display CITROEN C4 CACTUS 2015 Instructieboekjes (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: CITROEN, Model Year: 2015, Model line: C4 CACTUS, Model: CITROEN C4 CACTUS 2015Pages: 328, PDF Size: 7.73 MB
Page 88 of 328

86
C4-cactus_nl_Chap05_conduite_ed02-2014
De aanduiding N op het display knippert
in combinatie met een geluidssignaal en
een melding als u de motor probeert te
starten zonder dat de toets N is ingedrukt.
Druk op de toets N om de neutraalstand
te selecteren.
Starten van de auto
F Zet het contact aan.
F se lecteer de neutraalstand (toets N ).
H
et lampje van de toets gaat branden.
F
H
oud het rempedaal volledig ingetrapt.
F
s
t
art de motor. De aanduiding N wordt weergegeven
op het instrumentenpaneel.
F
s
e
lecteer de stand voorruit (toets D) of
achteruit (toets R ).
H
et desbetreffende lampje gaat branden
op de bedieningsmodule.
De aanduiding D + 1
of R
wordt weergegeven op het
instrumentenpaneel.Werking van de kruipfunctie
Door deze functie is de auto wendbaarder bij
lage snelheden (inparkeren, files, ...)
na
dat u de toets D of R hebt ingedrukt, begint
de auto zodra u het rempedaal loslaat te
rijden , waarbij de motor stationair draait.
De kruipfunctie kan tijdelijk niet
beschikbaar zijn als de koppeling te
warm is geworden of als de helling te
steil is. Laat bij draaiende motor nooit kinderen
alleen achter in de auto.
Houd bij het starten van de motor altijd
het rempedaal ingetrapt.
Het verklikkerlampje " Voet op het
rempedaal" op het instrumentenpaneel
en het desbetreffende lampje op de
bedieningsmodule knipperen als
het rempedaal niet ingetrapt wordt
gehouden tijdens het starten van de
motor.
Houd het rempedaal steviger ingetrapt.
F
Z
et de parkeerrem vrij.
F
L
aat geleidelijk het rempedaal los.
D
e auto begint direct te rijden.
rijden
Page 96 of 328

94
C4-cactus_nl_Chap05_conduite_ed02-2014
Inschakelen / Pause
F Draai de rolknop 1 in de stand "LIMIT": de
snelheidsbegrenzer is geselecteerd, maar
nog niet ingeschakeld (Pause).
F
s
c
hakel de snelheidsbegrenzer in door
op de toets 4
te drukken, als de gewenste
snelheid wordt weergegeven (standaard de
laatste geprogrammeerde snelheid).
F
u kunt de werking van de
snelheidsbegrenzer tijdelijk onderbreken
door nogmaals op de toets 4
te drukken:
het onderbreken wordt bevestigd op het
display (Pause).
na
dat u de functie snelheidsbegrenzer
hebt geselecteerd (rolknop 1 in de stand
"LIMIT" ), kunt u als volgt de waarde van de
snelheidslimiet wijzigen:
-
d
oor op de toets 5 te drukken:
F
d
e zes opgeslagen snelheden worden
weergegeven op het touchscreen tablet,
F
s
electeer een waarde: deze verschijnt op
het instrumentenpaneel. H et selectiescherm wordt na enkele
seconden gesloten. De opgeslagen snelheden kunnen
worden geprogrammeerd via het menu
"Rijhulpsysteem"
.ra
adpleeg de rubriek "op slaan van
snelheden" voor meer informatie over het
overzicht van de opgeslagen snelheden.
er k
an een snelheid worden ingesteld
zonder de begrenzer in te schakelen.
Het inschakelen van de snelheidsbegrenzer
geschiedt handmatig: de ingestelde snelheid
dient minimaal 30
km/h te bedragen.
Instellen van de
maximumsnelheid (instelling)
of:
- d ruk op de toets 2 of 3 om de weergegeven
snelheid te verhogen of te verlagen:
F
h
erhaaldelijk kort indrukken om te
wijzigen in stappen van + of - 1
km/h,
F
i
ngedrukt houden om te wijzigen in
stappen van + of - 5
km/h.
rijden
Page 97 of 328

