stop start CITROEN BERLINGO ELECTRIC 2017 Instructieboekjes (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: CITROEN, Model Year: 2017, Model line: BERLINGO ELECTRIC, Model: CITROEN BERLINGO ELECTRIC 2017Pages: 328, PDF Size: 11.99 MB
Page 34 of 328

32
BERLINGO-2-VU_NL_CHAP03_PRET-A-PARTIR_ED01-2015BERLINGO-2-VU_NL_CHAP03_PRET-A-PARTIR_ED01-2015
VERkLIkkERLAMPJES
Verklikkerlampje status signaleert Oplossing - actie
STOP
brandt, in
combinatie
met een ander
verklikkerlampje
en een melding
op het display.
ernstige storingen
in combinatie met
de verklikkerlampjes
" r emvloeistofniveau",
"Motoroliedruk
en -temperatuur",
"
k oelvloeistoftemperatuur",
"
e lektronische
remdrukregelaar",
"
s tuurbekrachtiging". Stop onmiddellijk. Zet het contact af. Laat de
auto controleren door het CITROËN-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
Handrem /
Remvloeistofniveau
/
EBD
brandt. een aangetrokken of niet
goed vrijgezette handrem. Zet de handrem vrij, het verklikkerlampje zal
uitgaan.
brandt. een te laag vloeistofniveau. Vul de door
c I tro Ë n voorgeschreven
remvloeistof bij.
blijft branden,
ondanks correct
niveau, in
combinatie met het
verklikkerlampje ABS.een storing in
de elektronische
remdrukregelaar (EBD). Stop onmiddellijk. Zet het contact af.
Laat de auto controleren door het CITROËN-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Motoroliedruk en
motorolietemperatuur
gaat branden
tijdens het
rijden.
een te lage druk of een te
hoge temperatuur.Zet de auto stil, zet het contact af en laat de motor afkoelen.
c
ontroleer het niveau met de peilstok.
Zie in rubriek 7
het gedeelte " n iveaus".
blijft branden,
ondanks
correct niveau.een ernstige storing.
Laat de auto controleren door het
c I tro Ë n -
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
b
ij elke start gaat een aantal verklikkerlampjes branden ter controle. De\
ze lampjes gaan meteen weer uit.
Als een verklikkerlampje bij draaiende motor blijft branden of gaat knip\
peren, wordt het een waarschuwing.
Dit kan gebeuren in combinatie met een geluidssignaal en een melding op \
het display.
n
egeer deze waarschuwingen niet.
cockpit
Page 51 of 328

49
BERLINGO-2-VU_NL_CHAP03_PRET-A-PARTIR_ED01-2015BERLINGO-2-VU_NL_CHAP03_PRET-A-PARTIR_ED01-2015
STOP & START- S y STEEM
Het stop & start-systeem zet de motor
tijdelijk af (ST OP-stand) als u stopt
(bij rood licht, opstoppingen enz.).
De motor wordt automatisch gestart
(START-stand) als u weer weg wilt
rijden. Het starten gebeurt direct, snel
en stil.
Het
s top & s tart-systeem zorgt
met name inde stad voor een lager
brandstofverbruik, minder uitstoot van
schadelijke stoffen en een aangename
rust in het interieur tijdens het wachten.
Werking
Overgang naar de STOP-stand van
de motor
Het verklikkerlampje "ECO"
op het instrumentenpaneel
gaat branden en de motor
wordt afgezet:
-
bij een handgeschakelde
versnellingsbak,
bij snelheden
beneden 20
km/h, wanneer u de
versnellingsbak in zijn vrij zet en u
de koppeling loslaat,
-
bij
een gestuurde handgeschakelde
6-versnellingsbak, bij snelheden
beneden 8
km/h, wanneer u op het
rempedaal trapt of wanneer u de
selectiehendel in de stand N zet.Als uw auto is uitgerust met een teller,
wordt de duur van de momenten dat
de motor in de
sto P-stand staat,
opgeteld en weergegeven. e lke keer
als u het contact opnieuw aanzet,
wordt deze teller op 0 gezet.
Is uw auto uitgerust met een
gestuurde handgeschakelde
versnellingsbak en u parkeert
uw auto, dan is - ten behoeve van uw
eigen comfort - de sto P-stand de
eerste seconden na het uitschakelen
van de achteruit niet beschikbaar.
Als de sto P-stand geactiveerd is,
blijven alle andere componenten zoals
de remmen en de stuurbekrachtiging
enz. normaal functioneren.
tank nooit als de motor door het s top & s tart-systeem is afgezet;
zet in dat geval altijd het contact
met de sleutel af. Bijzonderheden: STOP-stand niet
beschikbaar
De
sto P-stand wordt niet geactiveerd
als:
-
het bestuurderportier geopend is,
-
de veilig
heidsgordel van de
bestuurder los is,
-
de auto sinds de laatste start met
de sleutel niet harder dan 10
km/h
heeft gereden,
-
de klimaatregeling in het interieur
dat niet toelaat,
-
de ruitontwaseming is
ingeschakeld,
-
bepaalde bijzondere
omstandigheden (laadtoestand
accu, motortemperatuur
,
rembekrachtiging,
buitentemperatuur enz.) dat niet
toelaten.
In dit geval knippert het
verklikkerlampje "ECO"
enkele seconden om
vervolgens te doven.
Dit is volkomen normaal.
VoorDAt u GAAt rIjDen
3
stop & start
Page 52 of 328

