air conditioning CITROEN C-ELYSÉE 2017 Instructieboekjes (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: CITROEN, Model Year: 2017, Model line: C-ELYSÉE, Model: CITROEN C-ELYSÉE 2017Pages: 306, PDF Size: 9.41 MB
Page 61 of 306

59
Gebruiksadviezen voor de verwarming, ventilatie en airconditioning
Neem voor een optimale werking van de
verwarming, ventilatie en airconditioning de
volgende gebruiksadviezen in acht:
F
L
et erop dat voor een gelijkmatige
verdeling van de lucht naar het
interieur de uitstroomopening
onder de voorruit, de verschillende
luchtkanalen, ventilatieroosters en
overige uitstroomopeningen alsmede de
ventilatieopening achterin vrij blijven.
F
Z
et de airconditioning minstens één tot
twee keer per maand vijf tot tien minuten
aan om het systeem in per fecte staat te
houden.
F
C
ontroleer regelmatig de staat van het
interieurfilter en laat de filterelementen
periodiek vervangen. Wij raden u een gecombineerd interieurfilter
aan. Dankzij het toegevoegde speciale
actieve middel draagt het bij tot een
gezuiverde lucht voor de inzittenden en
een schoon interieur (vermindering van
allergische reacties, stank en vetaanslag).
F
L
aat de airconditioning regelmatig
controleren zoals voorgeschreven in het
garantie- en onderhoudsboekje, om het
systeem in per fecte staat te houden.
F
G
ebruik de airconditioning niet als deze
niet koelt en raadpleeg het
CITROËN-
netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Bij een zware belasting van de motor
(trekken van een aanhanger op een steile
helling bij een hoge buitentemperatuur)
kan de airconditioning tijdelijk worden
uitgeschakeld voor een optimale trekkracht
van de motor. Als de auto lange tijd in de zon heeft
gestaan en de temperatuur in het
interieur hoog is opgelopen, zet dan de
ruiten enige tijd open.
Zorg ervoor dat de aanjagersnelheid
voldoende hoog is ingesteld, zodat de
lucht in het interieur goed ververst wordt.
Het airconditioningssysteem is
chloorvrij en is niet schadelijk voor de
ozonlaag.
Condensvorming door de airconditioning kan
ertoe leiden dat zich een klein plasje water onder
de auto vormt. Dit is een normaal verschijnsel.
Stop & Start
De verwarmings- en airconditioningssys
-
temen werken alleen als de motor draait.
Als u het thermische comfort in de auto op
het door u gewenste niveau wilt houden,
kunt u tijdelijk de functie Stop & Start
uitschakelen.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over het Stop & Star t -
systeem.
3
Ergonomie en comfort
Page 119 of 306

117
Handmatig uit-/inschakelen
In bepaalde gevallen, bijvoorbeeld om het
thermische comfort in het interieur op peil te
houden, kan het nuttig zijn het Stop & Start-
systeem uit te schakelen.
Het systeem kan bij aangezet contact op elk
gewenst moment worden uitgeschakeld.
Als de motor is afgezet in de STOP-stand,
wordt hij onmiddellijk weer gestart.
Het Stop & Start-systeem wordt automatisch
weer ingeschakeld als het contact wordt
aangezet.Overgang naar de START-stand
- u het rempedaal loslaat ter wijl de selectiehendel in de stand A of M staat,
-
u
, met de selectiehendel in de stand
N en het rempedaal niet ingetrapt, de
selectiehendel in de stand A of M zet,
-
u
de achteruitversnelling inschakelt.Bij een elektronisch gestuurde
versnellingsbak gaat het
verklikkerlampje "ECO" uit en wordt
de motor automatisch gestart als:
Bijzonderheden: automatisch
activeren van de START-stand
De START-stand wordt om veiligheids- of
comfortredenen automatisch geactiveerd als:
-
H
et bestuurderportier wordt geopend.
-
D
e veiligheidsgordel van de bestuurder
wordt losgemaakt.
-
D
e snelheid van de auto hoger is dan
3
km/h bij een elektronisch gestuurde
versnellingsbak.
-
E
r bepaalde bijzondere omstandigheden
zijn (laadtoestand accu, motortemperatuur,
rembekrachtiging, instelling airconditioning
e n z .) .
Het verklikkerlampje "ECO"
knippert een paar seconden en gaat
vervolgens uit.
Dit is volkomen normaal.
6
Rijden
Page 139 of 306

