ESP CITROEN DS4 2015 Instructieboekjes (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: CITROEN, Model Year: 2015, Model line: DS4, Model: CITROEN DS4 2015Pages: 452, PDF Size: 14.71 MB
Page 234 of 452

TOTAL & CITROËN
Partners in prestaties en 
respect voor het milieu
Innovatie voor nog betere prestaties
Sinds meer dan 40 jaar ontwikkelen de Research & 
D evelopment-teams van TOTAL voor CITROËN 
smeermiddelen die geschikt zijn voor de nieuwste 
technologieën die in auto’s van het merk CITROËN 
worden toegepast, zowel voor wedstrijddoeleinden 
als gebruik in het dagelijkse leven.
Zo kunt u rekenen op de beste prestaties van de 
motor.
Een optimale bescherming 
van uw motor
Het gebruik van TOTAL smeermiddelen 
bij het onderhoud van uw CITROËN 
zorgt voor een langere levensduur en 
betere prestaties van de motor, waarbij 
het milieu zo min mogelijk wordt belast. 
Page 243 of 452

241
DS4_nl_Chap09_verifications_ed02-2015
Niveaus controleren
Controleer deze niveaus regelmatig en respecteer de voor waarden zoals vermeld in het onderhoudsschema van de fabrikant. Vul indien nodig bij, 
tenzij anders aangegeven.
Laat in het geval van een sterk gedaald niveau het desbetreffende circuit controleren door het CITROËN-netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.
Motorolieniveau
Het is normaal dat u tussen twee 
onderhoudsbeurten door olie moet bijvullen. 
CITROËN adviseert u om elke 5000  km het 
olieniveau te controleren en, indien nodig, olie 
bij te vullen. Het motorolieniveau kan bij aangezet 
contact worden gecontroleerd 
via de motorolieniveaumeter op 
het instrumentenpaneel (volgens 
uitvoering) of met de oliepeilstok.
Let bij werkzaamheden onder de 
motorkap goed op, want bepaalde 
delen van de motor kunnen zeer heet 
zijn (kans op brandwonden) en de 
motorventilateur kan ieder moment 
aanslaan (zelfs bij afgezet contact).
Controle met de oliepeilstok
F Kijk waar de oliepeilstok zich bevindt in de 
motorruimte van uw auto.
Raadpleeg de rubriek "Benzinemotor" of 
"Dieselmotor".
F
 
T
 rek aan het gekleurde uiteinde om de 
oliepeilstok volledig uit de schacht te 
trekken.
F
 
V
 eeg de peilstok af met een schone, niet 
pluizende doek.
F
 
S
 teek de oliepeilstok weer volledig in de 
schacht en trek hem er weer uit om het 
oliepeil te controleren: het oliepeil is correct 
als het tussen de merktekens A en B ligt.
A = MA XI
B = MINI Als u ziet dat het oliepeil boven het merkteken 
A of onder het merkteken B ligt, star t de 
motor dan niet
.
-
 
A
 ls het oliepeil boven het merkteken MAXI 
ligt (kans op motorschade), neem dan 
contact op met het CITROËN-netwerk of 
met een gekwalificeerde werkplaats.
-
 
A
 ls het oliepeil lager is dan het merkteken 
MINI , vul dan altijd motorolie bij.
De controle van het motorolieniveau is 
alleen betrouwbaar als de auto op een 
horizontale ondergrond staat en de motor 
ten minste 30
 
minuten niet heeft gedraaid.
Eigenschappen van de olie
Controleer voordat u olie bijvult of ververst of 
de motorolie die u wilt gebruiken overeenkomt 
met de door de fabrikant aanbevolen motorolie 
voor uw auto en motoruitvoering.
Onderhoud  
Page 251 of 452

