CITROEN DS5 2016 Instructieboekjes (in Dutch)
Manufacturer: CITROEN, Model Year: 2016, Model line: DS5, Model: CITROEN DS5 2016Pages: 745, PDF Size: 50.09 MB
Page 61 of 745

59
DS5_nl_Chap02_ouvertures_ed02-2015
Gooi de lege batterijen van de
afstandsbediening niet weg: ze bevatten
metalen die schadelijk zijn voor het milieu.
Lever lege batterijen in bij een speciaal
verzamelpunt.
Batterij vervangen
Batterij ref.: CR2032 / 3 V.
D eze batterij is via het CITROËN-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats verkrijgbaar.
Als de batterij vervangen moet worden, wordt u
gewaarschuwd door een melding op het display
van het instrumentenpaneel.
F
W
ip het deksel met een kleine
schroevendraaier bij de uitsparing los.
F
V
er wijder het deksel.
F
V
er wijder de lege batterij.
F
P
laats een nieuwe batterij in de juiste
richting in de houder.
F
D
ruk het deksel vast.
Storing in en resetten van
de afstandsbediening
Na het losnemen en weer aansluiten van de accukabels,
het vervangen van de batterij van de afstandsbediening
of een storing in de afstandsbediening kan de auto
niet meer met de afstandsbediening ontgrendeld,
vergrendeld en gelokaliseerd worden.
F Steek eerst de mechanische sleutel (ondergebracht in de afstandsbediening) in
het slot om de auto te ontgrendelen.
F
P
laats de elektronische sleutel in de lezer.
F
Z
et het contact aan door op "START/
STOP" te drukken.
De elektronische sleutel werkt nu weer.
Raadpleeg zo snel mogelijk het CITROËN-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats als
de storing niet is verholpen.
Toegang tot de auto
Page 62 of 745

DS5_nl_Chap02_ouvertures_ed02-2015
Elektronische sleutel verloren
Ga met het kentekenbewijs van de auto, uw legitimatiebewijs en, indien mogelijk, met het kaartje voorzien van de sleutelcode naar het
CITROËN-netwerk.
Het CITROËN-netwerk kan de speciale code van de sleutel en de transponder opzoeken en een nieuwe bestellen.
Elektronische sleutel
De radiografische elektronische sleutel is een systeem met een groot bereik. Het is raadzaam om niet met de knoppen van de sleutel te spelen
om te voorkomen dat de portieren per ongeluk ontgrendeld worden.
Druk nooit op de knoppen van uw elektronische sleutel buiten het bereik en het zicht van uw auto. De sleutel kan dan onbruikbaar worden en
moet in dat geval opnieuw worden gesynchroniseerd.
De elektronische sleutel kan niet als afstandsbediening functioneren als de sleutel in de lezer zit of als het contact is aangezet.
Vergrendelen van de auto
Het rijden met vergrendelde portieren kan in geval van nood de toegang tot het interieur belemmeren.
Neem uit veiligheidsover wegingen (kinderen in de auto) de elektronische sleutel mee als u de auto verlaat, zelfs al is dit voor korte duur.
Elektrische storingen
De elektronische sleutel werkt in sommige gevallen niet correct in de nabijheid van elektronische apparatuur: telefoon, laptop, sterke
magnetische velden, ...
Diefstalbeveiliging
Breng geen wijzigingen aan in de elektronische startblokkering; dit kan tot storingen leiden.
Bij het aanschaffen van een gebruikte auto
Laat door het CITROËN-netwerk controleren of er een pairing van uw autosleutels heeft plaatsgevonden, zodat u er zeker van kunt zijn dat de
in uw bezit zijnde sleutels de enige zijn waarmee de auto kan worden gestart.
Page 63 of 745

61
DS5_nl_Chap02_ouvertures_ed02-2015
Centrale vergrendeling
Het rijden met vergrendelde portieren
kan bij een noodgeval de toegang tot de
auto voor de hulpdiensten bemoeilijken. Als een van de portieren of de achterklep
geopend is, werkt de automatische
centrale vergrendeling niet: u hoort de
sloten dan weer openspringen.
Ver voer van lange of grote
voor werpen
Mocht u met geopende achterklep en
vergrendelde portieren willen rijden,
druk dan op de toets voor de centrale
vergrendeling om de portieren te
vergrendelen.
Handbediende centrale
vergrendeling
F Druk op deze knop om de centrale vergrendeling van de auto (portieren en
achterklep) vanuit het interieur te bedienen.
F
D
ruk nogmaals op de knop om de auto
volledig te ontgrendelen.
Bij vergrendeling/supervergrendeling van
buitenaf
Als de auto van buitenaf is vergrendeld of
als de supervergrendeling van buitenaf is
ingeschakeld, is de knop buiten werking.
F
T
rek na het vergrendelen van de auto aan
de binnenportiergreep van een van de
portieren om de auto te ontgrendelen.
F
A
ls de supervergrendeling is ingeschakeld,
moet u de afstandsbediening, het Keyless
entry and start-systeem of de geïntegreerde
sleutel gebruiken om de auto te ontgrendelen.
Automatische centrale
vergrendeling van de portieren
(beveiliging tegen agressie)
De portieren en de achterklep worden tijdens
het rijden automatisch vergrendeld bij een
snelheid hoger dan 10
km/h.
Om deze functie in of uit te schakelen
(standaard is deze functie geactiveerd):
F
D
ruk met aangezet contact op
deze knop tot er een melding op
het instrumentenpaneel wordt
weergegeven.
Toegang tot de auto
Page 64 of 745

