phone CITROEN C4 2021 Instructieboekjes (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: CITROEN, Model Year: 2021, Model line: C4, Model: CITROEN C4 2021Pages: 244, PDF Size: 6.97 MB
Page 6 of 244
4
Overzicht
Presentatie
Deze afbeeldingen en beschrijvingen dienen
slechts als voorbeeld. De aanwezigheid en
locatie van bepaalde elementen kunnen
variëren, afhankelijk van de uitvoering of het
uitrustingsniveau.
Cockpit
1.Plafonnier/leeslampjes vóór
Toetsen noodoproep en pechhulpoproep
Schuif-/kanteldak
Waarschuwingslampjes voor
veiligheidsgordels en airbag vóór aan
passagierszijde
2. Binnenspiegel
3. Head-up display
4. Instrumentenpaneel
5. Zekeringkast
6. Elektrische ruitbediening
Elektrisch verstelbare buitenspiegels
7. Ontgrendeling motorkap
8. Smart Pad Support Citroën
9. Dashboardlade
10. Dashboardkastje
1.Touchscreen 2.
Toegang tot het menu Rijverlichting of
Auto
Toegang tot de menu's van het touchscreen
Aan/uit en volumeregeling touchscreen
3. Alarmknipperlichten
4. Centrale vergrendeling
5. Motor aan-/afzetten
6. Airconditioning
Stoelverwarming
7. USB-aansluitingen (type A/type C)
8. Opbergruimte of draadloze smartphonelader
9. Versnellingspook of selectiehendel
10. Selectie van de rijstand
11 . Toegang tot het menu Energie
12. Elektrische parkeerrem
Schakelaars op en rondom het stuurwiel
1.Schakelaars verlichting/richtingaanwijzers /
Selecteren weergavemodus
instrumentenpaneel
2. Schakelaar ruitenwissers/ruitensproeier/
boordcomputer
3. Schakelflippers automatische transmissie
4. Bediening voor snelheidsregelaar/
snelheidsbegrenzer/Adaptieve cruise control
A. Ingestelde snelheid verhogen/verlagen
Weergeven en instellen van de
afstandsinstelling tot de voorligger (Adaptieve
cruise control)
B. De snelheidsregelaar in-/uitschakelen
Page 28 of 244
26
Instrumentenpaneel
Deze functies zijn toegankelijk
met een smartphone, via de
MyCitroën App:
– Aansturen van het laden van de tractiebatterij.
– Voorverwarming beheren.
– Aflezen van de laadtoestand en actieradius
van de auto.
Installatieprocedure
► Download de MyCitroën App vanaf de voor
uw smartphone juiste online store.
► Maak een account.
► Voer het VIN van de auto in (het nummer op
het kentekenbewijs van de auto dat begint met
"VF").
Zie het betreffende hoofdstuk voor meer
informatie over de identificatie.
Netwerkbereik
Zorg ervoor dat uw auto zich bevindt
in een gebied met dekking van een mobiel
netwerk wanneer u op afstand bedienbare
functies wilt gebruiken.
Wanneer deze dekking er niet is, kan uw
smartphone niet met de auto communiceren
(bijvoorbeeld in een ondergrondse
parkeergarage). De app geeft dan een
melding dat er geen verbinding met de auto
kan worden gemaakt.
Navigatie (Afhankelijk van de uitrusting)
Rijverlichting of Auto (afhankelijk van
uitvoering)
Activering, deactivering en instellingen van
bepaalde functies.
De functies staan op 2 tabbladen:
"Snelkoppelingen " en "Overige instellingen ".
Telefoon
Connect-App
Toegang tot bepaalde te configureren
functies.
Instellingen
Belangrijkste instellingen van het
audiosysteem, het touchscreen en het digitale
instrumentenpaneel.
Informatiebalk(en)
Bepaalde informatie wordt permanent
weergegeven in de informatiebalk(en) van het
touchscreen.
–
Buitentemperatuur (er gaat een blauw
waarschuwingslampje branden bij kans op
gladheid).
