CITROEN DS4 2013 Instructieboekjes (in Dutch)
Manufacturer: CITROEN, Model Year: 2013, Model line: DS4, Model: CITROEN DS4 2013Pages: 408, PDF Size: 13.3 MB
Page 21 of 408

19In één oogopslag
Om het rijden nog comfortabeler te maken,
is de armleuning tussen de voorstoelen
a
fhankelijk van de uitvoering in hoogte en in
lengterichting te verstellen.
Armleuning vóór
149, 150
De armleuning is ook voorzien van een
opbergvak met daarin een 230V/50Hz-aansluiting.
Comfortabel zitten
Page 22 of 408

Comfortabel zitten
Buitenspiegels
Verstellen
A.
Selecteren van de te verstellen buitenspiegel. B.Verstellen van de buitenspiegel in vier richtingen. C.In de middenstand zetten van deselectieschakelaar.
95
Overige beschikbare functies...
Inklappen/uitklappen. Automatisch omlaag bewegen van hetspiegelglas bij het inschakelen van de achteruitversnelling tijdens het parkeren.
Dodehoekbewaking.
Binnenspiegel
Handmatig verstellen
1.Selecteren van de dagstand van de spiegel.
2
. Verstellen van de binnenspiegel.
Automatische binnenspiegel
97
A.
Lichtsterktesensor van de automatische "dag-/nachtstand". B.
Verstellen van de binnenspiegel.
1.
Vastmaken van de gesp. 2.In hoogte verstellen.
Autogordels vóór
181
Page 23 of 408

21In één oogopslag
Zicht
Verlichting
Ring A
Ring B
Richtingaanwijzer
125
Beweeg de verlichtingshendel omhoog
of omlaag tot voorbij het zware punt. De richtingaanwijzers aan de desbetreffende zijde
functioneren totdat ze worden uitgeschakeld.
174
Hendel A: ruitenwissers vóór
In- en uitschakelen "AUTO"
)
Duw de hendel omlaag en laat deze dan los.
Ring B: ruitenwisser achter
134
137
Uit.
Automatisch inschakelen verlichtin
g.
P
arkeerlicht.
Dimlicht/
grootlicht.
Mistlam
pen vóór en mistachterlicht.
Uit.
Interval.
Ruit sproeien/wissen.
Functie "snelweg"
Beweeg de verlichtingshendel kort omhoog
of omlaag tot aan het zware punt. De richtingaanwijzers aan de desbetreffende zijde knipperen drie keer.
Deze
functie is bij elke snelheid beschikbaar,
en is in het bijzonder geschikt voor het wisselen
van rijstrook op snelwegen.
Ruitenwissers
133
Page 24 of 408

Vent ilat ie
Aanbevolen instellingen
Automatische airconditioning:gebruik bij voorkeur een van de drie automatische standen met de toets "AU TO ".
Gewenste werking
Handbediende airconditioning
LuchtverdelingLuchtopbrengstLuchtrecirculatie /
toevoer vanbuitenluchtTemperatuurHandbediende airconditioning
WARM
KOUD
ONTWASEMENONTDOOIEN
Page 25 of 408

23In één oogopslag
Controle tijdens het rijden
A.Als u het contact aanzet, geven de segmenten van de brandstofmeter aanhoeveel brandstof er nog in de tank zit.B.Bij een draaiende motor moethet waarschuwingslampje laagbrandstofniveau uitgaan.
C.Als u het contact aanzet, moet demotorolieniveaumeter enkele seconden demelding "OK" of "correct" aangeven.
Ga tanken of vul olie bij als dat nodig blijkt.
Instrumentenpanelen
38
1.Als u het contact aanzet, gaan de oranje en rode controlelampjes branden. 2.
Bij een draaiende motor moeten dezelampjes weer uitgaan.
Raadpleeg de desbetreffende bladzijde als er lampjes blijven branden.
Controlelampjes
43
A.Oproep Urgence.
Schakelaars op centraal
bedieningspaneel
175 , 2 95
B.
Oproep CITROËN-Assistance.
175 , 2 9
5
C. Alarmknipperlichten.
17
4
D.Centrale vergrendeling.
10
7
E.Black panel (zwart scherm).
60
Page 26 of 408