DS5_nl_Chap02_ouvertures_ed02-2015
Achterklep
F Druk, nadat de achterklep of alle portieren van de auto zijn ontgrendeld,
op de schakelaar voor het openen van de
achterklep en open de achterklep.
Openen van buitenaf
F Druk op deze knop tot u hoort dat de achterklep ontgrendeld wordt.
Noodbediening
Ontgrendelen
F Klap de achterbank naar voren om bij het slot in de bagageruimte te komen.
F
S
teek een kleine schroevendraaier in de
opening A van het slot om de achterklep te
ontgrendelen.
F
V
erplaats de nok naar links.
Hiermee kan bij een lege accu of een eventuele
storing in het systeem van de centrale
vergrendeling de achterklep mechanisch
ontgrendeld worden.
Vergrendeling na het sluiten
Wanneer de achterklep weer wordt gesloten,
wordt deze weer vergrendeld als het probleem
niet is verholpen.
Sluiten
F Trek de achterklep omlaag met behulp van
de handgreep aan de binnenzijde.
Als de achterklep niet goed is gesloten bij
draaiende motor of rijdende auto (snelheid
boven de 10
km/h), verschijnt er gedurende
enkele seconden een melding op het display
van het instumentenpaneel.
Openen vanuit het interieur
Page 65 of 745

63
DS5_nl_Chap02_ouvertures_ed02-2015
Dit systeem beveiligt uw auto tegen inbraak en
diefstal. Het systeem bestaat uit de volgende
typen beveiliging:
Alarm
- Omtrekbeveiliging
Dit systeem houdt de te openen
carrosseriedelen van de auto in de gaten.
Het alarm gaat af als iemand een portier, de
achterklep of de motorkap probeert te openen.
- Interieurbeveiliging
Dit systeem treedt in werking als er
bewegingen in het interieur worden
waargenomen.
Het alarm gaat af als er een ruit wordt
ingeslagen, als iets of iemand de auto
binnendringt of als iets of iemand in de auto
beweegt.
- Wegsleepbeveiliging
Dit systeem treedt in werking als er
veranderingen in de wagenhoogte worden
waargenomen.
Het alarm gaat af als de auto wordt opgetild,
verplaatst of aangestoten.
Automatische
beveiligingsfunctie
Dit systeem treedt in werking als iemand
probeert het alarm te saboteren.
Het alarm gaat af als iemand probeert de
accu, de knop of de kabels van de sirene
uit te schakelen of te beschadigen.Raadpleeg het CITROËN-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats
alvorens wijzigingen aan het
alarmsysteem aan te brengen.
Vergrendelen van de auto met
volledig ingeschakeld alarm
Inschakelen
F Zet het contact af en verlaat de auto.
F
D
ruk op de vergrendelknop
van de afstandsbediening of
vergrendel de auto met het
"Keyless entry and start"-
systeem.
Nadat de auto met de
afstandsbediening of het "Keyless entry
and start"-systeem is vergrendeld,
wordt de omtrekbeveiliging na
5
seconden, de interieurbeveiliging na
45
seconden en de wegsleepbeveiliging
na 90
seconden geactiveerd.
Indien een portier of de achterklep niet
goed is gesloten, wordt de auto niet
vergrendeld, maar wordt de uitwendige
beveiliging na 45
seconden wel
ingeschakeld.
Het alarmsysteem is geactiveerd: het
verklikkerlampje van de knop zal één keer per
seconde knipperen.
Toegang tot de auto
Page 66 of 745

