CITROEN DS5 HYBRID 2012 Instructieboekjes (in Dutch)
Manufacturer: CITROEN, Model Year: 2012, Model line: DS5 HYBRID, Model: CITROEN DS5 HYBRID 2012Pages: 358, PDF Size: 11.07 MB
Page 41 of 358
39Hybridesysteem
Zone POWER
Deze zone geeft aan dat extra vermogen
wordt gevraagd van het hybridesysteem,
waarbij optimaal gebruik wordt gemaakt vanhet gekoppelde vermogen van de dieselmotor en de elektromotor.
Page 42 of 358
Weergave van de energiestromen van het hybridesysteem
Standen hybridesysteem
1.
Geselecteerde stand van het hybridesysteem(AUTO, ZEV, SPORT, 4WD).2.
Meldingen, bijv.: "Zero Emission" als de dieselmotor is uitgeschakeld (0 g/km CO2).
Werking/energiestromen
6.
De dieselmotor voedt de tractiebatterij (afhankelijk van de
laadtoestand
).
7.Pijl van links naar rechts: de tractiebatterij voedt de elektromotor (als de elektromotor in werking is).
Pijl van rechts naar links: de elektromotor/generator laadt de
tractiebatterij op (regeneratie van energie). 8. De dieselmotor drijft de voor wielen aan. 9.De elektromotor drijft de achter wielen aan.
Infrastructuur van de auto
3.
Dieselmotor.4.
Laadtoestand van de tractiebatterij.5.
Elektromotor/generator. De actuele informatie met betrekkin
g tot de geselecteerde stand van het hybridesysteem, de pijlen van de energiestromen en de laadtoestand van de
tractiebatterij worden weergegeven op het display van het instrumentenpaneel.
Page 43 of 358
41Hybridesysteem
Voorbeelden van weergaven
Bij het starten en stoppen
Er zijn geen energiestromen (het Stop & Star t-systeem stopt en star t de dieselmotor automatisch).
Regeneratie van energie
Tijdens deze fase (decelereren, remmen, loslaten van het gaspedaal, in alle standen) wordt de tractiebatterij opgeladen
door de elektromotor/generator die wordt aangedreven door de achterwielen.
100% elek trisch
Tijdens het volledig elektrisch rijden (stand AUTO of ZEV)werkt alleen de elektromotor, die wordt gevoed door de
tractiebatterij. De elektromotor drijft de achter wielen aan.
De aanduiding "Zero Emission" wijst erop dat de dieselmotor isgestopt en de auto geen CO2 uitstoot.
Page 44 of 358
Automatisch herstarten van de dieselmotor of
GEEN toegang tot de stand ZEV
- als het thermische comfor t in het interieur oppeil gehouden wordt (airconditioning, ...), - als de auto wordt gebruikt nadat deze langin de zon heeft gestaan,- als de voorruitontwaseming of deachterruit- en buitenspiegelverwarming isingeschakeld,- bij aanhoudend en stevig accelereren,- bij het rijden in de bergen (ijlere lucht), - bij het gebruik van de auto op een steilehelling (parkeren, ...),- tijdens de regeneratie van het roetfilter. Ditduur t 5 tot 10 minuten en vindt ongeveer iedere 500 km plaats (of eerder bij langdurig gebruik in de stad),- onder bepaalde thermischeomstandigheden of eisen van de motor (zoals een te lage motor temperatuur in combinatie met de buitentemperatuur). Wanneer de auto onder deze omstandighedenin de stand ZEV rijdt, gaat deze automatisch over op de stand AUTO.De dieselmotor wordt automatisch weer uitgeschakeld zodra deze omstandigheden nietmeer aan de orde zijn.
