ESP CITROEN C-ZERO 2014 Instructieboekjes (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: CITROEN, Model Year: 2014, Model line: C-ZERO, Model: CITROEN C-ZERO 2014Pages: 177, PDF Size: 5.64 MB
Page 3 of 177

Wij maken u attent op het volgende:
S
ymbolen
ve
iligheidswaarschuwing
aanvullende informatie
adviezen met betrekkin
g tot de
bescherming van het milieu
ver wijzing naar aangegeven pagina Uw auto is, afhankeli
jk van het
uitrustingsniveau, de uitvoering en despecifieke kenmerken voor het land waarvoor
uw auto
bestemd is, slechts van een deel van de in dit boekje vermelde uitrustingen voorzien.
Het monteren van elektrische uitrustin
gen of accessoires die niet onder een artikelnummer
in het assortiment van Citroën voorkomen,kan storingen in het elektronisch systeem
van uw auto veroorzaken. Wij verzoeken uhier rekening mee te houden en contact op te nemen met een ver tegenwoordiger van hetmerk Citroën om u te laten informeren over het assortiment uitrustingen en accessoires
voorzien van een artikelnummer.
Citroën beschikt wereldwijd over
een uitgebreid gamma modellen. Modellen die worden gekenmerkt door
een geraffineerde mix van hoogwaardige techniek en constante innovatie,
evenals een moderne en creatieve benadering
van het begrip mobiliteit.
Wij danken u voor uw keuze en wensen u veel plezier met uw auto.
Goede reis.
Achter het stuur van uw nieuwe auto
geniet u optimaal
als u elke uitrusting,
elke schakelaar
en elke instelling kent.
Page 6 of 177

Eerste kennismaking
4
Klepje van het systeem voor normaal ladenpj
Achter dit klepje zit de aansluiting om de batterijvan de auto via het gewone elektriciteitsnet op
te laden.
Klepje snellaadsysteem
Achter dit klepje zit de aansluiting om de
batterij van de auto via het snellaadsysteem op
te laden (volgens uitvoering).
8
286
Bandenreparatieset
Met deze set, bestaande uit een compressor en een flacon met afdichtmiddel, kunt u een
noodreparatie aan een band uitvoeren.
92
Buitenzijde
ASR / ESP
Deze systemen houden uw auto in het juiste spoor binnen de grenzen van de natuurkundige
wetten.
7
4
Page 9 of 177

.Eerste kennismaking
7
Cockpit
1.
Schakelaar verlichting enrichtingaanwijzers. 2.Instrumentenpaneel.
3.Airbag bestuurder.
Claxon. 4. USB-aansluiting.
5. Openen klepje snellaadsysteem (linkerzijde van auto).
6.Schakelaars ruitbediening en blokkerring ruitbediening passagierszijde en achterin.
7. Zekeringkast. 8.Openen klepje van systeem voor normaal
laden (rechterzijde van auto).9. Koplamphoogteverstelling
ASR-/ESP-schakelaar.10.Schakelaars bediening buitenspiegels.11. Bekerhouders. 12.
Zijventilatieroosters.13.Ventilatierooster en ruitontwaseming.
Page 12 of 177

Eerste kennismaking
10
Comfort
Buitenspiegels
A.
Selecteren van de buitenspiegel.B.Verstellen van de buitenspiegel.
C.Inklappen / Uitklappen .
42
Binnenspiegel
Uitvoering met handbediende
dag-/nachtstandinstelling
1. Selecteren van de dagstand van de spiegel.
2. Verstellen van de binnenspiegel.
43
1.
Gordel verstellen. 2.Gordel vastgespen. 3.Controle van de vergrendeling door aan degordel te trekken.
Veiligheidsgordels
75
Page 16 of 177

Eerste kennismaking
14
Controle tijdens het rijden
1.
Als het contact wordt aangezet, gaan de
oranje en rode waarschuwingslampjes branden. 2. Als de motor draait, gaan deze lampjes uit.
Raadpleeg de desbetreffende bladzijde als er
lampjes blijven branden.
Controlelampjes
19
A.Neutrale stand.B.Energieverbruik. C. Zone "Eco". D.Zone "Charge".
Verbruiks-/
energieopwekkingsindicator
27
Naarmate de beschikbare hoeveelheid energie van de tractiebatterij geringer wordt, krijgt de bestuurder
vier waarschuwingen achter elkaar:
- als nog slechts 2 streepjes op de energievoorraadmeter branden gaat het symbooltje (brandstofpomp met stekker) knipperen: de reser vevoorraad wordt aangesproken.
- Het laatste streepje van de
energievoorraadmeter knippert.
- Het laatste streepje gaat uit:
de actieradius wordt niet meer weergegeven,de ver warming en de airconditioning worden
uitgeschakeld.
Waarschuwing lage energievoorraadgg
- Dit symbooltje gaat op het instrumentenpaneel branden:
Geleidelijk aan is er steeds minder
vermogen beschikbaar.
26
Page 24 of 177