50
BERLINGO-2-VU_NL_CHAP03_PRET-A-PARTIR_ED01-2015BERLINGO-2-VU_NL_CHAP03_PRET-A-PARTIR_ED01-2015
Overgang naar de START-stand van
de motor
Het verklikkerlampje "ECO"
gaat uit en de motor wordt
gestart:
-
bij een handgeschakelde
versnellingsbak,
trapt u het
koppelingspedaal volledig in,
-
bij een gestuurde
handgeschakelde
6-versnellingsbak
:
●
met de selectiehendel in stand
A
of M, wanneer u het rempedaal
loslaat.
●
of met de selectiehendel in
stand N en het rempedaal los,
wanneer u de selectiehendel in
stand A of M zet,
●
of wanneer u de achteruitversnel
-
ling inschakelt.
Als u bij een auto met een
handgeschakelde versnellingsbak
in de
sto P-stand een versnelling
inschakelt maar daarbij het
koppelingspedaal niet volledig intrapt,
gaat er een verklikkerlampje branden
of wordt er een melding weergegeven
met het verzoek het koppelingspedaal
helemaal in te trappen, omdat anders
de motor niet gestart kan worden. Bijzonderheden: automatisch
activeren van de START-stand
Voor uw veiligheid of comfort wordt de
stA
rt
-stand automatisch geactiveerd
als:
-
u het bestuurderportier opent,
-
de veilig
heidsgordel van de
bestuurder los wordt gemaakt,
-
de snelheid van de auto
hoger is dan 25
km/h bij een
handgeschakelde versnellingsbak
en hoger dan 11
km/h bij een
gestuurde handgeschakelde
6-versnellingsbak,
-
bepaalde bijzondere
omstandigheden (laadtoestand
accu, motortemperatuur
,
rembekrachtiging,
buitentemperatuur enz.) dit niet
toelaten.
In dit geval knippert het
lampje "ECO" enkele
seconden om vervolgens te
doven.
Dit is volkomen normaal.Uitschakelen
u kunt deze functie op
elk wille keurig moment
uitschakelen door de
schakelaar "ECO OFF" in te
drukken.
Het verklikkerlampje in de schakelaar
gaat branden en er verschijnt een
bericht op het display.
Als u het systeem met de motor in de
st
o
P-stand uitschakelt, dan wordt de
motor direct weer gestart.
stop & start
Page 53 of 328