De belangrijkste omstandigheden hiervoor zijn:
- als de selectiehendel in de stand M
staat,
- als de schakelflippers achter het stuur wiel zijn bediend,
- als de laadtoestand van de tractiebatterijonvoldoende is. Minimaal 4 streepjes in de stand ZEV om een bepaalde actieradius te garanderen (in de stand AUTO is elektrischrijden mogelijk bij een lagere laadtoestand),
- bij een snelheid van 30 km/h na het wegrijden (als de verbrandingsmotor nogniet is gestart na het wegrijden),
- als de auto op een helling staat, om demotorrem te gebruiken als de tractiebatterijmaximaal is geladen,
- bij gebruik van de motorrem,
- als het minimum brandstofniveau isbereikt (indien een groot deel van de brandstofreser ve is verbruikt, kan de stand ZEV mogelijk ook na het tanken enige tijdniet toegankelijk zijn),
Uw auto is voorzien van geperfectioneerdeemissieregelsystemen, waaronder in hetbijzonder het roetfilter (FA P).
De dieselmotor van uw auto levert metregelmatige inter vallen de energie die nodigis om dit filter te reinigen.
Tijdens deze regeneratiefase van het roetfilter wordt de elektromotor bewust nietingeschakeld.
Page 45 of 358
43Hybridesysteem
Schakelaar ECO OFF
Deze functie voorkomt dat de dieselmotor wordt
afgezet en zorgt zo voor een nog aangenamer
thermisch comfor t in de auto (de airconditioning
blijft permanent werken).
Als de schakelaar wordt ingedrukt, wordt de motor onmiddellijk gestart.
Druk nogmaals op de schakelaar om terug
te keren naar de normale werking van hetsysteem.
Bij het afzetten van het contact wordtde normale werking weer geactiveerd (controlelampje van de schakelaar uit).
Page 46 of 358
Eco-rijden
Door in de dagelijkse praktijk een aantal aanwijzingen op te volgen kunt u het brandstofverbruik en de CO2-uitstoot van uw auto verminderen.
Maak optimaal gebruik van
de versnellingsbak
Laat de selectiehendel zo vaak mogelijk inde automatische stand staan; in deze standwordt de afhankelijk van de omstandighedenoptimale versnelling ingeschakeld.
Kies voor een soepele
rijstijl
Houd afstand van de auto's voor u, rem bij voorkeur af op de motor in plaats van het rempedaal te gebruiken en trap het gaspedaal geleidelijk in. Als u deze aanwijzingen naleeft, neemt het brandstofverbruik en de CO2-uitstoot af en wordt de geluidsoverlast door
het verkeer beperkt.
Als het verkeer goed doorstroomt, gebruik dan vanaf een snelheid van ongeveer 40 km/h de snelheidsregelaar (indien aanwezig).
Als bij het instappen blijkt dat de temperatuur in de auto hoog is opgelopen, open dan alleruiten en de ventilatieroosters alvorens de airconditioning in te schakelen.
Sluit vanaf een snelheid van 50 km/h de ruiten, maar laat de ventilatieroosters geopend.
Gebruik de voorzieningen in het interieur die de temperatuurstijging kunnen beperken(blinderingspaneel van het panoramadak,zonneschermen, enz.). Schakel de airconditioning uit zodra de gewenste temperatuur is bereikt (behalve bij auto's met een automatische airconditioning).
Schakel de achterruitver warming en deontwaseming uit zodra deze niet meer nodig zijn als deze niet automatisch wordenaangestuurd. Schakel de stoelverwarming zo snel mogelijk uit.
Schakel de verlichting en de mistlampen uit als het zicht voldoende is.
Laat de dieselmotor vooral 's winters na het starten niet stationair warmdraaien: uw auto warmt sneller op als u rijdt.
Sluit als passagier zo min mogelijk multimedia-apparatuur (DVD -speler,MP3 -speler, spelcomputer, enz.) op de auto aan om het elektriciteitsverbruik, en dus het brandstofverbruik, te beperken. Koppel externe apparatuur los als u de auto verlaat.
Gebruik op slimme wijze de elektrische voorzieningen
Page 47 of 358
45
Hybridesysteem
Beperk de oorzaken van een
hoger brandstofverbruik
Verdeel het gewicht evenwichtig over de auto: plaats de zwaarste voor werpen inde bagageruimte, zo dicht mogelijk bij de achterbank.Beperk de belading en de luchtweerstand(dakdragers, imperiaal, fietsendrager, aanhanger, enz.) van uw auto. Gebruik liever een dakkoffer.Verwijder na gebruik de dakdragers en het imperiaal.
Vervang na de winter zo snel mogelijk dewinterbanden door zomerbanden.