95
C4-cactus_nl_Chap05_conduite_ed02-2014
bij snel accelereren, bijvoorbeeld
in een steile afdaling, kan de
snelheidsbegrenzer niet altijd
voorkomen dat de ingestelde snelheid
wordt overschreden.
De snelheidsbegrenzer wordt dan
tijdelijk uitgeschakeld en de ingestelde
snelheid knippert op het display.
Als de ingestelde snelheid zonder
ingreep van de bestuurder wordt
overschreden, knippert de snelheid in
combinatie met een geluidssignaal.
bi
j gebruik van matten die niet zijn
goedgekeurd door CI
t
ro
Ën
kan de
werking van de snelheidsbegrenzer
worden gehinderd.
om t
e voorkomen dat de pedalen
blijven hangen:
-
controleer of de mat goed is bevestigd,- gebruik nooit meer dan één mat per plaats.
Het knipperen van streepjes wijst op een
storing in de snelheidsbegrenzer.
Laat het systeem controleren door het
CI
t
ro
Ën-
netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Storing
Uitschakelen
F Draai de knop 1 in de stand "0". D
e informatie van de snelheidsbegrenzer
wordt niet meer weergegeven.
F
t
r
ap het gaspedaal met kracht
in tot
voorbij het zware punt om de ingestelde
snelheid te overschrijden.
De werking van de snelheidsregelaar wordt
tijdelijk onderbroken en de weergegeven
ingestelde snelheid knippert.
Tijdelijk overschrijden van
de ingestelde snelheid
Zodra de wagensnelheid weer is gedaald
tot beneden de ingestelde snelheid, werkt
de snelheidsbegrenzer weer en stopt het
knipperen van de snelheid. Als de ingestelde snelheid zonder
ingreep van de bestuurder wordt
overschreden (bijvoorbeeld in een
steile afdaling), knippert de snelheid in
combinatie met een geluidssignaal.
5
rijden
Page 100 of 328

98
C4-cactus_nl_Chap05_conduite_ed02-2014
Als streepjes knipperen wijst dit op een storing
in de snelheidsregelaar.
Laat dit controleren door het CI
t
ro
Ën-
n
etwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Storing Uitschakelen
F Draai de knop 1 in de stand "0". D
e informatie van de snelheidsregelaar
wordt niet meer weergegeven. Let tijdens het gebruik van de
snelheidsregelaar op wanneer u de
snelheid met de toetsen instelt; dit kan
een plotselinge verandering van de
wagensnelheid veroorzaken.
Gebruik de snelheidsregelaar niet op
gladde wegen of bij zeer druk verkeer.
bi
j een steile afdaling kan de
snelheidsregelaar niet voorkomen
dat de ingestelde snelheid wordt
overschreden.
op e
en steile helling of bij het trekken
van een zware aanhanger kan het
voorkomen dat de ingestelde snelheid
niet wordt gehaald.
Matten die niet door CI
t
ro
Ën
zijn
goedgekeurd kunnen hinderlijk zijn bij
het gebruik van de snelheidsregelaar.
om t
e voorkomen dat de pedalen
blijven hangen:
-
c
ontroleer of de mat goed is
bevestigd,
-
g
ebruik nooit meer dan één mat per
plaats.
Door het gaspedaal in te trappen, kan
de ingestelde snelheid tijdelijk worden
overschreden.
om w
eer terug te keren naar de ingestelde
snelheid is het voldoende het gaspedaal los te
laten tot de wagensnelheid weer gelijk is aan
de geprogrammeerde snelheid.
Overschrijden van de
ingestelde snelheid
Als de snelheidsregelaar is ingeschakeld, kunt
de werking ervan tijdelijk onderbreken door op
de toets 4
te drukken: op het display wordt de
onderbreking aangegeven (Pause).
Onderbreken
Als de ingestelde snelheid wordt
overschreden, gaat de weergegeven
snelheid knipperen.
Het knipperen stopt zodra de ingestelde
snelheid weer is bereikt. Het onderbreken
van de
snelheidsregelaar geschiedt handmatig
met de toets, door het rem- of
koppelingspedaal in te trappen of om
veiligheidsredenen, door activering van
het es
P
.
rijden
Page 102 of 328