–
T
oegang tot de Instellingen voor het
touchscreen en het digitale instrumentenpaneel
(datum/tijd, taal, eenheden enz.).
–
Berichten.
–
Informatie over de airconditioning en
rechtstreekse toegang tot het betreffende menu.
–
Tijd.
Menu Energie (elektrische
auto)
Dit kan rechtstreeks worden geopend
door op de toets op de middenconsole te
drukken.
Stroom
De pagina geeft in real time de werking van de
elektrische aandrijflijn weer.
1. Actieve rijstand
2. Elektromotor
3. Schatting laadniveau tractiebatterij
4. Energiestromen
De kleur van de energiestromen is afhankelijk
van de manier van rijden:
A. Blauw: energieverbruik
B. Groen: terugwinning van energie
Statistieken
Op deze pagina worden de statistieken over het
verbruik van elektrische energie weergegeven.
– Blauwe staven: direct verbruikte energie die
door de tractiebatterij is geleverd.
–
Groene staven: tijdens het vaart minderen
en remmen teruggewonnen energie die wordt
gebruikt om de tractiebatterij op te laden.
Het gemiddelde resultaat voor de huidige rit
wordt weergegeven in kWh/100 km.
►
U kunt de schaal van de weergegeven tijd
veranderen met de toetsen
-
en +.
Een huidige rit is elke rit die langer dan
20 minuten duurt zonder dat het contact
wordt afgezet.
Laden
Op deze pagina kunt u het laden programmeren.
Zie het betreffende hoofdstuk voor meer
informatie over het laden van de tractiebatterij
(elektrisch).
Op afstand bedienbare
functies (elektrische auto)
Page 29 of 244
27
Instrumentenpaneel
1Deze functies zijn toegankelijk
met een smartphone, via de
MyCitroën App:
–
Aansturen van het laden van de tractiebatterij.
–
V
oorverwarming beheren.
–
Aflezen van de laadtoestand en actieradius
van de auto.
Installatieprocedure
► Download de MyCitroën App vanaf de voor
uw smartphone juiste online store.
►
Maak een account.
►
V
oer het VIN van de auto in (het nummer op
het kentekenbewijs van de auto dat begint met
"VF").
Zie het betreffende hoofdstuk voor meer
informatie over de identificatie.
Netwerkbereik
Zorg ervoor dat uw auto zich bevindt
in een gebied met dekking van een mobiel
netwerk wanneer u op afstand bedienbare
functies wilt gebruiken.
Wanneer deze dekking er niet is, kan uw
smartphone niet met de auto communiceren
(bijvoorbeeld in een ondergrondse
parkeergarage). De app geeft dan een
melding dat er geen verbinding met de auto
kan worden gemaakt.
Page 56 of 244
54
Ergonomie en comfort
Het ontwasemen / ontdooien wordt automatisch
uitgeschakeld om onnodig stroomverbruik te
voorkomen.
Voorverwarming /
voorkoeling airco
(elektrische auto)
Met deze functie kunt u de temperatuur in
het interieur zo programmeren dat een vooraf
bepaalde temperatuur die niet kan worden
gewijzigd (ongeveer 21 °C) is bereikt voordat
u in de auto stapt. U kunt de dagen en tijden
hiervoor instellen.
Deze functie is ook beschikbaar als de auto niet
wordt opgeladen.
Programmeren
Met 10 inch touchscreen
In het menu Airconditioning > OPTIES:Selecteer Temperatuur conditionering .
►
Druk op
+ om een programmering toe te
voegen.
►
Selecteer het tijdstip waarop u in de auto
stapt en de gewenste dagen. Druk op OK
.
►
Druk op
ON om dit programma te activeren.
De voorverwarming/-koeling begint ongeveer 45
minuten vóór de geprogrammeerde tijd wanneer
de auto op een laadpunt is aangesloten (20
minuten wanneer dat niet het geval is) en blijft
daarna nog 10 minuten ingeschakeld.
U kunt meerdere programma's instellen.