Houd u aan de
onderhoudsvoorschriften
Controleer regelmatig de bandenspanning (bij koude banden), houd u daarbij aan debandenspanning die staat vermeld op de sticker op de por tiersponning aan bestuurderszijde.Controleer de bandenspanning met name: - voor een lange rit, - bij de wisseling van de seizoenen, - als de auto gedurende langere tijd niet isgebruikt.
Laat uw auto regelmatig onderhouden(olie verversen, oliefilter en luchtfilter ver vangen, enz.) en houd u daarbij aan hetdoor de fabrikant voorgeschreven inter val.
Laat bij het tanken het vulpistool niet meer dan drie keer afslaan; zo voorkomt u datbrandstof uit de tank stroomt.
U zult bij een nieuwe auto merken dat pas na 3000 km het gemiddelde brandstofverbruikzich stabiliseert.
Page 48 of 358
Verbruik van uw hybrideauto op het display
Gemiddeld verbruik over de laatste 5 minuten.
"60% H
ybrid Use" betekent dat 60% met assistentie van het hybridesysteem en 40% met alleen de dieselmotor
wordt gereden (zonder assistentie vanhet hybridesysteem).
Raadpleeg voor meer informatie over de boordcomputer het desbetreffende hoofdstuk.
Resetten van het overzicht van
het verbruik
Druk terwijl het traject "2" wordt weergegeven langer dan twee seconden op de toets om het overzicht van het
verbruik te resetten.
Page 49 of 358
47Hybridesysteem
200V-tractiebatterij
De 200V-tractiebatterij (hoogspanningsaccu)
van het type Ni-MH (nikkel-metaalhydride)
bevindt zich onder de laaddrempel van de
ba
gageruimte, vlak bij de elektromotor. De
tractiebatterij kan niet via het lichtnet worden
opgeladen.
Laden
De tractiebatterij wordt opgeladen als de auto
decelereer t. De elektromotor fungeert dan als generator en zet kinetische energie om in
elektrische energie (niet bij snelheden hoger
dan 120 km/h). Het is niet mogelijk om de tractiebatterij via het lichtnet op te laden.
De tractiebatterij kan indien nodig ook
automatisch worden opgeladen via hetStop & Star t-systeem van de dieselmotor.
Door middel van deze regeneratie wordt "gratis" energie verkregen.
De tractiebatterij wordt uiterst snel en efficiëntopgeladen.
Nadat de accu is ontladen (bijvoorbeeld door
langdurig rijden in de stand ZEV of onder zware gebruiksomstandigheden) is de laadtoestandsnel weer voldoende voor een volledig gebruik
van de mogelijkheden van de verschillendestanden van het hybridesysteem.Hetopladen gebeurt automatisch tijdenshet rijden. Het opladen kan worden versneld door op de
motor af te remmen.
Om een lange levensduur van de tractiebatterij mogelijk te maken komt de laadtoestand nooit onder de 20% uit,ook niet als na het rijden in de stand ZEV een laadtoestand van 0 streepjes wordt weergegeven.
Page 50 of 358
Dit systeem werkt niet permanent. Het pastde mate van ventilatie automatisch aan debehoefte van de tractiebatterij aan.
De werking van het systeem kan achterin hoorbaar zijn, zelfs als de auto na het rijdenstilstaat.
Als deze aanzuigopening verstopt is, kan
de tractiebatterij over verhit en daardoor
beschadigd raken. Dit kan een nadelig effect hebben op de prestaties van het hybridesysteem.
Ventilatie van de tractiebatterij
Om er voor te zorgen dat detractiebatterij optimaal kan werken, dient u de volgende aanbevelingen inacht te nemen:
- houd de aanzuigopening vrij vanvreemde voor werpen, zodat de tractiebatterij niet over verhit kan raken waardoor de prestaties vanhet hybridesysteem afnemen,
- mors geen vloeistof, de accu zouhierdoor beschadigd kunnen raken.
De tractiebatterij is voorzien van een luchtkoelingssysteem dat bestaatuit een luchtaanzuigopening (aan de zijkant van de linkerachterstoel)en een ventilator (achter debagageruimtebekleding links).