.Controller indrukken.4.Gewenste bereik selecteren:▷"Beknopte handleiding"▷"Zoeken op afbeelding"▷"Handleiding"
Bladeren in de handleiding
Paginawijs met linktoegang
Controller draaien tot de volgende of vorige
pagina wordt weergegeven.
Paginawijs zonder linktoegangPagina's direct doorbladeren en daarbij links
overslaan.
Symbool eenmaal markeren. Daarna alleen
nog Controller indrukken om van pagina tot
pagina te bladeren.
Seite 28OverzichtGeïntegreerde handleiding in de auto28
Online Edition for Part no. 01 40 2 969 785 - II/16 
Page 29 of 314

Terugbladeren.
Naar voren bladeren.
Help-informatie/handleiding bij de op
dat moment geselecteerde functie
Passende informatie kan direct worden weer‐ gegeven.
Oproepen bij bediening via iDrive Direct vanuit de applicatie op het Control Dis‐
play in het menu "Opties" selecteren:1.  Toets indrukken of Controller zo vaak
naar rechts kantelen tot het menu "Opties"
wordt weergegeven.2."Handleiding weergeven"
Oproepen bij weergave van een
Check-Control-melding
Direct vanuit de Check-Control-melding op het
Control Display:
"Handleiding weergeven"
Omschakelen tussen functie en
handleiding
Op het Control Display uit een functie, bijv. ra‐
dio, in de handleiding en tussen de beide
weergaven heen en terug wisselen:
1.  Toets indrukken of Controller zo vaak
naar rechts kantelen tot het menu "Opties"
wordt weergegeven.2."Handleiding weergeven"3.Gewenste pagina in de handleiding selec‐
teren.4.  Toets opnieuw indrukken om naar de
laatste weergegeven functie terug te ke‐
ren.5.  Toets indrukken om naar de laatste
weergegeven pagina van de handleiding
terug te keren.
Om permanent tussen de laatste weergegeven
functie en de laatste weergegeven pagina van
de handleiding te wisselen de stappen 4 en
5 herhalen. Hierbij worden steeds nieuwe
beeldvensters geopend.
Voorkeuzetoetsen
Algemeen
De handleiding kan op de Voorkeuzetoetsen
worden opgeslagen en daarmee direct worden
opgeroepen.
Opslaan
1."Handleiding" via iDrive selecteren.2.  Gewenste toets langer dan 2 se‐
conden indrukken.
Uitvoeren
Toets indrukken.
Handleiding wordt direct weergege‐
ven.
Seite 29Geïntegreerde handleiding in de autoOverzicht29
Online Edition for Part no. 01 40 2 969 785 - II/16 
Page 34 of 314

Wanneer de afstandsbediening niet wordt her‐
kend: de positie van de afstandsbediening iets
veranderen en de procedure herhalen.
Personal Profile
Principe Via Personal Profile kunnen individuele instel‐
lingen van meerdere bestuurders worden op‐
geslagen en op een later tijdstip weer worden
opgeroepen.
Algemeen
Er zijn drie bestuurdersprofielen beschikbaar waarin persoonlijke instellingen voor de auto
worden opgeslagen. Aan iedere afstandsbe‐
diening is één van deze bestuurdersprofielen
toegewezen.
Als de auto met een afstandsbediening wordt
ontgrendeld, wordt het bijbehorende bestuur‐
dersprofiel geactiveerd. Alle in het bestuurder‐
sprofiel opgeslagen instellingen worden auto‐
matisch uitgevoerd.
Als meerdere bestuurders ieder een eigen af‐
standsbediening hebben, past de auto zich bij
het ontgrendelen aan de persoonlijke instellin‐
gen aan. Deze instellingen worden ook her‐
steld als de auto tussendoor door een persoon
werd gebruikt met een andere afstandsbedie‐
ning.
Wijzigingen aan de instellingen worden auto‐
matisch opgeslagen in het op dat moment ge‐
bruikte bestuurdersprofiel.
Als via iDrive een ander bestuurdersprofiel
wordt geselecteerd, worden de daarin opge‐
slagen instellingen automatisch uitgevoerd.
Het nieuwe bestuurdersprofiel wordt toegewe‐
zen aan de momenteel gebruikte afstandsbe‐
diening.
Bovendien is er een gastprofiel beschikbaar
dat niet aan een afstandsbediening wordt toe‐
gekend. Dit kan worden gebruikt om instellin‐gen aan de auto te kunnen uitvoeren zonder de
persoonlijke bestuurdersprofielen te wijzigen.
Instellingen
De instellingen van de volgende systemen en
functies worden opgeslagen in het geacti‐
veerde profiel. De omvang van de instellingen
die worden opgeslagen is afhankelijk van land
en uitvoering.▷Ontgrendelen en vergrendelen.▷Licht.▷Klimaatregeling.▷Radio.▷Instrumentenpaneel.▷Voorkeuzetoetsen.▷Volume, klank.▷Control Display.▷Navigatie.▷Tv.▷Park Distance Control PDC.▷Achteruitrijcamera.▷Side View.▷Top View.▷Head-Up Display.▷Rijbelevingsschakelaar.▷Positie bestuurdersstoel, buitenspiegel,
stuurwiel.▷Intelligent Safety.▷Rijstrookwisselmelding.▷Night Vision.
Profielbeheer
Profielen oproepen Onafhankelijk van de gebruikte afstandsbedie‐
ning kan een ander profiel worden opgeroe‐
pen.
Via iDrive:
1."Instellingen"Seite 34BedieningOpenen en sluiten34
Online Edition for Part no. 01 40 2 969 785 - II/16 
Page 35 of 314

