stop start CITROEN JUMPER MULTISPACE 2014 Instructieboekjes (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: CITROEN, Model Year: 2014, Model line: JUMPER MULTISPACE, Model: CITROEN JUMPER MULTISPACE 2014Pages: 260, PDF Size: 9.57 MB
Page 4 of 260

2
   
Inhoud  
Afstandsbediening 21Sleutel 22Alarmsysteem 23Portieren 24Instrumentenpaneel 28Tijd instellen 29Verklikkerlampjes 30Brandstofniveaumeter 36Koelvloeistof 36Detectiesysteem telage bandenspanning 37Onderhoudsindicator 38Dimmer dashboardverlichting39Versnellingsbakken 40Schakelindicator 40Automatische transmissie 42Stuurwiel verstellen 45Starten en stoppen 45
Lichtschakelaar 46Ruitenwisserschakelaar 49Snelheidsregelaar 51Vaste snelheidsbegrenzer 53Snelheidsbegrenzer 54Verwarming/Handbediende airconditioning 57Automatische airconditioning 59Ontdooien en ontwasemen 63Ventilatie achter 65Standkachel 66Stoelen 69Tweezitsbank vóór 71Zitplaatsen achter 73Opstellingen van de stoelen en banken 80Indeling cabine 81Plafonniers 84Parkeer-/tolkaarten 85
Indeling van hetpassagierscompartiment 85Achtervering 88Spiegels 91Elektrisch bedienbare ruiten 93
Presentatie 4Exterieur6Comfort 11Zicht 13Rijden 14Indeling cabine 15Indeling achter 15Kinderen aan boord 16Ventilatie 17Eco-rijden 18
Handrem 94Alarmknipperlichten 94Parkeerhulp 95Claxon 96ABS 96Brake Assist  System 96ASR en ESC 97"Grip control" 98Veiligheidsgordels 100Airbags 103Zij-airbags 105Airbags vóór 106Uitschakelen airbagpassagierszijde 106Kinderzitjes 107ISOFIX-kinderzitjes 111Aanbevolen kinderzitjes 114
2.  VOORDAT u GAAT 
RIJDEN 21-45
4. VEILIGHEID
94-116
1. IN EEN OOGOPSLAG
 4-203.  ERGONOMIE en COMFORT 46-93 
Page 32 of 260

Cockpit
 VERKLIKKERLAMPJES
  Bij het starten van de motor gaat een aantal verklikkerlampjes branden en wordt een automatische controle uitgevoerd. Deze lampjes 
zullen direct weer uitgaan. Als bij draaiende motor één van deze verklikkerlampjes blijft branden of gaat knipperen, wordt dit een 
waarschuwing, eventueel in combinatie met een geluidssignaal of een melding op het display. 
  Negeer deze waarschuwingen niet. 
   
Verklikkerlampje    
status    
signaleert    
Wat te doen  
 
  
 
STOP    brandt in 
combinatie 
met een ander 
verklikkerlampje 
en een melding 
op het display.   ernstige storingen met 
betrekking tot de functies 
"Remvloeistofniveau", 
"Motoroliedruk en -temperatuur", 
"Koelvloeistoftemperatuur", 
"Elektronische remdrukregelaar", 
"Stuurbekrachtiging", "Detectie 
te lage bandenspanning".    
Stop onmiddellijk, zet het contact af en neem 
contact op met   het  CITROËN  -   netwerk of een  
gekwalificeerde werkplaats. 
   
 
 
Handrem / 
remvloeistofniveau / 
elektronische 
remdrukregelaar 
(REF)   
 
brandt.  handrem (nog iets) aangetrokken.   Zet de handrem los; het verklikkerlampje zal uitgaan. 
  brandt.  remvloeistofniveau te laag.   Vul de door CITROËN voorgeschreven remvloeistof bij. 
 
blijft branden, terwijl 
het niveau correct is, 
in combinatie met het 
verklikkerlampje ABS. 
  een storing in de elektronische 
remdrukregelaar.    
Stop onmiddellijk, zet het contact af en neem 
contact op met   het  CITROËN  -netw   erk of een  
gekwalificeerde werkplaats. 
    
 
Motoroliedruk 
en -temperatuur 
   brandt tijdens het 
rijden.   een te lage druk of een te hoge 
temperatuur.   Zet de auto stil, zet het contact af en laat de motorolie 
afkoelen. Controleer het motorolieniveau met de 
peilstok. Zie in de rubriek 6 het gedeelte "Niveaus". 
  blijft branden, 
terwijl het niveau 
correct is.   een ernstige storing.   Neem contact op met het CITROËN-netwerk of een 
gekwalificeerde werkplaats.  
Page 37 of 260

 35
   
 
Cockpit  
 
VOORDAT U GAAT RIJDEN
2
 
 
Display    
status    
signaleert    
Wat te doen  
 
  
 
Snelheidsregelaar 
  brandt.   dat de snelheidsregelaar is 
geselecteerd.   Handmatig selecteren. Zie in de rubriek 3 het gedeelte 
"Stuurkolomschakelaars". 
    
