keyless CITROEN DS4 2016 Instructieboekjes (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: CITROEN, Model Year: 2016, Model line: DS4, Model: CITROEN DS4 2016Pages: 436, PDF Size: 10.45 MB
Page 83 of 436

81
DS4_nl_Chap02_ouvertures_ed03-2015
Portieren
Openen
Van buitenaf
F Ontgrendel de auto of houd de elektronische sleutel van het Keyless entry
and start-systeem in het detectiegebied en
trek aan de portiergreep.
Van binnenuit
F Trek aan de binnenportiergreep van een portier; de auto wordt dan volledig
ontgrendeld.
Sluiten
Als een portier niet goed is gesloten:
-
b
ij draaiende motor of tijdens
het rijden (snelheid lager
dan 10
km/h) gaat dit lampje
branden in combinatie met een
waarschuwingsmelding die
enkele seconden verschijnt,
-
t
ijdens het rijden (snelheid hoger
dan 10
km/h) klinkt bovendien een
geluidssignaal gedurende enkele
seconden.
Als het selectief ontgrendelen is
geactiveerd en één keer op de
ontgrendelknop van de afstandsbediening
wordt gedrukt, kan alleen het
bestuurdersportier worden geopend. Als het selectief ontgrendelen is
geactiveerd:
-
w
ordt bij het openen van het
bestuurdersportier alleen het
bestuurdersportier ontgrendeld
(als de auto nog niet volledig
ontgrendeld was).
-
w
ordt bij het openen van een
van de andere portieren de auto
volledig ontgrendeld.
Toegang tot de auto
Page 84 of 436

DS4_nl_Chap02_ouvertures_ed03-2015
Achterklep
Afhankelijk van de configuratie worden alle
portieren of alleen de achterklep ontgrendeld.Selectieve ontgrendeling
Standaard is de volledige ontgrendeling
geactiveerd.
Deze instelling kan worden uitgevoerd via het
menu's "Rijden" en vervolgens "Configuratie
auto" en "Toegang auto" .
Als de ontgrendeling van alleen de achterklep
is geactiveerd:
F
D
ruk, ter wijl de elektronische sleutel zich in
de detectiezone A bevindt, op de knop voor
het openen van de achterklep om alleen
de achterklep te ontgrendelen en open
vervolgens de achterklep.
Druk op deze toets om aanvullende
informatie weer te geven. F
T
rek de achterklep omlaag met behulp van
een van de handgrepen aan de binnenzijde.
Sluiten
Openen
Volledige ontgrendeling
F Druk na het ontgrendelen van alle portieren
of de achterklep of ter wijl de elektronische
sleutel van het keyless entry and start-
systeem zich in het detectiegebied A
bevindt op de schakelaar voor het openen
van de achterklep en open vervolgens de
achterklep. Als de achterklep niet goed is gesloten:
-
g
aat bij draaiende motor of
tijdens het rijden (snelheid
lager dan 10 km/h), dit
verklikkerlampje branden en
wordt gedurende enkele seonden
een waarschuwingsmelding
weergegeven.
-
k
linkt tijdens het rijden, als de snelheid
hoger is dan 10 km/h, ook nog een
geluidssignaal gedurende enkele
seconden.
Het ontgrendelen wordt gesignaleerd door het
gedurende enkele seconden snel knipperen
van de richtingaanwijzers.
Page 117 of 436

11 5
DS4_nl_Chap04_amenagement_ed03-2015
Armleuning voor
Voor het comfort en als opbergmogelijkheid voor de bestuurder en voorpassagier.
Het deksel van de armleuning is in hoogte en lengterichting verstelbaar.
Hoogteverstelling
F Til het deksel op tot de gewenste stand (laag, tussenstand of hoog).
F
T
rek de armleuning in de hoogste stand
iets verder omhoog en beweeg hem
vervolgens naar de laagste stand.
Verstelling in lengterichting
F Schuif de armleuning zo ver mogelijk naar voren of naar achteren, tot de aanslag.
Opbergvak
Onder het deksel van de armleuning bevindt
zich een opbergvak. Afhankelijk van de
uitvoering is het opbergvak voorzien van een
230V/50Hz-stopcontact en de lezer van de
elektronische sleutel van het Keyless entry and
start-systeem.
F
T
rek de handgreep omhoog.
F
T
rek het deksel helemaal open.
Voorzieningen
Page 118 of 436