100
C4-cactus_nl_Chap05_conduite_ed02-2014
Deze functie signaleert met behulp van
sensoren in de bumper obstakels in de
nabijheid van de auto (personen, auto's,
bomen, slagbomen, enz.) die binnen het
detectiebereik vallen.
be
paalde obstakels (paaltjes, pionnen, enz.)
die aanvankelijk wel worden gedetecteerd,
worden door dode hoeken in het detectiebereik
mogelijk niet meer gedetecteerd als ze zich
vlak bij de auto bevinden.
Parkeerhulp
Deze functie is een hulpsysteem: de
bestuurder dient altijd alert te blijven. De functie wordt geactiveerd zodra de
achteruitversnelling wordt ingeschakeld. Hierbij
klinkt een geluidssignaal.
Zodra de achteruitversnelling wordt
uitgeschakeld, is de functie niet meer actief.
Geluidssignalen
De bestuurder wordt via een onderbroken
geluidssignaal gewaarschuwd bij het naderen van
obstakels. De frequentie van het geluidssignaal
neemt toe naarmate de auto het obstakel nadert.
Aan de weergave van het geluidssignaal via de
luidspreker (rechts of links) is te herkennen aan
welke zijde van de auto het obstakel zich bevindt.
Zodra de afstand tussen de auto en het
obstakel kleiner wordt dan dertig centimeter,
klinkt het geluidssignaal ononderbroken.
Parkeerhulp achter
Grafische weergave
De grafische weergave is een aanvulling
op het geluidssignaal.
op h et display of op
het instrumentenpaneel worden blokjes
weergegeven die het pictogram van de auto
steeds dichter naderen. Als de auto het
obstakel zeer dicht genaderd is, verschijnt het
symbool "Gevaar".
rijden
Page 132 of 328

130
C4-cactus_nl_Chap07_securite_ed02-2014
Als dit lampje gaat branden
in combinatie met het lampje
STOP, een geluidssignaal en een
melding op het display, duidt dit
op een storing in de elektronische
remdrukregelaar waardoor u tijdens
het remmen de controle over uw auto
zou kunnen verliezen.
Werking
Als dit lampje gaat branden in
combinatie met een geluidssignaal
en een melding op het display,
duidt dit op een storing in het A
b
s
-
s
ysteem, waardoor u tijdens het
remmen de controle over uw auto
zou kunnen verliezen.
Antiblokkeersysteem (ABS) en
elektronische remdrukregelaar
(REF)Zorg er bij vervanging van de wielen
(banden en velgen) voor dat wielen
worden gemonteerd die voor uw auto
zijn gehomologeerd.
De normale werking van het
antiblokkeersysteem kan merkbaar zijn
door het trillen van het rempedaal.
Trap het rempedaal bij een noodstop
krachtig en volledig in en laat het
niet los.
Stop onmiddellijk.
ra
adpleeg in beide gevallen het CI
t
ro
Ën-
n
etwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Veiligheid
Page 135 of 328

