reset CITROEN C3 AIRCROSS 2019 Instructieboekjes (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: CITROEN, Model Year: 2019, Model line: C3 AIRCROSS, Model: CITROEN C3 AIRCROSS 2019Pages: 308, PDF Size: 9.16 MB
Page 7 of 308

5
OFF
Schakelaarpaneel aan de zijkant
Resetten van het bandenspanni
ngscontrolesysteem
Uitschakelen van het Stop &
Start-systeem
Inschakelen van de
voorruitverwarming
Lane Departure Warning-
systeem
Elektrische kinderbeveiligingAlarmknipperlichten
Vergrendelen/ontgrendelen van
binnenuit
Grip control
Inschakelen/uitschakelen van
Hill Descent Assist
Centraal schakelaarpaneel
Uitschakelen van de interieur-,
inbraak-en wegsleepbeveiliging
Parkeerhulp
Head-up display
Koplampen handmatig in hoogte
verstellen
.
Overzicht
Page 10 of 308

8
Instrumentenpaneel met LCD-tekstdisplayMeters
1.Digitale snelheidsmeter (km/h of mph).
2. Brandstofniveaumeter.
3. Display.
4. Koelvloeistoftemperatuurmeter.
5. Toerenteller (x 1000
t /min).
Bedieningstoetsen
A.Op 0 zetten van de onderhoudsindicator
Herinnering onderhoudsinformatie of de
actieradius met de AdBlue
® van het SCR-
systeem.
Afhankelijk van de uitvoering: terugkeren
naar bovenliggend niveau of annuleren
van huidige bewerking.
B. Dimmer verlichting.
Afhankelijk van de uitvoering: navigeren in
een menu, een lijst; een waarde wijzigen.
C. Resetten van de dagteller.
Afhankelijk van de uitvoering: toegang tot
het configuratiemenu (lang indrukken),
bevestigen van een keuze (kort
indrukken).
Instrumentenpaneel
Page 11 of 308

9
Instrumentenpaneel met matrixdisplayMeters
1.Digitale snelheidsmeter (km/h of mph).
2. Brandstofniveaumeter.
3. Display.
4. Koelvloeistoftemperatuurmeter.
5. Toerenteller (x 1000
t /min).
Bedieningstoetsen
A.Op nul zetten van de onderhoudsindicator.
Weergave logboek
waarschuwingsmeldingen.
Herinnering onderhoudsinformatie of
actieradius met de AdBlue
® van het SCR-
systeem.
Weergave bandenspanningsinformatie
B. Dimmer verlichting.
C. Resetten van de dagteller.
1
Instrumentenpaneel
Page 17 of 308

15
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampjeStatus
Oorzaak Acties/Opmerkingen
Antiblokkeersysteem
(ABS)Permanent.Er is een storing in het
antiblokkeersysteem. De normale remwerking van uw auto blijft behouden.
Rijd voorzichtig met lage snelheid en raadpleeg
zo snel mogelijk het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Bandenspanning
te laagPermanent, in
combinatie met een
geluidssignaal en een
melding.De bandenspanning van een of
meerdere wielen is te laag.
Controleer zo snel mogelijk de bandenspanning.
Deze controle dient bij voorkeur bij koude banden te
worden uitgevoerd.
Elke keer nadat u een of meer banden op spanning
hebt gebracht en na het ver wisselen van een of meer
wielen, moet u het systeem resetten.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over het bandenspanningscontrole
-s
ysteem.
+ Knipperend
en vervolgens
permanent, in
combinatie met het
lampje Service.Er zit een storing in de functie: de
bandenspanning wordt niet meer
gecontroleerd.
Laat het systeem controleren door het CITROËN-
netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.
Dynamische
stabiliteitscontrole
(DSC/ASR)Permanent.
De toets of de rolknop is ingedrukt
en het verklikkerlampje brandt.
De systemen DSC en ASR zijn
uitgeschakeld.
DSC: dynamische
stabiliteitscontrole.
ASR: antislipregeling.Druk op de toets of draai aan de knop om de systemen
DSC/ASR in te schakelen. Het verklikkerlampje dooft.
De systemen DSC en ASR worden automatisch
ingeschakeld als de motor wordt gestart.
Na uitschakelen van de systemen worden ze automatisch
opnieuw ingeschakeld bij snelheden hoger dan ongeveer
50
km/h.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer informatie
over het elektronische stabiliteitsprogramma (ESP) en
in het bijzonder de DSC/ASR.
1
Instrumentenpaneel
Page 38 of 308