DS4_nl_Chap04_amenagement_ed03-2015
Armleuning vóór
Voor het comfort en als opbergmogelijkheid voor de bestuurder en voorpassagier.
Het deksel van de armleuning is in lengterichting verstelbaar.
Opbergvak
Onder het deksel van de armleuning bevindt
zich een opbergvak. Afhankelijk van de
uitvoering is dit vak voorzien van de lezer van
de elektronische sleutel van het Keyless entry
and start-systeem.
F
T
rek het deksel helemaal open.
Verstelling in lengterichting
F Trek de handgreep omhoog. U kunt nu de armleuning tot de aanslag naar voren
schuiven.
F
S
chuif de armleuning tot de aanslag naar
achteren en druk op de handgreep om de
leuning in deze stand te vergrendelen.
Page 135 of 436

133
DS4_nl_Chap05_visibilite_ed03-2015
Instapverlichting
Wanneer u bij duisternis de auto ontgrendelt met de afstandsbediening wordt de verlichting aan de buitenzijde ingeschakeld om het
instappen te vergemakkelijken. De verlichting gaat branden afhankelijk van de lichtsterkte die door de lichtsensor wordt gedetecteerd.
InschakelenUitschakelen
F Druk op het ontgrendelknopje
(open hangslot) van de
afstandsbediening of, bij een
auto met het Keyless entry and
start-systeem, op een van de
voorportiergrepen.
De dimlichten, de parkeerlichten en de
instapverlichting aan de zijkant (onder de
buitenspiegels) gaan branden en de auto wordt
ontgrendeld. Het in- en uitschakelen en de
duur van het branden van de
instapverlichting kunnen worden
ingesteld via het configuratiemenu
van de auto.
Programmeren
De instapverlichting gaat na een vooraf
ingestelde tijd automatisch uit of gaat uit bij het
aanzetten van het contact of het vergrendelen
van de auto.
Zicht
Page 191 of 436

189
DS4_nl_Chap08_conduite_ed03-2015
Starten / Afzetten van de motor met keyless entry and start
Starten van de motor
F Zet de selectiehendel in de stand P
of N (auto's met automatische
versnellingsbak) of de versnellingshendel
in de neutraalstand (auto's met
handgeschakelde versnellingsbak).
F
H
oud, als de elektronische sleutel zich in
de auto bevindt, het rempedaal ingetrapt bij
auto's met automatische versnellingsbak
of houd het koppelingspedaal volledig
ingetrapt bij auto's met handgeschakelde
versnellingsbak. F
D
ruk kort op de " S TA R T/
STOP
"-knop en houd daarbij
het pedaal ingetrapt tot de motor
draait. Als de elektronische sleutel niet
in de zone wordt gedetecteerd,
verschijnt een melding. Verplaats
de elektronische sleutel naar de
detectiezone zodat de motor kan
worden gestart.
Als aan een van de voor waarden voor
het starten niet wordt voldaan, wordt
ter herinnering een melding op het
instrumentenpaneel weergegeven. In
sommige gevallen moet het stuur wiel
heen en weer worden bewogen
ter wijl de " START/STOP "-knop
wordt ingedrukt om het stuurslot te
ontgrendelen; u wordt hiervan via een
melding op de hoogte gebracht.
De elektronische sleutel van het
keyless entry and start-systeem moet
zich binnen de detectiezone bevinden.
Verlaat om veiligheidsredenen deze
zone niet ter wijl de motor nog draait.
Auto's met
dieselmotor
Bij temperaturen onder
0 graden wordt de motor
pas na het doven van
het verklikkerlampje
"Voorgloeien" gestart.
Als dit lampje gaat branden nadat u op
" START/STOP "-knop hebt gedrukt,
moet u het rem- of koppelingspedaal
ingetrapt houden tot dit lampje uitgaat
en niet opnieuw op de " S TA R T/
STOP "-knop drukken, tot de motor is
aangeslagen.
Het stuurslot wordt ontgrendeld en de motor
start bijna direct.
Zie de onderstaande waarschuwing voor auto's
met een dieselmotor.
De elektronische sleutel hoeft niet in de lezer te
worden gestoken.
Rijden
Page 193 of 436

