ECU CITROEN C4 CACTUS 2018 Instructieboekjes (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: CITROEN, Model Year: 2018, Model line: C4 CACTUS, Model: CITROEN C4 CACTUS 2018Pages: 334, PDF Size: 11.09 MB
Page 30 of 334

28
C4-cactus_nl_Chap01_Instruments-de-bord_ed01-2016
7 inch touchscreen tablet
Het touchscreen tablet heeft de volgende 
functies:
-
 be
diening van de ver warming/
airconditioning,
-
 to
egang tot de boordcomputer en de 
configuratie van diverse functies van de 
auto,
-
 be
diening van het audiosysteem en de 
telefoon,
-
 to
egang tot de interactieve hulp en de 
instellingen van de geluidssignalen en de 
lichtsterkte van de dashboardverlichting,
en volgens uitvoering:
-
 we
ergave van waarschuwingsmeldingen 
en de parkeerhulp,
-
 de b
ediening van het navigatiesysteem en 
de internetdiensten.
Uit veiligheidsoverwegingen moet 
de bestuurder handelingen die veel 
aandacht vergen altijd bij stilstaande 
auto uitvoeren.
Bepaalde functies zijn niet beschikbaar 
als de auto rijdt.Algemene werking
Adviezen
Het scherm moet voelbaar worden aangeraakt, 
met name bij bewegingen (door lijsten bladeren, 
over de kaart scrollen, enz.).
Lichtjes aanraken is niet voldoende.
Als u het touchscreen tablet met meerdere vingers 
aanraakt, worden de commando's niet uitgevoerd.
Deze technologie werkt bij elke temperatuur en 
werkt ook wanneer u handschoenen draagt.
Houd geen puntige voorwerpen tegen het 
touchscreen tablet.
Raak het touchscreen tablet niet aan met vochtige 
vingers.
Gebruik een schone en zachte doek om het 
touchscreen tablet te reinigen. Gebruik deze toets om de secundaire 
pagina te openen.
Gebruik deze toets om terug te gaan 
naar de hoofdpagina.
Gebruik deze toets om toegang te 
krijgen tot extra informatie en de 
instellingen van bepaalde functies.
Gebruik deze toets om uw keuze te 
bevestigen en wijzigingen op te slaan.
Gebruik deze toets om de pagina te 
verlaten.
Principes
Gebruik de toetsen aan weerszijden van het 
scherm om de menu's te openen en druk 
vervolgens op de op het scherm weergegeven 
toetsen.
Elk menu wordt op één pagina of op twee pagina's 
(hoofdpagina en secundaire pagina) weergegeven.
Als gedurende enkele seconden geen handelingen 
op de secundaire pagina worden uitgevoerd, wordt 
automatisch de hoofdpagina weer weergegeven.
Bij zeer warm weer kan het systeem automatisch 
voor een tijdsduur van minimaal 5 minuten 
overgaan op de stand-bystand (het scherm en 
het geluid worden volledig uitgeschakeld).
Status van de verklikkerlampjes
Bepaalde toetsen zijn voorzien van een verklikkerlampje 
dat de status van de desbetreffende functie aangeeft.
Groen verklikkerlampje: u hebt de desbetreffende functie 
geactiveerd.
Oranje verklikkerlampje: u hebt de desbetreffende 
functie uitgeschakeld. 
Instrumentenpaneel  
Page 40 of 334

38
C4-cactus_nl_Chap01_Instruments-de-bord_ed01-2016
Datum en tijd instellen
F Selecteer "T ijd instellen" of "Datum 
instellen " en wijzig de instellingen met 
behulp van het numerieke toetsenbord en 
bevestig uw keuzes.
F
 Dr
uk op de secundaire pagina op 
" Tijd/datum ".
F
 Se
lecteer het menu 
" Configuratie ".
F
 Dr
uk op "Bevestigen " om het 
menu te verlaten.
De datum en tijd kunnen worden ingesteld via 
het touchscreen tablet. 
Instrumentenpaneel  
Page 64 of 334