Elk programma wordt in het systeem
opgeslagen.
Voor een optimale actieradius raden wij aan
om een programma te starten terwijl de auto
op een laadpunt is aangesloten.
Het programmeren kan ook met een
smartphone worden uitgevoerd, met de
app MyCitroën.
Zie het betreffende hoofdstuk voor meer
informatie over de op afstand te bedienen
functies.
Het is normaal dat de ventilator tijdens
het voorverwarmen/-koelen geluid maakt.
Werkingsvoorwaarden
– De functie wordt alleen geactiveerd als het
contact is afgezet en de auto is vergrendeld.
–
Als de auto niet op een laadpunt is
aangesloten, dan wordt de functie alleen
geactiveerd als de laadtoestand van de
tractiebatterij meer dan 50% is.
–
Als de auto niet op een laadpunt is
aangesloten, er een herhaald programma
is geactiveerd (bijvoorbeeld van maandag
tot en met vrijdag) en er twee cycli voor
voorverwarmen/-koelen zijn uitgevoerd zonder dat de auto is gebruikt, dan wordt het
programma gestopt.
Voorzieningen in het
interieur
1.
Zonneklep
2. Smart Pad Support Citroën
3. Dashboardlade
4. Dashboardkastje
5. Draadloze smartphonelader
USB-aansluitingen (type A/type C)
6. Opbergruimte
12V-aansluiting
7. Opbergruimte met bekerhouders
8. Middenarmsteun met opbergruimte
9.Portiervakken
10. USB-aansluitingen
Zonneklep
► Open de afdekklep terwijl het contact aan
staat. De verlichting van de make-upspiegel
gaat automatisch branden (afhankelijk van de
uitvoering).
De zonneklep bevat tevens een mogelijkheid
voor het opbergen van pasjes.
Dashboardkastje
► Beweeg de handgreep omhoog om het
dashboardkastje te openen.
Als het contact aan is, is het dashboardkastje
verlicht wanneer het geopend is.
Rijd nooit met een geopend
dashboardkastje als er iemand op de
voorpassagiersstoel zit. Bij hard remmen kan
dit letsel tot gevolg hebben.
Dashboardlade
► Druk op de handgreep en trek eraan om de
lade te openen.
Rijd nooit met een geopende
dashboardlade wanneer een passagier
voorin zit. Bij hard remmen kan dit letsel tot
gevolg hebben.
Page 57 of 244
55
Ergonomie en comfort
39.Portiervakken
10. USB-aansluitingen
Zonneklep
► Open de afdekklep terwijl het contact aan
staat. De verlichting van de make-upspiegel
gaat automatisch branden (afhankelijk van de
uitvoering).
De zonneklep bevat tevens een mogelijkheid
voor het opbergen van pasjes.
Dashboardkastje
► Beweeg de handgreep omhoog om het
dashboardkastje te openen.
Als het contact aan is, is het dashboardkastje
verlicht wanneer het geopend is.
Rijd nooit met een geopend
dashboardkastje als er iemand op de
voorpassagiersstoel zit. Bij hard remmen kan
dit letsel tot gevolg hebben.
Dashboardlade
► Druk op de handgreep en trek eraan om de
lade te openen.
Rijd nooit met een geopende
dashboardlade wanneer een passagier
voorin zit. Bij hard remmen kan dit letsel tot
gevolg hebben.
Smart Pad Support Citroën
Hiermee kunt u een mobiel apparaat, zoals een
smartphone of tablet, in een speciale houder
plaatsen (apart verkrijgbaar).
►
Druk op de houder zodat deze naar buiten
springt.
►
Open de klem aan de achterkant van de
houder om het mobiele apparaat te bevestigen.
Verwijder het mobiele apparaat voordat u
de houder opbergt.
USB-aansluitingen
Deze symbolen bepalen waarvoor de USB-
aansluiting kan worden gebruikt:
Voeding en opladen.
Hetzelfde, maar ook het uitwisselen van
multimediagegevens met het
audiosysteem.