OFF
OFF
DS5_nl_Chap02_ouvertures_ed02-2015
Vergrendelen van de auto
met alleen de uitwendige
beveiliging ingeschakeld
Schakel de interieur- en wegsleepbeveiliging uit
om te voorkomen dat het alarm onnodig wordt
ingeschakeld als bijvoorbeeld:
-
e
en ruit op een kier blijft staan,
-
e
en huisdier in de auto achterblijft,
-
d
e auto wordt gewassen,
-
e
en wiel wordt ver wisseld,
-
d
e auto wordt gesleept,
-
d
e auto op een boot wordt vervoerd.Uitschakelen van de interieur- en
wegsleepbeveiliging
F Zet het contact af en druk binnen 10 seconden op deze knop
tot het verklikkerlampje blijft
branden.
F
V
erlaat de auto.
F
D
ruk onmiddellijk op de
vergrendelknop van de
afstandsbediening of vergrendel
de auto met het "Keyless entry
and start"-systeem.
Alleen de uitwendige beveiliging wordt
ingeschakeld; het verklikkerlampje van de knop
zal één keer per seconde knipperen.
Wanneer de auto automatisch weer
wordt vergrendeld (als niet binnen
30
seconden een portier of de
achterklep wordt geopend), wordt het
alarmsysteem niet automatisch weer
ingeschakeld.
Om het alarmsysteem weer in te
schakelen moet u de auto ontgrendelen
en weer vergrendelen met de
afstandsbediening of met het "Keyless
entry and start"-systeem. De interieur- en wegsleepbeveiliging
worden uitsluitend uitgeschakeld als
deze procedure elke keer na het afzetten
van het contact wordt uitgevoerd.
F
D
ruk op de ontgrendelknop
van de afstandsbediening of
ontgrendel de auto met het
"Keyless entry and start"-
systeem.
Uitschakelen
Het alarmsysteem wordt
uitgeschakeld; het verklikkerlampje
van de knop gaat uit.
Page 67 of 745

OFF
OFF
65
DS5_nl_Chap02_ouvertures_ed02-2015
Opnieuw inschakelen van de
interieur- en wegsleepbeveiliging
Afgaan van het alarm
Als het alarm afgaat, treedt de sirene in
werking en knipperen de richtingaanwijzers
gedurende dertig seconden.
Als het alarm voor de 11
e keer afgaat, worden
de alarmsystemen uitgeschakeld.
F
D
ruk op de ontgrendelknop
van de afstandsbediening of
ontgrendel de auto met het
"Keyless entry and start"-
systeem om de omtrekbeveiliging
uit te schakelen.
F
D
ruk op de vergrendelknop
van de afstandsbediening of
vergrendel de auto met het
"Keyless entry and start"-
systeem om alle alarmsystemen
in te schakelen.
Het verklikkerlampje van de knop
zal opnieuw één keer per seconde
knipperen. Als het verklikkerlampje van de knop
snel knippert bij het ontgrendelen van
de auto met de afstandsbediening of
met het "Keyless entry and start"-
systeem, is het alarm tijdens uw afwezigheid
afgegaan. Het lampje stopt met knipperen als
het contact wordt aangezet.
Storing afstandsbediening
Voer in dit geval de volgende handelingen uit
om de beveiligingsfuncties uit te schakelen.
F
O
ntgrendel de auto met de sleutel (in de
afstandsbediening) in het slot van het
bestuurdersportier.
F
O
pen het portier; het alarm gaat af.
F
Z
et het contact aan, het alarm stopt. Het
verklikkerlampje van de knop gaat uit.
Vergrendelen van de auto
zonder het alarm in te
schakelen
F Vergrendel de auto of schakel de supervergrendeling in met de sleutel (in
de afstandsbediening) in het slot van het
bestuurdersportier.
Storing
Als bij het aanzetten van het contact het
verklikkerlampje van de knop blijft branden,
duidt dit op een storing in het systeem.
Laat het systeem controleren door het
CITROËN-netwerk of door een gekwalificeerde
werkplaats.
* Volgens verkoopland.
Automatisch inschakelen*
Het systeem wordt 2 minuten nadat het
l aatste portier of de achterklep is gesloten,
automatisch ingeschakeld.
F
O
m het afgaan van het alarm bij het
openen van een portier of de achterklep
te voorkomen, moet eerst op de
ontgrendelknop van de afstandsbediening
worden gedrukt of moet de auto
ontgrendeld worden met het "Keyless entry
and start"-systeem.
Toegang tot de auto
Page 68 of 745

