sensor CITROEN DS4 2015 Instructieboekjes (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: CITROEN, Model Year: 2015, Model line: DS4, Model: CITROEN DS4 2015Pages: 452, PDF Size: 14.71 MB
Page 218 of 452

DS4_nl_Chap08_conduite_ed02-2015
Lane Departure Warning System (LDWS)
Dit systeem registreert wanneer de bestuurder
onvrijwillig een rijstrookmarkering (doorgetrokken
of onderbroken streep) overschrijdt.
Op basis van de signalen van sensoren in de
voorbumper wordt de bestuurder gewaarschuwd
als de auto de markering overschrijdt (bij een
wagensnelheid hoger dan 80 km/h).
Dit systeem werkt optimaal op snelwegen en
autowegen.
Activering
F Druk bij het aanzetten van het contact of bij draaiende motor op deze knop om
de functie te activeren: het lampje gaat
branden.
Het Lane Departure Warning System is
een hulpmiddel voor de bestuurder, die
desondanks waakzaam moet blijven.
Houd u aan de verkeersregels en las
elke twee uur een pauze in.
Uitschakelen
U wordt gewaarschuwd door het trillen van de
zitting van de bestuurdersstoel:
-
r
echts: als de rechter rijstrookmarkering
wordt overschreden,
-
l
inks: als de linker rijstrookmarkering wordt
overschreden.
Als de richtingaanwijzer is ingeschakeld,
en ongeveer 20
seconden nadat deze
is uitgeschakeld, wordt er geen enkele
waarschuwing gegeven.
Het is mogelijk dat een waarschuwing wordt
gegeven bij het overschrijden van een pijl op de
weg of een niet-officiële markering (bijv. graffiti).
Detectie Storing
Er kunnen storingen in de detectie
optreden:
-
a
ls de sensoren vuil zijn (modder,
sneeuw, ...),
-
a
ls de rijstrookmarkeringen
weggesleten zijn,
-
a
ls er weinig contrast is tussen het
wegdek en de markeringen.
F
D
ruk opnieuw op de knop: het lampje gaat
uit.
De status van het systeem blijft na het afzetten
van het contact in het geheugen opgeslagen. In het geval van een storing gaat dit
controlelampje branden vergezeld
van een geluidssignaal en een
melding op het display.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Page 219 of 452

217
DS4_nl_Chap08_conduite_ed02-2015
Dodehoekbewaking
Deze rijhulp waarschuwt de bestuurder
wanneer zich een ander voertuig in de dode
hoek van zijn auto bevindt, dat een potentieel
gevaar betekent.
Inschakelen
Het systeem dient als hulp voor de bestuurder maar kan nooit een vervanging zijn voor de
spiegels. De bestuurder blijft te allen tijde verantwoordelijk voor het op tijd waarnemen wat
er zich achter hem bevindt, het inschatten van de snelheid en afstand van achteropkomend
verkeer en de beslissing of hij al dan niet veilig van rijstrook kan wisselen.
Het systeem dient als een hulp voor de bestuurder en geeft alleen waarschuwingen.F
D
ruk op deze knop: het verklikkerlampje
gaat branden.
Sensoren in de voor- en achterbumper
controleren de dode hoek van de auto.
In de buitenspiegel aan de zijde waar zich dat
voertuig bevindt, brandt dan permanent een
lampje:
-
d
irect, wanneer u wordt ingehaald,
-
n
a circa een seconde, wanneer u te traag
een andere auto inhaalt.
Rijden
Page 221 of 452

219
DS4_nl_Chap08_conduite_ed02-2015
Storingen
Bij een storing in het systeem gaat het
verklikkerlampje in de schakelaar enkele
seconden knipperen; vervolgens gaat het uit.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.Bij slechte weersomstandigheden
(zware regen, hagel enz.) kan het
systeem tijdelijk minder nauwkeurig
werken.
Vooral het rijden op een nat wegdek
of van een droog wegdek op een nat
wegdek terechtkomen kan tot een
vals alarm leiden (zo kan een wolk
waterdruppels in de dode hoek worden
aangezien voor een voertuig).
Let er bij slecht weer en in de winter
altijd op dat de sensoren niet met
modder, sneeuw of ijs bedekt zijn.
Plak geen stickers of andere zaken op
het gedeelte onder de buitenspiegels
waar de waarschuwingslampjes zitten,
omdat de de dodehoekbewaking dan
mogelijk niet goed werkt. Dit geldt ook
voor de detectiezones op de voor- en
achterbumper.
F
O
m deze functie uit te schakelen
drukt u nog een keer op de knop: het
verklikkerlampje gaat uit.
Bij het afzetten van het contact wordt de status
van het systeem opgeslagen.
De dodehoekbewaking wordt
automatisch uitgeschakeld als u een
aanhanger trekt met een door het
CITROËN-netwerk gehomologeeerde
trekhaak.
Rijden
Page 230 of 452