133
C4-cactus_nl_Chap07_securite_ed02-2014
Als de wagensnelheid hoger is
dan 20 km/h, knippert (knipperen)
het pictogram (de pictogrammen)
gedurende twee minuten in
combinatie met een geluidssignaal.
na d
eze 2 minuten blijft (blijven)
het pictogram (de pictogrammen)
branden zolang de bestuurder of
voorpassagier zijn gordel niet heeft
vastgemaakt.
Pictogram(men)
veiligheidsgordel(s)
losgemaakt/niet vastgemaakt Pictogram(men)
veiligheidsgordel(s) vóór
bij het aanzetten van het contact gaat het
pictogram
1
o p het instrumentenpaneel
en de desbetreffende pictogrammen
( 2
e
n 3) op het pictogrammendisplay
van de veiligheidsgordels en airbag vóór
aan passagierszijde rood branden als de
bestuurder en/of de voorpassagier zijn
gordel niet heeft vastgemaakt of weer
heeft losgemaakt.
1. Pictogram veiligheidsgordels vóór losgemaakt/niet vastgemaakt, op het
instrumentenpaneel.
2.
P
ictogram veiligheidsgordel links voor.
3.
P
ictogram veiligheidsgordel rechts voor.
4.
P
ictogram veiligheidsgordel rechts achter.
5.
P
ictogram veiligheidsgordel midden achter.
6.
P
ictogram veiligheidsgordel links achter.
Pictogram(men)
veiligheidsgordel(s) achter
Het desbetreffende pictogram
(4
t /m 6 ) op het pictogrammendisplay
van de veiligheidsgordels en de
airbag vóór aan passagierszijde
gaat rood branden als een van de
achterpassagiers zijn gordel heeft
losgemaakt.
7
Veiligheid
Page 138 of 328

136
C4-cactus_nl_Chap07_securite_ed02-2014
Uitschakelen airbag aan
passagierszijde
Alleen de airbag aan passagierszijde kan
worden uitgeschakeld.
F
Z
et het contact af en steek de sleutel in
de schakelaar voor het uitschakelen van de
airbag aan passagierszijde.
F
D
raai deze in de stand "OFF" .
F
V
er wijder de sleutel zonder de stand van
de schakelaar te veranderen.
bi
j het aanzetten van het contact
brandt dit waarschuwingslampje in
het display van de veiligheidsgordels.
Het blijft branden zolang de airbag is
uitgeschakeld.
sc
hakel voor de veiligheid van uw kind
de airbag aan passagierszijde altijd uit
als u een kinderzitje met de rug in de
rijrichting op de voorstoel plaatst.
Anders kan een kind bij het afgaan
van de airbag levensgevaarlijk gewond
raken.
Opnieuw inschakelen airbag aan
passagierszijde
Als u het met de rug in de rijrichting geplaatste
kinderzitje hebt verwijderd, zet dan met afgezet
contact de schakelaar weer op "ON" om de
airbag opnieuw in te schakelen en zo de veiligheid
van uw voorpassagier te garanderen.
Frontairbags
Activering
De airbags worden opgeblazen, behalve de
airbag aan passagierszijde wanneer deze is
uitgeschakeld, bij een ernstige frontale aanrijding
binnen (een gedeelte van) de impactzone vóór
(A) , in de lengterichting van de auto en vanaf de
voorzijde richting de achterzijde van de auto, die
zich op een horizontale ondergrond moet bevinden.
De frontairbag wordt opgeblazen tussen de
bestuurder en het stuur of tussen de passagier
voorin en het dashboard om te verhinderen dat
deze naar voren wordt geslingerd. De frontairbags beschermen de bestuurder
en voorpassagier bij een ernstige frontale
aanrijding, om de kans op hoofd- en borstletsel
te verkleinen.
De bestuurdersairbag is geïntegreerd in
het stuur wiel en de passagiersairbag is
geïntegreerd in het dak om ruimte vrij te maken
in het dashboardkastje.
bi
j het aanzetten van het contact
gaat dit waarschuwingslampje in het
display van de veiligheidsgordels
gedurende ongeveer één minuut
branden om aan te geven dat de
airbag aan passagierszijde weer is
ingeschakeld.
Veiligheid
Page 204 of 328

