reset CITROEN DS4 2014 Instructieboekjes (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: CITROEN, Model Year: 2014, Model line: DS4, Model: CITROEN DS4 2014Pages: 431, PDF Size: 32.57 MB
Page 40 of 431

Instrumentenpaneel met kleurinstelling - Type 1
1.
Toerenteller (x 1000 t /min of rpm).
2.
Opschakelindicator of stand van de
selectiehendel en ingeschakelde
versnelling bij een elektronisch gestuurde
of automatische versnellingsbak.
3.
Analoge snelheidsmeter (km/h of mph).
4.
Instellingen van snelheidsregelaar of
snelheidsbegrenzer
5.
Digitale snelheidsmeter (km/h of mph).
6.
Motorolieniveaumeter.
Meters en displays
To e t s e n
7.
Onderhoudsintervalindicator
(km of mijl) ver volgens,
kilometerteller.
Beide functies worden bij het aanzetten
van het contact na elkaar weergegeven.
Niveau lichtsterkte (tijdens het instellen).
8.
Dagteller (km of mijl)
9.
Brandstofmeter en bijbehorend
waarschuwingslampje
minimumbrandstofniveau.
10.
Actieradius (km of mijl).
A.
"COLOR Meters" (kleur van meters):
achtergrondkleur van meters naar eigen
wens instellen.
B.
"COLOR Displays" (kleur van displays):
achtergrondkleur van displays naar eigen
wens instellen.
C.
Lichtsterkteregeling (beschikbaar in de
nachtstand).
D.
Herhaling onderhoudsinformatie.
Resetten van onderhoudsintervalindicator
of dagteller.
Page 41 of 431

39Controle tijdens het rijden
1.
Toerenteller (x 1.000 t /min of rpm).
2.
Opschakelindicator of stand van de
selectiehendel en ingeschakelde
versnelling bij een elektronisch gestuurde
of automatische versnellingsbak.
3.
Snelheidsmeter (km/h of mph).
4.
Centraal display.
5.
Brandstofmeter en waarschuwingslampje
minimumbrandstofniveau
Meters en displays
6.
Dagteller (km of mijl).
7.
Onderhoudsinter valindicator (bij naderen
of overschrijden van voorgeschreven
onderhoud),
kilometerteller.
(km of mijl)
To e t s e n
Instrumentenpaneel met kleurinstelling - Type 2
A.
"COLOR Meters" (kleur van meters):
achtergrondkleur van meters naar eigen
wens instellen.
B.
"COLOR Displays" (kleur van displays):
achtergrondkleur van displays naar eigen
wens instellen..
C.
Lichtsterkteregeling (beschikbaar in
nachtstand).
D.
Handmatige test (controle van functies en
weergave van de waarschuwingen).
Resetten van onderhoudsintervalindicator
of dagteller.
Page 58 of 431

Enkele seconden na het aanzetten van het
contact treedt de kilometerteller weer in
werking en blijft de sleutel branden
.
De factor tijd kan worden meegewogen
bij de nog af te leggen kilometers,
afhankelijk van de rijgewoonten van de
bestuurder.
De sleutel kan ook gaan branden
als het inter val van twee jaar is
overschreden.
Onderhoudsintervalindicator
resetten
Na elke onderhoudsbeurt moet de
onderhoudsintervalindicator weer op nul gezet
worden.
Ga daarvoor als volgt te werk:
)
zet het contact af,
)
druk op de resetknop van de dagteller
".../000"
en houd deze ingedrukt,
)
zet het contact aan; de kilometerteller
begint terug te tellen,
)
laat de knop los als het display "=0"
aangeeft en de sleutel verdwijnt. Resetten is niet mogelijk als de
onderhoudsinformatie wordt
opgevraagd.
Als u na deze handeling de accu
wilt loskoppelen, vergrendel
dan de auto en wacht minimaal
5 minuten. Het op 0 zetten van de
onderhoudsinter valindicator zal anders
niet worden opgeslagen.
Opnieuw weergeven van de
onderhoudsinformatie
U kunt op elk moment de onderhoudsinformatie
weergeven.
)
Druk kort op de knop voor de nulstelling
van de dagteller ".../000".
De onderhoudsinformatie wordt,
afhankelijk van de uitvoering, enkele
seconden weergegeven op de regel van
de kilometertotaalteller of op de middelste
display van het instrumentenpaneel type 2.
De afstand tot de eerstvolgende
beurt is overschreden
Als het contact wordt aangezet, gaat gedurende
enkele seconden de sleutel knipperen
om aan
te geven dat de onderhoudswerkzaamheden zo
spoedig mogelijk uitgevoerd moeten worden.
Voor beeld:
u hebt de afstand tot de eerstvolgende
onderhoudsbeurt met 300 km overschreden.
Als het contact wordt aangezet, geeft het display
een paar seconden het volgende aan:
Page 118 of 431

Beveiliging tegen beknellen
Als de ruit sluit en tegen een obstakel stuit,
stopt de ruit en gaat deze gedeeltelijk weer
open.
Resetten
Als een ruit niet automatisch kan worden
gesloten, moet de ruitbediening worden
gereset:
)
trek de schakelaar omhoog tot de ruit stopt
met bewegen,
)
laat de schakelaar los en trek hem opnieuw
omhoog totdat de ruit volledig is gesloten,
)
houd de schakelaar na het sluiten nog
ongeveer 1 seconde vast,
)
druk op de schakelaar om de ruit
automatisch te openen,
)
druk als de ruit volledig is geopend
nogmaals op de schakelaar en houd deze
nog ongeveer 1 seconde vast.
Tijdens deze handelingen is de beveiliging
tegen beknellen uitgeschakeld.
Als de ruit (bijvoorbeeld bij vorst) niet
wil sluiten, voer dan als de ruit weer
opent het volgende uit:
)
druk op de schakelaar tot de ruit
volledig is geopend,
)
trek ver volgens direct de
schakelaar omhoog tot de ruit
volledig is gesloten,
)
houd de schakelaar na het sluiten
nog ongeveer 1 seconde vast.
Tijdens deze handelingen is
de beveiliging tegen beknellen
uitgeschakeld.
Neem bij het verlaten van de auto, zelfs
voor een korte duur, altijd de sleutel uit
het contact.
Als er tijdens het bedienen van de
ruit iets tussen de ruit en de sponning
bekneld raakt, moet u de ruit meteen
weer openen. Druk daarvoor op de
desbetreffende schakelaar.
Als u als bestuurder de ruit aan
passagierszijde bedient, zorg er dan
voor dat niets het correcte sluiten van
de ruit verhindert.
Zorg er voor dat de passagiers op de
juiste manier gebruik maken van de
elektrische ruitbediening.
Zorg er voor dat kinderen zich tijdens
het bedienen van de ruit niet kunnen
bezeren.