137
Spaarfase
De spaar fase stuurt de elektrische functies van
de auto aan om het ontladen van de accu te
voorkomen.
Tijdens het rijden kunnen in verband met de
laadtoestand van de accu enkele functies
(airconditioning, achterruitverwarming, ...)
tijdelijk worden uitgeschakeld.
Deze functies worden automatisch
ingeschakeld zodra de laadtoestand van de
accu dit toelaat.
Eco-mode
De eco-mode bepaalt de maximale
gebruiksduur van een aantal functies om te
voorkomen dat de accu ontladen raakt.
Nadat de motor is afgezet, kunt u een aantal
elektrische functies zoals het audio- en
communicatiesysteem, de ruitenwissers, de
dimlichten, de plafonniers enzovoort nog in
totaal maximaal 30 minuten gebruiken.Inschakelen van de eco-mode
Als deze tijd is verstreken, geeft een melding
op het display aan dat de eco-mode is
ingeschakeld en worden de actieve functies in
de ruststand gezet.
Als u op het moment dat de eco-mode wordt
ingeschakeld aan het telefoneren bent, kan
het gesprek nog ongeveer 10 minuten worden
voortgezet met de handsfree set van het
audiosysteem.
Uitschakelen van de eco-mode
De functies worden automatisch weer
ingeschakeld als de motor gestart wordt.
F
S
tart om de functies direct weer te kunnen
gebruiken de motor en laat deze minstens
vijf minuten draaien.
Als de accu ontladen is, kan de motor niet
gestart worden (zie de desbetreffende
rubriek).
7
Praktische informatie
Page 148 of 306

146
Zicht
Raadpleeg, tenzij anders aangegeven, het onderhoudsschema van de fabrikant dat betrekking heeft
op de motoruitvoering van uw auto voor het controleren van bepaalde onderdelen.
Laat de controles eventueel uitvoeren door het
CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
12V-accu
Raadpleeg voordat u werkzaamheden
uitvoert aan de 12V-accu de desbetreffende
rubriek voor meer informatie en de te nemen voorzorgsmaatregelen.
De accu is onderhoudsvrij.
Niettemin is het raadzaam om
regelmatig te controleren of de
accupoolklemmen goed vastzitten
(bij uitvoeringen zonder snelsluiting
voor de accupoolklemmen) en of de
aansluitingen schoon zijn.
Luchtfilter en interieurfilter
Als de omgeving (veel stof...) en het gebruik (veel stadsverkeer...) daar toe aanleiding geven, moeten de filters twee keer zo vaak worden ver vangen .
Een verstopt interieur filter kan de prestaties van de airconditioning verstoren en
onaangename geuren veroorzaken.
Laat de filters periodiek
vervangen volgens de in het
onderhoudsschema van de fabrikant
aangegeven intervallen.
Oliefilter
Laat bij het olie verversen tevens het
oliefilter vervangen.
Raadpleeg het onderhoudsschema
van de fabrikant voor het
vervangingsinterval van dit
onderdeel.
Roetfilter (Diesel)
Ga om het roetfilter te regenereren, zodra de omstandigheden het toelaten, met een
snelheid van minimaal 60
km/h rijden tot het lampje dooft.
Als het lampje blijft branden, is het minimale brandstofadditiefniveau bereikt: raadpleeg de rubriek "Niveau brandstofadditief".
of Als het roetfilter vervuild begint te
raken, wordt u hierop geattendeerd
door het permanent branden
van dit lampje in combinatie met
een waarschuwingsmelding op
het display (afhankelijk van de
uitvoering).
Bij een nieuwe auto kunt u de eerste paar
keer dat het roetfilter geregenereerd wordt
een brandlucht ruiken; dit is volkomen
normaal.
Als langdurig met zeer lage snelheid wordt
gereden of de motor langdurig stationair
draait, kan bij gasgeven soms waterdamp
uit de uitlaat komen. Dit heeft geen invloed
op de prestaties en heeft geen gevolgen
voor het milieu.
Praktische informatie
Page 171 of 306