Op de USB-aansluitingen kunt u draagbare
apparatuur aansluiten.
De USB-aansluiting voorin aan de
linkerzijde kan ook worden
gebruikt om een smartphone via Android Auto®
of CarPlay® te verbinden, zodat u bepaalde apps
van uw smartphone via het touchscreen kunt
gebruiken.
Gebruik voor de beste resultaten een kabel die is
gemaakt of goedgekeurd door de fabrikant van
het apparaat.
Deze apps kunnen met de schakelaars op en
rondom het stuurwiel of de bedieningselementen
van het audiosysteem worden beheerd.
Tijdens het gebruik van de USB- aansluiting wordt het draagbare apparaat
automatisch opgeladen.
Tijdens het laden wordt er een melding
weergegeven als het stroomverbruik van de
draagbare apparatuur hoger is dan de door
de auto geleverde stroomsterkte.
Zie de hoofdstukken over de audio- en
telematicasystemen voor meer informatie
over het gebruik van deze apparatuur.
12V-aansluiting
Page 58 of 244
56
Ergonomie en comfort
► Steek een 12V-accessoire (met een
maximaal nominaal vermogen van 120 W) met
een geschikte adapter in de aansluiting.
Houd rekening met het maximale
vermogen om te voorkomen dat het
accessoire beschadigd raakt.
Het aansluiten van elektrische
apparatuur die niet door CITROËN is
goedgekeurd, zoals een lader met USB-
aansluitingen, kan leiden tot storingen in de
werking van de elektrische systemen van de
auto, zoals een slechte radio-ontvangst of
storingen in de weergave van de displays.
Draadloze smartphonelader
Met dit systeem kunt u apparaten zoals een
smartphone draadloos opladen volgens
het principe van magnetische inductie, in
overeenstemming met de norm Qi 1.1.
Het op te laden apparaat moet zelf compatibel
zijn met de norm Qi of moet zijn voorzien van
een compatibele hoes of houder.
Er kan ook een mat worden gebruikt, mits deze
door de fabrikant is goedgekeurd.
Het laadgedeelte is te herkennen aan het
symbool Qi.
De lader werkt terwijl de motor draait en het Stop
& Start-systeem in de STOP-stand staat.
Het opladen wordt aangestuurd door de
smartphone.
Bij het Keyless entry and start-systeem kan de
werking van de lader kort worden onderbroken
als er een portier wordt geopend of als het
contact wordt uitgeschakeld.
Opladen
► Als het laadgedeelte leeg is, kunt u een
apparaat in het midden plaatsen.
Als het apparaat wordt waargenomen, gaat het
controlelampje van de lader groen branden.
Het lampje blijft branden terwijl de batterij wordt
opgeladen.
Het systeem is niet bedoeld om
meerdere apparaten tegelijkertijd op te
laden.
Zorg dat er geen metalen voorwerpen
(zoals munten, sleutels of
afstandsbediening van de auto) in het
laadgedeelte liggen tijdens het opladen van
een apparaat - kans op oververhitting of
onderbreking van het opladen!
Controle van de werking
De status van het controlelampje geeft de
werking van de lader aan.
Status van
controlelampje Betekenis
Uit Motor afgezet.
Geen geschikt apparaat
gevonden.
Laden voltooid.
Groen,
permanent Detectie van een
compatibel apparaat.
Laden bezig.
Knipperend
oranje Detectie van een
vreemd voorwerp in het
oplaadgedeelte.
Apparaat niet goed
gecentreerd op het
laadgedeelte.
Page 108 of 244
106
Rijden
plotseling daalt of bij een klapband. Het
kan namelijk enkele minuten duren om de
waarden van de snelheidssensoren van de
wielen te analyseren.
De waarschuwing kan vertraagd worden
weergegeven bij snelheden lager dan 40
km/h of bij een sportieve rijstijl.
De waarschuwing blijft actief tot het
systeem wordt gereset.