191
DS4_nl_Chap08_conduite_ed03-2015
Noodprocedure voor het
afzetten van de motor
In noodgevallen kan de motor
geforceerd worden afgezet door de
knop "START/STOP" ongeveer drie
seconden ingedrukt te houden.
In dat geval wordt het stuurslot ingeschakeld
zodra de auto stilstaat.
Als de elektronische sleutel
niet wordt herkend
Als de elektronische sleutel zich niet meer in
het detectiegebied bevindt tijdens het rijden of
wanneer u (op een later moment) de motor wilt
afzetten, wordt een melding weergegeven. F
H
oud de knop "START/STOP"
ongeveer drie seconden
ingedrukt als u de motor
geforceerd wilt afzetten (let op:
zonder de sleutel kan de motor
niet meer gestar t worden) .
Contact aanzetten
(zonder te starten)
Druk, met de sleutel van het Keyless entry
and start-systeem in het interieur van de auto,
zonder een pedaal in te trappen op de knop
" START/STOP " om het contact aan te zetten.
F
D
ruk op de knop " START/STOP ":
de verlichting en lampjes van het
instrumentenpaneel gaan branden
zonder dat de motor wordt gestart.
F
D
ruk nogmaals op de knop om het
contact af te zetten en de auto te kunnen
vergrendelen.
Bij aangezet contact gaat het systeem
automatisch over op de eco-mode om
te voorkomen dat het laadniveau van
de accu te ver zakt.
Rijden
Page 281 of 436

279
DS4_nl_Chap10_verifications_ed03-2015
BrandstoftankInhoud van de brandstoftank: ongeveer 60 liter.
Minimumbrandstofvoorraad
Als de minimumbrandstofvoorraad
is bereikt, gaat dit
waarschuwingslampje branden in
combinatie met een geluidssignaal
Ta n k e n
F Druk de toets A in tot u de tankklep hoort openen.
D
it is gedurende enkele minuten na het
afzetten van het contact mogelijk. Zet het
contact nog een keer aan om deze functie
opnieuw te activeren (indien nodig).
F
K
ies bij het tankstation de juiste
brandstofpomp.
Tank nooit als de motor door het
Stop & Start-systeem in de STOP-
stand is geschakeld; zet in dat geval
altijd het contact af met de sleutel of
met de knop "START/STOP" indien uw
auto is voorzien van het Keyless entry
and start-systeem.
Als er minder dan 5
liter brandstof
getankt wordt, wordt deze stijging van het
brandstofniveau niet weergegeven op de
brandstofmeter.
Tijdens het openen van de tankdop kan een
geluid van aangezogen lucht hoorbaar zijn.
Dit wordt veroorzaakt door de onderdruk
die ontstaat door de afdichting van het
brandstofcircuit. Dit geluid is normaal.
en een waarschuwingsmelding op het display.
Als dit lampje gaat branden, zit er nog
ongeveer 6
liter brandstof in de tank.
Zolang er niet voldoende brandstof is
getankt, gaat elke keer dat het contact wordt
aangezet dit waarschuwingslampje branden,
vergezeld van het geluidssignaal en de
waarschuwingsmelding. Dit geluidssignaal en
deze waarschuwingsmelding worden tijdens
het rijden steeds vaker herhaald naarmate het
niveau dichter bij 0
komt.
Ga zo snel mogelijk tanken om te voorkomen
dat u zonder brandstof komt te staan.
Als u zonder brandstof komt te staan
(auto met dieselmotor), raadpleeg dan de
desbetreffende rubriek.
Onderhoud
Page 305 of 436

