display CITROEN C3 PICASSO 2014 Instructieboekjes (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: CITROEN, Model Year: 2014, Model line: C3 PICASSO, Model: CITROEN C3 PICASSO 2014Pages: 290, PDF Size: 9.67 MB
Page 86 of 290

Zicht
84
Led-dagrijverlichting
Als de motor wordt gestart, wordt de dagrijverlichting automatisch ingeschakeld alsde lichtschakelaar in de stand "0"of "AUTO"staat.
Zodra de parkeerlichten of het dim- of grootlicht
handmatig of automatisch wordt ingeschakeld,gaat de dagrijverlichting uit.
Programmeren
Voor landen waar het voeren van dagrijverlichting niet wettelijk verplicht is,
kunt u de functie in- of uitschakelen via het configuratiemenu op het multifunctionele
display.
In landen waar het wél verplicht is overdag verlichting te voeren:
- is de functie standaardingeschakeld en mag deze niet worden uitgeschakeld,
- branden overdag ookde parkeerlichten en de kentekenplaatverlichting,
- wordt de dagrijverlichtinguitgeschakeld zodra het dimlicht handmatig of automatisch wordtingeschakeld.In deze landen gaat bij auto's zonder led-dagrijverlichting het dimlicht automatisch branden bij het star ten van de motor.
De dagverlichting geeft de auto een herkenbare uitstraling en bestaat uit twee sets van zes leds die zich onder iedere mistlamp bevinden.
Page 90 of 290

Zicht
88
Ruitensproeiers voor
Trek de hendel naar u toe: de ruitensproeiers
treden in werking en na enige tijd worden ook
de ruitenwissers ingeschakeld.
B
. Ring voor de selectie van de ruitenwisser achter:
uit,
interval,
wissen en sproeien (gedurende
enige tijd).
Achteruitversnelling
Als de ruitenwissers vóór aan staan op
het moment dat u de achteruitversnelling
inschakelt, treedt automatisch ook de
ruitenwisser achter in werking.
Instellen
Deze functie kan worden geactiveerd of
gedeactiveerd via het configuratiemenu van het
multifunctionele display.
Deze functie is standaard geactiveerd.
Ruitenwisser achter
Wisbereik
Door de bolle vorm van de achterruit valt een
deel van de achterruit buiten het wisbereik.
Schakel de automatische werking van
de ruitenwisser achter uit bij sneeuwval
of strenge vorst en bij montage van een
fietsendrager op de achterklep. Dit kan
worden uitgevoerd via het configuratiemenu
van het multifunctionele display.
Page 91 of 290

5
Zicht
89
Verticale stand van de
ru
itenwissers voor Automatische ruitenwissers
vóór
De ruitenwissers worden automatisch ingeschakeld als de sensor achter de binnenspiegel regen detecteert. De snelheid
van de ruitenwissers wordt aangepast aan de
hoeveelheid neerslag.
Inschakelen
Dit gebeurt handmatig door de hendel omlaag
te duwen in de stand "AU TO ". Dit wordt bevestigd door een melding op het
display.
Als de ruitenwisserschakelaar binnen één minuut
nadat het contact is afgezet wordt bediend, gaande ruitenwissers in de verticale stand staan.
Deze stand kan worden gebruikt voor 's winters
parkeren en het vervangen of het reinigen van de ruitenwisserbladen zonder dat daardoor demotorkap wordt beschadigd.Zet het contact aan en bedien de
ruitenwisserschakelaar om de ruitenwissers na dewerkzaamheden weer in de ruststand te zetten.
Uitschakelen
Beweeg de hendel omhoog en ver volgens in de stand "0"
om de ruitenwissers handmatig te bedienen.
Storing
In het geval van een storing in de automatische werking van de ruitenwissers werken deze inde intervalstand.
Laat het systeem controleren door het
CITROËN-netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.
Dit wordt bevestigd door een meldingop het display. Als het contact meer dan 1 minuutafgezet is geweest, moet de automatische werking van de ruitenwissers opnieuwworden geactiveerd door de hendel kortomlaag te duwen.
Dek de regensensor, die zichgecombineerd met de lichtsensor inhet midden van de voorruit achter de binnenspiegel bevindt, niet af. Schakel de automatische werking van de ruitenwissers uit als de auto wordt gewassen in een wasstraat.
Wacht 's winters met het inschakelenvan de automatische ruitenwisserstot de voorruit ontdooid is om de wisserbladen niet te beschadigen.
Voor een langdurige doeltreffendewerking van de flat-blade ruitenwissersraden wij u aan:
- voorzichtig met de ruitenwissers
om te gaan,
- de ruitenwissers regelmatig te
reinigen met zeepsop,
- de ruitenwissers niet te gebruiken
om een stuk karton op de voorruit
te houden,
- de ruitenwissers te ver vangen
zodra ze sporen van slijtage gaan
ver tonen.
Page 115 of 290

