CITROEN DS5 2011 Instructieboekjes (in Dutch)
Manufacturer: CITROEN, Model Year: 2011, Model line: DS5, Model: CITROEN DS5 2011Pages: 348, PDF Size: 10.68 MB
Page 61 of 348

59Toegang tot de auto
Elektrisch bedienbare ruiten
1.Schakelaar ruitbedieninglinksvoor.2.Schakelaar ruitbedieningrechtsvoor.3.Schakelaar ruitbedieningrechtsachter.
Handbediening
Duw of trek de schakelaar tot het zware punt om de ruit te openen of sluiten. De ruit stopt
zodra de schakelaar wordt losgelaten.
Automatische bedienin
g Duw of trek de schakelaar voorbij het zware
punt om de ruit te openen of sluiten. Als u de
schakelaar hebt losgelaten, opent of sluit de ruit
volledig. Druk opnieuw op de schakelaar om
het openen of sluiten te stoppen.
Ongeveer 45 seconden nadat het contact is
afgezet, kunnen de ruiten niet meer wordenbediend. Zet het contact aan om de ruiten weer te
kunnen bedienen.
4
. Schakelaar ruitbedieninglinksachter.5.Blokkeerschakelaar elektrisch bedienbare ruiten achter , rvergrendeling van de achterportieren(kinderbeveiliging).
Page 62 of 348

Antiklemvoorziening
Als de ruit sluit en tegen een obstakel stuit,stopt de ruit en gaat deze direct gedeeltelijk
w
eer open.
Als de ruit niet wil sluiten, druk dan op deschakelaar om de ruit helemaal te openen en
trek vervolgens de schakelaar omhoog tot de ruit volledig is gesloten. Houd de schakelaar nahet sluiten nog ongeveer 1 seconde vast.
Tijdens deze handelingen is de antiklemvoorziening uitgeschakeld.
Blokkering van de ruitbedieningachter
Resetten van de
ruitbedienin
g
Wanneer tijdens het bedienen van deruit iets tussen de ruit en de sponningbekneld raakt, moet de ruit weer worden geopend. Druk daar voor op de desbetreffende schakelaar.
Wanneer de bestuurder de ruit aanpassagierszijde bedient, moet deze ervan verzekerd zijn dat niets hetcorrecte sluiten van de ruit hindert.
De bestuurder moet ervan verzekerd zijn dat de passagiers op de juiste manier gebruik maken van deelektrische ruitbediening.
Zorg ervoor dat kinderen zich tijdens het bedienen van de ruit niet kunnen
bezeren.
Let op inzittenden en/of personen in de buurt van de auto tijdens het sluiten vande ruiten met de elektronische sleutel of het "keyless entry and star t"-systeem. Als de accu los
gekoppeld is geweest, moet deruitbediening gereset worden. Tijdens deze handelingen is de
ant
iklemvoorziening uitgeschakeld:
- open de ruit volledig en sluit de ruit.
Telkens als de schakelaar omhoo
g wordt getrokken, sluit de ruit enkele centimeters.
Laat de schakelaar los en trek hemopnieuw omhoog totdat de ruit volledig is gesloten,
- houd de schakelaar na het sluiten nog
minimaal 1 seconde vast.
Druk, voor de veiligheid van uwkinderen, op de schakelaar 5 om deruitbediening achter, ongeacht de
stand van de ruiten, te blokkeren.
Ter bevestiging gaat het controlelampje vande knop branden en wordt er een melding
weergegeven. Het lampje blijft branden zolang
de kinderbeveiliging is ingeschakeld.
De binnenportiergrepen van de achterportieren
worden in dat geval ook geblokkeerd.
Het blijft mogelijk om de portieren van buitenaf
te openen en de achterportierruiten via het
bedieningspaneel op het bestuurdersportier te bedienen.
Page 63 of 348

61Toegang tot de auto
Cockpit Roof
U hebt de beschikking over een pamoramisch
opper vlak van getint glas, waardoor delichtinval en het zicht in het interieur worden
vergroot.
De drie elektrisch bedienbare zonneschermen
zorgen voor een beter thermisch comfort en en hebben een geluidsisolerende werking voor het
interieur.Zowel het openen als het sluiten is op twee
manieren mo
gelijk:
Elektrische zonneschermen
) Duw of trek de schakelaar tot voorbij het
zware punt.
Bedien de schakelaar één keer om het scherm volledig te openen of te sluiten.
Nadat u de schakelaar nogmaals hebt bediend, verplaatst het scherm zich nogongeveer 2 cm, waarna het stopt.
) Duw of trek de schakelaar tot aan hetzware punt (naar voren voor het sluiten,
naar achteren voor het openen). Wanneer de schakelaar wordt losgelaten,
verplaatst het scherm zich nog ongeveer
2 cm, waarna het stopt.
Page 64 of 348