169
Zekeringen dashboard
De zekeringkast bevindt zich aan de onderzijde
van het dashboard (linkerzijde).
Toegang tot de zekeringen
F Trek het deksel eerst rechtsboven en dan linksboven los. Zekering
StroomsterkteFuncties
F02 5 AKoplamphoogteverstelling, diagnoseaansluiting,
bedieningspaneel airconditioning.
F09 5 AAlarmsysteem (af fabriek of inbouw achteraf).
F11 5 AExtra verwarming.
F13 5 AParkeerhulp (af fabriek of inbouw achteraf).
F14 10 ABedieningspaneel airconditioning.
F16 15 AAansteker, 12V-aansluiting.
F17 15 AAudiosysteem, radio (inbouw achteraf).
F18 20 AAudiosysteem / Bluetooth, radio (inbouw achteraf).
F19 5 AMonochroom display C.
F23 5 APlafonniers, kaartleeslampjes.
F26 15 AClaxon.
F27 15 ARuitensproeierpomp.
F28 5 AStuurslot.
8
Storingen verhelpen
Page 220 of 306

218
Aanhanger...................................... 13 9, 18 0 -181
Aansluiting 12V ............................................... 62
Aansteker
........................................................ 62
Accessoires ..................................................... 70
Accu
......................................... 14, 146 , 172-176
Accu laden
.................................................... 174
Achterruitverwarming
..................................... 58
Achteruitrijcamera
......................................... 127
Achteruitrijlicht
.............................................. 165
Actieradius AdBlue
......................................... 27
AdBlue
® ............................................ 20, 132-13 4
Additief AdBlue .............................. .................27
Afmetingen
.................................................... 182
Afstandsbediening
.................................... 3
6-38
Afstellen van de koplamphoogte
....................67
Airbags
...............................
................18, 83 , 90
Airbags vóór
........................................ 83-84, 86
Airconditioning (handbediend)
.......................59
Alarmknipperlichten
........................................ 71
A
larmsysteem
........................................... 3
9-40
Algemeen menu
............................................ 18 6
Allesdragers
.................................................. 140
Antiblokkeersysteem (ABS)
......................17, 77
Antispinregeling (ASR) ~ Antislipregeling
.................................. 19, 7 7-79
Armleuning
...................................................... 60
Armleuning vóór
.............................................. 61
Asbak
.............................................................. 60
Asbak (uitneembaar)
....................................... 60
ASR
........
.................................................... 18 -19
Audio-aansluitingen
.................62, 19 0 -191 , 213
Automatische airconditioning ~ Airconditioning, automatische
...................59
Automatische airconditioning (met display)
........................................... 54-56
Automatische transmissie ~ Versnellingsbak,
automatische
........................ 11 0 -114, 147, 172 Automatisch inschakelen
alarmknipperlichten
......................................
71
AUX-aansluiting
............................................
192
Aux-aansluitingen
.........................................
213Brandstoftank leeg (diesel)
...........................
148
Brandstofvuldop ~ Brandstoftankdop
........... 12
9
Brandstofvulklep ~ Brandstoftankklep ...
12 9 -13 0
Buitenspiegels ........................................... 5 0 - 51
A
BCBagageruimte ............................................ 15, 43
Bagageruimte (openen) .................................. 36
B
anden
................
.......................................... 183
Bandenspanning
................................... 153, 183
Bandenspanningscontrole (met set)
....................................... 14 9 -15 0, 152
Bandenspanning te laag (detectie)
...........17, 74
Batterij afstandsbediening ~ Afstandsbediening, batterij
.....................37- 3 8
Batterij afstandsbediening vervangen ~
Afstandsbediening, batterij vervangen
........37
Bediening autoradio aan stuurkolom ~ Autoradio,
bedieningen aan stuurkolom
...................... 18
5
Bekerhouder
..............................
.....................60
Beladen
......................................................... 140
Benzinemotor
................................ 131, 142 , 18 0
Bijvullen AdBlue
............................................ 13
4
Binnenspiegel
................................................. 51
BlueHDi
....................................... 21, 25 , 27, 132
Bluetooth (handsfree set)
.............................193
Boordcomputer
......................................... 33-35
Brandstof
....................................................... 131
Brandstofniveaumeter
...................................129
Brandstoftank
................................. 12 9 -13 0, 13 0
Brandstof tanken
.................................... 12 9 -131CD
.................................................................188
CD MP3
..................................................188 -189
CD-/MP3 -speler
.................................... 18
8 -189
Centrale vergrendeling
.............................36 -37
Claxon
.............................................................71
Contact
..........................................................104
Controles
........................................ 14
2, 146 -147
DDagteller .......................................................... 30
Dashboardkastje ............................................. 60
Datum (instellen)
...............................
..............31
Datum instellen
............................................... 31
Derde remlicht
............................................... 166
Detectie te lage bandenspanning ~
Bandenspanning, detectie
...............74 -76, 153
Dieselmotor
............................. 16,
131, 148 , 181
Dimlicht
................................................... 23, 163
Display instrumentenpaneel
.........................115
Trefwoordenregister
Page 221 of 306