7
Veilig vervoeren van kinderen
113
Mechanisch
kinderslot
Beide achterportieren zijn voorzien van een
kinderslot om het openen van binnenuit te
verhinderen.
De knop bevindt zich op de zijkant van beide
achterportieren.
Vergrendelen
)
Steek de contactsleutel in de rode knop. )Draai de knop in de richting die door de pijl
op het portier wordt aangegeven.
Elektrische
kinderbeveiliging
De elektrische kinderbeveiliging voorkomt dat
beide achterportieren van binnenuit kunnen
worden geopend en blokkeer t de bediening van
de achterportierruiten.
De schakelaar bevindt zich bi
j de schakelaars
van de ruitbediening op het bestuurderspor tier.
Inschakelen
) Druk op de knop A.Het controlelampje van de knop A
gaat branden en er verschijnt een melding op het
multifunctionele display.
Het lampje blijft branden zolang de elektrische kinderbeveiliging is ingeschakeld.
Ontgrendelen
)
Steek de contactsleutel in de rode knop. )Draai de knop tegen de door de pijl op het portier aangegeven richting in.
Uitschakelen
)
Druk nogmaals op de knop A.
Het controlelampje van de knop Agaat uit en er
verschijnt een melding op het multifunctionele
display.
Het lampje blijft uit zolang de elektrischekinderbeveiliging is uitgeschakeld.
D
e actieve status van deze functie
wordt gesignaleerd door het
tijdelijk branden van dit lampje
op het lichtdoorlatende digitale
instrumentenpaneel.
Als het lampje een ander signaal geeft,wijst dit op een storing in de elektrische kinderbeveiliging. Laat het systeem controleren door het CITROËN-netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.
Dit systeem werkt onafhankelijk vande centrale vergrendeling; gebruik hetnooit in plaats daarvan. Controleer bij het aanzetten vanhet contact altijd de stand van de kinderbeveiliging.
Neem vóór het verlaten van de autoaltijd de sleutel uit het contact, zelfs voor korte periodes. Bij een ernstige aanrijding wordt de elektrische kinderbeveiligingautomatisch uitgeschakeld, zodat de achterpassagiers de auto ongehinderd kunnen verlaten.
Page 118 of 290

Veiligheid
116
Storing
Als dit waarschuwingslampje gaat branden in combinatie met een
geluidssignaal en een melding op het
displa
y, duidt dit op een storing in het
antiblokkeersysteem. Door deze storingzou u tijdens het remmen de controleover uw auto kunnen verliezen.
Als dit waarschuwingslampje gaat branden in combinatie met de controlelampjes STOP
en ABS
, eengeluidssignaal en een melding op het display, duidt dit op een storingin de elektronische remdrukregelaar.Door deze storing zou u tijdens het remmen de controle over uw autokunnen verliezen.
Brake Assist System (BAS)
Dit systeem zorgt ervoor dat in noodgevallen de
optimale remdruk sneller wordt bereikt, zodat
de remafstand kleiner wordt.
Inschakelen
Het systeem wordt ingeschakeld als het rempedaal sneller wordt ingetrapt dan eenbepaalde grenswaarde.
Het systeem zorgt er dan voor dat de benodigde bedieningskracht minder wordt en dat de effectiviteit van het remmen wordt vergroot.
Raadplee
g in beide gevallen het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Trap het rempedaal bij een noodstop zeer krachtig in en laat het pedaal nietlos.
Zorg er bij ver vanging van de wielen(banden en velgen) voor dat er wielenworden gemonteerd die aan devoorschriften van de constructeur voldoen.
Stop op een veili
ge plaats.
Page 119 of 290

8
Veiligheid
117
Uitschakelen
In bijzondere omstandigheden (als de auto
vastzit in de modder, sneeuw, in mulle grond,...)kan het nuttig zijn de systemen ASR en ESP uit
te schakelen, zodat de wielen kunnen spinnen
en weer grip kunnen krijgen. ) Druk op de knop "ESP OFF", die zich in
het midden van het dashboard bevindt.
Als dit lampje op het
instrumentenpaneel en het
controlelampje van de knop
branden, zijn de systemenASR en ESP uitgeschakeld.
Opnieuw inschakelen
Deze systemen worden automatisch weer ingeschakeld als het contact opnieuw wordt aangezet of vanaf 50 km/h. )
Druk nogmaals op de knop "ESP OFF"
om
de systemen handmatig weer in te schakelen.
Storing
Als dit lampje gaat branden in combinatie met een geluidssignaal en
een meldin
g op het multifunctionele
display, duidt dit op een storing in
deze systemen.
Stabiliteitscontrolesystemen
De antislipregeling verbetert de tractie van de
wielen om doorslippen te voorkomen, door in
te grijpen op de remmen van de aangedreven
wielen en op het motorkoppel.
Het elektronisch stabiliteitsprogramma grijpt
in via de remmen van één of meer wielen en
via het motorkoppel om de auto (binnen de
grenzen van de natuurkundige wetmatigheden)
weer in de juiste koers te brengen.
Antislipregeling
(ASR) en elektronisch
stabiliteitspro
gramma (ESP)
In dat geval gaat dit
controlelampje op het
instrumentenpaneel
knipperen.
Inschakelen
De systemen worden automatisch ingeschakeld
zodra de motor wordt gestar t.
De systemen worden geactiveerd zodra de wielen
te weinig grip hebben of de koers van de auto afwijkt
van de door de bestuurder gewenste richting.
De systemen ASR en ESP zorgenvoor meer veiligheid tijdens het rijden. De bestuurder mag zich echter nooit laten verleiden tot het nemen van meer risico's of het te hard rijden.
De goede werking van de systemenwordt verzekerd door de naleving van de voorschriften van de constructeur op het gebied van wielen (banden en velgen), onderdelen van het remsysteem, elektronischeonderdelen alsmede de montage- enreparatieprocedures. Laat de systemen na een aanrijdingcontroleren door het CITROËN-netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats. Laat de s
ystemen controleren door het CITROËN-netwerk of door een gekwalificeerde
werkplaats.