DS5_nl_Chap02_ouvertures_ed02-2015
Elektrisch bedienbare ruiten
1. Schakelaar ruitbediening linksvoor.
2. Schakelaar ruitbediening rechtsvoor.
3.
S
chakelaar ruitbediening rechtsachter.
Werking
Handmatig
Duw of trek de schakelaar tot het zware punt
om de ruit te openen of sluiten. De ruit stopt
zodra de schakelaar wordt losgelaten.
4.
S
chakelaar ruitbediening linksachter.
5.
B
lokkeerschakelaar elektrisch
bedienbare ruiten achter ,
v
ergrendeling van de achterportieren
(
kinderbeveiliging).
Automatisch
Duw of trek de schakelaar voorbij het zware
punt om de ruit te openen of te sluiten. Als u de
schakelaar hebt losgelaten, opent of sluit de
ruit volledig. Druk opnieuw op de schakelaar
om het openen of sluiten te stoppen. Tot ongeveer 45
seconden nadat het
contact is afgezet, kunnen de ruiten
worden bediend zolang de portieren
van de auto gesloten blijven.
Zodra een portier wordt geopend of de
45
seconden zijn verstreken, moet u het
contact weer aanzetten om de ruiten te
kunnen bedienen.
Page 69 of 745

67
DS5_nl_Chap02_ouvertures_ed02-2015
Antiklemvoorziening
Als de ruit sluit en tegen een obstakel stuit,
stopt de ruit en gaat deze direct gedeeltelijk
weer open.
Als de ruit niet wil sluiten, druk dan op de
schakelaar om de ruit helemaal te openen en
trek vervolgens de schakelaar omhoog tot de
ruit volledig is gesloten. Houd de schakelaar na
het sluiten nog ongeveer 1
seconde vast.
Tijdens deze handelingen is de
antiklemvoorziening uitgeschakeld.
Blokkering van de
ruitbediening
achter Resetten van de
ruitbediening
Wanneer tijdens het bedienen van de ruit iets tussen de ruit en de sponning bekneld raakt, moet
de ruit weer worden geopend. Druk daarvoor op de desbetreffende schakelaar.
Wanneer de bestuurder de ruit aan passagierszijde bedient, moet deze ervan verzekerd zijn dat
niets het correcte sluiten van de ruit hindert.
De bestuurder moet ervan verzekerd zijn dat de passagiers op de juiste manier gebruik maken
van de elektrische ruitbediening.
Zorg er met name voor dat kinderen zich tijdens het bedienen van de ruit niet kunnen bezeren.
Let op inzittenden en personen in de buurt van de auto tijdens het sluiten van de ruiten met de
elektronische sleutel of het "keyless entry and start"-systeem. Als de accu losgekoppeld is geweest, moet de
ruitbediening gereset worden.
Tijdens deze handelingen is de
antiklemvoorziening uitgeschakeld.
Voer bij elke ruit de volgende procedure uit:
-
o
pen de ruit volledig en sluit de ruit.
Telkens als de schakelaar wordt bediend,
sluit de ruit enkele centimeters. Laat de
schakelaar los en bedien hem opnieuw
totdat de ruit volledig is gesloten,
-
h
oud de schakelaar na het sluiten nog
minimaal 1 seconde vast.
Druk, voor de veiligheid van uw
kinderen, op de schakelaar 5 om de
ruitbediening achter, ongeacht de
stand van de ruiten, te blokkeren.
Ter bevestiging gaat het controlelampje van
de knop branden en wordt er een melding
weergegeven. Het lampje blijft branden zolang
de kinderbeveiliging is ingeschakeld.
De binnenportiergrepen van de achterportieren
worden in dat geval ook geblokkeerd.
Het blijft mogelijk om de portieren van buitenaf
te openen en de achterportierruiten via het
bedieningspaneel op het bestuurdersportier te
bedienen.
Toegang tot de auto
Page 70 of 745

DS5_nl_Chap02_ouvertures_ed02-2015
Cockpit roof
De glaspanelen zijn alle drie voorzien van een
elektrisch bedienbaar zonnescherm.
Deze zonneschermen kunnen afzonderlijk of
gelijktijdig worden bediend.Zowel het openen als het sluiten is op twee
manieren mogelijk:
Elektrische zonneschermen
Automatisch
F Duw of trek de schakelaar tot voorbij het
zware punt (naar voren voor het sluiten,
naar achteren voor het openen).
B
edien de schakelaar één keer om het
scherm volledig te openen of te sluiten.
N
adat u de schakelaar nogmaals hebt
bediend, verplaatst het scherm zich nog
ongeveer 2
cm, waarna het stopt.
Handmatig
F Duw of trek de schakelaar tot aan het zware punt (naar voren voor het sluiten,
naar achteren voor het openen).
W
anneer de schakelaar wordt losgelaten,
verplaatst het scherm zich nog ongeveer
2
cm, waarna het stopt.
Klembeveiliging
Als het zonnescherm tijdens het automatisch
sluiten bijna volledig is gesloten en op een
obstakel stuit, stopt het scherm en gaat het
gedeeltelijk weer open.