CITROEN DS5 2011 Instructieboekjes (in Dutch)
Manufacturer: CITROEN, Model Year: 2011, Model line: DS5, Model: CITROEN DS5 2011Pages: 348, PDF Size: 10.68 MB
Page 31 of 348

Controle tijdens het rijden
Verklikkerlampjes
Zodra de motor wordt gestart, moeten deze lampjes weer uitgaan.
Als het lampje blijft branden, controleer dan
voordat u gaat rijden welke functie het betreft.
Bijbehorende waarschuwingen
Sommige verklikkerlampjes kunnen gaan
branden in combinatie met een geluidssignaal
en een meldin
g op het display van het instrumentenpaneel.
Verklikkerlampjes kunnen constant branden
of knipperen.
Sommige verklikkerlampje kunnen optwee manieren oplichten: permanent of knipperend.
Aan de manier van oplichten in combinatie met de werkingsfase van de auto valt af te lezen of er sprake is van een normale situatie of een storing. Raadpleeg de onderstaande tabellen voor meer informatie.
De verklikkerlampjes geven de bestuurder
informatie over de werking van een systeem (ingeschakeld of uitgeschakeld) of
waarschuwen de bestuurder in het geval van
een storing (waarschuwingslampje).
Bij het aanzetten van het contact
Als het contact wordt aangezet, gaan
bepaalde waarschuwingslampjes op het
instrumentenpaneel en
/of op het display van het instrumentenpaneel enkele seconden branden.
Page 32 of 348

Verklikkerlampjes ingeschakelde functies
De volgende verklikkerlampjes op het instrumentenpaneel en/of op het display van het instrumentenpaneel geven aan dat de desbetreffende functie is ingeschakeld.
ControlelampjeStatusOorzaakActies / Opmerkingen
Richtingaanwijzer linksknippert, metgeluidssignaal. Als u de lichtschakelaar omlaagbeweegt.
Richtingaanwijzer rechtsknippert, metgeluidssignaal. Als u de lichtschakelaar omhoogbeweegt.
Parkeerlichtenpermanent.De lichtschakelaar staat in de stand "Parkeerlichten".
Dimlichtpermanent. De lichtschakelaar staat in de stand "Dimlicht".
Grootlichtpermanent. Als u de lichtschakelaar naar u toe
trekt. Trek aan de lichtschakelaar om terug te schakelennaar dimlicht.
Mistlampen vóórpermanent. De mistlampen vóór zijn
ingeschakeld. Draai de ring twee standen naar achteren om demistlampen vóór uit te schakelen.
Raadpleeg voor meer informatie over de lichtschakelaar het hoofdstuk "Zicht".
Automatischeschakelinggrootlicht/dimlicht
permanent.U hebt de lichtschakelaar naar u toe getrokken en de toets (links van hetstuurwiel) is ingedrukt.
Het controlelampje van de toetsbrandt.
De camera op de binnenspiegel geeft al of niet toestemmingvoor het overschakelen van het grootlicht naar het dimlicht,afhankelijk van de buitenverlichting en de verkeerssituatie.
Trek de lichtschakelaar naar u toe om het dimlicht weer in teschakelen.
Page 33 of 348