 
Snelheidsbegrenzer 
  
brandt.   dat de snelheidsbegrenzer is 
geselecteerd.   Handmatig selecteren. Zie in de rubriek 3 het gedeelte 
"Stuurkolomschakelaars". 
    
 
Opschakelindicator 
  
brandt.   een aanwijzing, onafhankelijk 
van de rijomstandigheden en de 
verkeersdrukte.   Schakel een hogere versnelling in bij een 
handgeschakelde versnellingsbak om het 
brandstofverbruik te verminderen. 
  De bestuurder is zelf verantwoordelijk voor het wel of 
niet opvolgen van deze aanwijzing. 
    
 
Voorgloeien 
dieselmotor    brandt.   dat voorgloeien van de 
dieselmotor noodzakelijk is 
(koude omstandigheden).   Wacht tot het lampje uit is alvorens de motor te starten. 
 
  
 
Roetfilter   brandt.   een storing van het roetfilter 
(niveau brandstofadditief, kans 
op verstopping,...).   Laat het filter controleren door het CITROËN-netwerk of 
een gekwalificeerde werkplaats.  
Zie in rubriek 6 het gedeelte "Controles". 
    
 
Water in het 
brandstoffilter    brandt in 
combinatie met 
een melding op 
het display.   de aanwezigheid van water in 
het brandstoffilter.   Laat het filter onmiddellijk aftappen door het CITROËN-
netwerk of eengekwalificeerde werkplaats.  
Zie in de rubriek 6 het gedeelte "Controles". 
    
 
Onderhoudssleutel 
  
brandt.   een bijna verstreken 
onderhoudsinterval.   Zie het overzicht met controlepunten in het garantie- 
en onderhoudsboekje. Maak een afspraak voor een 
onderhoudscontrole met het CITROËN-netwerk of een 
gekwalificeerde werkplaats. 
    
 
Klokje    wordt 
weergegeven.   het instellen van de tijd.   Gebruik de linkerknop van het instrumentenpaneel. 
Raadpleeg in de rubriek 2 het gedeelte "Cockpit".  
Page 47 of 260

 45
VOORDAT U GAAT RIJDEN
2
STARTEN EN STOPPEN 
   
Sleutel 
 
Zorg ervoor dat de sleutel niet in contact 
komt met smeer, stof of regen en bewaar de 
sleutel niet in een vochtige omgeving. 
  Hang geen zware voorwerpen, zoals een 
sleutelhanger, aan de sleutel; dit kan 
storingen in het contactslot veroorzaken.      
Stand "Starten".  
  De startmotor wordt in werking gezet. Laat de 
sleutel los zodra de motor is aangeslagen. 
   
Stand STOP:  stuurslot. 
  Het contact is afgezet. Draai het stuurwiel 
tot het stuurslot wordt vergrendeld. Haal de 
sleutel uit het contact. 
   
Gebruiksvoorschrift: starten 
 
Controleer als dit lampje brandt 
of de portieren, achterdeuren, 
schuifdeuren en de motorkap 
goed zijn gesloten!  
   
Verklikkerlampje voorgloeien 
dieselmotor 
  Als de motor voldoende op 
temperatuur is, gaat het lampje 
na minder dan 1 seconde uit en 
kunt u de motor direct starten. 
  Wacht bij koud weer tot dit lampje uitgaat 
en zet vervolgens de startmotor in werking 
(stand "Starten") tot de motor aanslaat.  
 
 
 
Gebruiksvoorschrift: stoppen 
 
 
Ontzien van de motor en de 
versnellingsbak 
  Laat de motor voordat u het contact afzet 
enkele seconden draaien om het toerental 
van de turbocompressor (dieselmotor) te 
laten dalen. 
  Geef geen gas bij het afzetten van het contact. 
  Het inschakelen van alleen een versnelling 
bij het parkeren van de auto is niet afdoende.  
     
Stand "AAN" en "Accessoires".  
  Verdraai terwijl u de contactsleutel omdraait 
het stuurwiel iets (zonder te forceren) om het 
stuurslot te ontgrendelen. In deze stand kunnen 
verschillende accessoires functioneren. 
   