36
Configuratie
De via dit menu toegankelijke
functies zijn in de volgende tabel
weergegeven. Sommige instellingen
zijn toegankelijk vanaf een
secundaire pagina.
To e t s Toelichting
Thema.
Audio-instellingen.
Scherm uitschakelen.
Systeeminformatie.
Ta l e n .
Instellen van datum en tijd.
Configureren van de
scherminstellingen
(weergavewijze van teksten,
animaties enz.) en de
lichtsterkte.
CITROËN Connect Nav
Tabblad Rijfuncties
Functie
Aanwijzingen
Park Assist Inschakelen van de functie.
Automatisch uitschakelen van het
grootlicht Inschakelen/uitschakelen van de functie.
Panoramacamera Inschakelen/uitschakelen van de functie.
Stop & Star t Inschakelen/uitschakelen van de functie.
Parkeerhulp Inschakelen/uitschakelen van de functie.
Antispinregeling Inschakelen/uitschakelen van de functie.
Dodehoekbewaking Inschakelen/uitschakelen van de functie.
Resetten bandenspanningscontrole-
systeem Resetten van het bandenspanningscontrole
-s
ysteem.
Opslaan van snelheden Opslaan van de snelheden voor de
snelheidsbegrenzer of de snelheidsregelaar.
Diagnose Overzicht van de actuele
waarschuwingsmeldingen.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek
voor meer informatie over een van deze
functies.
Instrumentenpaneel
Page 40 of 308

38
Met instrumentenpaneel met LCD-tekstdisplay
Enkele definities...
Actieradius
(km of mijl)Aantal kilometers dat u
nog met de resterende
hoeveelheid brandstof kunt
rijden (berekend op basis
van het gemiddelde verbruik
over de laatste afgelegde
kilometers).
Deze waarde kan schommelen door
een gewijzigde rijstijl of het rijden op
een helling, waardoor het actuele
brandstofverbruik aanzienlijk kan wijzigen. Na het tanken van minimaal 5
liter brandstof
wordt de actieradius opnieuw berekend en
weergegeven als deze meer dan 100 km
bedraagt.
Wanneer tijdens het rijden streepjes in
plaats van waarden worden weergegeven,
dient u contact met het CITROËN-netwerk
of gekwalificeerde werkplaats op te nemen.
Actueel brandstofverbruik
(l/100 km, km/l of mpg)
B erekend over de laatste seconden.
Deze functie wordt alleen weergegeven bij
snelheden vanaf 30
km/h.
Gemiddeld brandstofverbruik
Traject resetten
Met instrumentenpaneel met LCD-
tekstdisplay of matrixdisplay
F Druk de knop op het uiteinde van de ruitenwisserschakelaar langer dan
twee seconden in zodra het traject wordt
aangegeven.
F
O
f druk langer dan twee seconden op
de rolknop op het stuurwiel (volgens
uitvoering). F
D
ruk zodra het gewenste traject wordt
aangegeven de resettoets van het
instrumentenpaneel langer dan twee
seconden in.
(l/100
km, km/l of mpg)Berekend sinds de laatste nulstelling
van de trajectgegevens.
Gemiddelde snelheid
(km/h of mph)
Berekend sinds de laatste nulstelling
van de trajectgegevens.
Als de actieradius minder dan 30
km bedraagt,
verschijnen streepjes op het display.
Instrumentenpaneel
Page 47 of 308

