CITROEN DS5 HYBRID 2012 Instructieboekjes (in Dutch)
Manufacturer: CITROEN, Model Year: 2012, Model line: DS5 HYBRID, Model: CITROEN DS5 HYBRID 2012Pages: 358, PDF Size: 11.07 MB
Page 61 of 358

59Controle tijdens het rijden
Verklikkerlampjes uitgeschakelde functies
De volgende verklikkerlampjes geven aan dat de desbetreffende functie handmatig is uitgeschakeld. Soms klinkt er ook een geluidssignaal en verschijnt er een melding op het display van het instrumentenpaneel.
ControlelampjeStatusOorzaakActies / Opmerkingen
Passagiersairbag
permanent, ophet display van de
verklikkerlampjes voor de veiligheidsgordelsen de airbag vóór aan passagierszijde.
De schakelaar in het dashboardkastjestaat in de stand "OFF".
De airbag vóór aan passagierszijde is
uitgeschakeld.
Zet de schakelaar in de stand "ON" om de airbag vóór
aan passagierszijde in te schakelen.
Bevesti
g in dit geval op deze zitplaats geen kinderzitjemet de rug in de rijrichting.
CDS/ASR
permanent. De toets linksonder op het dashboard
wordt ingedrukt. Het bijbehorende
verklikkerlampje gaat branden.
De functie CDS/ASR wordt
uitgeschakeld.
CDS: dynamische stabiliteitscontrole.
ASR: antislipregeling. Druk op de toets om de functie CDS/ASR in te
schakelen. Het verklikkerlampje dooft.
De functie CDS/ASR wordt automatisch ingeschakeld
als de motor wordt gestart.
Na uitschakelen van het systeem, wordt het
automatisch opnieuw in
geschakeld bij snelheden hoger dan ongeveer 50 km/h.
Page 62 of 358

Als bij ingeschakeld hybridesysteem of tijdens het rijden een van de volgende waarschuwingslampjes gaat branden, wijst dit op een storing in het
desbetreffende systeem en moet de bestuurder actie ondernemen.
Lees in het geval van een storing waarbij een waarschuwingslampje gaat branden de aanvullende informatie, die via een melding op het display van hetinstrumentenpaneel wordt weergegeven.
Raadpleeg indien nodig het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
ControlelampjeStatusOorzaakActies / Opmerkingen
STOPpermanent, in combinatie
met een ander
waarschuwingslampje,een geluidssignaal eneen melding op het display.
Dit waarschuwingslampje brandt bij een lekke band, een storing met betrekking tot het remsysteem of de stuurbekrachtiging, gg
een te lage motoroliedruk, een te hoge koelvloeistoftemperatuur, een storing metgg
betrekking tot het hybridesysteem of eengg
ernstige elektrische storing.
Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veiligeplaats, omdat u anders het risico loopt op ernstigemotorschade.
Zet het contact af en raadpleeg het CITROËN-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
Servicebrandt tijdelijk. Er is een kleine storing opgetreden
waarbij geen specifiek controlelampje gaat branden.I
dentificeer destoring met behulp van de melding op het
display, bijvoorbeeld:
- het sluiten van de portieren, achterklep of motorkap,
- het motorolieniveau
,
- het niveau van de ruitensproeier vloeistof,
- de batteri
j van de afstandsbediening,
- de bandenspanning,
- ver vuiling van het roetfilter (diesel), -
...
Raadpleeg in andere gevallen het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
permanent.Er is een ernstige storing opgetreden
waarbij geen specifiek controlelampje gaat branden.Identi
ficeer de storing met behulp van de melding op het display en raadpleeg het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
(Roetfilter (FA P),diesel)permanent, enige tijd in combinatie met
de melding "Kans op
verstopping roetfilter".Geeft aan dat het roetfilter verstopt
be
gint te raken. Regenereer het roetfilter, als de
verkeersomstandigheden het toelaten, door met een snelheid van minimaal 60 km/h te rijden tot het
verklikkerlampje Service dooft.
permanent.Geeft aan dat het minimumniveau
van het additiefreservoir is bereikt. Laat het reservoir zo snel mogelijk bijvullen door het
CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Page 63 of 358