Resetten
► Elke keer als u een of meerdere banden op
spanning hebt gebracht en na het verwisselen
van een of meerdere wielen, moet u het systeem
resetten.
Controleer voordat u het systeem gaat
resetten of de spanning van de vier
banden overeenkomstig de
gebruiksomstandigheden van de auto en de
waarden op de sticker met de
bandenspanningen is.
Controleer de bandenspanning van de vier
banden voordat u de resetprocedure uitvoert.
Het systeem geeft geen advies als de
bandenspanning bij het resetten onjuist is.
Het systeem kan via het
touchscreenmenu Rijverlichting/Auto
worden gereset terwijl de auto stilstaat.
Storing
Bij een storing gaan deze
waarschuwingslampjes op het
instrumentenpaneel branden.
Er verschijnt een melding in combinatie met een
geluidssignaal.
De bandenspanning wordt dan niet meer
gecontroleerd.
Laat het systeem controleren door het
CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Noodreservewiel
Wanneer dit type reservewiel wordt
gebruikt, kan het zijn dat de bandenspanning
niet meer wordt gecontroleerd.
In dat geval gaat het storingslampje branden
dat weer zal doven wanneer het wiel is
vervangen door een wiel dat even groot is
als de andere wielen, de spanning van de
banden is gecontroleerd en indien nodig
aangepast en het systeem is gereset.
ConnectedCAM Citroën
(Afhankelijk van het land waar de auto is
verkocht)
Deze camera bovenaan op de voorruit
communiceert draadloos (wireless). Met de
camera kunt u het volgende:
–
Op verzoek foto's en video's maken, en deze
delen.
–
De GPS-coördinaten naar een smartphone
sturen.
–
Automatisch video's maken bij een aanrijding.
U bent zelf verantwoordelijk voor het
gebruik van de ConnectedCAM Citroën®:
u moet de regelgeving met betrekking tot de
bescherming van persoonsgegevens
(afbeeldingen van derden, kentekenplaten,
beveiligde gebouwen enz.) naleven. Vraag
eerst bij uw verzekeringsmaatschappij na of
video's van de ConnectedCAM Citroën als
bewijsmateriaal worden geaccepteerd.
Alles wat de bestuurder met de camera doet, moet bij een stilstaande auto
worden gedaan.
Werking
Ga als volgt te werk om alle camerafuncties te
gebruiken:
► Download de app ConnectedCAM Citroën
op een smartphone.
► Koppel de smartphone met de camera; volg
daarbij de aanwijzingen in de app.
De koppeling is nodig voor de eerste verbinding.
De smartphone wordt vervolgens automatisch
verbonden met de camera.
De standaardcode voor het koppelen is:
"ConnectedCAM".
Aan/uit
► Houd deze toets ingedrukt om de
camera in en uit te schakelen (ter
bevestiging gaat het controlelampje aan/uit).
Als de camera is ingeschakeld, worden
automatisch en permanent video-opnames
gemaakt.
De status van de functie wordt opgeslagen bij
het afzetten van het contact.
Foto's en video's maken
► Druk kort op deze toets om een foto te
maken.
Ter bevestiging klinkt een geluidssignaal.
► Houd deze toets ingedrukt om een video te
maken.
Via de micro-USB-aansluiting kunt u de
gegevens van de camera ook naar andere
apparaten, zoals een pc of een tablet, sturen.
Page 109 of 244
107
Rijden
6Werking
Ga als volgt te werk om alle camerafuncties te
gebruiken:
►
Download de app ConnectedCAM Citroën
op een smartphone.
►
Koppel de smartphone met de camera; volg
daarbij de aanwijzingen in de app.
De koppeling is nodig voor de eerste verbinding.
De smartphone wordt vervolgens automatisch
verbonden met de camera.
De standaardcode voor het koppelen is:
"ConnectedCAM".
Aan/uit
► Houd deze toets ingedrukt om de
camera in en uit te schakelen (ter
bevestiging gaat het controlelampje aan/uit).
Als de camera is ingeschakeld, worden
automatisch en permanent video-opnames
gemaakt.