202
C4-cactus_nl_Chap09_info-pratiques_ed02-2014
spaarfase
De spaar fase stuurt de elektrische functies van
de auto aan om het ontladen van de accu te
voorkomen.
ti
jdens het rijden kunnen in verband met de
laadtoestand van de accu enkele functies
(airconditioning, achterruitverwarming,
…)
tijdelijk worden uitgeschakeld.
Deze functies worden automatisch
ingeschakeld zodra de laadtoestand van de
accu dit toelaat. De eco-mode bepaalt de maximale
gebruiksduur van een aantal functies om te
voorkomen dat de accu ontladen raakt.
na
dat de motor is afgezet, kunt u een
aantal elektrische functies zoals het audio-
en telematicasysteem, de ruitenwissers,
dimlichten, plafonniers, … nog in totaal
maximaal 40
minuten gebruiken.
eco-mode
Inschakelen van de
eco-mode
Vervolgens geeft een melding op het display
van het instrumentenpaneel aan dat de eco-
mode is ingeschakeld en worden de actieve
functies in de ruststand gezet.
Als u op het moment dat de eco-mode wordt
ingeschakeld aan het telefoneren bent, kan het
gesprek nog gedurende ongeveer 10 minuten
worden voortgezet via de handsfree set van uw
autoradio.
Uitschakelen van de
eco-mode
De functies worden automatisch weer
ingeschakeld als de motor gestart wordt.
st
art om de functies direct weer te kunnen
gebruiken de motor en laat deze draaien:
-
m
inder dan tien minuten om de functies
ongeveer vijf minuten te kunnen gebruiken,
-
m
eer dan tien minuten om de functies
ongeveer dertig minuten te kunnen
gebruiken.
ne
em de tijd die nodig is voor het starten van
de motor in acht om een juiste lading van de
accu te garanderen.
Vermijd het herhaaldelijk en continu starten van
de motor om de accu bij te laden.
Als de accu ontladen is, kan de motor
niet gestart worden (zie de rubriek
"Ac cu").
Praktische informatie
Page 238 of 328

02
236
s
electeren van de geluidsbron (volgens uitvoering):
- r adio "FM"/"AM"/"DA b "*.
- " usb "-stick.
-
CD-speler (onder de rechter voorstoel)**.
-
j ukebox*, na audiobestanden te hebben gekopieerd op het interne geheugen \
van het systeem.
- t
elefoon aangesloten via
b luetooth* en streaming-verzending b luetooth*.
-
Mediaspeler aangesloten via de
A u X-aansluiting ( j ack, kabel niet meegeleverd).
Het is een "resistief" scherm dat voelbaar aangeraakt moet worden, met n\
ame bij bewegingen (door een lijst bladeren, scrollen over de kaart, en\
z.).
Lichtjes aanraken is niet voldoende. Als het scherm met meerdere vingers wordt aangeraakt, worden de commando\
's niet opgevolgd.
Het scherm kan ook worden bediend als u handschoenen draagt. Dankzij dez\
e technologie kan het scherm bij elke temperatuur worden gebruikt.
BASISFUNCTIES
* Volgens uitrusting.
** De CD-speler is als accessoire verkrijgbaar bij het CI tro Ë n -netwerk.
Gebruik voor het schoonmaken van het display een zacht, niet-schurend do\
ekje (bijvoorbeeld een brillendoekje) zonder schoonmaakmiddel.
r
aak het scherm niet met een puntig voorwerp aan.
r
aak het scherm niet met vochtige handen aan.
b
ij draaiende motor wordt het geluid
onderbroken door de toets in te drukken.
b
ij afgezet contact wordt het systeem
ingeschakeld door de toets in te
drukken.
Volumeregeling (voor elke
bron afzonderlijk, ook voor
"Verkeersinformatie ( t
A)" en
navigatieaanwijzingen).
Als de auto langdurig in de zon heeft
gestaan, kan het geluidsvolume worden
beperkt om het systeem te beschermen.
Zodra de temperatuur in het interieur is
gezakt, zal de oorspronkelijke instelling
weer worden gebruikt.
sneltoetsen: met behulp van de toetsen
in de bovenste balk van het touchscreen
tablet, is het mogelijk direct de geluidsbron,
de lijst met zenders (of titels afhankelijk van
de geluidsbron) of de temperatuurregeling
te kiezen.