62
C4-cactus_nl_Chap03_Ergonomie-et-confort_ed01-2016
Om bij koud weer en koude motor de 
toevoer van koude lucht in het interieur 
te beperken, wordt de luchtopbrengst 
geleidelijk vergroot tot de gewenste 
comfortwaarde is bereikt.
Als de temperatuur in de auto bij 
het instappen veel lager of hoger 
is dan de ingestelde waarde, heeft 
het geen zin om voor een optimale 
temperatuur de ingestelde waarde te 
wijzigen. Het systeem compenseert 
automatisch en zo snel mogelijk het 
temperatuurverschil.
De intensiteit is uitsluitend gekoppeld aan de 
stand AUTO. Als de stand AUTO echter wordt 
uitgeschakeld, blijft de geselecteerde intensiteit 
opgeslagen.
Als de intensiteit wordt gewijzigd ter wijl de 
stand AUTO is uitgeschakeld, wordt de stand 
AUTO hierdoor niet ingeschakeld. Druk om de ingestelde intensiteit te wijzigen op 
de toets van de gewenste intensiteit: "Langzaam ": voor een aangenaam 
comfort en een zo laag mogelijk 
geluidsniveau, aangezien de 
aanjagersnelheid beperkt wordt.
" Normaal ": voor het beste 
compromis tussen thermisch 
comfort en een laag geluidsniveau 
(standaardinstelling).
" Snel ": voor een doeltreffende en 
dynamische luchttoevoer.
Intensiteit van het automatische 
programma
F Druk op deze toets om de 
s ecundaire pagina weer te 
geven. Op deze pagina kunt u de 
intensiteit van het automatische 
programma "comfort" instellen. 
Ergonomie en comfort  
Page 92 of 334

90
C4-cactus_nl_Chap05_securite_ed01-2016
Alarmknipperlichten
Lichtsignaal van de richtingaanwijzers om het 
overige verkeer te waarschuwen in het geval 
van file, pech, slepen of een ongeval.
F
 Dr
uk deze knop in: de richtingaanwijzers 
knipperen tegelijkertijd.
De alarmknipperlichten werken ook als het 
contact is afgezet.
Automatisch inschakelen 
van de alarmknipperlichten
Bij een noodstop worden de alarmknipperlichten, 
afhankelijk van de mate van remvertraging, 
automatisch ingeschakeld.
Zodra er weer gas wordt gegeven gaan de 
alarmknipperlichten uit.
F
 U ku
nt de alarmknipperlichten echter ook 
uitschakelen door de knop in te drukken. Hiermee kunt u een noodoproep of 
hulpoproep doen naar de hulpdiensten of de 
desbetreffende CITROËN-helpdesk.
Urgence-oproep of 
Assistance-oproep
Raadpleeg de rubriek "Audio en 
datacommunicatie" voor meer informatie over 
het gebruik van deze voorziening.
Claxon
F Druk op het middelste gedeelte van het 
s
tuurwiel. 
Veiligheid  
Page 93 of 334

91
C4-cactus_nl_Chap05_securite_ed01-2016
Elektronisch stabiliteitsprogramma (ESP: 
Electronic Stability Program) dat de volgende 
systemen omvat:
-
 he
t antiblokkeersysteem (ABS) en de 
elektronische remdrukregelaar (REF),
-
 de
 noodremassistentie (NRA),
-
 de
 antispinregeling (ASR),
-
 de d
ynamische stabiliteitscontrole.
Elektronische stabiliteitscontrole (ESP)
Begrippen
Antiblokkeersysteem (ABS) en 
elektronische remdrukregelaar 
(REF)
Deze systemen zorgen tijdens het remmen 
voor een betere stabiliteit en bestuurbaarheid 
van uw auto en dragen bij tot een betere 
controle in bochten, vooral op een slecht of 
glad wegdek.
Het ABS voorkomt het blokkeren van de wielen 
in het geval van een noodstop.
De elektronische remdrukregelaar verdeelt de 
remdruk over de wielen.
Noodremassistentie (NRA)
Dit systeem zorgt ervoor dat in noodgevallen 
de optimale remdruk sneller wordt bereikt, 
zodat de remafstand kleiner wordt.
Het systeem wordt ingeschakeld als het 
rempedaal snel wordt ingetrapt en zorgt ervoor 
dat de benodigde bedieningskracht wordt 
verminderd en de effectiviteit van het remmen 
wordt vergroot.
Antispinregeling (ASR)
De ASR past de aandrijfkracht aan om het 
doorspinnen van de wielen te beperken via 
de remmen van de aangedreven wielen 
en de motor. De ASR zorgt ook voor meer 
koersstabiliteit bij het accelereren.
Dynamische stabiliteitscontrole
De dynamische stabiliteitscontrole houdt de 
vier wielen in de gaten en grijpt, als de koers 
van de auto afwijkt van de door de bestuurder 
gewenste richting, automatisch in via de 
remmen van een of meerdere wielen en het 
motorkoppel om de auto voor zover mogelijk 
weer in de juiste koers te brengen.
5 
Veiligheid  
Page 94 of 334