Controle tijdens het rijden
Het branden van een lampje geeft de staat vande desbetreffende functie aan.
Schakelaars aan de zijkant
van het dashboard
179
B.Parkeerhulp uitschakelen.
22
8
C.
Stop & Start-systeem uitschakelen.
21
4
D.Dodehoekbewaking inschakelen.
21
8
E. Lane Depar ture Warning System
inschakelen
217
F
.Interieuralarm uitschakelen.
10
9
A.
ESP/ASR-systeem uitschakelen.
Page 27 of 408

25
In één oogopslag
Schakelaars snelheidsregelaar/
snelheidsbegrenzer
Schakelaars op het
stuurwiel
60
Schakelaars van extra functies
222, 224
59
2. Lichtsterkte instrumentenpaneel.
300, 351
Bediening audio-installatie
300, 351
Bediening Bluetooth of telefoon
1.Black panel (zwart scherm).
4
0
of Regeling centraal kleurendisplay van het
instrumentenpaneel type 2.
138
3. In-/uitschakelen plafonnier.
226
of
Parkeerplaatsassistent.
Controle tijdens het rijden
Page 28 of 408

Veiligheid voor de inzittenden
1.
Open het dashboardkastje.2.
Steek de sleutel in de schakelaar. 3.Selecteer de stand:
"OFF"
(uitschakelen) wanneer een kinderzitje"met de rug in de rijrichting" is bevestigd,
"ON"
(inschakelen) wanneer een passagier
op de voorstoel zit of een kinderzitje "met het gezicht in de rijrichting" is bevestigd. 4. Ver wijder de sleutel zonder de stand van de schakelaar te veranderen.
Airbag voorpassagier
186
A.
Controlelampje autogordel links voor.
B. Controlelampje autogordel rechts voor.C.
Controlelampje autogordel rechts achter.D.Controlelampje autogordel midden achter.
E.Controlelampje autogordel links achter.F. Controlelampje airbag vóór aan
passagierszijde uitgeschakeld.
G.Controlelampje airbag vóór aan
passagierszijde ingeschakeld.
Autogordels en airbag vóór
aan passagierszijde
181, 187
Page 29 of 408

27In één oogopslag
104
1.UIT.T2.Contact A AN. 3.Starten .
Contactslot
Wanneer u het contact aanzet, slaan de snelheidsmeter, de toerenteller en de
brandstofmeter helemaal uit, om ver volgens
terug te keren in de nul-stand.
Starten
De Hill Star t Assist houdt de auto bij het wegrijden op een helling nog even tegenzodat u voldoende tijd hebt om de voet vanhet rempedaal te halen en het gaspedaal in te
trappen.
Dit w
erkt alleen als:
- de auto helemaal stilstaat en u het rempedaal intrapt,
- de hellingshoek aan bepaalde eisen
voldoet,
- het bestuurdersportier
gesloten is.
213
Stap nooit uit als de auto door de HillStar t Assist wordt tegengehouden.
Hill Start Assist
Page 30 of 408

Onder het rijden
Handmatig aantrekken/vrijzetten
U kunt de handrem handmatig aantrekkendoor aan de hendel A
te trekken.
Als het contact aan is, kunt u de handrem handmatig vrijzettendoor het rempedaalinte trappen en de hendel A aan te trekken en
dan los te laten.
Elektrisch bediende handrem
Automatisch aantrekken/vrijzetten
Geef gas en laat de koppeling(handgeschakelde versnellingsbak) opkomen:de handrem wordt bij het wegrijden geleidelijk
vrijgezet.
Als de auto stilstaat wordt de handrem bi
j
het afzetten van de motor automatisch
aangetrokken.
Als dit controlelampje op het
instrumentenpaneel brandt, is de automatische bediening van de handrem uitgeschakeld
: u moet de
handrem zelf aantrekken en vrijzetten.Controleer voordat u
de auto verlaat of het controlelampje van het remsysteem op het
instrumentenpaneel en het lampje Pop dehandremhendel A
beide constant branden
.
19
4
Als u het bestuurdersportier opent terwijl de motor draait, klinkt er een geluidssignaal om u eraan teherinneren de handrem aan te trekken. Laat geen kinderen alleen achter in de auto als de sleutel in het contact steekt.Als het contact aan is, zouden ze de
handrem kunnen vrijzetten.
Trek de handrem extra stevig aan alsu een aanhanger achter de auto hebt - doe dit door de handremhendel A
extralang aan te trekken.