DS4_nl_Chap08_conduite_ed02-2015
Parkeerhulp
Deze functie signaleert met behulp van
sensoren in de bumper obstakels in de
nabijheid van de auto (personen, auto's,
bomen, slagbomen, enz.) die binnen het
detectiebereik vallen.
Bepaalde obstakels (paaltjes, pionnen, enz.)
die aanvankelijk wel worden gedetecteerd,
worden mogelijk niet meer gedetecteerd als ze
zich in de dode hoek van het detectiebereik van
de sensoren bevinden.Deze functie is een hulpsysteem: de
bestuurder dient altijd alert te blijven. De functie wordt geactiveerd zodra de
achteruitversnelling wordt ingeschakeld.
Dit wordt bevestigd door een geluidssignaal.
Zodra de achteruitversnelling wordt
uitgeschakeld, is de functie niet meer actief.
Parkeerhulp achter
Geluidssignalen
De bestuurder wordt via een onderbroken
geluidssignaal gewaarschuwd bij het naderen van
obstakels. De frequentie van het geluidssignaal
neemt toe naarmate de auto het obstakel nadert.
Aan de weergave van het geluidssignaal via de
luidspreker (rechts of links) is te herkennen aan
welke zijde van de auto het obstakel zich bevindt.
Zodra de afstand tussen de auto en het
obstakel kleiner wordt dan dertig centimeter,
klinkt het geluidssignaal ononderbroken.
Grafische weergave
De grafische weergave is een aanvulling op het
geluidssignaal. Op het scherm worden blokken
weergegeven die het pictogram van de auto
steeds dichter naderen.
Als de auto het obstakel zeer dicht genaderd is,
verschijnt het symbool "Gevaar" op het scherm.
Page 231 of 452

229
DS4_nl_Chap08_conduite_ed02-2015
Parkeerhulp vóórStoring
Als er een storing optreedt,
gaat bij het inschakelen
van de achteruitversnelling
dit verklikkerlampje op het
instrumentenpaneel branden en/of
wordt er een bericht op het display
weergegeven, in combinatie met een
geluidssignaal (korte pieptoon).
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats.
De parkeerhulp vóór is een aanvulling op
de parkeerhulp achter en wordt geactiveerd
zodra er bij een wagensnelheid van maximaal
10
km/h vóór de auto een obstakel wordt
gedetecteerd.
De parkeerhulp vóór wordt uitgeschakeld zodra
de auto langer dan drie seconden stilstaat met
een ingeschakelde versnelling vooruit, als er
geen obstakel meer wordt gedetecteerd of
wanneer de wagensnelheid hoger wordt dan
10
km/h.
De functie wordt automatisch
uitgeschakeld zodra een aanhanger
wordt aangekoppeld of een
fietsendrager wordt gemonteerd (auto's
voorzien van een door CITROËN
aanbevolen trekhaak of fietsendrager).Controleer bij slecht weer of in winterse
omstandigheden of de sensoren
soms bedekt zijn met modder, ijs
of sneeuw. Bij het inschakelen van
de achteruitversnelling geeft een
geluidssignaal (lange pieptoon) aan dat
de sensoren vuil kunnen zijn.
De parkeerhulp kan geluidssignalen
geven als reactie op bepaalde
omgevingsgeluiden (motoren,
vrachtwagens, drilboren, enz.).Uitschakelen/activeren van de
parkeerhulp vóór en achter
De functie kan worden uitgeschakeld door deze
knop in te drukken. Het controlelampje in de
knop gaat branden.
Door de knop opnieuw in te drukken wordt de
functie weer geactiveerd. Het controlelampje
dooft.
Aan de hand van het geluid dat via
de luidspreker (voor of achter) wordt
weergegeven, is te herkennen of het
obstakel zich voor of achter de auto bevindt.
Rijden
Page 269 of 452

267
DS4_nl_Chap10_info-pratiques_ed02-2015
Het reservewiel bevindt zich onder de vloer van
de bagageruimte.
Afhankelijk van de uitvoering en het land van
verkoop is er een volwaardig plaatstalen of
aluminium reservewiel, of een "thuiskomer"
aanwezig.
Zie de paragraaf "Toegang tot het
gereedschap" op de vorige bladzijde voor meer
informatie over hoe u het reservewiel kunt
bereiken.
Toegang tot het reservewiel
Als uw auto is voorzien van een
elektrisch bediende handrem, kan
uitsluitend een noodreservewiel
in de ruimte onder de vloer van de
bagageruimte worden opgeborgen.
Verwijderen van het volwaardige
reser vewiel
F Draai de gele centrale bout los.
F T il het reservewiel aan de achterzijde op
en trek het naar u toe.
F
V
er wijder het wiel uit de bagageruimte.
Bandenspanningscontrolesysteem
Het reservewiel is niet voorzien van
een bandenspanningssensor. Laat het
repareren van de lekke band uitvoeren
door het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Praktische informatie
Page 280 of 452

DS4_nl_Chap10_info-pratiques_ed02-2015
Lamp van de zijverlichting (LED)
vervangen
Raadpleeg voor het vervangen van dit type
LED-lampen het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Lichtgeleiders / parkeerlichten
vervangen
Neem voor het vervangen van dit type lamp
met leds contact op met het CITROËN-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
Lampen van mistlampen
vervangen
F Steek een platte schroevendraaier in het gaatje van de bumperstrip.
F
W
ip de strip voorzichtig los; de
parkeersensor blijft in de strip zitten.
F
V
er wijder de beide schroeven van de
mistlamp en neem deze uit de behuizing.
F
N
eem de stekker van de fitting los.
F
D
raai de fitting een kwart omwenteling en
verwijder het geheel.
F
T
rek de lamp uit de fitting en vervang de lamp.
Voer het monteren uit in de omgekeerde volgorde.
Voor het vervangen van deze lampen
kunt u ook het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats raadplegen.