De status van de functie wordt opgeslagen bij
het afzetten van het contact.
Foto's en video's maken
► Druk kort op deze toets om een foto te
maken.
T
er bevestiging klinkt een geluidssignaal.
►
Houd deze toets ingedrukt om een video te
maken.
V
ia de micro-USB-aansluiting kunt u de
gegevens van de camera ook naar andere
apparaten, zoals een pc of een tablet, sturen.
Met de app ConnectedCAM Citroën kunt u dan
automatisch en onmiddellijk uw foto's en video's
via sociale media of e-mail delen.
Ter bevestiging klinkt er een geluidssignaal.
Het systeem resetten
► Houd deze 2 toetsen
tegelijkertijd ingedrukt om het
systeem te resetten.
Dan worden alle gegevens op de camera gewist
en wordt de standaardcode voor het koppelen
van de camera gereset.
Uit veiligheidsoverwegingen mag de
bestuurder de app ConnectedCAM
Citroën op de smartphone niet onder het
rijden gebruiken. Hij of zij moet alle
handelingen waarbij moet worden opgelet
uitvoeren terwijl de auto stilstaat.
Storing
In het geval van een storing knippert het
verklikkerlampje in de knop.
Laat het systeem controleren door een
CITROËN-dealer of een gekwalificeerde
werkplaats.
Rij- en
parkeerhulpsystemen -
Algemene adviezen
Ondanks de aanwezigheid van rij- en
parkeerhulpsystemen moet de
bestuurder altijd alert blijven.
De bestuurder moet zich altijd aan de
verkeersregels houden, moet onder alle
omstandigheden de auto in zijn macht
hebben en moet te allen tijde in staat zijn
om de controle weer over te nemen. De
bestuurder moet de snelheid aanpassen aan
de weersomstandigheden, het verkeer en de
staat van de weg.
Het is de verantwoordelijkheid van de
bestuurder om het verkeer en de afstand en
de relatieve snelheid van andere voertuigen
in de gaten te houden en om te anticiperen
op handelingen van andere weggebruikers
voordat de richtingaanwijzer wordt gebruikt en
er van rijstrook wordt gewisseld.
Deze systemen maken het niet mogelijk dat
natuurkundige wetten worden overschreden.
Rijhulpsystemen
De bestuurder moet beide handen op
het stuurwiel houden, altijd de binnen- en
buitenspiegels gebruiken, altijd de voeten
dicht bij de pedalen houden en iedere twee
uur pauze nemen.
Page 158 of 244
156
Praktische informatie
Versneld laden, Mode 3
Als het laden is voltooid, wordt dit aangegeven
door de laadregeleenheid en door het permanent
branden van het groene lampje in de klep.
► Hang de laadstekker aan de wallbox en sluit
de laadklep.
Snelladen, Mode 4
Als het laden is voltooid, wordt dit aangegeven
door de lader en door het permanent branden
van het groene lampje in de klep.
► U kunt het laden ook onderbreken
door op deze toets in de klep te drukken
(alleen bij Mode 4).
► Hang de laadstekker aan de lader.
► Afhankelijk van de uitvoering moet u de
beschermkap terug op het onderste gedeelte
plaatsen en de laadklep sluiten.
Wanneer de laadstekker wordt
losgekoppeld, verschijnt er een melding
op het instrumentenpaneel dat het laden is
voltooid, ook al was de laadstekker
losgekoppeld voordat de auto volledig is
opgeladen.
Trekhaak
Verdeling van de lading
► Verdeel het gewicht in de aanhanger
gelijkmatig, plaats zware voorwerpen zo dicht
mogelijk bij de as en probeer de maximaal
Snelladen, Mode 4
► Afhankelijk van de uitvoering verwijdert u het
kapje van het onderste deel van de stekker .
►
V
olg de gebruiksinstructies van de openbare
snellader en sluit de kabel van de openbare
snellader aan op de aansluiting van de auto.
