air condition CITROEN C-ZERO 2012 Instructieboekjes (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: CITROEN, Model Year: 2012, Model line: C-ZERO, Model: CITROEN C-ZERO 2012Pages: 166, PDF Size: 5.11 MB
Page 4 of 166

.
Inhoudsopgave
Instrumentenpaneel 18
Controlelampjes 19
Energievoorraadindicator 26
Verbruiks-/energieopwekkingsindicator 27
Kilometerteller 28
Dagteller 28
Dimmer dashboardverlichting 29
Onderhoudsindicator 29
Actieradiusindicator 30
Controle tijdens het rijdenEerste kennismaking
Sleutel met afstandsbediening 31
Ruitbediening 34
Portieren 35
Bagageruimte 36
Klep
jes laadsystemen 37
Toegang tot de auto
Voorstoelen 38
Achterbank 40
Buitenspiegels 42
Indeling interieur  44
Ver war min
g en ventilatie  47
Airconditioning 49
Achterruitverwarming 51
Comfort
Starten - afzetten van de auto 52
Handbediende parkeerrem 53
Selectiehendel 54
Rijden
Lichtschakelaar 56
Automatische verlichting 58
Koplampen verstellen 58
Ruitenwisserschakelaar 59
Plafonnier 60
Zicht 
Page 8 of 166

Eerste kennismaking
6
  Interieur  
 
 
Selectiehendel 
 Selectiehendel met 4 standen:  P 
, PR,  N 
 en  D . 
Bediening voor openen klepjeslaadsystemen 
   
Airconditionin
g 
 
De airconditioning zorgt na het instellen 
van het gewenste comfortniveau voor een 
aangenaam klimaat in de auto, afhankelijk vande weersomstandigheden buiten.
   
Audio-installatie 
 
Deze audio-installatie is voorzien van de nieuwste technologie: autoradio met MP3-afspeelmogelijkheid, USB-aansluiting,
Bluetooth handsfree set,... 
5
4
37
49
127
Klepje van systeem voor normaal laden. 
Klep
je snellaadsysteem.  
Page 10 of 166

Eerste kennismaking
8
  Cockpit 
1. 
 Stuur-/contactslot. 2. 
 Ruitenwisserschakelaar. 3. 
 Voor r uitont waseming.
4. 
 Dashboardkastje.  Schakelaar passagiersairbag. 5. 
 Hendel voorklep.
6.Parkeerrem.
7.   Selectiehendel. 8.12V- aansluiting.9. 
 Bediening ver warming / airconditioning. 10.Noodoproep of hulpoproep. 11. 
 Schakelaar alarmknipperlichten.12 .Middelste ventilatieroosters.13.Autoradio. 
Page 14 of 166

Eerste kennismaking
12
  Vent ilat ie  
Airconditioning 
Te mperatuur instellen.
L
uchthoeveelheid instellen.
Luchtverdelin
g instellen. Luchttoevoer van buitena
f / 
Luchtrecirculatie. 
  Airconditionin
g A AN / UIT. 
T
oets "MAX".
49 
Page 16 of 166

Eerste kennismaking
14
  Controle tijdens het rijden 
1. 
  Als het contact wordt aangezet, gaan de 
oranje en rode waarschuwingslampjes branden. 2.   Als de motor draait, gaan deze lampjes uit.
Raadplee
g de desbetreffende bladzijde als er lampjes blijven branden. 
Controlelampjes
19A
.   Neutrale stand. 
B.   Energieverbruik. C. 
 Zone "Eco". D.Zone "Charge".  
 
 Verbruiks-/
energieopwekkingsindicator 
27   
 
Naarmate de beschikbare hoeveelheid energie vande tractiebatterij geringer wordt, krijgt de bestuurder 
vier waarschuwingen achter elkaar:    
-  als nog slechts 2 streepjes op deenergievoorraadmeter branden gaat het symbooltje(brandstofpomp met stekker) knipperen:   de reser vevoorraad wordt aangesproken.
   
-  Het laatste streepje van de energievoorraadmeter knippert.  
 
-  Het laatste streepje gaat uit:  de actieradius wordt niet meer weergegeven, de ver warming en de airconditioning wordenuitgeschakeld. 
 
 
Waarschuwing lage 
energievoorraad
 
 
-  Dit symbooltje gaat op het 
instrumentenpaneel branden:  
 Geleideli
jk aan is er steeds minder 
vermogen beschikbaar.  
26 
Page 19 of 166

.Eerste kennismaking
17
   
 
 
 
Zuinig en milieuvriendelijk rijden  
Met enkele praktische tips voor in het dagelijkse gebruik kunt u het energieverbruik van de auto beperken en de actieradius vergroten. 
 