Beveiliging tegen beknellen
Als het zonnescherm tijdens het automatischsluiten bijna volledig is gesloten en op een
obstakel stuit, stopt het scherm en gaat het gedeeltelijk weer open.
Meteen nadat het scherm ti
jdens het sluiten
stopt en weer opengaat:
) bedien de schakelaar tot het scherm
volledig is geopend, ) bedien vervolgens de schakelaar tot hetscherm volledig is gesloten.Tijdens deze handelingen werkt de
beveiliging tegen beknellen niet.
Wanneer tijdens het bedienen vanhet scherm iets bekneld raakt, moet het scherm weer worden geopend. Druk daarvoor op de desbetreffendeschakelaar.
Wanneer de bestuurder het schermbedient, moet deze ervan verzekerd zijn dat niets het correcte sluiten van het scherm verhindert.
De bestuurder moet ervan verzekerd zijn dat de passagiers op de juiste manier gebruik maken van het zonnescherm.
Zorg ervoor dat kinderen zich tijdens het bedienen van het scherm nietkunnen bezeren.
Resetten
Wanneer de elektrische voeding van het
zonnescherm tijdens de werking ervan
onderbroken is geweest, moet u de beveiliging
te
gen beknellen resetten: )bedien de schakelaar tot het scherm
volledig is gesloten,
)houd de schakelaar nog minimaal 3 seconden ingedrukt. Er zal dan een lichte beweging van het scherm waarneembaar zijn, ter bevestiging van het resetten.
Page 65 of 348

63Toegang tot de auto
Brandstoftank Inhoud van de brandstoftank: ongeveer 60 liter.
Als er minder dan 5 liter brandstof getankt wordt, wordt deze stijging van het brandstofniveau niet weergegeven op de brandstofmeter.
Tijdens het openen van de tankdop kan eengeluid van aangezogen lucht hoorbaar zijn. Dit wordt veroorzaakt door de onderdruk
die ontstaat door de afdichting van het
brandstofcircuit. Dit geluid is normaal. )Kies bij het tankstation de juiste brandstof (deze staat vermeld op de sticker aan de binnenzijde van de brandstofvulklep vanuw auto). ) Open de vuldop door deze een kwart
omwenteling linksom te draaien. ) Verwijder de vuldop en plaats deze op de steun (aan de klep).
Openen
Indien u per vergissing de verkeerdebrandstof voor uw auto tankt, moetde tank beslist worden afgetapt voordat de motor kan wordengestart.
Tank nooit als de motor door het Stop& Star t-systeem in de STOP-stand isgeschakeld; zet in dat geval altijd hetcontact af met "START/STOP"-knop.
Tanken
)
Steek bij een benzine-uitvoering het
vulpistool zo ver mogelijk in de vulopening en druk hierbij de metalen klep Ain. ) Vul de brandstoftank. Laat het vulpistoolmaximaal drie keer afslaan, aangezien er
anders storingen kunnen optreden. ) Plaats de vuldop terug en sluit deze door
de dop een kwart omwenteling rechtsom te draaien. ) Druk de klep van de tankdop dicht.
Uw auto is voorzien van een katalysator, die de schadelijke bestanddelen in de uitlaatgassen
vermindert.
Door de vernauwde vulpijp kan alleen benzine
worden getankt.
Bij benzinemotoren mag uitsluitend loodvrije benzine worden gebruikt.
)Druk op de toets.
Na afzetten van het contact is deze toetsnog enkele minuten actief. Zet eventueel
opnieuw het contact aan om deze toets weer te activeren.
Page 66 of 348

