dashboard CITROEN DS5 2016 Instructieboekjes (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: CITROEN, Model Year: 2016, Model line: DS5, Model: CITROEN DS5 2016Pages: 745, PDF Size: 50.09 MB
Page 11 of 745

9
DS5_nl_Chap00b_vue-ensemble_ed02-2015
Interieur
Voorzieningen bagageruimte 87
Gevarendriehoek 88
Veiligheidsgordels
1
86-188
Voor stoelen
7
2-76
-
hoofdsteunen
-
han
dmatig verstelbaar
-
e
lektrisch verstelbaar
-
stoelverwarming
- massage
Conventionele kinderzitjes
1
62-169, 175
ISOFIX-kinderzitjes
170-175
Elektrische kinderbeveiliging
1
76 Airbags
1
89-192
Voorzieningen voorin
8
2- 85
-
a
ansteker / 12V-aansluiting
-
matten
-
middenarmsteun
-
Jack-/USB-aansluiting
Dashboardkastje
82
Uitschakeling frontairbag passagierszijde
1
63-166, 190
Voorzieningen achterin
8
6
-
mi
ddenarmsteun achter
-
skiluik
Achterzitplaatsen
77-79
Overzicht
Page 12 of 745

DS5_nl_Chap00b_vue-ensemble_ed02-2015
H ead - up display 126 -127
Instrumentenpaneel
1
8, 37-38
-
c
heck / onderhoudsindicator /
dagteller
-
d
immer dashboardverlichting /
black panel
Verklikkerlampjes
1
9-31
Meters
3
2-36
Elektrische parkeerrem
1
03-108
Stuurslot / starten/afzetten
van de motor met
de START/STOP-knop
10
0 -102
Klokje 38
Alarmknipperlichten
180
Cockpit
Plafonniers 157-15 8
Pictogrammendisplay veiligheidsgordels / frontairbag
passagierszijde
1
87, 190
Binnenspiegel
8
1
Ver warming / ventilatie
8
9 -90
Automatische airconditioning met gescheiden regeling
9
1-94
Ontwasemen / ontdooien
9
5
USB-box / Jack-aansluiting
8
2, 85
Zekeringen dashboard
2
19-221
Handgeschakelde zesversnellingsbak
1
10
Automatische transmissie
1
11-114
Schakelindicator
115
Hill Start Assist
1
09 Autoradio/ Bluetooth
28
1-307
Monochroom display C
3
9 - 42
Datum/tijd instellen
4
2
Configuratie van de auto
4
0 - 41
Touchscreen
43-45
Configuratie van de auto
4
5
Motorkapontgrendeling
243 Ruitbediening achter
6
6-67
12V-aansluiting
8
2, 83
Page 20 of 745

Instrumentenpaneel benzine-diesel
1. Toerenteller (x 1000 t /min of rpm),
schaalverdeling afhankelijk van de
motoruitvoering (benzine of diesel).
2.
B
randstofniveaumeter.
3.
Koelvloeistoftemperatuurmeter.
4.
A
naloge snelheidsmeter (km/h of mph).
5.
A
anwijzingen van de snelheidsregelaar of
de snelheidsbegrenzer. A. D
immer dashboardverlichting en verlichting
bedieningselementen.
B.
-
K
ort indrukken: weergave
van achtereenvolgend de
onderhoudsinformatie, de actieradius van
het additief AdBlue en het logboek met
waarschuwingsmeldingen.
-
L
ang indrukken: resetten van de
onderhoudsindicator of de dagteller
(afhankelijk van de context).
6. S
chakelindicator of weergave positie
selectiehendel en ingeschakelde
versnelling van de automatische
transmissie.
7.
D
isplay van het instrumentenpaneel:
kilometertellers, onderhoudsindicator,
motoroliepeilmeter*, actieradius van het
additief AdBlue van het SCR-systeem*,
waarschuwingsmeldingen, boordcomputer,
geluidsbron waarnaar wordt geluisterd,
navigatie-aanwijzingen*.
8.
D
igitale snelheidsmeter (km/h of mph).
Meters en displays Bedieningstoetsen
Bij het aan- en afzetten van het contact
slaat de wijzer van de snelheidsmeter
volledig uit en gaan alle segmenten van
de tellers kort branden.
* Volgens uitvoering.
Page 24 of 745

ControlelampjeStatusOorzaak Acties / Opmerkingen
Automatische
ruitenwissers permanent.
De ruitenwisserschakelaar is naar
beneden bewogen. De automatische stand van de ruitenwissers vóór is
geactiveerd.
Beweeg om de automatische stand van de
ruitenwissers te deactiveren de hendel omlaag of zet
de hendel in een andere stand.
Airbag aan
passagierszijde permanent op het
display van de
verklikkerlampjes voor
de veiligheidsgordels
en de airbag vóór aan
passagierszijde. De schakelaar in het dashboardkastje
staat in de stand "
ON".
De passagiersairbag vóór is
geactiveerd.
Plaats in dit geval geen kinderzitje
met de rug in de rijrichting op deze
zitplaats. Zet de schakelaar in de stand "OFF"
om de
passagiersairbag vóór uit te schakelen.
U kunt een kinderzitje met de "rug in de rijrichting"
plaatsen, behalve in het geval van een storing in het
airbagsysteem (brandend waarschuwingslampje
Airbags).
Stop & Star t permanent. Het Stop & Start-systeem heeft
de motor in de STOP-stand gezet
(verkeerslicht, stopbord, opstopping,
e n z .) . Het lampje gaat uit en de motor wordt automatisch
gestart (START-stand) als u wilt wegrijden.
knippert enkele
seconden en gaat
dan uit. De STOP-stand is nu niet
beschikbaar.
of
De motor wordt automatisch in de
START-stand gezet. Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over het Stop & Start-systeem.
Page 25 of 745