51
BERLINGO-2-VU_NL_CHAP03_PRET-A-PARTIR_ED01-2015BERLINGO-2-VU_NL_CHAP03_PRET-A-PARTIR_ED01-2015
Opnieuw inschakelen
Druk nogmaals op de schakelaar
"ECO OFF".
Het systeem is dan opnieuw actief; het
verklikkerlampje in de schakelaar gaat
uit en er verschijnt een melding op het
instrumentenpaneel.
Het systeem wordt automatisch
opnieuw ingeschakeld zodra u het
contact weer aanzet.
Storingen
bij een storing in het systeem
gaat het verklikkerlampje in
de schakelaar
"ECO OFF"
eerst knipperen en brandt
vervolgens permanent.
Laat het systeem door het
c I tro Ë n -
netwerk of door een gekwalificeerde
werkplaats controleren.
Als er in de
sto P-stand een storing
zou optreden, kan het zijn dat de
motor niet meer wil aanslaan of direct
afslaat. Alle verklikkerlampjes op het
instrumentenpaneel gaan dan branden.
Zet in dat geval het contact af en start
de auto met behulp van de sleutel.
Onderhoud
schakel het stop & start-systeem
altijd uit als u handelingen onder
de motorkap wilt verrichten, om
letsel door het automatisch activeren
van de
st
A
rt
-stand te voorkomen.
Dit systeem heeft specifieke
kenmerken en maakt gebruik van een
speciale accu (raadpleeg voor meer
informatie het
c I tro Ë n -netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats).
Het gebruik van een andere dan de
door
c I tro Ë n voorgeschreven accu's
kan leiden tot storingen in het systeem.
Het
s top & s tart-systeem maakt
gebruik van geavanceerde
technologie. Laat eventuele
werkzaamheden aan dit type accu
uitsluitend uitvoeren door een
officiële CITROËN-dealer of door een
gekwalificeerde werkplaats.
VoorDAt u GAAt rIjDen
3
stop & start
Page 54 of 328

52
BERLINGO-2-VU_NL_CHAP03_PRET-A-PARTIR_ED01-2015BERLINGO-2-VU_NL_CHAP03_PRET-A-PARTIR_ED01-2015
Gebruiksvoorschrift: stoppen Gebruiksvoorschrift: starten
Verklikkerlampje
voorgloeien dieselmotor
Als de motor voldoende
op temperatuur is, gaat
het lampje na minder dan
1
seconde uit en kunt u de
motor direct starten.
Wacht bij koud weer tot dit lampje
uitgaat en zet vervolgens de startmotor
in werking (stand "Starten") tot de
motor aanslaat. Verklikkerlampje geopend
portier
controleer als dit lampje brandt of de
portieren, achterdeuren, schuifdeuren
en de motorkap goed zijn gesloten!
Ontzien van de motor en de
versnellingsbak
Laat de motor voordat u het contact
afzet enkele seconden draaien om
het toerental van de turbocompressor
(dieselmotor) te laten dalen.
Geef geen gas bij het afzetten van het
contact.
Het inschakelen van alleen een
versnelling bij het parkeren van de
auto is niet afdoende.
STARTEN EN AFZETTEN
Stand "AAN" en "Accessoires".
Verdraai terwijl u de contactsleutel
omdraait het stuurwiel iets (zonder
te forceren) om het stuurslot te
ontgrendelen. In deze stand kunnen
verschillende accessoires functioneren.
Stand "Starten".
De startmotor wordt in werking gezet.
Laat de sleutel los zodra de motor is
aangeslagen.
Stand STOP: stuurslot.
Het contact is afgezet. Draai het
stuurwiel tot het stuurslot wordt
vergrendeld. Haal de sleutel uit het
contact.
starten en stoppen
Page 55 of 328

53
BERLINGO-2-VU_NL_CHAP03_PRET-A-PARTIR_ED01-2015BERLINGO-2-VU_NL_CHAP03_PRET-A-PARTIR_ED01-2015
HILL START A SSIST
W
erking
Als u het rempedaal en het
koppelingspedaal hebt ingetrapt,
hebt u zodra u het rempedaal loslaat
ongeveer 2
seconden de tijd om,
zonder dat de auto de helling af begint
te rollen, gas te geven en weg te rijden.
b
ij het wegrijden wordt de functie
automatisch gedeactiveerd door de
remdruk geleidelijk te laten afnemen.
Gedurende deze fase is het mogelijk
dat de remmen hoorbaar zijn, het
teken dat de auto in beweging komt.
Storing
De Hill start Assist wordt
gedeactiveerd onder de volgende
omstandigheden:
-
als u het koppelingspedaal laat
opkomen,
-
als de handrem wordt
aangetrokken,
-
als de motor wordt afgezet,
-
als de motor afslaat.
In het geval van een storing
in het systeem gaat dit
verklikkerlampje branden
in combinatie met een
geluidssignaal en een melding
ter bevestiging op het display. Laat het
systeem controleren door het
c I tro Ë n -
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Deze aan de dynamische stabiliteitscontrole
gekoppelde functie (ook bekend onder
de naam HHC (Hill Holder Control))
vereenvoudigt het wegrijden op een helling.
Het systeem wordt geactiveerd onder de
volgende omstandigheden:
- de auto moet stilstaan met draaiende
motor en het rempedaal ingetrapt,
-
de hellin
g moet steiler zijn dan 5%,
-
bij het omhoog rijden op een
helling moet de versnellingsbak
in de neutraalstand staan of moet
een andere versnelling dan de
achteruitversnelling zijn ingeschakeld,
-
bij het afdalen van een hellin
g
moet de achteruitversnelling zijn
ingeschakeld.
De Hill
s tart Assist is een voorziening
om het rijcomfort te vergroten en kan
niet gebruikt worden als elektrisch
bediende handrem.
VoorDAt u GAAt rIjDen
3
starten en stoppen
Page 56 of 328