 
Hanteer een soepele rijstijl
 Het energieverbruik van uw auto is sterkafhankelijk van de omstandigheden op de weg, 
van uw rijstijl en van de rijsnelheid.
Probeer altijd een soepele rijstijl te hanteren.
Ri
jd zo veel mogelijk in het "Eco" 
-zonevan de energiemeter: accelereer rustig en gelijkmatig, rijd waar mogelijk met eenconstante en gematigde snelheid.  
Energie herwinnen 
 Anticipeer tijdens het rijden zodat u energie kunt terugwinnen en de actieradius van de auto kunt vergroten.
Gebruik de "Charge"-zonevan de verbruiks-/ 
energieopwekkingsindicator zo veel mogelijk: anticipeer op de omstandigheden door de auto 
tijdig te laten uitrijden in plaats van te remmen.
   
Gebruik van elektrische
uitrusting 
 
De verwarming en de airconditioning krijgen 
hun energie van de tractiebatterij.
 Als deze voorzieningen te veel wordengebruikt, zal de actieradius van de auto 
beduidend afnemen. Schakel ze daarom uit
zodra de auto op de gewenste temperatuur 
is en controleer elke keer bij het star ten of de 
airconditioning of de ver warming aan staat.
 Probeer ook het gebruik van de 
voorruitontwaseming, de achterruitverwarming en 
de stoelverwarmin
g zo veel mogelijk te beperken.
   Voorkom onnodig
energieverbruik 
 
Neem, net als bij andere auto's, geen onnodige 
lading (gewicht) mee en voorkom dat de stroomlijn van de auto wordt doorbroken (rijden 
met open ruiten bij snelheden boven de 50 km/h, allesdragers op het dak, dakkoffer…).  
 
 
Houd u aan de
onderhoudsvoorschriften 
 Controleer de bandenspanning regelmatig en
houd u aan het door CITROËN voorgeschrevenonderhoudsschema.   
Page 28 of 166

Controle tijdens het rijden
26
  Energievoorraadindicator 
Weergave
 
Naarmate de beschikbare hoeveelheid energie
van de tractiebatterij geringer wordt, krijgt de
bestuurder vier waarschuwin
gen achter elkaar:    
 
-  als nog slechts 2 streepjes op deenergievoorraadindicator branden, gaat hetsymbooltje (brandstofpomp met stekker) knipperen: de reser vevoorraad wordt
aangesproken.   
-  Het laatste streepje van de 
energievoorraadindicator knippert.
   
-   Het laatste streepje gaat uit: de actieradius 
wordt niet meer weer
gegeven, de ver warmingen de airconditioning worden uitgeschakeld. 
   
Waarschuwing lage
energievoorraad 
-  Dit symbooltje gaat op het
instrumentenpaneel branden: 
geleidelijk aan is er steedsminder vermogen beschikbaar.   De laadtoestand van de tractiebatteri
j wordt
voortdurend op het instrumentenpaneel 
weergegeven. 
Page 29 of 166

1
Controle tijdens het rijden
27
   
 
 
 
Verbruiks-/energieopwekkingsindicator 
Energieverbruik
 Als u het contact aanzet, verbruikt de auto geen energie en wordt er ook geen energie
opgewekt: de wijzer bevindt zich in de neutrale stand (mits de verwarming en de
airconditioning uitgeschakeld zijn).  
 
 Zone "Eco" 
 
 
Deze geeft aan hoeveel energie van de tractiebatterij wordt verbruikt of opgewekt tijdens het rijden. 
 
 
Neutrale stand
   
Zone "Char
ge"
De wijzer verplaatst zich naar rechts. Naarmate
er meer energie verbruikt wordt, zal de wijzer 
steeds verder naar rechts wijzen.  De wi
jzer staat in dit gebied als de auto zuinigrijdt waardoor de actieradius wordt vergroot.
 
De wijzer verplaatst zich naar links. Naarmate de tractiebatterij sterker wordt geladen tijdens
het uitrijden en remmen zal de wijzer steeds 
verder naar links wi
jzen.   
Page 32 of 166

i
i
Controle tijdens het rijden
30
  Deze functie geeft een schatting van het 
aantal kilometers dat u nog kunt rijden totde accu leeg is, daarbij rekening houdend met de omstandigheden (rijstijl, gebruik van
ver warming, airconditioning…). 
   
 
 
 
 
Actieradiusindicator 
 Als de actieradius te klein is geworden,wordt er "---"op het display aangegeven.  
De aanduiding "---" 
 die betekent dateen onderhoudsbeurt al uitgevoerd hadmoeten worden, verander t na verloopvan een bepaalde tijd en een bepaaldaantal verreden kilomters automatisch in de resterende tijd tot de volgendeonderhoudsbeurt.
Nulstelling van de onderhoudsindicator 
Na elke beurt moet de onderhoudsindicator op0 gezet worden. 
Voer hiervoor de volgende procedure uit:  )Zet het contact af (contact in stand
LOCK of ACC).  )Druk een paar keer op de resetknop A 
 totde onderhoudsindicator op het scherm
wordt weergegeven. 
 )Druk op de resetknop en houd deze
enkele seconden ingedrukt tot de 
onderhoudssleutel op het displaybegint te knipperen 
.  )Druk op de resetknop als de sleutel knipper t om de aanduiding  "---" 
te laten
veranderen in "CLEAR".
Ver volgens wordt de resterendeafstand (of tijd) tot de eerstvolgende 
onderhoudscontrole weergegeven.