2."Profielen"3.Profiel selecteren.▷Het in het opgeroepen profiel opgeslagen
instellingen worden automatisch uitge‐
voerd.▷Het opgeroepen profiel wordt toegewezen
aan de op dat moment gebruikte afstands‐
bediening.▷Als het profiel reeds aan een andere af‐
standsbediening is toegewezen, geldt dit
profiel voor beide afstandsbedieningen.
Een onderscheiding van de instellingen
voor de beide afstandsbedieningen is niet
meer mogelijk.
Profielen herbenoemen
Om te voorkomen dat de profielen worden ver‐
wisseld, kan aan iedere profiel een persoonlijke
naam worden gegeven.
Op het Control Display:
1."Instellingen"2."Profielen"3."Opties" oproepen.4."Huidige profiel wijzigen"
Profielen resetten Instellingen van het actieve profiel worden op
de fabrieksinstellingen gereset.
Op het Control Display:
1."Instellingen"2."Profielen"3."Opties" oproepen.4."Huidige profiel terugzetten"
Profielen exporteren De meeste instellingen van het actieve profiel
kunnen worden geëxporteerd.
Dit kan handig zijn bij de opslag en het herstel
van persoonlijke instellingen, bijv. voor een
verblijf in de werkplaats. De beveiligde profie‐
len kunnen in een andere auto met Personal
Profile-functie worden meegenomen.
Voor de het exporteren bestaan de volgende
mogelijkheden:▷Via BMW Online.▷Via de USB-aansluiting in het dashboard‐
kastje op een USB-medium.
De gangbare bestandssystemen voor
USB-media worden ondersteund. Voor de
export van profielen worden de formaten
FAT32 en exFAT aanbevolen, bij andere
formaten kan het exporteren soms niet
mogelijk zijn.
Op het Control Display:
1."Instellingen"2."Profielen"3."Profiel exporteren"4.BMW Online: "BMW Online"
USB-aansluiting: "USB"
Profielen importeren
Via BMW Online geëxporteerde profielen kun‐
nen via BMW Online worden geïmporteerd.
Op een USB-medium opgeslagen profielen
kunnen geïmporteerd worden via de USB-aan‐
sluiting.
Bestaande instellingen worden met het geïm‐
porteerde profiel overschreven.
Op het Control Display:
1."Instellingen"2."Profielen"3."Profiel importeren"4.BMW Online: "BMW Online"
USB-aansluiting: "USB"
Gastprofiel gebruiken Met het gastprofiel kunnen individuele instel‐
lingen worden ingesteld die in geen van de drie
persoonlijke profielen worden opgeslagen.
Seite 35Openen en sluitenBediening35
Online Edition for Part no. 01 40 2 969 785 - II/16 
Page 36 of 314