61Controle tijdens het rijden
ControlelampjeStatusOorzaakActies / Opmerkingen
Elektrische
parkeerrem
knippert.Het aantrekken van de elektrische
parkeerrem is onderbroken.
Het aantrekken/vrijzetten werkt niet.
Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats.
Parkeer de auto op een vlakke, horizonale
ondergrond, zet het contact af en raadpleeg het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Storing elektrischeparkeerrem
permanent. Er is alleen een storing in deelektrische parkeerrem. Raadpleeg zo snel mogelijk het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
De rem kan handmatig worden vrijgezet.
Raadpleeg voor meer informatie over de elektrischeparkeerrem het hoofdstuk "Rijden".
Remsysteem
permanent. Het remvloeistofniveau is te laag. Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats.
Vul het niveau bij met een vloeistof voorzien van eenartikelnummer van CITROËN.j
Als het probleem zich blijft voordoen, laat het systeemdan controleren door het CITROËN-netwerk of door jy
een gekwalificeerde werkplaats.
+
permanent, in
combinatie met het
waarschuwingslampje
ABS. Er is een storin
g in de elektronische
remdrukregelaar (REF). Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats.
Laat het systeem controleren door het CITROËN-netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.
Uitschakelingvan de automatische werking van de elektrischeparkeerrem
permanent. D
e functies "automatisch aantrekken" (bij het afzetten van de motor)en "automatisch vrijzetten" zijn
uitgeschakeld of werken niet.
Activeer de functie (volgens land van bestemming)
via het configuratiemenu van de auto of raadpleeg hetCITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats
als de parkeerrem niet meer automatisch wordt
aan
getrokken of vrijgezet.
De parkeerrem kan met behulp van de procedure voor
de noodont
grendeling handmatig worden vrijgezet.
Raadpleeg voor meer informatie over de elektrischeparkeerrem het hoofdstuk "Rijden".
Page 64 of 358

ControlelampjeStatusOorzaakActies / Opmerkingen
Dynamischestabiliteitscontrole (CDS/ASR)
knippert. De CDS-/ASR-regeling is actief. Deze functie verbetert de aandrijving en zorgt voor een betere koersstabiliteit.
permanent.
Storing in het CDS-/ASR-systeem, tenzijdeze is uitgeschakeld (toets ingedrukt en
verklikkerlampje van de toets brandt).
Laat het systeem controleren door het CITROËN-netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.
Zelfdiagnose motorknippert. Er is een storing in het motormanagementsysteem. Kans op beschadiging van de katalysator.
Laat dit controleren door het CITROËN-netwerk of
door een gekwalificeerde werkplaats.
permanent. Er is een storin
g in de emissieregeling. Het verklikkerlampje moet doven als de motor wordt gestart.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats als dit niet het geval is.
Laag brandstofniveaupermanent, terwijl de
2 laatste segmenten knipperen.
Als het lampje gaat branden zit er nog ongeveer 6 literrbrandstofinfde tank.
Ga zo snel mogelijk tanken om te voorkomen dat umet een lege tank strandt. Dit verklikkerlampje gaat elke keer na het aanzetten
van het contact branden zolang er niet voldoende
brandsto
f getankt is.
Inhoud brandstoftank: 60 liter.
Ri
jd nooit door tot de tank helemaal leeg is,
omdat anders het emissieregelsysteem en het injectiesysteem beschadigd kunnen raken.
Antiblokkeersysteem
(ABS)
permanent. Er is een storing in het
antiblokkeersysteem.De normale remwerkin
g blijft behouden.
Ri
jd voorzichtig met lage snelheid en raadpleeg
zo snel mogelijk het CITROËN-netwerk of eengekwalificeerde werkplaats.
Page 65 of 358

63Controle tijdens het rijden
ControlelampjeStatusOorzaakActies / Opmerkingen
Airbags
tijdelijk.Het lampje brandt gedurende enkele seconden en dooft als het contact
wordt aangezet.
Het lampje moet doven zodra de motor wordt gestart.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats als dit niet het geval is.
permanent. Er is een storing in een van de
airbags of de pyrotechnische gordelspanners. Laat dit controleren door het CITROËN-netwerk o
f een gekwalificeerde werkplaats.
Bochtverlichting
knippert. Er is een storing in de
bochtverlichting. Laat dit controleren door het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Autogordel(s)
niet vastgemaakt of weerlosgemaakt
permanent
of knippert in combinatie met een geluidssignaal. Een van de auto
gordels is niet
vast
gemaakt of weer losgemaakt. Trek aan de
gordel en klik de gesp vast in de
gesphouder.
Page 66 of 358

Koelvloeistoftemperatuurmeter
Bij ingeschakeld hybridesysteem:
- in zone A
, de temperatuur is in orde,
- in zone B, de temperatuur is te hoog. Het
waarschuwingslampje STOPgaat branden,
in combinatie met een geluidssignaal
en een melding op het display van het instrumentenpaneel.
Stop zo snel mogelijk op een veilige plaats.Wacht enkele minuten voordat u de motor afzet.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
De temperatuur en de druk in het koelcircuitbeginnen na enkele minuten rijden te stijgen.
Om koelvloeistof bij te vullen: ) wacht tot de motor is afgekoeld, )
draai de dop twee omwentelingen los om
de druk te laten dalen,
) ver wijder vervolgens de dop, )
vul bij tot aan het merkteken "MAXI".
Wees voorzichtig bij het bijvullen van de koelvloeistof: kans op brandwonden. Vul niet bij tot boven het maximumniveau (aangegeven op het reservoir).
Page 67 of 358