45
Sleutels, afstandsbediening,
elektronische sleutel verloren
Ga met het kentekenbewijs van de auto,
uw legitimatiebewijs en indien mogelijk
de sticker met de sleutelcode naar het
CITROËN-netwerk.
Het CITROËN-netwerk kan de speciale code
van de sleutel en de transponder opzoeken
en een nieuwe bestellen.Gooi de lege batterijen van de
afstandsbediening niet weg: ze bevatten
metalen die schadelijk zijn voor het
milieu.
Lever lege batterijen in bij een speciaal
verzamelpunt.
Noodprocedures
De auto volledig
ontgrendelen/vergrendelen
met de sleutel
Volg deze procedures in de volgende gevallen:
- b
atterij afstandsbediening leeg,
-
s
toring van de afstandsbediening,
-
i
n een gebied met sterke
elektromagnetische straling.
In het eerste geval moet u ook de batterij van
de afstandsbediening vervangen.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek.
In het tweede geval kunt u het probleem
mogelijk verhelpen door de afstandsbediening
te resetten.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek.
Vergrendelen van de auto
Het rijden met vergrendelde portieren kan bij
een noodgeval de toegang tot de auto voor
de hulpdiensten bemoeilijken.
Neem uit veiligheidsoverwegingen (kinderen
in de auto) de sleutel met afstandsbediening
of de elektronische sleutel mee als u de auto
verlaat, zelfs al is dit voor korte duur. Afstandsbediening
De radiografische afstandsbediening is
een systeem met een groot bereik. Het
is raadzaam om niet met de knop van
de afstandsbediening te spelen om te
voorkomen dat de portieren per ongeluk
ontgrendeld worden.
Druk nooit op de knoppen van uw
afstandsbediening buiten het bereik en het
zicht van uw auto. De afstandsbediening kan
dan onbruikbaar worden en moet in dat geval
opnieuw worden gesynchroniseerd.
De afstandsbediening kan niet functioneren
als de sleutel in het contactslot zit, zelfs als
het contact uitstaat. Elektrische storingen
De elektronische sleutel van het Keyless
entry en start-systeem werkt in sommige
gevallen niet correct in de nabijheid van
elektronische apparatuur: telefoon, laptop,
sterke magnetische velden, enz.
Diefstalbeveiliging
Breng geen wijzigingen aan in de
elektronische startblokkering; dit kan tot
storingen leiden.
Vergeet bij uitvoeringen met contactslot
niet om de sleutel te ver wijderen en aan
het stuur wiel te draaien om het stuurslot te
activeren.
Bij het aanschaffen van een gebruikte
auto
Laat uw sleutels door het CITROËN-netwerk
in het elektronische geheugen van de auto
opslaan, zodat u er zeker van kunt zijn dat
de in uw bezit zijnde sleutels de enige zijn
waarmee de auto kan worden gestart.
2
Toegang tot de auto
Page 50 of 308

48
F Zet bij een auto met een handgeschakelde versnellingsbak de versnellingshendel
in de neutraalstand en trap het
koppelingspedaal volledig in.
F
S
electeer bij een auto met een
automatische transmissie de stand P en
trap ver volgens het rempedaal stevig in.
Raadpleeg als de storing na het resetten niet
is verholpen zo snel mogelijk het CITROËN-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats. F
Z
et het contact aan door op de knop
" START/STOP " te drukken.
De elektronische sleutel werkt nu weer volledig.Portieren
Openen
Van buitenaf
F Ontgrendel de auto of houd de elektronische sleutel van het Keyless entry
and start-systeem in het detectiegebied en
trek aan de portiergreep.
Van binnenuit
F Trek aan de binnenportiergreep van een portier; de auto wordt dan volledig
ontgrendeld.
Sluiten
- bij draaiende motor of tijdens het rijden (snelheid lager
dan 10
km/h) gaat dit lampje
branden in combinatie met een
waarschuwingsmelding die
enkele seconden verschijnt,
-
t
ijdens het rijden (snelheid hoger
dan 10
km/h) klinkt bovendien
een geluidssignaal gedurende
enkele seconden.
Achterklep
Openen
F Druk op de middelste knop van de achterklep ter wijl de auto ontgrendeld is of de
elektronische sleutel van het Keyless entry and
start-systeem zich in de detectiezone bevindt.
F
O
pen de achterklep.
Als een portier niet goed is gesloten:
Toegang tot de auto
Page 56 of 308