23
Verklikkerlampjes uitgeschakelde functies
De volgende verklikkerlampjes geven aan dat de desbetreffende functie handmatig is uitgeschakeld.
Soms klinkt er ook een geluidssignaal en verschijnt er een melding op het display van het instrumentenpaneel.Controlelampje StatusOorzaak Acties / Opmerkingen
Passagiersairbag permanent, op
het display van de
verklikkerlampjes voor
de veiligheidsgordels
en de airbag vóór aan
passagierszijde. De schakelaar in het dashboardkastje
staat in de stand "
OFF".
De airbag vóór aan passagierszijde is
uitgeschakeld.
U kunt een kinderzitje met de "rug
in de rijrichting" plaatsen, behalve
in het geval van een storing in
het airbagsysteem (brandend
verklikkerlampje Airbags). Zet de schakelaar in de stand "
ON" om de airbag vóór
aan passagierszijde in te schakelen.
Bevestig in dit geval op deze zitplaats geen kinderzitje
met de "rug in de rijrichting".
Controle tijdens het rijden
Page 39 of 745

37
U kunt bij het rijden in het donker de lichtsterkte
van de dashboardverlichting handmatig
aanpassen.
Dimmer dashboardverlichting
Als de verlichting van de auto is ingeschakeld:
F d ruk op deze knop om de sterkte van de
dashboardverlichting te variëren,
F
l
aat deze knop los zodra de gewenste
lichtsterkte is bereikt.
De ingestelde lichtsterkte wordt bij het afzetten
van het contact in het geheugen opgeslagen.
De dashboardverlichting kan niet met deze knop worden
ingesteld als de verlichting van de auto is uitgeschakeld.
De kilometerteller en dagteller worden gedurende 30 seconden weergegeven bij het afzetten van
het contact, bij het openen van het bestuurdersportier en bij het vergrendelen en ontgrendelen van
de auto.
Kilometerteller en dagteller
Kilometerteller
Deze teller geeft de totale kilometerstand van
de auto aan.
Voor reizen in het buitenland kan
de eenheid van de afstand worden
aangepast: de snelheid moet namelijk
worden weergegeven in de officiële
eenheid van het land (km of mijl). De
eenheid kan bij stilstaande auto worden
gewijzigd via het configuratiemenu van
het display.
Dagteller
Deze teller geeft het aantal gereden kilometers
weer sinds de bestuurder de teller op 0 heeft
gezet.
F
D
ruk bij aangezet contact op de knop tot de
dagteller op 0
staat.
Controle tijdens het rijden
Page 40 of 745

Met dit systeem kan de verlichting van
bepaalde delen van het instrumentenpaneel
en de verlichting van het touchscreen (zwart
scherm) worden uitgeschakeld voor een
rustiger beeld tijdens nachtelijke ritten.
Op het instrumentenpaneel blijft de
belangrijkste rijinformatie, zoals de rijsnelheid,
de verklikkerlampjes, de weergave van de
ingeschakelde versnelling van de automatische
transmissie en de gegevens van de
snelheidsregelaar/-begrenzer, verlicht.
Black-panelfunctie
(comfortweergave bij nachtelijke
ritten) met het touchscreen
Klokje
Het analoge klokje is niet voorzien van een
instelknop.
Raadpleeg voor het op tijd zetten de rubriek
over het configuratiemenu van het display
(autoradio).
Het klokje wordt gesynchroniseerd met de
tijd op het display; zodra de tijd op het display
gewijzigd en opgeslagen wordt, verdraaien de
wijzers en worden ze gesynchroniseerd met
de door u ingestelde tijd. Deze synchronisatie
vindt ook plaats elke keer dat het contact wordt
aangezet.
F
D
ruk bij ingeschakelde
verlichting op deze knop om de
functie in te schakelen.
Touchscreen
U kunt op elk gewenst moment de
verlichting van het touchscreen weer
inschakelen door op het zwarte scherm of
op een van de menutoetsen te drukken.
In de stand AUTO van de verlichting
wordt de black-panelfunctie
automatisch uitgeschakeld zodra de
lichtsterkte van het omgevingslicht
voldoende is.
F
D
ruk nogmaals op deze knop om de functie
uit te schakelen of druk op de knop van de
dimmer van de dashboardverlichting.
Page 44 of 745

