CITROEN DS4 2014 Instructieboekjes (in Dutch)
Manufacturer: CITROEN, Model Year: 2014, Model line: DS4, Model: CITROEN DS4 2014Pages: 431, PDF Size: 32.57 MB
Page 21 of 431

19Eerste kennismaking
Om het rijden nog comfortabeler te maken,
is de armleuning tussen de voorstoelen
afhankelijk van de uitvoering in hoogte en in
lengterichting te verstellen.
Armleuning vóór
14 9, 15 0
De armleuning is ook voorzien van een
opbergvak met daarin een 230V/
50Hz-aansluiting.
Comfortabel zitten
Page 22 of 431

Comfortabel zitten
Buitenspiegels
Verstellen
A.
Selecteren van de te verstellen buitenspiegel.
B.
Verstellen van de buitenspiegel in vier
richtingen.
C.
In de middenstand zetten van de
selectieschakelaar.
95
Overige beschikbare functies...
Inklappen/uitklappen.
Automatisch omlaag bewegen van
het spiegelglas bij het inschakelen
van de achteruitversnelling tijdens het
parkeren.
Dodehoekbewaking.
Binnenspiegel
Handmatig verstellen
1.
Selecteren van de dagstand van de
spiegel.
2.
Verstellen van de binnenspiegel.
Automatische binnenspiegel
97
A.
Lichtsterktesensor van de automatische
"dag-/nachtstand".
B.
Verstellen van de binnenspiegel.
1.
Vastmaken van de gesp.
2.
In hoogte verstellen.
Autogordels vóór
183
Page 23 of 431

21Eerste kennismaking
Zicht
Verlichting
Ring A
Ring B
Richtingaanwijzer
125
Beweeg de verlichtingshendel omhoog
of omlaag tot voorbij het zware punt. De
richtingaanwijzers aan de desbetreffende zijde
functioneren totdat ze worden uitgeschakeld.
178
Hendel A: ruitenwissers vóór
In- en uitschakelen "AUTO"
)
Duw de hendel omlaag en laat deze dan
los.
Ring B: ruitenwisser achter
13 4
137
Uit.
Automatisch inschakelen verlichting.
Parkeerlicht.
Dimlicht/grootlicht.
Mistlampen vóór en mistachterlicht.
Uit.
Interval.
Ruit sproeien/wissen.
Drie keer knipperen
Beweeg de verlichtingshendel kort omhoog
of omlaag tot aan het zware punt. De
richtingaanwijzers aan de desbetreffende zijde
knipperen drie keer.
Deze functie is bij elke snelheid beschikbaar,
en is in het bijzonder geschikt voor het wisselen
van rijstrook op snelwegen.
Ruitenwissers
133
Page 24 of 431

Aanbevolen instellingen
Automatische airconditioning:
gebruik bij voorkeur een van de drie automatische standen met de toets "AUTO "
.
Vent ilat ie
Gewenste werking
H
andbediende airconditioning
Luchtverdeling
Luchtopbrengst
Luchtrecirculatie
/
toevoer van
buitenlucht
Te m p e r a t u u r
Handbediende
airconditioning
WARM
KOUD
ONTWASEMEN
ONTDOOIEN
Page 25 of 431

23Eerste kennismaking
Controle tijdens het rijden
A.
Als u het contact aanzet, geven de
segmenten van de brandstofmeter aan
hoeveel brandstof er nog in de tank zit.
B.
Bij een draaiende motor moet
het waarschuwingslampje laag
brandstofniveau uitgaan.
C.
Als u het contact aanzet, moet de
motorolieniveaumeter enkele seconden de
melding "OK"
of "correct" aangeven.
Ga tanken of vul olie bij als dat nodig blijkt.
Instrumentenpanelen
38
1.
Als u het contact aanzet, gaan de oranje en
rode controlelampjes branden.
2.
Bij een draaiende motor moeten deze
lampjes weer uitgaan.
Raadpleeg de desbetreffende bladzijde als er
lampjes blijven branden.
Controlelampjes
43
A.
Oproep Urgence.
Schakelaars op centraal
bedieningspaneel
179, 3 01
B.
Toegang tot de diensten van CITROËN.
179, 3 01
C.
Alarmknipperlichten.
179
D.
Centrale vergrendeling.
107
E.
Black panel (zwart scherm).
60
Page 26 of 431