Controle tijdens het rijden
Onderhoudsindicator
De afstand tot de eerstvolgendebeurt is meer dan 3000 km
Als het contact wordt aangezet, verschijnt er geen onderhoudsinformatie op het display. De onderhoudsindicator
geeft aan hoeveelkilometer u nog ver wijderd bent van deeerstvolgende onderhoudscontrole volgens hetonderhoudsschema van de fabrikant.
Deze afstand wordt berekend vanaf de laatste nulstelling van de onderhoudsindicator op basis
van twee parameters:
- het aantal a
fgelegde kilometers,
- de verstreken tijd sinds de laatsteonderhoudscontrole.
De afstand tot de eerstvolgendebeurt is 1000 tot 3000 km
Als het contact wordt aangezet, gaatgedurende 5 seconden de onderhoudssleutel
branden. De kilometerteller geeft de resterende kilometers tot de eerstvolgende onderhoudscontrole aan.Voorbeeld: de afstand tot de eerstvolgende
onderhoudscontrole bedraagt 2800 km.
Als het contact wordt aangezet, geeft het display gedurende 5 seconden het volgende aan:
5 seconden na het aanzetten van het contact
verdwijnt de sleutel ; de teller geeft weer de
kilometerstand en de stand van de dagteller aan.
De afstand tot de eerstvolgendebeurt is minder dan 1000 km
Voorbeeld:
de afstand tot de eerstvolgende
onderhoudscontrole bedraagt 900 km.
Als het contact wordt aangezet, geeft het display gedurende 5 seconden het volgende aan:
5 seconden na het aanzetten van het contact
treedt de kilometerteller weer in werkin
g en blijft de sleutel brandenom aan te gevendat er binnenkort onderhoudswerkzaamheden uitgevoerd moeten worden.
Het pictogram van de sleutel brandtin combinatie met een melding op het display van het instrumentenpaneel.
Page 68 of 358

De afstand tot de eerstvolgende beurt is overschreden Als het contact wordt aangezet, gaat gedurende 5 seconden de sleutel knipperenom aan tegeven dat de onderhoudswerkzaamheden zo spoedig mogelijk uitgevoerd moeten worden. Voorbeeld:u hebt de afstand tot de eerstvolgende
onderhoudsbeur t met 300 km overschreden.
Als het contact wordt aangezet, geeft het displaygedurende 5 seconden het volgende aan:
De factor tijd kan worden meegewogen bij de nog af te leggen kilometers, afhankelijk van de rijgewoonten van de bestuurder. De sleutel kan ook gaan branden als hetinterval van twee jaar is overschreden.
Als u na deze handeling de accu wilt loskoppelen, vergrendel dan de autoen wacht minimaal 5 minuten. Het op 0 zetten van de onderhoudsindicator zalanders niet worden opgeslagen.
5 seconden na het aanzetten van het contact
treedt de kilometerteller weer in werking enblijft de sleutel branden.
Op 0 zetten van deonderhoudsindicator
De onderhoudsindicator moet na elkeonderhoudsbeurt op 0 gezet worden.
Voer dit als volgt uit: )
zet het contact af, )
druk op de resetknop van de dagteller en houd deze ingedrukt, )
zet het contact aan; de kilometerteller begint terug te tellen, )
laat de knop los als het display "=0"
aangeeft; de sleutel verdwijnt.
Opnieuw weergeven van de
onderhoudsinformatie
U kunt op elk moment de onderhoudsinformatie
weergeven. )Druk op de knop voor nulstelling van de
dagteller.
D
e onderhoudsinformatie wordt enkeleseconden weergegeven en verdwijnt
ver volgens weer.
Page 69 of 358

Controle tijdens het rijden
Motorolieniveaumeter
Te weinig olie
Als het motorolieniveau te laag is, wordt
een melding op het display van het instrumentenpaneel weergegeven. Controleer het olieniveau met de peilstok. Als
blijkt dat het olieniveau te laag is, moet olieworden bijgevuld om te voorkomen dat ernstige
motorschade ontstaat.
Storing motorolieniveaumeter
Als de motorolieniveaumeter defect is, wordt een
melding op het display van het instrumentenpaneelweergegeven. Raadpleeg het CITROËN-netwerkof een gekwalificeerde werkplaats.
Oliepeilstok
Raadpleeg het hoofdstuk "Controles" voor
de plaats van de peilstok en het bijvullen van
motorolie voor het motort
ype van uw auto.
2 merktekens op de peilstok: De motorolieniveaumeter
geeft aan of het
motorolieniveau in orde is.
Bij het aanzetten van het contact wordt eerst de onderhoudsindicator weergegeven en
ver volgens gedurende enkele seconden het motorolieniveau.
Een controle van het olieniveau is alleen betrouwbaar als de auto op een vlakke,horizontale ondergrond staat en de motor minstens 30 minuten niet heeft gedraaid.
-
A= maxi; het olieniveaumag nooit boven dit niveau
uitkomen,
-
B= mini; als het olieniveauniet boven het niveau B
uitkomt, moet het voor de motor van uw auto
voorgeschreven typemotorolie worden bijgevuld
via de vuldop.
Olieniveau correct
Als het motorolieniveau in orde is, wordt
een melding op het display van het instrumentenpaneel weergegeven.