31Controle tijdens het rijden
Mistachterlichten
permanent. De mistachterlichten zijn
ingeschakeld. Draai de ring naar achteren om de mistachterlichten uit te schakelen.
ControlelampjeStatusOorzaakActies / Opmerkingen
Voorgloeien dieselmotor
permanent.De star tknop "STA R T/STOP"
is
ingedrukt (Contact). Wacht met star ten tot het verklikkerlampje uitgaat *
.
De wachttijd is afhankelijk van de
weersomstandigheden (in extreme gevallen30 seconden).
Als de motor niet wil aanslaan, zet dan het contact af. Zet het contact vervolgens weer aan en wacht opnieuw
tot het lampje uitgaat voordat u de motor start.
Elektrische parkeerrem
permanent.De elektrische parkeerrem is
aangetrokken. Zet de elektrische parkeerrem vrij zodat het
verklikkerlampje uitgaat: trap het rempedaal in en trek
aan de hendel van de elektrische parkeerrem.
Houd u aan de veiligheidsvoorschriften.
Raadpleeg het hoofdstuk "Rijden" voor meer
informatie over de elektrische parkeerrem.
Uitschakelingvan de automatische werking van de elektrischeparkeerrem
permanent. D
e functies "automatisch aantrekken" (bij het afzetten van de motor)en "automatisch vrijzetten" zijn
uitgeschakeld of werken niet.
Activeer de functie (volgens land van bestemming)
via het configuratiemenu van de auto of raadpleeg hetCITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats
als de parkeerrem niet meer automatisch wordt
aangetrokken of vrijgezet.
De parkeerrem kan met behulp van de procedure voor
de noodontgrendeling handmatig worden vrijgezet.
Raadpleeg voor meer informatie over de elektrischeparkeerrem het hoofdstuk "Rijden".
*
Wanneer uw auto is uitgerust met Keyless entry and star t, gaat dit verklikkerlampje onmiddellijk uit. Zo niet, houd dan het rempedaal ingetrapt tot het
lampje uitgaat.
Page 34 of 348

ControlelampjeStatusOorzaakActies / Opmerkingen
Automatische
ruitenwisserspermanen
t.De ruitenwisserschakelaar is naar
beneden bewo
gen.D
e automatische stand van de ruitenwissers vóór is
geactiveerd.Beweeg om de automatische stand van de
ruitenwissers te deactiveren de hendel omlaag of zet de hendel in een andere stand.
Airbag aanpassagierszijdepermanent op hetdisplay van de
verklikkerlampjes voor
de veiligheidsgordels
en de airbag vóór aan passagierszijde.
De schakelaar in het dashboardkastjestaat in de stand "ON".De passagiersairbag vóór is geactiveerd.Plaats in dit geval geen kinderzitje met de rug in de rijrichting op de stoel
van de voorpassagier.
Zet de schakelaar in de stand "OFF"
om depassagiersairbag vóór uit te schakelen.In dit geval kunt u een kinderzitje met de rug in de
rijrichting plaatsen.
Stop & Startpermanent. Het Stop & Start-systeem heeft
de motor in de STOP-standgezet(verkeerslicht, stopbord,
opstopping, enz.).Het lamp
je gaat uit en de motor wordt automatisch gestart als u wilt wegrijden.
knippert enkele
seconden en gaat dan uit.De
STOP-stand is nu nietbeschikbaar.of De motor wordt automatisch gestart. Raadplee
g het hoofdstuk "Rijden - § Stop & Start-systeem" voor bijzonderheden van de Stop- en Start-stand.
Page 35 of 348

33Controle tijdens het rijden
Verklikkerlampjes uitgeschakelde functies
De volgende verklikkerlampjes geven aan dat de desbetreffende functie handmatig is uitgeschakeld. Soms klinkt er ook een geluidssignaal en verschijnt er een melding op het display van het instrumentenpaneel.
ControlelampjeStatusOorzaakActies / Opmerkingen
Passagiersairbag
permanent, ophet display van de
verklikkerlampjes voor de veiligheidsgordelsen de airbag vóór aan passagierszijde.
De schakelaar in het dashboardkastjestaat in de stand "OFF".
De airbag vóór aan passagierszijde is
uitgeschakeld.
Zet de schakelaar in de stand "ON" om de airbag vóór
aan passagierszijde in te schakelen.
Bevesti
g in dit geval op deze zitplaats geen kinderzitjemet de rug in de rijrichting.
CDS/ASR
permanent. De toets linksonder op het dashboard
wordt ingedrukt. Het bijbehorende
verklikkerlampje gaat branden.
De functie CDS/ASR wordt
uitgeschakeld.
CDS: dynamische stabiliteitscontrole.
ASR: antislipregeling. Druk op de toets om de functie CDS/ASR in te
schakelen. Het verklikkerlampje dooft.
De functie CDS/ASR wordt automatisch ingeschakeld
als de motor wordt gestart.
Na uitschakelen van het systeem, wordt het
automatisch opnieuw in
geschakeld bij snelheden hoger dan ongeveer 50 km/h.
Page 36 of 348