249
DS4_nl_Chap09_verifications_ed02-2015
Het wettelijk verplichte 
startblokkeringssysteem wordt 
automatisch geactiveerd zodra het 
AdBlue
®-reservoir leeg is.
Actieradiusindicatoren
Zodra de reservevoorraad van het AdBlue®-
reservoir is aangesproken of een storing in het 
SCR-systeem is gesignaleerd, verschijnt bij 
het aanzetten van het contact een indicator die 
aangeeft hoeveel kilometer u nog ongeveer 
kunt rijden voordat het opnieuw starten van de 
motor automatisch wordt geblokkeerd.
Als gelijktijdig een storing wordt gesignaleerd 
en het AdBlue
®-niveau laag is, wordt de laagste 
actieradius weergegeven.
Als de motor mogelijk niet opnieuw kan worden gestart door een te laag AdBlue®-niveau
Actieradius groter dan 2400 km
A ls het contact wordt aangezet, wordt er niet 
automatisch een melding over de actieradius 
weergegeven op het instrumentenpaneel.
Druk bij het instrumentenpaneel  
type 2
  op deze knop om de 
actieradius tijdelijk weer te geven.
Bij een actieradius van meer dan 5000
  km is de 
waarde minder nauwkeurig.
Instrumentenpaneel type 1
Actieradius tussen 600  en 2400  km
Zodra het contact wordt aangezet, gaat het 
verklikkerlampje UREA branden in combinatie 
met een geluidssignaal en de tijdelijk op het 
instrumentenpaneel weergegeven melding 
"NO START IN" en een afstand die aangeeft 
hoeveel kilometer of mijl u nog kunt rijden met 
de resterende hoeveelheid additief voordat het 
starten van de motor wordt geblokkeerd - (bijv.: 
"NO START IN 1500
  km" betekent dat na 1500   km 
het starten van de motor wordt geblokkeerd).
Tijdens het rijden wordt deze melding elke 
300
  km weergegeven zolang er geen additief 
is bijgevuld.
Neem contact op met het CITROËN-netwerk of 
een gekwalificeerde werkplaats om het additief 
AdBlue
® te laten bijvullen.
U kunt het bijvullen ook zelf uitvoeren.
Raadpleeg de rubriek "Bijvullen".
Onderhoud  
Page 264 of 452

DS4_nl_Chap10_info-pratiques_ed02-2015
F Activeer de compressor door de schakelaar B in de stand "I"  te zetten, tot 
de bandenspanning 2,0
 
bar bedraagt.
 H
et afdichtmiddel wordt onder druk in 
de band gespoten; neem gedurende 
deze handeling de slang niet los van de 
aansluiting (kans op spatten). F
 V er wijder de set en draai de dop van de 
witte slang vast.
 Z
org ervoor dat restanten van de vloeistof 
niet op of in de auto terecht kunnen komen. 
Houd de set binnen handbereik.
F
 
M
 aak direct een rit van ongeveer vijf 
kilometer met matige snelheid (tussen 
20
  en 60   km/h), zodat het afdichtmiddel het 
lek kan dichten.
F
 
Z
 et de auto stil en controleer de reparatie 
en de bandenspanning met de set.
Schakel de compressor niet in voordat 
de witte slang is aangesloten op het 
ventiel van de band: het afdichtmiddel 
wordt anders buiten de band gespoten.
Controlesysteem bandenspanning
Als uw auto is uitgerust met 
een controlesysteem voor de 
bandenspanning, zal het verklikkerlampje 
voor te lage bandenspanning na 
het repareren van een wiel blijven 
branden tot u het systeem laat resetten 
door het CITROËN-netwerk of een 
gekwalificeerde werkplaats.
Als na vijf tot zeven minuten de 
gewenste bandenspanning niet is 
bereikt, is de band niet te repareren 
met de bandenreparatieset; neem 
contact op met het CITROËN-netwerk 
of een gekwalificeerde werkplaats om u 
verder te helpen. 
Page 275 of 452

273
DS4_nl_Chap10_info-pratiques_ed02-2015
Sneeuwkettingen
Onder winterse omstandigheden verbeteren sneeuwkettingen de tractie en het remgedrag van de auto.Uitsluitend de voor wielen mogen van 
sneeuwkettingen worden voorzien. 
Een noodreservewiel mag niet worden 
voorzien van een sneeuwketting.
Neem voor meer informatie over 
sneeuwkettingen contact op met het CITROËN-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Montagetips
F Als u onder weg sneeuwkettingen moet monteren, zet de auto dan langs de kant 
van de weg stil op een vlakke ondergrond.
F
 
T
 rek de handrem aan en plaats eventueel 
wielblokken voor of achter de wielen om te 
voorkomen dat de auto wegglijdt.
F
 
M
 onteer de sneeuwkettingen, volg daarbij 
de aanwijzingen van de fabrikant.
F
 
R
 ijd langzaam weg en rijd een klein stukje 
met een snelheid van maximaal 50
  km/h.
F
 
Z
 et de auto stil en controleer of de 
kettingen correct gespannen zijn.
Rijd niet met sneeuwkettingen op een 
sneeuwvrij gemaakte weg om schade 
aan de banden en het wegdek te 
voorkomen. Als uw auto is voorzien van 
lichtmetalen velgen, controleer dan of 
de ketting en de bevestigingen de velg 
niet raken.
Houd u altijd aan de ter plekke 
geldende regelgeving over het gebruik 
van sneeuwkettingen en de maximaal 
toegestane snelheid.
Gebruik uitsluitend kettingen die geschikt zijn 
voor het type velg van uw auto:
Maat van de af 
fabriek gemonteerde  banden Maximale afmeting 
van de schakels
215/60
 