54
BERLINGO-2-VU_NL_CHAP03_PRET-A-PARTIR_ED01-2015BERLINGO-2-VU_NL_CHAP03_PRET-A-PARTIR_ED01-2015
ENkELE RIJADVIEZEN
Houd u altijd aan de verkeersregels en
let onder alle omstandigheden goed
op.
r
icht uw aandacht op het verkeer en
houd uw handen op het stuurwiel,
zodat u snel kunt reageren op
onverwachte situaties.
Las tijdens een lange rit om de twee
uur een pauze in.
r
ijd bij slecht weer defensief, rem
eerder af en houd meer afstand tot uw
voorligger.
Rijden op een overstroomde
weg
Probeer het rijden over overstroomde
wegen zo veel mogelijk te vermijden,
want het water kan de motor,
versnellingsbak en het elektrische
systeem van uw auto ernstig
beschadigen.
b
ent u genoodzaakt over een
overstroomd weggedeelte te rijden,
doe dan het volgende:
-
kijk of het water niet meer dan
15
cm diep is, houd daarbij
rekening met golfen die door
andere weggebruikers kunnen
worden veroorzaakt,
-
schakel het
s top & s tart-systeem
uit,
- rijd zo langzaam mogelijk zonder
de motor te laten afslaan.
r ijd in
elk geval niet sneller dan 10 km/h,
-
zet de auto niet stil en zet de motor
niet af.
Als u het overstroomde weggedeelte
achter u hebt gelaten, rem dan,
zodra de verkeerssituatie dat toelaat,
meerdere keren licht af om de
remschijven en remblokken te drogen.
Als u twijfels hebt over de staat
van uw auto, neem dan contact op
met het
c I tro Ë n -netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
r
ijd nooit met aangetrokken
handrem - k ans op oververhitting
en beschadiging van het
remsysteem!
Parkeer uw auto niet en zet uw auto
niet met draaiende motor stil op een
plaats waar brandbaar materiaal
(droog gras, afgevallen blad, ...) in
contact kan komen met het warme
uitlaatsysteem - k ans op brand!
Laat de auto nooit onbewaakt
met draaiende motor achter. Als
u uw auto met draaiende motor
moet verlaten, trek dan de handrem
aan en zet de versnellingsbak in
de neutraalstand of in de stand
N of P, afhankelijk van het type
versnellingsbak.
Belangrijk!
starten en stoppen
Page 104 of 328