Controle tijdens het rijden
22
Controlelampjes uitgeschakelde functies
De volgende lampjes geven aan dat de desbetreffende functie handmatig is uitgeschakeld. Soms klinkt er ook een geluidssignaal.
ControlelampjeStatusOorzaakActies / Opmerkingen
PassagiersairbagBrandt constant, op demiddenconsole
.De schakelaar in het dashboardkastjestaat in de stand "OFF".De frontairbag aan passagierszijde is
uitgeschakeld.
Zet de schakelaar in de stand " ON" om de frontairbagaan passagierszijde in te schakelen. Bevestig in ditgeval op deze zitplaats geen kinderzitje met de"rug in de rijrichting". Controleer altijd de status van de passagiersairbag
voordat u de motor start.
ESP/ASRBrandt constant. De ESP/ASR-schakelaar op het
dashboard (bestuurderszijde) is
ingedrukt.
Het E
SP/ASR is uitgeschakeld.
ESP: Electornic Stability Program.
ASR: Anti Spin Regeling.Druk de E
SP/ASR-schakelaar op het dashboardnogmaals in om het ESP/ASR weer in te schakelen.De systemen worden automatisch opnieuw
ingeschakeld bij het starten van de auto.
Page 26 of 177

Controle tijdens het rijden
24
ControlelampjeStatusOorzaakActies / Opmerkingen
Electronic StablilityProgram en Anti Spin Regeling (ESP/ASR)
Knippert. In werking treden van ESP/ASR.Het systeem zorgt voor maximale grip en houdt de
auto in het juiste spoor. Matig uw snelheid en pas uw rijstijl aan.
Br
andt constant. Storing in ESP/ASR. Laat de systemen door het CITROËN-netwerk of eengekwalificeerde werkplaats controleren.
+
Een of meer portierengeopendBrandt constant, in combinatie met een geluidssignaal. Een portier of de achterklep is niet goed gesloten. Sluit het desbetreffende carrosseriedeel.
12V-accu ladenBrandt constant. Er is een storing in het
laadstroomcircuit van de 12V-accu(ver vuilde of losgeraakte klemmen,
omvormer defect…). Het lampje moet bij het starten van de motor uitgaan.
Raadplee
g het CITROËN-netwerk of eengekwalificeerde werkplaats als het lampje niet uitgaat.
ElektrischestuurbekrachtigingBrandt constant. Er is een storing in de de elektrischestuurbekrachtiging. Rijd voorzichtig en met lage snelheid.
Laat het systeem nakijken door het CITROËN-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
Page 27 of 177

1
Controle tijdens het rijden
25
ControlelampjeStatusOorzaakActies / Opmerkingen
Airbags
Brandt tijdelijk. Als u het contact aanzet, gaat dit lampje een paar seconden branden en dan uit. Raadplee
g het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats als het lampje blijft branden.
Br
andt constant. Er is een storing in een van de
airbags of de pyrotechnische gordelspanners. Laat dit controleren door het CITROËN-netwerk o
f een gekwalificeerde werkplaats.
Beveiliging van de tractiebatterij Brandt constant.De laadtoestand van de tractiebatterijis laag of de tractiebatteij is te koud... Beperking van het beschikbare vermogen.
Laad de tractiebatterij zo snel mogelijk op.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats als het lampje blijft branden.
Zelfdiagnose van het hoogspanningscircuit Brandt constant. Een storing in het elektrischehoogspanningscircuit Stop onmiddellijk.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Veiligheidsgordel vóór nietvastgemaakt /
losgemaaktt
Brandt eerst constanten gaat dan knipperen
in combinatie met een
geluidssignaal.De bestuurder en/of de passa
gier
voorin heeft zijn veiligheidsgordel niet
vastgemaakt of losgemaakt. Doe de
gordel om en steek de gesp in degordelsluiting.
Veiligheidsgordel rechtachter los
Brandt constant. De rechter achterpassagier heeft zijn
veiligheidsgordel niet vastgemaakt of
losgemaakt.
Doe de gordel om en steek de gesp in degordelsluiting. Veiligheidsgordel linksachter los
Brandt constant. De linker achterpassagier heeft zijn
veiligheidsgordel niet vastgemaakt of
losgemaakt.
Page 28 of 177