Dit kan nuttig zijn bij tijdelijk gebruik van de
auto door bestuurders zonder eigen profiel.
Op het Control Display:1."Instellingen"2."Profielen"3."Gast"
De naam van het gastprofiel kan niet worden
gewijzigd. Het wordt niet toegewezen aan de
actuele afstandsbediening.
Profiellijst bij start weergeven De profiellijst kan bij elke start worden weerge‐
geven voor de keuze van het gewenste profiel.
Op het Control Display:
1."Instellingen"2."Profielen"3."Opties" oproepen.4."Gebruikerslijst bij start"
Met de afstandsbediening
Opmerking WAARSCHUWING
Personen of huisdieren in de auto kun‐
nen de portieren van binnenuit vergrendelen
en zichzelf insluiten. De auto kan dan niet van
buitenaf worden geopend. Er bestaat kans op
letsel. Afstandsbediening meenemen, zodat de
auto van buitenaf kan worden geopend.◀
Ontgrendelen Toets van de afstandsbediening in‐
drukken.
Afhankelijk van de instellingen, zie pagina  44,
worden de volgende toegangen ontgrendeld.
▷Het bestuurdersportier en de tankdopklep.▷Alle portieren, de achterklep en de tank‐
dopklep.Daarnaast worden de volgende functies uitge‐
voerd:▷De interieurverlichting wordt ingeschakeld,
bij duisternis wordt tevens de omgevings‐
verlichting ingeschakeld. Deze functie is
niet beschikbaar wanneer de interieurver‐
lichting handmatig wordt uitgeschakeld.▷Bij activering van deze functie wordt de be‐
groetingsverlichting ingeschakeld.▷De via comfortsluiten ingeklapte buiten‐
spiegels worden uitgeklapt.▷Met diefstalbeveiliging: De diefstalbeveili‐
ging wordt uitgeschakeld.▷De alarminstallatie, zie pagina  45, wordt
uitgeschakeld.
Comfortopenen
Toets afstandsbediening na ontgren‐
delen ingedrukt houden.
Zolang de toets op de afstandsbediening
wordt ingedrukt, worden de ruiten en het gla‐
zen dak geopend.
Vergrendelen WAARSCHUWING
Bij sommige landuitvoeringen is ontgren‐
delen van binnenuit niet mogelijk als de auto
van buitenaf is vergrendeld.
Als personen een langere tijd in de auto moe‐
ten doorbrengen en daarbij aan overmatige
warmte of koude worden blootgesteld, bestaat
er kans op letsel of levensgevaar. De auto niet
van buitenaf vergrendelen als zich daarin per‐
sonen bevinden.◀
Het bestuurdersportier moet gesloten zijn. Toets van de afstandsbediening indruk‐
ken.
Alle portieren, de achterklep en de tankdop‐
klep worden vergrendeld.
Met diefstalbeveiliging:
Seite 36BedieningOpenen en sluiten36
Online Edition for Part no. 01 40 2 969 785 - II/16 
Page 80 of 314

WAARSCHUWING
Kinderen of dieren die zonder toezicht in
de auto worden achtergelaten kunnen de auto
in beweging zetten en zichzelf of het verkeer in
gevaar brengen, bijv. door de volgende hande‐
lingen:▷Indrukken van de start/stop-knop.▷Parkeerrem vrijzetten.▷Portieren of ruiten openen en sluiten.▷Keuzehendelstand N inschakelen.▷Uitrustingen van de auto bedienen.
Er bestaat gevaar voor ongevallen of kans op
letsel. Kinderen of dieren niet zonder toezicht
in de auto laten. Bij het verlaten van de auto de
afstandsbediening meenemen en de auto ver‐
grendelen.◀
Storing Auto bij uitval of storing van de parkeerrem
met bijv. een wielkeg tegen wegrollen beveili‐
gen wanneer hij wordt verlaten.
Na een stroomonderbreking
Ingebruikneming
1.Contact inschakelen.2.  Schakelaar bij ingedrukt rempedaal of
ingeschakelde keuzehendelstand P indruk‐
ken.
Het in bedrijf stellen kan enkele seconden du‐
ren. Eventuele geluiden zijn normaal.
Het controlelampje op het instrumen‐
tenpaneel dooft zodra de parkeerrem
weer gebruiksklaar is.
Richtingaanwijzers,
grootlicht, lichtsignaal
Richtingaanwijzers
Knipperlicht in de buitenspiegel Bij het rijden en tijdens het gebruik van de
knipperlichten of de waarschuwingsknipper‐
lichtinstallatie de buitenspiegels niet inklap‐
pen, zodat de knipperlichten in de buitenspie‐
gels goed te herkennen zijn.
Knipperen
Schakelaar door het drukpunt heen indrukken.
De richtingaanwijzer-grootlichtschakelaar
keert na de bediening in de uitgangspositie te‐
rug.
Om handmatig uit te schakelen de schakelaar
tot aan het drukpunt aantippen.
Kort knipperen Schakelaar licht aantippen.
Richtingaanwijzer knippert driemaal.
De functie kan geactiveerd of gedeactiveerd
worden.
Op het Control Display:
1."Instellingen"2."Licht"3."Driemaal knipperen"
De instelling wordt voor het momenteel ge‐
bruikte profiel opgeslagen.
Seite 80BedieningRijden80
Online Edition for Part no. 01 40 2 969 785 - II/16 
Page 91 of 314