102
BERLINGO-2-VU_NL_CHAP05_SECURITE_ED01-2015BERLINGO-2-VU_NL_CHAP05_SECURITE_ED01-2015
VEILIGHEIDSGORDELS
Hoogteverstelling
knijp de knop van de geleider in
en schuif deze omhoog of omlaag
(veilig
heidsgordel bestuurdersstoel en
enkele passagiersstoel).
Vastmaken
trek aan de gordel en steek de gesp in
de gordelsluiting.
trek aan de gordel om de
vergrendeling van de gesp te
controleren.
Verklikkerlampje(s) niet-
vastgemaakte veiligheidsgordel
Zorg ervoor dat alle inzittenden tijdens
het rijden hun veiligheidsgordel dragen,
ook al betreft het een korte rit.
De veiligheidsgordels zijn voorzien
van een oprolautomaat die ervoor
zorgt dat de lengte van de gordel
automatisch wordt aangepast aan uw
lichaamsbouw.
Gebruik geen accessoires om de
veiligheidsgordels minder strak te
laten aansluiten (zoals wasknijpers,
klemmen, veiligheidsspelden, ...).
c
ontroleer zowel voor als na het
gebruik van de gordel of deze goed is
opgerold.
c
ontroleer na het neerklappen of
verplaatsen van een stoel of de
achterbank of de gordel goed is
opgerold en de gordelsluiting zich op
de juiste plaats bevindt.
De gordelspanners van de
veiligheidsgordels vóór kunnen,
afhankelijk van de aard en de kracht
van de aanrijding, onafhankelijk van
de airbags afgaan. De gordelspanners
trekken de veiligheidsgordels direct
stevig tegen het lichaam van de
inzittenden.
Het afgaan van de gordels gaat gepaard
met een lichte onschadelijke rookvorming
en een geluid als gevolg van de
pyrotechnische lading in het systeem.
De gordelkrachtbegrenzer beperkt de kracht
waarmee de gordel tegen het lichaam van
de inzittenden getrokken wordt.
De oprolautomaten zijn voorzien van
een automatische blokkeerinrichting
die in werking treedt bij een aanrijding,
een noodstop of het over de kop slaan
van de auto.
Losmaken
Druk op de rode knop.
Als een inzittende voorin
zijn veiligheidsgordel niet
heeft vastgemaakt, gaat bij
het starten van de motor dit
verklikkerlampje branden.
Gebruiksvoorschrift
De bestuurder dient er vóór het
wegrijden zeker van te zijn dat alle
inzittenden hun veiligheidsgordels op
de juiste manier hebben vastgemaakt.
De veiligheidsgordel van de middelste
zitplaats van de voorbank is niet in
hoogte verstelbaar.
Veiligheidsgordels
Page 177 of 328

175
berlingo-2-V u_nl_ chap10a_ sM eGplus_ed01-2015
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Aanwijzingen
Navigatie
Instellingen Navigatie Bestemming innvoeren
Weergeven van de meest recente bestemmingen.
Berekenings criteria
sne
lste
De navigatiecriteria kiezen.
op d
e kaart wordt het aan de hand van de
criteria gekozen traject weergegeven.
k
or tste
ti
jd/afstand
e
cologisch
to
l
Veer boot
Verkeer
Exact - Dichtb.
Zie route op de kaart De kaart weergeven en de routegeleiding starten.
b
evestigenDe opties opslaan.
Huidie locatie opslaan Het actuele adres opslaan.
De navigatie stoppen De navigatie-informatie uitschakelen.
Spraakweergave Het stemvolume en het opnoemen van
straatnamen instellen.
Route omleiden Afwijken van de oorspronkelijke route met een
bepaalde afstand.
Navigatie Weergeven als tekst.
Inzoomen.
u
itzoomen.
Weergeven op volledig scherm.
De kaart verplaatsen met de pijlen.
ka
art tweedimensionaal weergeven.
Audio en datacommunicatie
toeGePAste tecHnoLoGIe
10
Page 184 of 328

182
berlingo-2-V u_nl_ chap10a_ sM eGplus_ed01-2015
navigatie - routebegeleiding
Een bestemming kiezen
selecteer " Bestem. Invoeren ".
s
electeer " Archiveren
" om het
adres als item op te slaan.
U kunt maximaal 200 items opslaan.
s
electeer " Bevestigen ".
Druk op " Zie route op de kaar t " om
de navigatie te starten.
s
electeer " Adres ".
ki
es het " Land: " in de
weergegeven lijst en
vervolgens op dezelfde manier
de " Plaats: " of de postcode,
de " Straat: ", het "N°:".
Druk elke keer op
b
e
vestigen.s electeer " Navigeren
".
ki
es de overige criteria: " Inclusief
tolwegen ", " Inclusief veerboten ",
" Verkeer ", " Exact ", " Dichtb. ".
ki
es de navigatiecriteria: " Snelste "
of "
ko
r tste " of " Tijd/afstand " of
" Ecologisch ". Druk om de navigatie-informatie te
wissen op " Instellingen
".
Druk op " De navigatie stoppen ".
Druk om de navigatie te hervatten op
" Instellingen ".
Druk op " De navigatie hervatten ".
Druk op Navigatie
om de
hoofdpagina weer te geven.
Druk op de secundaire pagina.
Naar een nieuwe bestemming
of
Audio en datacommunicatie