R16 9
 
mm
215 / 5 5
 
R17
225/45
 
R18
225/40
 
R19
gebruik van sneeuwkettingen niet mogelijk
Het is bijzonder raadzaam voor vertrek 
het monteren van de sneeuwkettingen 
te oefenen; doe dit op een vlakke en 
droge ondergrond.
Praktische informatie  
Page 300 of 452

DS4_nl_Chap10_info-pratiques_ed02-2015
Adviezen
Gewichtsverdeling
F Verdeel het gewicht in de caravan/aanhanger gelijkmatig, plaats zware 
voor werpen zo dicht mogelijk bij de as en 
houd u aan de toegestane kogeldruk.
Door een geringere luchtdichtheid nemen 
de prestaties van de motor af als men op 
grotere hoogte boven de zeespiegel komt. 
Trek boven de 1000
  m 10% van het maximale 
aanhangergewicht af en herhaal dit voor elke 
volgende 1000
  m.
Zijwind
F Houd er rekening mee dat de zijwindgevoeligheid van de auto groter is.
Koeling
Het trekken van een aanhanger op 
een helling veroorzaakt een hogere 
koelvloeistoftemperatuur.
De koelventilator wordt elektrisch bediend en is 
niet afhankelijk van het motortoerental.
F
 
P
 as uw snelheid aan om het toerental te 
beperken.
Het maximale aanhangergewicht is 
afhankelijk van het hellingspercentage en de 
buitentemperatuur.
Let in elk geval goed op de aanwijzing van de 
koelvloeistoftemperatuurmeter.
F
 
A
 ls het waarschuwingslampje van 
de koelvloeistoftemperatuur gaat 
branden in combinatie met het 
waarschuwingslampje STOP , stop 
dan zo snel mogelijk en zet de 
motor af.
Remmen
Het trekken van een aanhanger verlengt de 
remweg.
Bij een lange afdaling is het, om te voorkomen 
dat de remmen oververhit raken, raadzaam om 
op de motor af te remmen.
Banden
F Controleer de bandenspanning van de auto  en de aanhanger en breng deze indien 
nodig op de juiste waarde.
Verlichting
F Controleer de verlichting van de aanhanger.
Raadpleeg de rubriek "Technische 
gegevens" voor de gewichten en 
aanhangergewichten die voor uw auto 
van toepassing zijn.
De parkeerhulp wordt automatisch 
uitgeschakeld als bij het aankoppelen 
van een aanhanger een originele 
CITROËN-trekhaak wordt gebruikt. 
Page 324 of 452

DS4_nl_Chap12b_BTA_ed02-2015
Noodoproep of Pechhulp
Wanneer de elektronische 
eenheid airbags een botsing heeft 
gedetecteerd, wordt onafhankelijk van 
het eventueel afgaan van de airbags, 
automatisch een noodoproep gedaan.
Noodoproep met lokalisatiefunctie
Druk in geval van nood langer 
dan 2  seconden op deze toets.
Het knipperen van het groene 
LED-lampje en een gesproken 
bericht bevestigen dat de 
oproep naar de helpdesk 
van "Noodoproep met 
lokalisatiefunctie" is verstuurd*.
Door deze toets meteen opnieuw in te drukken, 
wordt de oproep geannuleerd.
Het groene LED-lampje dooft.
De oproep wordt ook geannuleerd door, op 
ieder willekeurig moment, de toets langer dan 
8
 
seconden in te drukken.
Het groene LED-lampje blijft branden (zonder 
te knipperen) wanneer de verbinding tot stand 
is gebracht.
Aan het einde van het gesprek gaat het lampje uit.
Deze oproep wordt beheerd door de helpdesk 
van "Noodoproep met lokalisatiefunctie" die 
de informatie over de lokalisatie van de auto 
ontvangt en een waarschuwing kan zenden 
naar de gekwalificeerde hulpdiensten.
In landen waar de helpdesk niet operationeel 
is of wanneer de lokalisatie uitdrukkelijk 
is geweigerd, wordt de oproep meteen 
doorgestuurd naar de hulpdiensten (112), 
zonder lokalisatie. * 
 