▷Datum, zie pagina 99.▷Energieterugwinning, zie pagina  100.▷Versnellingsbakaanduiding, zie pagina  87.▷Gordelwaarschuwing voor de achterbank,
zie pagina  59.▷Kilometer/dagteller, zie pagina  99.▷Meldingen, bijv. Check-Control, zie pa‐
gina  94.▷Momenteel verbruik, zie pagina  100.▷Navigatieweergave, zie Handleiding bij na‐
vigatie-, entertainment- en communicatie‐
systeem.▷Actieradius, zie pagina  99.▷Status, rijbelevingsschakelaar, zie pa‐
gina  156.▷Benodigd onderhoud, zie pagina  100.▷Snelheidslimietinfo, zie pagina  102.▷Tijd, zie pagina  99.
Multifunctioneel instrumentendisplay
Principe
Het instrumentendisplay is een variabele weer‐
gave. Wanneer van programma wordt gewis‐
seld via de rijbelevingsschakelaar, past zich de
weergavesoort aan het desbetreffende pro‐
gramma aan. De verandering van de weergave
kan via iDrive worden gedeactiveerd.De weergaven op het instumentendisplay kun‐
nen gedeeltelijk van de weergaven in deze
handleiding afwijken.
Overzicht
1Brandstofmeter   982Controle- en waarschuwingslampjes   943Snelheidsmeter4Variabele weergavenSeite 91WeergavenBediening91
Online Edition for Part no. 01 40 2 969 785 - II/16 
Page 92 of 314

5Toerenteller  98
Selectielijsten   104ECO PRO-weergaven   2336Motorolietemperatuur   987Boordcomputer  1048Kilometers resetten   99Verandering van de weergaven in-/
uitschakelen
Er kan ingesteld worden of het instrumenten‐
display bij een verandering van het rijpro‐
gramma naar de ECO PRO- of SPORT-weer‐
gave automatisch wisselt naar de
overeenkomstige weergave.
Op het Control Display:1."Instellingen"2."Info-display"3."ECO PRO info"of "Rijmodusweergave"
Met navigatiesysteem Professional:
vergrootglasfunctie in-/uitschakelen
U kunt instellen of de actuele snelheid in de
snelheidsmeter vergroot moet worden weer‐
gegeven.
Op het Control Display:
1."Instellingen"2."Info-display"3."Loepfunctie"
ECO PRO weergeven
1Snelheidsmeter2Variabele weergaven: ECO PRO-tips, Aan‐
wijzingen vertragingsassistent, Weergaven
bestuurdersassistentiesystemen3Efficiëntieweergave   2334Transmissie-aanduiding5▷Blauw: bonusactieradiusSeite 92BedieningWeergaven92
Online Edition for Part no. 01 40 2 969 785 - II/16 
Page 93 of 314

▷Grijs: reikwijdteIn het programma ECO PRO schakelt het in‐
strumentendisplay om naar de ECO PRO-
weergaven. Deze weergaven ondersteuneneen zuinige rijstijl door een duidelijkere voor‐
stelling van de efficiëntieweergave en verschil‐
lende ECO PRO-tips.
Sport-weergaven
1Snelheidsmeter2Toerenteller   983Transmissie-aanduiding4Shift Lights, bij overeenkomstige uitrusting5Vermogensweergave6Variabele weergavenIn de rijmodus Sport en Sport+ schakelt het in‐
strumentendisplay naar de sportweergaven.
Deze weergaven ondersteunen een sportieve
rijstijl door een duidelijkere weergave van de
toerenteller, de transmissie-aanduidingen en
de snelheid.
Shift Lights op het
instrumentenpaneel
Principe
Bij overeenkomstige uitrusting geven Shift
Lights het optimale schakeltijdstip in de toe‐renteller aan. Daarmee wordt bij sportieve rijst‐
ijl de best mogelijke acceleratie van de auto
behaald.
Algemeen
Steptronic Sport versnellingsbak: shift Lights
worden weergegeven, als het rijprogramma
SPORT+ geactiveerd is.Seite 93WeergavenBediening93
Online Edition for Part no. 01 40 2 969 785 - II/16