54
Sluiten
Als het dak gedeeltelijk of
volledig geopend is:
F
d
ruk om het dak volledig
te sluiten kort op het
voorste deel van de
schakelaar B , tot voorbij
het zware punt.
Als u nogmaals op deze
schakelaar drukt, wordt de
beweging onderbroken.
Als het dak gedeeltelijk of volledig geopend is:
F
d
ruk om het dak te sluiten tot de volledig
opengekantelde stand kort op het voorste
deel van de schakelaar B , zonder het zware
punt te passeren.
F
d
ruk om het dak volledig te sluiten
nogmaals op het voorste deel van de
schakelaar B .
Als het dak gedeeltelijk of volledig is
opengekanteld:
F
d
ruk om het dak volledig te sluiten kort
op het voorste deel van de schakelaar B ,
zonder het zware punt te passeren.
F
H
oud het voorste deel van de schakelaar
B ingedrukt, zonder het zware punt te
passeren: het dak sluit en stopt als u de
schakelaar loslaat. Laat de auto nooit achter met geopend
schuifdak.
Antiklemvoorziening
Als het dak tijdens het sluiten op een obstakel
stuit, wordt de beweging automatisch
omgekeerd.
De antiklemvoorziening werkt doeltreffend tot
een snelheid van 120
km/h.
Resetten
Na het loskoppelen en weer aansluiten van de
accu, bij een storing van het schuifdak of bij het
schokkerig bewegen er van, moet het schuifdak
worden gereset:
F
d
ruk op het achterste deel van de schakelaar
B tot het schuifdak volledig is geopend,
F
h
oud het achterste deel van de schakelaar B
gedurende ten minste 3
seconden ingedrukt.
Controleer geregeld de staat van de
rubbers van het schuifdak (aanwezigheid
van vuil, dode bladeren, enz.).
Zorg er bij het wassen van de auto in een
wasstraat of met een hogedrukreiniger voor
dat het dak volledig is gesloten en houd de
spuitmond van de hogedrukreiniger altijd op
meer dan 30 cm van de rubbers.
Openen en sluiten van het
zonnescherm
Het sluiten van het zonnescherm is afhankelijk
van de stand van het schuifdak: het scherm
kan slechts tot het voorste gedeelte van het
beweegbare deel van het dak worden gesloten.
Openen
F Druk op het achterste deel van de schakelaar A,
t
ot voorbij het zware punt;
het zonnescherm wordt
volledig geopend.
Als u nogmaals op deze
schakelaar drukt, wordt de
beweging onderbroken.
F
H
oud het achterste deel van de schakelaar
A ingedrukt, zonder het zware punt te
passeren: het zonnescherm opent en stopt
als u de schakelaar loslaat.
Sluiten
F Druk op het voorste deel van de schakelaar A , tot
voorbij het zware punt;
het zonnescherm wordt
volledig gesloten.
Als u nogmaals op deze
schakelaar drukt, wordt de
beweging onderbroken.
Toegang tot de auto
Page 57 of 308

55
F Houd het voorste deel van de schakelaar A ingedrukt, zonder het zware punt te
passeren; het zonnescherm sluit en stopt
als u de schakelaar loslaat.
Antiklemvoorziening
Als het zonnescherm tijdens het sluiten op een
obstakel stuit, wordt de beweging automatisch
omgekeerd.
Resetten
Na het loskoppelen en weer aansluiten van de
accu, bij een storing van het zonnescherm of
bij het schokkerig bewegen er van, moet het
scherm worden gereset:
F
d
ruk op het achterste deel van de
schakelaar A tot het scherm volledig is
geopend,
F
h
oud het achterste deel van de schakelaar
A gedurende ten minste 3
seconden
ingedrukt.
Als tijdens het gelijktijdig sluiten van
het schuifdak en het zonnescherm, het
zonnescherm het dak dreigt in te halen,
houdt het scherm op te bewegen tot het
schuifdak volledig is gesloten. Laat, zelfs als u de auto slechts voor een
korte tijd verlaat, de elektronische sleutel
nooit in de auto achter.
Als er iets klem komt te zitten tijdens
de bediening van het schuifdak of het
zonnescherm, moet u de beweging er van
omdraaien door op de desbetreffende
schakelaar te drukken.
De bestuurder moet zich er van
vergewissen dat de passagiers het
schuifdak en het zonnescherm correct
bedienen.
Let vooral op kinderen tijdens het
bedienen van het schuifdak of het
zonnescherm.
Elektrisch bedienbare ruiten
Handbediening
Duw of trek de schakelaar tot het zware punt
om de ruit te openen of sluiten. De ruit stopt
zodra de schakelaar wordt losgelaten.
Automatische bediening
van de elektrisch
bedienbare ruiten vóór
Duw of trek de schakelaar voorbij het zware
punt om de ruit te openen of te sluiten. Als u de
schakelaar hebt losgelaten, opent of sluit de
ruit volledig. Druk opnieuw op de schakelaar
om het openen of sluiten te stoppen.
Druk opnieuw op de schakelaar om het
openen of sluiten te stoppen.
Na die tijd kunnen de ruiten niet meer
worden bediend. Zet het contact aan om
de ruiten weer te kunnen bedienen.
1. Linksvoor.
2. Rechtsvoor.
3. Rechtsachter (afhankelijk van de
uitvoering). 4.
Linksachter (afhankelijk van de uitvoering).
5. Uitschakelen van de bedieningsknoppen
van de elektrische achterruiten (afhankelijk
van de uitvoering).
2
Toegang tot de auto