Als het laden start, gaat het groene
controlelampje voor het laden in de klep
knipperen.
Als dat niet gebeurt, is het laden niet begonnen.
Voer de procedure opnieuw uit en controleer of
de kabel goed is aangesloten.
Het rode controlelampje in de klep gaat
branden om te bevestigen dat de laadstekker is
vergrendeld.
Geprogrammeerd laden
Instellingen
► Selecteer de pagina Laden in het
menu Energie van het touchscreen.
►
Stel de begintijd voor het laden in.
►
Druk op
OK.
De instelling wordt in het systeem opgeslagen.
U kunt het geprogrammeerd laden ook
altijd instellen met een smartphone via de
app MyCitroën.
Zie het betreffende hoofdstuk voor meer
informatie over de op afstand bedienbare
functies.
Activering
Geprogrammeerd laden is alleen
mogelijk bij mode 2 en 3.
►
Na het instellen van het geprogrammeerd
laden sluit u uw auto aan op de gewenste
laadapparatuur
.
► Druk binnen een minuut op deze toets in de
klep om het systeem te activeren (bevestigd
door een blauw controlelampje voor het laden).
Loskoppelen
Voordat u de laadstekker loskoppelt van de
laadaansluiting:
► Als de auto is ontgrendeld, moet u deze
vergrendelen en vervolgens ontgrendelen.
►
Als de auto is vergrendeld, moet u deze
ontgrendelen.
Het rode lampje in de klep gaat uit om aan te
geven dat de laadstekker is ontgrendeld.
►
V
erwijder de laadstekker binnen 30
seconden.
Het controlelampje voor het laden gaat wit
branden.
Druk met de selectieve ontgrendeling
van de portieren geactiveerd twee keer
op de ontgrendelknop om de laadstekker los
te koppelen.
Wanneer het laden is voltooid, gaat het
groene controlelampje voor het laden in
de klep na ongeveer 2 minuten uit.
Laden via een normaal stopcontact, Mode
2
Als het laden is beëindigd, gaan het groene
controlelampje CHARGE op de regeleenheid en
het groene controlelampje voor het laden in de
klep permanent branden.
►
Plaats de beschermkap terug op de
laadstekker en sluit de laadklep.
►
Haal de laadkabel aan de zijde van de
regeleenheid uit het stopcontact.
Page 186 of 244
184
In geval van pech
Goed
Defect
Tang
Montage van elektrische accessoires
Bij het ontwerp van het elektrische
systeem van uw auto is al rekening
gehouden met de montage van zowel de
standaarduitrusting als eventuele opties.
Neem contact op met een CITROËN-
dealer of een gekwalificeerde werkplaats
voordat u andere elektrische voorzieningen
of accessoires in de auto monteert of laat
monteren.
CITROËN is niet aansprakelijk voor
kosten die voortvloeien uit storingen
veroorzaakt door het repareren van de auto of
het oplossen van storingen die zijn ontstaan
door de montage van accessoires die niet
door CITROËN zijn geleverd of aanbevolen,
of die niet zijn gemonteerd in
overeenstemming met de aanbevelingen. Dit
geldt met name als het gezamenlijke
stroomverbruik van de extra uitrusting meer
dan 10 milliampère bedraagt.
Zekeringen dashboard
De zekeringkast bevindt zich aan de onderzijde
van het dashboard (linkerzijde).
Voer voor toegang tot de zekeringen dezelfde
procedure uit als voor toegang tot het
gereedschap voor het vervangen van de
zekeringen.
Zekeringtabellen
Kast 1
Zekering N r. Type
Stroomsterkte
(A) Functies
F3 MINI 5Draadloze smartphonelader - geluidssignaal Keyless Entry
and Start
F4 MINI 15Claxon
F5 MINI 20Ruitensproeierpomp
F6 MINI 20Ruitensproeierpomp
F7 MINI 10USB-aansluitingen achter
F14 MINI 5Noodoproep en pechhulpoproep - alarm
F18 MINI 5USB-aansluiting met gegevensoverdracht