Als bij draaiende motor of tijdens het rijden een van de volgende verklikkerlampjes gaat branden, wijst dit op een storing in het desbetreffende systeemen moet de bestuurder actie ondernemen.
Lees in het geval van een storing waarbij een waarschuwingslampje gaat branden de aanvullende informatie, die via een melding op het display van hetinstrumentenpaneel wordt weergegeven.
Raadpleeg indien nodig het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
ControlelampjeStatusOorzaakActies / Opmerkingen
STOPpermanent, in combinatie met een ander
waarschuwingslampje,een geluidssignaal en eenmelding op het display.
Dit waarschuwingslampje brandt bij eenlekke band, een storing met betrekking tot
het remsysteem of de stuurbekrachtiging,
een te lage motoroliedruk, een te hoge
koelvloeistoftemperatuur of een ernstige
elektrische storing.
Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats,
omdat u anders het risico loopt op ernstige motorschade.
Zet het contact af en raadpleeg het CITROËN-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
Servicebrandt tijdelijk. Er is een kleine storing opgetreden
waarbij geen specifiek controlelampje gaat branden.Identi
ficeer de storing met behulp van de melding op het
display, bijvoorbeeld:
- het sluiten van de portieren, achterklep of motorkap,
- het motorolieniveau,
- het niveau van de ruitensproeier vloeistof,
- de batteri
j van de afstandsbediening,
- de bandenspanning,
- ver vuiling van het roetfilter (diesel). - ...Raadpleeg in andere gevallen het CITROËN-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
permanent.Er is een ernstige storing opgetreden
waarbij geen specifiek controlelampje gaat branden.Identi
ficeer de storing met behulp van de melding op het display en raadpleeg het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
(Roetfilter (FA P),diesel)permanent, enige tijd
in combinatie met
de melding "Kans op
verstopping roetfilter".Geeft aan dat het roetfilter verstopt
be
gint te raken. Regenereer het roetfilter, als de
verkeersomstandigheden het toelaten, door met een snelheid van minimaal 60 km/h te rijden tot het
verklikkerlampje Service dooft.
permanent.Geeft aan dat het minimumniveau
van het additiefreservoir is bereikt. Laat het reser voir zo snel mogelijk bijvullen door het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.gj j
Page 37 of 348

35
Controle tijdens het rijden
ControlelampjeStatusOorzaakActies / Opmerkingen
Elektrische
parkeerrem
knippert.Het aantrekken van de elektrische
parkeerrem is onderbroken.
Het aantrekken/vrijzetten werkt niet.
Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats.
Parkeer de auto op een vlakke, horizonale
ondergrond, zet het contact af en raadpleeg het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Storing elektrischeparkeerrem
permanent. Er is alleen een storing in deelektrische parkeerrem. Raadpleeg zo snel mogelijk het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
De rem kan handmatig worden vrijgezet.
Raadpleeg voor meer informatie over de elektrischeparkeerrem het hoofdstuk "Rijden".
Remsysteem
permanent. Het remvloeistofniveau is te laag. Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats.
Vul het niveau bij met een vloeistof voorzien van eenartikelnummer van CITROËN.j
Als het probleem zich blijft voordoen, laat het systeemdan controleren door het CITROËN-netwerk of door jy
een gekwalificeerde werkplaats.
+
permanent, in
combinatie met het
waarschuwingslampje
ABS. Er is een storin
g in de elektronische
remdrukregelaar (REF). Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats.
Laat het systeem controleren door hetCITROËN-netwerk of door een gekwalificeerde
wer
kplaats.
Uitschakelingvan de automatische werking van de elektrischeparkeerrem
permanent. D
e functies "automatisch aantrekken" (bij het afzetten van de motor)en "automatisch vrijzetten" zijn
uitgeschakeld of werken niet.
Activeer de functie (volgens land van bestemming)
via het configuratiemenu van de auto of raadpleeg hetCITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats
als de parkeerrem niet meer automatisch wordt
aan
getrokken of vrijgezet.
De parkeerrem kan met behulp van de procedure voor
de noodont
grendeling handmatig worden vrijgezet.
Raadpleeg voor meer informatie over de elektrischeparkeerrem het hoofdstuk "Rijden".
Page 38 of 348