Controle tijdens het rijden
26
Energievoorraadindicator
Weergave
Naarmate de beschikbare hoeveelheid energie
van de tractiebatterij geringer wordt, krijgt de
bestuurder vier waarschuwingen achter elkaar:
-als nog slechts 2 streepjes op deenergievoorraadindicator branden, gaat het symbooltje (brandstofpomp met stekker) knipperen: de reser vevoorraad wordt
aangesproken.
- Het laatste streepje van deenergievoorraadindicator knippert.
- Het laatste streepje gaat uit: de actieradius
wordt niet meer weergegeven, de ver warming
en de airconditioning worden uitgeschakeld.
Waarschuwing lage
energievoorraad
- Dit symbooltje gaat op het
instrumentenpaneel branden:
geleidelijk aan is er steedsminder vermogen beschikbaar. De laadtoestand van de tractiebatteri
j wordt
voortdurend op het instrumentenpaneel
weergegeven.
Page 72 of 177

Veilig vervoeren van kinderen
70
De onjuiste bevestiging van een kinderzitjebrengt de veiligheid van het kind in gevaar in geval van een botsing.
Wanneer u een kinderzitje met deveiligheidsgordel in de auto installeert, let er dan wel op dat de gordel goed gespannen is; het zitje moet namelijk strakaan de autostoel zijn bevestigd.
Zorg er voor dat de veiligheidsgordels of het tuigje van het kinderzitje, zelfs bij kor te ritten, worden vastgemaakt waarbij de speling ten opzichte van het lichaam van het kind zoveel mogelijk moet wordenbeperkt. Zorg er voor een optimale bevestiging van het kinderzitje "met het gezicht in de rijrichting" voor dat de rugleuning van hetzitje tegen de rugleuning van de stoel van de auto aandrukt en dat de hoofdsteun geen belemmering vormt. Als de hoofdsteun verwijderd moetworden, berg deze dan zorgvuldig op om te voorkomen dat de hoofdsteun door de autovliegt bij krachtig afremmen.
Kinderen jonger dan 10 jaar mogen niet met het gezicht in de rijrichting op de passagiersstoel voor worden ver voerd, behalve als de achterzitplaatsen al bezet zijn door andere kinderen of als de achterbank niet bruikbaar, neergeklapt of ver wijderd is.
Schakel de airbag aan passagierszijde *uit zodra een kinderzitje met de rug in derijrichting op de voorstoel wordt geplaatst. Het kind kan anders bij het afgaan van de airbag levensgevaarlijk gewond raken.
Adviezen voor kinderzitjes
Plaatsen van eenstoelverhoger
Het bovenste gedeelte van de
veiligheidsgordel moet over de schouder van het kind liggen zonder de hals te raken.Controleer of de heupgordel goed over de bovenbenen van het kind ligt. CITROËN beveelt aan een stoelverhoger met rugleuning te gebruiken voorzienvan een gordelgeleider ter hoogte van de schouder.Laat uit veiligheidsoverwegingen:- geen kinderen zonder toezicht achter in een auto, - nooit een kind of een dier in een autoachter wanneer alle ruiten gesloten zijn en de auto in de zon staat, - de sleutels nooit binnen bereik van de kinderen achter in de auto.Gebruik de kindersloten om tevoorkomen dat de portieren per ongeluk geopend worden.Zorg er voor dat de achterzijruiten nietverder dan voor 1/3 deel geopend worden. Plaats zonneschermen om uw jonge kinderen tegen de zon te beschermen.
Kinderslot
Elk achterportier is voorzien van een kinderslot
om het openen van binnenuit te verhinderen.
De knop bevindt zich op de zi
jkant van beide
achterportieren.
Vergrendelen
)Beweeg de knop Aomlaag in stand 1.
Ontgrendelen
)Beweeg de knop Aomhoog in stand 2.
*
Volgens land van bestemming en dewetgeving in uw land.