Minimumbrandstofniveau
Als het minimumbrandstofniveauis bereikt, gaat dit
waarschuwingslampje branden, in
combinatie met een geluidssignaalen een melding op het display van het instrumentenpaneel.
Als dit lampje gaat branden, zit er nog ongeveer 6 liter brandstof in de tank.Ga zo snel mogelijk tanken om te voorkomendat u zonder brandstof komt te staan.
Onderbreking
brandstoftoevoer
Uw auto is voorzien van een beveiliging die bij een aanrijding onmiddellijk de brandstoftoevoer afsluit.
Het voorzichtig vullen van de brandstoftank met behulp van een jerrycan is wel mogelijk. Houd de tuit van de jerrycan recht en druk deze niet tegen de klep van de vulpistoolrestrictie, om ervoor te zorgen dat de brandstof netjes in de vulopening stroomt.
Vulpistoolrestrictie (diesel) *
Dit mechanisme is aangebracht in auto's met een dieselmotor, waardoor het onmogelijk is om benzine te
tanken. Hiermee wordt schade aan motoren, ontstaan door het tanken van de verkeerde brandstof, voorkomen. Deze voorziening, die in de tankopening is ingebouwd, is zichtbaar zodra u de brandstoftankdop
ver wijdert.
Wanneer u bi
j een dieseluitvoering eenbenzinetankpistool in de tankopening plaatst,
wordt dit tegengehouden door een klep,
waardoor het vergrendeld blijft en er dus nietgetankt kan worden.
Probeer in dat geval niet toch te tankenmaar kies een dieseltankpistool.
Werking
Reizen naar het buitenland
Omdat de tankpistolen voor het tanken van Diesel per land kunnen verschillen, kan de
aanwez
igheid van een tankbeveiliging op de
auto er toe leiden dat tanken niet mogelijk is.
Wij adviseren u daarom voordat u naar het
buitenland afreist bi
j het CITROËN-netwerk
te informeren of uw auto geschikt is om in het desbetreffende land te kunnen tanken.
*
Vol
gens land van bestemming.
Page 67 of 348

DIESEL
65
Toegang tot de auto
Brandstofkwaliteit voor
benzinemotoren
Auto's met benzinemotoren kunnen probleemloos rijden op biobrandstoffen van het
type E10 en E24 (deze bevatten resp.
10% en 24% ethanol) die voldoen aan de Europese richtlijnen EN 228 en EN 15376.
Brandstoffen van het type E85 (deze bevatten
tot 85% ethanol) zijn uitsluitend geschikt voor
auto's die speciaal bestemd zijn voor dit type
brandstof (BioFlex-auto's). De kwaliteit van de ethanol moet voldoen aan de Europese richtlijn EN 15293.
Auto's die kunnen rijden op brandstoffen meteen ethanolgehalte tot 100% (type E100),
worden alleen verkocht in Brazilië.
Brandstofkwaliteit voor
dieselmotoren
Auto's met dieselmotoren kunnen probleemloosrijden op biobrandstoffen die aan de huidige
en toekomstige Europese richtlijnen voldoen (diesel die voldoet aan de richtlijn EN 590 gemengd met biobrandstof die voldoet aan
de richtlijn EN 14214) en die aan de pomp
getankt kunnen worden (met een gehalte aan
methyl-estervetzuren van 0 tot 7%).
Het gebruik van biobrandstof B30 is mogelijk
bij bepaalde dieselmotoren op voor waarde dat
de bijzondere onderhoudsvoorschriften striktworden nageleefd. Raadpleeg het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Het gebruik van elk ander type (bio)brandstof (zuivere of verdunde plantaardige of dierlijke
olie, stookolie ...) is nadrukkelijk verboden(kans op schade aan de motor en het
brandstofcircuit).
Page 68 of 348

003
Comfort
Page 69 of 348

Page 70 of 348

Vo or stoelen
Handmatig
1.Hoofdsteun in hoogte verstellen en
kantelen
Trek de hoofdsteun omhoo
g om deze hoger te stellen.
Houd de pal ingedrukt en druk gelijktijdigop de hoofdsteun om de hoofdsteun lager
te stellen.2.Kantelen van de rugleuningDraai aan de draaiknop om de rugleuningin de gewenste hellingshoek te zetten.3.Instellen van de zithoogteBeweeg de hendel net zo lang omhoog
of omlaag tot de gewenste instelling is bereikt.4.Verstellen van de stoel in lengterichtingTil de beugel op en schuif de stoel naar
voren of naar achteren. 5.Lendensteun bestuurdersstoel
verstellen
Draai aan de draaiknop om de
gewenstemate van steun voor de lendenen in testellen.