ControlelampjeStatusOorzaakActies / Opmerkingen
Dynamische
stabiliteitscontrole (CDS/ASR)
knippert. De CDS-/ASR-regeling is actief. Deze functie verbetert de aandrijving en zorgt voor een betere koersstabiliteit.
permanen
t.Storing in het CDS-/ASR-systeem,
tenzij deze is uitgeschakeld (toets
ingedrukt en verklikkerlampje van de
toets brandt).Laat het s
ysteem controleren door het
CITROËN-netwerk of door een gekwalificeerde
werkplaats.
Zelfdiagnose motorknippert. Er is een storing in het motormanagementsysteem. Kans op beschadiging van de katalysator.
Laat dit controleren door het CITROËN-netwerk of
door een gekwalificeerde werkplaats.
permanent. Er is een storin
g in de emissieregeling. Het verklikkerlampje moet doven als de motor wordt gestart.Raadpleeg het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats als dit niet het geval is.
Laag brandstofniveaupermanent, terwijl de
2 laatste segmenten knipperen.
Als het lampje gaat branden zit er nog ongeveer 6 literrbrandstofinfde tank.
Ga zo snel mogelijk tanken om te voorkomen dat umet een lege tank strandt. Dit verklikkerlampje gaat elke keer na het aanzetten
van het contact branden zolang er niet voldoende
brandsto
f getankt is.
Inhoud brandstoftank: 60 liter.
Ri
jd nooit door tot de tank helemaal leeg is,
omdat anders het emissieregelsysteem en het injectiesysteem beschadigd kunnen raken.
Antiblokkeersysteem
(ABS)
permanent. Er is een storing in het
antiblokkeersysteem.De normale remwerkin
g blijft behouden.
Ri
jd voorzichtig met lage snelheid en raadpleeg
zo snel mogelijk het CITROËN-netwerk of eengekwalificeerde werkplaats.
Page 39 of 348

37
Controle tijdens het rijden
ControlelampjeStatusOorzaakActies / Opmerkingen
Airbags
tijdelijk.Het lampje brandt gedurende enkele seconden en dooft als het contact
wordt aangezet.
Het lampje moet doven zodra de motor wordt gestart.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats als dit niet het geval is.
permanent. Er is een storing in een van de
airbags of de pyrotechnische gordelspanners. Laat dit controleren door het CITROËN-netwerk o
f een gekwalificeerde werkplaats.
Bochtverlichting
knippert. Er is een storing in de
bochtverlichting. Laat dit controleren door het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Autogordel(s)
niet vastgemaakt of weerlosgemaakt
permanent
of knippert in combinatie met een geluidssignaal. Een van de auto
gordels is niet
vast
gemaakt of weer losgemaakt. Trek aan de
gordel en klik de gesp vast in de
gesphouder.
Page 40 of 348

Koelvloeistoftemperatuurmeter
Bij draaiende motor:
- in zone A
, de temperatuur is in orde,
- in zone B, de temperatuur is te hoog. Het
waarschuwingslampje STOPgaat branden,
in combinatie met een geluidssignaal
en een melding op het display van het instrumentenpaneel.
Stop zo snel mogelijk op een veilige plaats.Wacht enkele minuten voordat u de motor afzet.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
De temperatuur en de druk in het koelcircuitbeginnen na enkele minuten rijden te stijgen.
Om koelvloeistof bij te vullen: ) wacht tot de motor is afgekoeld, )
draai de dop twee omwentelingen los om
de druk te laten dalen,
) ver wijder vervolgens de dop, )
vul bij tot aan het merkteken "MAXI".
Wees voorzichtig bij het bijvullen van de koelvloeistof: kans op brandwonden. Vul niet bij tot boven het maximumniveau (aangegeven op het reservoir).