219
Eco-mode ~ Eco-modus ...............................137
Electronic Stability Program (ESC) .....19, 7 7-79
Elektronische remdrukregelaar (REF) ~ Electronic Brake
Force Distribution (EBD)
..............................77
Elektronische startblokkering ~ Startblokkering, elektronische
.......... 38,
102
Elektronisch gestuurde versnellingsbak
.....10 6 -109 , 11 6 -118 , 147, 172
Elektronisch Stabiliteits Programma (ESP) ....77
ESP
............................................................ 18 -19
Extra ingang ~ Aux-ingang
...................192, 213
Gereedschap
......................................... 15 4 -15 6
Grootlicht
................................................. 23,
162E
F
G
H
I
Follow me home verlichting ~ Follow-me-home-verlichting ........................66
Functie snelweg (richtingaanwijzers)
.............71Halogeenlampen
...........................................
16
1
Handbediende airconditioning (zonder display)
......................................
52-53
Handgeschakelde versnellingsbak ~
Versnellingsbak, handgeschakeld
.....
105 , 147
Handrem
.........................................
13, 105 , 147
Handsfree set
................................................
193
Hoofdsteunen achter
......................................
49
Hoofdsteunen verstellen
.................................
47
Hoofdsteunen vóór
......................................... 47
H
oogteverstelling stuur wiel ~
Stuurwielverstelling
...................................... 50
Hu
lpoproep
................................................
72-73
Identificatiegegevens
....................................183
Identificatie (stickers)
....................................183
Indeling interieur ~ Interieurindeling
...............60
Inhoud brandstoftank ~ Brandstoftank (inhoud)
...............................129
Interieurfilter
..................................................146
Interieurfilter (vervangen)
.............................146
Interieurverlichting
...............................
...........69
ISOFIX
............................................................98
ISOFIX (bevestigingen) .............................97, 99
ISOFIX bevestigingen
............................... 97,
99
ISOFIX kinderzitjes
....................................97- 9 9JACK-aansluiting
............................................
62
J
KKaartleeslampjes ............................... .............69
Kentekenplaatverlichting ..............................166
Kilometerteller
................................................. 30
Kinderbeveiliging
.............................. 94, 9 9 -10 0
Kinderen
.............................................. 94, 98-99
Kinderen (veiligheid)
..................................... 10 0
Kinderzitjes
....................... 82, 87- 8 9 , 93-94 , 96
Kinderzitjes (conventioneel)
...........................93
Kleurcode lak
...............................
.................183
Klokje
.............................................................. 31
Klokje (instellen)
......................................... 31- 32
Koelvloeistof
.................................................... 15
Koelvloeistoftemperatuur
..........................13, 15
Kofferdeksel sluiten
............................ 3
6 -37, 43
Koplampen
.................................................... 161
Krik
......................................................... 15 4 -15 6
.
Trefwoordenregister
Page 234 of 306

2
12:13
18,5 21,5
23 °CDe eerste stappen
Als u bij draaiende motor op de toets
drukt, wordt het geluid onderbroken.
Als u bij afgezet contact op de toets
wordt drukt, wordt het systeem
ingeschakeld.
Volumeregeling.
Gebruik de toetsen aan weerszijden van of onder
het touchscreen om de menu's te openen en
druk vervolgens op de virtuele toetsen op het
touchscreen.
Gebruik al naar gelang het model de toetsen
"Bron" of "Menu" aan weerszijden van het
touchscreen om de menu's te openen en
druk vervolgens op de op het touchscreen
weergegeven toetsen.
U kunt op elk gewenst moment het menu
oproepen door het scherm kort met drie vingers
aan te raken.
Alle aanraakfuncties op het touchscreen zijn wit.
Druk op de "X" om een niveau lager te gaan.
Druk op "OK" om te bevestigen. Het touchscreen is een capacitief scherm.
Voor het schoonmaken van het scherm is
het raadzaam gebruik te maken van een niet
schurende zachte doek (bijvoorbeeld een
brillendoekje), zonder schoonmaakmiddel.
Raak het scherm niet aan met scherpe
voorwerpen.
Raak het scherm niet aan met natte handen.
*
A
fhankelijk van de apparatuur. Bepaalde informatie wordt permanent
weergegeven in de bovenste balk van het
touchscreen:
-
B
asisinformatie van de airconditioning
(afhankelijk van de uitvoering) en
rechtstreekse toegang tot het desbetreffende
menu.
-
R
echtstreekse toegang tot de keuze van de
geluidsbron, de lijst met zenders (of titels,
afhankelijk van de geluidsbron).
-
G
a naar de notificaties van meldingen,
e-mailberichten, updates van kaartgegevens
en - afhankelijk van beschikbaarheid - de
aanwijzingen van het navigatiesysteem
-
T
oegang tot de instellingen van
het touchscreen en het digitale
instrumentenpaneel. Selecteren van de geluidsbron (afhankelijk van
de uitvoering):
-
F
M-/DAB-radiozenders* / AM*.
-
T
oets USB.
-
C
D-speler (afhankelijk van het model).
-
V
ia de AUX-aansluiting aangesloten
mediaspeler (afhankelijk van het model).
-
T
elefoon verbonden via Bluetooth en
multimedia-uitzending Bluetooth* (streaming).
CITROËN Connect Nav
Page 236 of 306