92
C4-cactus_nl_Chap05_securite_ed01-2016
Als dit lampje gaat branden in 
combinatie met het lampje STOP, een 
geluidssignaal en een melding op het 
display, duidt dit op een storing in de 
elektronische remdrukregelaar waardoor 
u tijdens het remmen de controle over 
uw auto zou kunnen verliezen.
Werking
Als dit lampje gaat branden in combinatie 
met een geluidssignaal en een melding 
op het display, duidt dit op een storing in 
het ABS-systeem, waardoor u tijdens het 
remmen de controle over uw auto zou 
kunnen verliezen.
Antiblokkeersysteem (ABS) en 
elektronische remdrukregelaar 
(REF)Zorg er bij vervanging van de wielen (banden 
en velgen) voor dat wielen worden gemonteerd 
die voor uw auto zijn gehomologeerd.
De normale werking van het 
antiblokkeersysteem kan merkbaar zijn door 
het trillen van het rempedaal.
Trap het rempedaal bij een noodstop 
krachtig en volledig in en laat het 
niet los.
Stop onmiddellijk.
Raadpleeg in beide gevallen het CITROËN-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats. 
Veiligheid  
Page 95 of 334

93
C4-cactus_nl_Chap05_securite_ed01-2016
Dynamische stabiliteitscontrole 
(ESP) en antispinregeling (ASR)Het CDS-systeem zorgt voor meer 
veiligheid tijdens het rijden. De bestuurder 
mag zich echter nooit laten verleiden tot het 
nemen van meer risico's of te hard rijden.
De goede werking van het systeem 
wordt verzekerd door de naleving van 
de voorschriften van de constructeur 
met betrekking tot de wielen (banden en 
velgen), onderdelen van het remsysteem, 
elektronische onderdelen alsmede de 
montageprocedure en het uitvoeren van 
werkzaamheden door het CITROËN-
netwerk.
Laat het systeem na een aanrijding 
controleren door het CITROËN-netwerk of 
door een gekwalificeerde werkplaats.
Inschakelen
Deze systemen worden automatisch ingeschakeld 
zodra de motor wordt gestart.
Zodra deze systemen signaleren dat de wielen te 
weinig grip hebben of de koers van de auto afwijkt 
van de door de bestuurder gewenste richting, grijpen 
ze in op de werking van de motor en het remsysteem.
Uitschakelen
In bijzondere omstandigheden (als de auto 
vastzit in de modder, sneeuw, in mulle 
grond,
 .
..) kan het nuttig zijn het CDS-systeem 
uit te schakelen, zodat de wielen kunnen 
spinnen en weer grip kunnen krijgen.
In dat geval gaat dit verklikkerlampje 
op het instrumentenpaneel knipperen.
Storing
Het is echter aanbevolen het systeem zo snel 
mogelijk weer in te schakelen. F
 Dr
uk op de knop of, 
afhankelijk van de 
uitvoering, zet de 
draaiknop in deze stand.
Als het lampje op de (draai)knop gaat 
branden, grijpt het CDS-systeem niet 
meer in op de werking van de motor.
Opnieuw inschakelen
Het systeem wordt automatisch weer 
ingeschakeld als het contact opnieuw wordt 
aangezet of vanaf snelheden boven 50 km/h.
F
 Druk nogmaals op de 
knop of, afhankelijk van 
de uitvoering, zet de 
draaiknop in deze stand 
om het systeem handmatig 
weer in te schakelen.
Als dit verklikkerlampje gaat branden 
in combinatie met een geluidssignaal 
en een melding op het display, duidt 
dit op een storing in het systeem.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of een 
gekwalificeerde werkplaats om het systeem te 
laten controleren.
5 
Veiligheid  
Page 96 of 334