303
DS4_nl_Chap10_verifications_ed03-2015
Voer de lege AdBlue®-flacons niet als
huisvuil af, maar deponeer ze in de
daartoe bestemde containers of breng
de flacons naar uw verkooppunt.
Belangrijk: als het AdBlue
®-
reservoir van uw auto helemaal leeg
is - dit wordt aangegeven door de
waarschuwingsmeldingen en u kunt in
dat geval de motor niet meer opnieuw
starten - moet u het reservoir vullen
met minimaal 3,8
liter additief
(twee flacons van 1,89
liter). Spoel gemorst additief onmiddellijk
weg met koud water of veeg het weg
met een vochtige doek.
Als het additief is gekristalliseerd,
ver wijder het dan met een spons en
warm water.
Belangrijk:
als u additief hebt
bijgevuld nadat het reservoir
leeg is geraakt , dient u ongeveer
5 minuten te wachten voordat u het
contact weer aanzet, zonder het
bestuurdersportier te openen, de
auto te ontgrendelen, de sleutel in
het contactslot te steken of de sleutel
van het Keyless entr y and star t-
systeem in het interieur te houden .
Zet vervolgens het contact aan en start
na 10 seconden wachten de motor.
F
P
ak een flacon AdBlue
®. Controleer de
houdbaarheidsdatum en lees vervolgens
aandachtig de gebruiksaanwijzing op het
etiket voordat u de inhoud van de flacon in
het AdBlue
®-reservoir van uw auto giet. F
V
eeg nadat u de flacon leeg hebt gegoten
met behulp van een vochtige doek
eventuele vloeistofsporen van de rand van
de vulopening van het reservoir.
F
B
reng de blauwe dop aan op de vulopening
van het reservoir en draai de dop een
zesde omwenteling rechtsom tot hij stuit.
F
B
reng de zwarte plastic dop aan door hem
op de opening vast te klikken.
F
M
aak het koord los van de haak van de
steun van de hoedenplank en laat de
vloerplaat van de bagageruimte zakken.
Onderhoud
Page 426 of 436

DS4_nl_Chap13_index-alpha_ed03-2015
M L
Massagefunctie ............................................... 89
Matten ........................................................... 118
Mat verwijderen
............................................ 11
8Menu
...................................
326, 328 , 332 , 340 ,
342 , 344 , 354, 356 ,
358 , 374 , 376
Menu's (audio)
..............................
340, 342 , 344
Menu's (Touchscreen)
.......................... 3
21
, 325
Menustructuren display
.......................
326, 328 ,
332 , 340 , 342,
344 , 354 , 356 ,
358 , 374 , 376 ,
412 , 413
Middenconsole
..............................................
114
Milieu
.........................................................
14, 72
Milieubewust rijden
......................................... 14
M
istachterlicht
...............................
13 0, 250 , 252
Mistlampen vóór
....................
13 0, 13 6 , 245 , 249
Monochroom display
............................... 43,
412
Motoren
.................................................
306, 310
Motorenoverzicht
..................................
306, 310
Motorkap
.......................................................
284
Motorkap, openen
.........................................
284
Motorkapsteun
...............................
...............
284
Motorolie
...............
........................................
287
Motorolieniveau, controle
...............................
35
Motorolieniveaumeter
...............................
35, 39
Motorruimte
...........................................
285, 286
M P3 (CD)
..............................................
399, 400
Multifunctioneel display (met autoradio)
.........................
43,
394
Kleurcode lak
................................................
315
Kleurendisplay met kaartweergave DT
...............................
.........
20
Klokje (instellen)
...............................
.........
43, 51
Koelvloeistofniveau
.......................................
289
Kofferdeksel sluiten
..................................
62, 82
Koplampsproeiers
.........................................
13 9
Koplampverstelling
....................................... 13
4
Krik
................................................................
235
Lampen vervangen
............................... 24
4
, 250
Lane Departure Warning System (LDWS)
...
212
Lange voorwerpen vervoeren
......................
120
Lekke band
....................................................
230
Lichtschakelaar
..................................... 12
8
, 131
Lokaliseren van de auto
............................
63, 68
Luchtfilter
......................................................
291
Luchtfilter (vervangen)
..................................
291
Kaartenhouder
..............................................
11 0
Kaartleeslampjes
..........................................
142
Kentekenplaatverlichting
.............................. 2
51
Keyless entry and start
.......................
66, 68 , 72
Kilometerteller
................................................. 40
K
inderbeveiliging
..........................................
162
Kinderen
.........................................
155, 157-16 0
Kinderen (veiligheid)
.....................................
162
Kinderen (veiligheidsvoorzieningen)
.........
148, 149 , 153 ,
155 , 157-16 0 , 176
Kinderzitjes .................... 14
8 , 149 , 153 -155 , 161
Kinderzitjes (conventioneel)
......................... 15 4
Klembeveiliging
............................................... 79
J
K
ISOFIX .......................................................... 159
ISOFIX bevestigingen ...................................157
ISOFIX kinderzitjes
................................ 157-16 0
Jack
........
....................................................... 350
JACK-aansluiting
.......................... 11
2, 350 , 402
Jack-kabel
..................................................... 350
Jukebox (beluisteren)
.................................... 353
Jukebox (kopie)
............................................. 35
3
Navigatiesysteem..........................326, 328 , 332
Niveaus controleren
...............................2 87-2 9 0
N