Ta a l k e u z e
Als dit menu is geselecteerd, kan de taal
van de weergave van het display worden
geselecteerd uit een lijst van talen.
Configuratie display
Via dit menu hebt u toegang tot de volgende
parameters:
-
"
Keuze van eenheden",
-
"
Datum en tijd instellen",
-
"
Instellingen display",
-
"Lichtsterkte".
Voer deze handelingen omwille van
de veiligheid alleen uit als de auto
helemaal stilstaat.
Datum en tijd instellen
F
D
ruk op de toets "
7" of " 8" om het menu
"Configuratie beeldscherm" te selecteren
en druk vervolgens op de toets "OK" .
F
D
ruk op de toets "
5" of " 6" om de regel
"Datum en tijd instellen" te selecteren en
druk vervolgens op de toets "OK" .
F
D
ruk op de toets "
7" of " 8" om de in te
stellen parameter te selecteren. Bevestig
uw keuze door op de toets "OK" te
drukken, stel de parameter in en bevestig
nogmaals uw keuze om de wijziging op te
slaan.
F
S
tel de parameters één voor één in door
uw keuze te bevestigen met de toets "OK" .
F
D
ruk op de toets "5" of " 6", vervolgens
op de toets "OK" om het vakje "OK" te
selecteren en bevestig uw keuze of druk
op de toets "Terug" om de handeling af te
breken. Het analoge klokje op het dashboard
loopt synchroon met de tijd op het
display. Bij het bevestigen van de via
het configuratiemenu ingestelde tijd
en elke keer dat het contact wordt
aangezet, wordt het klokje automatisch
gesynchroniseerd.
Page 84 of 745

DS5_nl_Chap03_confort_ed02-2015
Voorzieningen voorin
1. Dashboardkastje
2. Opbergvak
3.
O
pbergvakken (volgens uitvoering)
4.
K
aartenvak (volgens uitvoering)
5.
U
itneembare asbak / 12V-aansluiting
(120
W )
D
ruk op het deksel om de asbak te openen.
A
sbak legen: trek de asbak omhoog om
deze te verwijderen.
6.
M
iddenarmsteun met opbergvakken
D
eze is verlicht, gekoeld en voorzien van
opbergvakken (fles van 1,5
liter, ...).
7.
U
SB-box
8.
12
V- aansluiting (120
W )
H
oud u aan het maximaal toegestane
vermogen om schade aan uw apparatuur
te voorkomen.
9.
P
ortiervakken met bekerhouder
Page 92 of 745

DS5_nl_Chap03_confort_ed02-2015
Neem voor een optimale werking van de ver warming, ventilatie en airconditioning de
volgende gebruiksadviezen in acht:
F
L
et erop dat voor een gelijkmatige verdeling van de lucht naar het interieur de
uitstroomopening onder de voorruit, de verschillende luchtkanalen, luchtroosters en
overige uitstroomopeningen alsmede de ventilatieopening in de bagageruimte vrij
blijven.
F
L
et erop dat de zonnesensor op het dashboard niet wordt afgedekt. Deze sensor dient
voor de regeling van de automatische airconditioning.
F
Z
et de airconditioning minstens één tot twee keer per maand vijf tot tien minuten aan
om het systeem in per fecte staat te houden.
F
C
ontroleer regelmatig de staat van het interieur filter en laat de filterelementen periodiek
vervangen (zie de rubriek "Controles").
W
ij raden u een gecombineerd interieur filter aan. Dankzij het toegevoegde speciale
actieve middel draagt het bij tot een gezuiverde lucht voor de inzittenden en een schoon
interieur (vermindering van allergische reacties, stank en vetaanslag).
F
L
aat de airconditioning regelmatig controleren zoals voorgeschreven in het garantie- en
onderhoudsboekje, om het systeem in perfecte staat te houden.
F
G
ebruik de airconditioning niet als deze niet koelt en raadpleeg het CITROËN-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
Om het brandstofverbruik te verminderen kunt u de airconditioning uitschakelen (toets A /C)
ter wijl de automatische stand ingeschakeld blijft. Als in deze stand de ruiten beginnen te
beslaan, kunt u de airconditioning tijdelijk inschakelen om de ruiten te ontwasemen.
Bij een zware belasting van de motor (trekken van een aanhanger op een steile helling bij
een hoge buitentemperatuur) kan de airconditioning tijdelijk worden uitgeschakeld voor een
optimale trekkracht van de motor.
Gebruiksadviezen voor de verwarming, ventilatie en airconditioning
Als de auto lange tijd in de zon heeft
gestaan en de temperatuur in het
interieur hoog is opgelopen, zet dan de
ruiten enige tijd open.
Zorg ervoor dat de aanjagersnelheid
voldoende hoog is ingesteld, zodat de
lucht in het interieur goed ververst wordt.
Het airconditioningssysteem is chloorvrij
en is niet schadelijk voor de ozonlaag.
Condensvorming door de
airconditioning kan ertoe leiden dat zich
een klein plasje water onder de auto
vormt. Dit is een normaal verschijnsel.
Als u geen concessies wilt doen aan het
thermische comfort, start dan de motor
of laat deze permanent draaien door op
de toets ECO OFF te drukken.