94
C4-cactus_nl_Chap05_securite_ed01-2016
Grip control
Specifieke en gepatenteerde antispinregeling 
waarmee de aandrijving wordt verbeterd op 
ondergronden met sneeuw, modder en zand.
Dit systeem werkt in elke situatie op optimale 
wijze en zorgt ervoor dat u ook onder 
omstandigheden met weinig grip, die u tijdens 
toeristisch gebruik kunt tegenkomen, uw weg 
kunt vervolgen.
Het gaspedaal dient voldoende te worden ingetrapt om 
het systeem optimaal gebruik te laten maken van het 
motorvermogen. De elektronica zorgt zelf voor de juiste 
instellingen. Tijdens de werking van het systeem draait 
de motor soms met hoge toerentallen, dit is normaal.
In combinatie met de M+S-banden (Mud and 
Snow) in de maat 205/50 R17 biedt dit systeem 
een optimaal compromis tussen veiligheid, 
grip en tractie. Deze banden leveren zowel 's 
zomers als 's winters uitstekende prestaties.
Met een draaiknop met vijf standen kunt u de 
stand selecteren die het meest geschikt is voor 
de rijomstandigheden die u tegenkomt.
Afhankelijk van de gekozen stand gaat een 
lampje branden om uw keuze te bevestigen.
Op het touchscreen wordt tijdelijk een 
specifieke en aanvullende aanduiding 
weergegeven ter bevestiging van de met de 
draaiknop gemaakte keuze.Als u het contact opnieuw aanzet, 
neemt het systeem automatisch deze 
stand weer aan.
U kunt uit verschillende standen kiezen:
Normaal (ESP)
Dit is de stand voor situaties waarin weinig 
wielslip optreedt, gebaseerd op de meest 
voorkomende omstandigheden tijdens het 
rijden op autowegen en snelwegen.
F
 Ze
t de draaiknop in deze stand.
Sneeuw
In deze stand past het systeem bij het 
wegrijden de regeling aan op de hoeveelheid 
grip die elk voor wiel op dat moment heeft.
(regeling actief tot 50 km/h)F
 Ze
t de draaiknop in deze stand. 
Veiligheid  
Page 97 of 334

95
C4-cactus_nl_Chap05_securite_ed01-2016
Tips voor het rijden
Uw auto is hoofdzakelijk ontworpen voor 
het gebruik op verharde wegen, maar u 
kunt er ook mee uit de voeten op minder 
goed begaanbare wegen.
Uw auto is echter geen terreinauto, en 
is niet ontworpen voor de volgende 
omstandigheden:
- het rijden in terreinen die de onderzijde 
v an de auto zouden kunnen 
beschadigen of waarin onderdelen 
(brandstofleiding, brandstofkoeler,...) 
geraakt zouden kunnen worden door 
stenen of andere objecten,
- het rijden in terrein met steile hellingen 
e n weinig grip,
- het door waden van beekjes en 
s troompjes, enz.
Off road (modder, nat gras enz.)
In deze stand wordt bij het wegrijden veel 
wielslip toegestaan bij het wiel met de minste 
grip, zodat de modder van de band wordt 
ver wijderd en het wiel vervolgens weer grip 
krijgt. Er wordt zo veel mogelijk koppel naat het 
wiel met de meeste grip overgebracht.
Tijdens het optrekken verdeelt het systeem de 
wielslip zodanig dat de handelingen van de 
bestuurder zo veel mogelijk effect hebben.
(regeling actief tot 80 km/h)
F
 Ze
t de draaiknop in deze stand.
Zand
In deze stand is het gelijktijdig licht doorslippen 
van de aangedreven wielen toegestaan, zodat 
de auto vooruit komt en het risico van ingraven 
wordt beperkt.
(regeling actief tot 120 km/h)F
 Ze
t de draaiknop in deze stand.
Activeer op zand geen andere standen, 
hierdoor bestaat de kans dat de auto vast komt 
te zitten in het terrein. U kunt een aantal functies van het 
ESP (antispinregeling en dynamische 
stabiliteitscontrole) uitschakelen door de 
draaiknop in de stand "
OFF" te draaien.
Deze functies worden automatisch weer 
ingeschakeld vanaf 50 km/h of als het contact 
opnieuw wordt aangezet.
5 
Veiligheid  
Page 98 of 334

96
C4-cactus_nl_Chap05_securite_ed01-2016
Veiligheidsgordels
Veiligheidsgordels vóór
De veiligheidsgordels vóór zijn voorzien van 
een pyrotechnische gordelspanner en een 
spankrachtbegrenzer.
Deze systemen zorgen voor extra 
bescherming van de bestuurder en passagier 
bij frontale en zijdelingse aanrijdingen. 
Bij een krachtige aanrijding zorgen de 
pyrotechnische gordelspanners ervoor dat de 
veiligheidsgordels stevig tegen de lichamen 
van de inzittenden worden getrokken.
De pyrotechnische gordelspanners zijn actief 
zodra het contact wordt aangezet.
De spankrachtbegrenzer beperkt de kracht 
waarmee de gordel tegen het lichaam van 
de inzittenden getrokken wordt en bevordert 
daarmee de veiligheid.Vast maken
F Trek aan de gordel en steek de gesp in de 
gordelsluiting.
F
 Co
ntroleer of de gordel goed is 
vastgemaakt door even aan de riem te 
trekken.
Losmaken
F Druk op de rode knop van de 
gor delsluiting.
F
 Ho
ud de gordel vast ter wijl deze zich 
oprolt.
Veiligheidsgordels achter
De zitplaatsen achter zijn voorzien van een 
driepuntsveiligheidsgordel. 
Veiligheid