D
 eze diensten zijn afhankelijk van bepaalde 
voorwaarden en beschikbaarheid.
  Raadpleeg het CITROËN-netwerk. Indien u gebruik maakt van de dienst 
DS Connect BOX met SOS-pakket, 
beschikt u ook over aanvullende 
diensten via uw persoonlijke pagina 
MyCITROËN op de CITROËN-
internetsite voor uw land. Ga hiervoor 
naar www.citroen.com. 
Page 325 of 452

323
DS4_nl_Chap12b_BTA_ed02-2015
Pechhulp met lokalisatiefunctie
Wanneer u uw auto buiten het 
CITROËN-netwerk hebt gekocht, 
raden wij u aan de aanwezigheid van 
deze diensten bij het netwerk te laten 
controleren en eventueel configureren.
In een meertalig land kunt u het 
systeem laten configureren in de 
officiële landstaal van uw voorkeur.
Om technische redenenen, zoals het 
verbeteren van de telematicadiensten 
aan de klant, behoudt de fabrikant zich 
het recht voor om op elk willekeurig 
moment het telematicasysteem in de 
auto te wijzigen.
Druk langer dan 2
 
seconden op 
deze toets voor het aanvragen 
van hulp bij het stranden van de 
auto.
Een gesproken bericht bevestigt 
dat de oproep is verstuurd*.
Door deze toets meteen opnieuw in te drukken, 
wordt de aanvraag geannuleerd.
Dit wordt bevestigd door een gesproken 
bericht.Werking van het systeem
Bij het aanzetten van het 
contact, gaat het groene lampje 
3
  seconden branden. Dit duidt 
op een goede werking van het 
systeem.
Als het oranje verklikkerlampje 
van de toets "SOS" brandt, werkt 
de dienst "Noodoproep met 
lokalisatiefunctie" mogelijk niet.
Neem contact op met het 
CITROËN-netwerk.
Audio en telematica  
Page 330 of 452

DS4_nl_Chap12c_SMEGplus_ed02-2015
Stuurkolomschakelaars
Media: van multimediabron 
veranderen.
Telefoon: telefoon opnemen.
Tijdens gesprek: toegang tot het 
telefoonmenu (gesprek beëindigen, 
privacy-modus, handsfree-modus).
Telefoon, ingedrukt houden: 
inkomend gesprek weigeren, huidig 
gesprek beëindigen; als de telefoon 
niet wordt gebruikt, toegang tot het 
telefoonmenu.Volume verlagen.
Radio, draaien: automatisch zoeken 
naar de vorige/volgende zender.
Media, draaien: vorige/volgende 
muziekstuk.
Indrukken: een keuze bevestigen. Radio: zenderlijst weergeven.
Media: playlist weergeven.
Radio, ingedrukt houden: lijst van 
ontvangen zenders bijwerken.
Volume verhogen. 
Page 345 of 452

11
3133
343
DS4_nl_Chap12c_SMEGplus_ed02-2015
Selecteer de melding in de 
weergegeven lijst.
Selecteer het vergrootglas om 
gesproken berichten te ontvangen.
Filters instellen
Druk op Navigatie  om de 
hoofdpagina weer te geven.
Druk op de secundaire pagina.
Selecteer " Instellingen  ".
Selecteer " Info-opties ".
Selecteer:
-
  " Nieuwe berichten melden  ",
-
  " Spraakweergave berichten  ",
Ver fijn vervolgens het gebied van 
het filter.
Selecteer " Bevestigen  ".
Wij adviseren een filtergebied van:
-
 
2
 0   km in de stad,
-
 
5
 0   km op de snelweg.
Een via het GPS-navigatiesysteem 
ontvangenTMC-bericht (Trafic Message 
Channel) is informatie met betrekking tot 
de verkeersomstandigheden die in real 
time wordt ontvangen.
De functie TA (Traffic Announcement) 
geeft voorrang aan het luisteren naar 
verkeersberichten. Om te worden geactiveerd 
moet deze functie een radiozender die deze 
berichten uitzendt, goed kunnen ontvangen. 
Zodra een verkeersbericht wordt uitgezonden, 
wordt de geluidsbron die op dat moment wordt 
weergegeven automatisch onderbroken en wordt 
het verkeersbericht weergegeven. Zodra het 
verkeersbericht is afgelopen, wordt de weergave 
van de oorspronkelijke geluidsbron hervat.
Verkeersberichten beluisteren
Druk op Navigatie  om de 
hoofdpagina weer te geven.
Druk vervolgens op de secundaire 
pagina.
Selecteer " Instellingen  ".
Selecteer " Spraak  ".
Schakel " Verkeer (TA) " in 
of uit.
Audio en telematica