4
FM/87.5 MHz
87.5MHz
12:13
18,5 21,5
23 °C
12:13
18,5 21,5
23 °C
12:13
18,5 21,5
23 °C
21,518,5
12:1323 °C
Menu's
Afhankelijk van uitvoering en uitrusting
Airconditioning
Instellen van de temperatuur en de
aanjagersnelheid.
Online navigatie
of Navigatiesysteem instellen en
bestemming invoeren.
Gebruiken van de beschikbare
realtime-diensten, afhankelijk van de
uitrusting.
Applicaties
of Gebruik van bepaalde apps van de
smartphone met internetverbinding,
via CarPlay
®, MirrorLinkTM or Android
Auto.
Controleer de Bluetooth
®- en Wi-Fi-
verbinding van uw smartphone.
Radiomedia
of Een geluidsbron of radiozender
selecteren, foto's weergeven.
CITROËN Connect Nav
Page 280 of 306

2
De eerste stappen
Als u bij draaiende motor op de toets
drukt, wordt het geluid onderbroken.
Als u bij afgezet contact op de toets
wordt drukt, wordt het systeem
ingeschakeld.
Volumeregeling.
Gebruik de toetsen aan weerszijden van of onder
het touchscreen om de menu's te openen en
druk vervolgens op de virtuele toetsen op het
touchscreen.
Gebruik al naar gelang het model de toetsen
“Bron” of “Menu” aan weerszijden van het
touchscreen om de menu's te openen en
druk vervolgens op de op het touchscreen
weergegeven toetsen.
U kunt op elk gewenst moment het menu
oproepen door het scherm kort met drie vingers
aan te raken.
Alle aanraakfuncties op het touchscreen zijn wit.
Druk op het gearceerde gedeelte om een niveau
lager te gaan of om uw keuze te bevestigen.
Druk op de zwarte pijl om een niveau lager te
gaan of om uw keuze te bevestigen. Het touchscreen is een capacitief scherm.
Voor het schoonmaken van het scherm is
het raadzaam gebruik te maken van een niet
schurende zachte doek (bijvoorbeeld een
brillendoekje), zonder schoonmaakmiddel.
Raak het scherm niet aan met scherpe
voorwerpen.
Raak het scherm niet aan met natte handen.
*
A
fhankelijk van de apparatuur. Bepaalde informatie wordt permanent
weergegeven in de bovenste balk van het
touchscreen:
-
B
asisinformatie van de airconditioning
(afhankelijk van de uitvoering) en
rechtstreekse toegang tot het desbetreffende
menu.
-
I
nformatie over de menu's Radio Media en
Telefoon.
-
T
oegang tot de Instellingen van
het touchscreen en het digitale
instrumentenpaneel. Selecteren van de geluidsbron (afhankelijk van
de uitvoering):
-
F M- / DAB-radiozenders* / AM*.
- T elefoon verbonden via Bluetooth en
multimedia-uitzending Bluetooth* (streaming).
-
C
D-speler (afhankelijk van het model).
-
USB-toets.
-
V
ia de AUX-aansluiting aangesloten
mediaspeler (afhankelijk van het model).
Via het menu "Instellingen" kunt u een
profiel voor één persoon of voor een
groep personen met gemeenschappelijke
instellingen aanmaken, waarbij vele
instellingen mogelijk zijn (voorkeuzezenders
radio, audio-instellingen, geluidssfeer
enz.). De instellingen worden automatisch
aangepast.
CITROËN Connect Radio