Controle tijdens het rijden
Het branden van een lampje geeft de staat van
de desbetreffende functie aan.
Schakelaars aan de zijkant
van het dashboard
181
B.
Parkeerhulp uitschakelen.
232
C.
Stop & Start
-systeem uitschakelen.
218
D.
Dodehoekbewaking inschakelen.
222
E.
Lane Departure Warning System
inschakelen.
221
F.
Interieuralarm uitschakelen.
109
A.
ESP/ASR-systeem uitschakelen.
Page 27 of 431

25Eerste kennismaking
Schakelaars snelheidsregelaar/
snelheidsbegrenzer
Schakelaars op het
stuurwiel
60
Schakelaars van extra functies
228, 226
59
2.
Lichtsterkte instrumentenpaneel.
306, 359
Bediening audio-installatie
306, 359
Bediening Bluetooth of telefoon
1.
Black panel (zwart scherm).
40
of
Regeling centraal display van het
instrumentenpaneel type 2.
138
3.
In-/uitschakelen plafonnier.
230
of
Parkeerplaatsassistent.
Controle tijdens het rijden
Page 28 of 431

Veiligheid voor de inzittenden
1.
Open het dashboardkastje.
2.
Steek de sleutel in de schakelaar.
3.
Selecteer de stand:
"OFF"
(uitschakelen) wanneer een
kinderzitje "met de rug in de rijrichting" is
bevestigd,
"ON"
(inschakelen) wanneer een passagier
op de voorstoel zit of een kinderzitje "met
het gezicht in de rijrichting" is bevestigd.
4.
Ver wijder de sleutel zonder de stand van de
schakelaar te veranderen.
Airbag voorpassagier
188
A.
Controlelampje autogordel links voor.
B.
Controlelampje autogordel rechts voor.
C.
Controlelampje autogordel rechts achter.
D.
Controlelampje autogordel midden achter.
E.
Controlelampje autogordel links achter.
F.
Controlelampje airbag vóór aan
passagierszijde uitgeschakeld.
G.
Controlelampje airbag vóór aan
passagierszijde ingeschakeld.
Autogordels en airbag vóór
aan passagierszijde
183, 189
Page 29 of 431

27Eerste kennismaking
104
1.
UIT
.
2.
Contact A AN
.
3.
Starten
.
Contactslot
Wanneer u het contact aanzet, slaan de
snelheidsmeter, de toerenteller en de
brandstofmeter helemaal uit, om vervolgens
terug te keren in de nul-stand.
Starten
De Hill Start Assist houdt de auto bij het
wegrijden op een helling nog even tegen
zodat u voldoende tijd hebt om de voet van
het rempedaal te halen en het gaspedaal in te
trappen.
Dit werkt alleen als:
- de auto helemaal stilstaat en u het
rempedaal intrapt,
- de hellingshoek aan bepaalde eisen
voldoet,
- het bestuurdersportier gesloten is.
214
Stap nooit uit als de auto door de Hill
Start Assist wordt tegengehouden.
Hill Start Assist
Page 30 of 431

Onder het rijden
Handmatig aantrekken/vrijzetten
U kunt de handrem handmatig aantrekken
door aan de hendel A
te trekken.
Als het contact aan is, kunt u de handrem
handmatig vrijzetten
door het rempedaal
in
te trappen en de hendel A
aan te trekken en
dan los te laten.
Elektrisch bediende handrem
Automatisch aantrekken/
vrijzetten
Geef gas en laat de koppeling
(handgeschakelde versnellingsbak) opkomen:
de handrem wordt bij het wegrijden geleidelijk
vrijgezet.
Als de auto stilstaat wordt de handrem bij
het afzetten van de motor automatisch
aangetrokken.
Als dit controlelampje op het
instrumentenpaneel brandt, is de
automatische bediening
van de
handrem uitgeschakeld
: u moet de
handrem zelf aantrekken en vrijzetten.
Controleer voordat u de auto
verlaat of het controlelampje
van het remsysteem op
het instrumentenpaneel en het lampje P
op de
handremhendel A
beide constant branden
.
196
Als u het bestuurdersportier opent
ter wijl de motor draait, klinkt er
een geluidssignaal om u eraan te
herinneren de handrem aan te trekken.
Laat geen kinderen alleen achter in de
auto als de sleutel in het contact steekt.
Als het contact aan is, zouden ze de
handrem kunnen vrijzetten. Trek de handrem extra stevig aan als
u een aanhanger achter de auto hebt -
doe dit door de handremhendel A
extra
lang aan te trekken.