Verklikkerlampje geopend portier 
 STUURWIEL IN HOOGTE ENDIEPTE VERSTELLEN 
 
Ontgrendel het stuurwiel, alleen bij 
stilstaande auto, door de hendel omlaag te 
bewegen. 
  Stel het stuurwiel in de gewenste stand en 
zet dan de hendel weer goed vast. S tarten en stoppen  
Page 131 of 260

DIESEL
 129
Brandstof  
 
ONDERHOU
D
6
 
BRANDSTOFTOEVOERUITGESCHAKELD 
 
Bij een zware aanrijding wordt de 
brandstoftoevoer automatisch door de 
brandstofafsluiter onderbroken. 
  HANDOPVOERPOMP DIESEL
 
 
 
In het geval van een lege brandstoftank is 
het noodzakelijk het brandstofsysteem te 
ontluchten: 
   
 
-   vul de brandstoftank met minimaal vijf 
liter diesel, 
   
-   bedien de handopvoerpomp van de 
ontluchting (onder de beschermkap in 
de motorruimte) tot u brandstof in de 
transparante slang ziet komen, 
   
-   houd de sleutel in de stand "D" (starten) 
tot de motor aanslaat.     Als dit verklikkerlampje gaat 
knipperen, verschijnt een melding 
op het display. 
  Controleer buiten de auto of u geen brandstof 
ruikt en of er geen brandstoflekkage is en 
herstel de brandstoftoevoer als volgt: 
   
 
-   zet het contact af (stand STOP), 
   
-   neem de sleutel uit het contactslot, 
   
-   plaats de sleutel in het contactslot, 
   
-   zet het contact aan en start de motor.  
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Brandstofkwaliteit voor dieselmotoren Brandstofkwaliteit voor benzinemotoren
   
Auto's met dieselmotoren kunnen 
probleemloos rijden op biobrandstoffen die 
aan de huidige en toekomstige Europese 
richtlijnen voldoen (diesel die voldoet aan de 
richtlijn EN 590 gemengd met biobrandstof 
die voldoet aan de richtlijn EN 14214) en die 
aan de pomp getankt kunnen worden (met 
een gehalte aan methyl-estervetzuren 
van 0 tot 7%). 
  Het gebruik van biobrandstof B30 is mogelijk 
bij bepaalde dieselmotoren op voorwaarde 
dat de bijzondere onderhoudsvoorschriften 
strikt worden nageleefd. Raadpleeg het 
CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde 
werkplaats. 
  Het gebruik van elk ander type 
(bio)brandstof (zuivere of verdunde 
plantaardige of dierlijke olie, stookolie ...) is 
nadrukkelijk verboden (kans op schade aan 
de motor en het brandstofcircuit).  
    
Auto's met benzinemotoren kunnen 
probleemloos rijden op biobrandstoffen van 
het type E10 en E24 (deze bevatten resp. 
10% en 24% ethanol) die voldoen aan de 
Europese richtlijnen EN 228 en EN 15376. 
  Brandstoffen van het type E85 (deze 
bevatten tot 85% ethanol) zijn uitsluitend 
geschikt voor auto's die speciaal bestemd 
zijn voor dit type brandstof (BioFlex-auto's). 
De kwaliteit van de ethanol moet voldoen 
aan de Europese richtlijn EN 15293. 
  Auto's die kunnen rijden op brandstoffen met 
een ethanolgehalte tot 100% (type E100), 
worden alleen verkocht in Brazilië.  
  
Page 175 of 260

9.13
05
   Selecteer en bevestig " Bestemming kiezen", selecteer " GPS-coördinaten 
 "en bevestig uw keuze.  
   
Voer de 
GPS-coördinaten in en bevestiguw invoer met " OK" om het navigeren 
te starten.  
  Druk op  NAVv
oor het menu 
" Navigatie 
 ".  
NAVIGATIE
 
 
 
 
 
 
 
GPS-COÖRDINATEN ALS BESTEMMING INVOEREN   NAAR EEN PUNT OP DE KAART  
Druk, als de kaart op het scherm wordt
w
eergegeven, op  OKom naar hetcontextmenu te gaan. Selecteer dan " Kaart verplaatsen" en bevestig uw keuze.  
Druk op OK 
 v
oor het contextmenu van de functie "  Kaart verplaatsen 
 ".  
Selecteer " Als bestemming kiezen" of " Als tussenstop kiezen 
 " en bevestiguw keuze.  
 
Verplaats de cursor op het scherm
met de navigatietoets om een
bestemmingspunt te kiezen. 
Page 194 of 260

9.32
07TELEFONEREN 
Druk 2 keer op  PHONE.
Selecteer " Bellen" en bevestig uwkeuze.  
Selecteer "  Contacten 
 " en bevestig uw keuze.  
Toets het nummer in op het virtuele
toetsenbord door de ci
jfers te selecteren en daarna te bevestigen 
Bevesti
g met "OK" om het ingevoerde 
telefoonnummer te bellen.Druk o
p TEL   of 2 keer op PHONE.
 
 
EEN NUMMER BELLEN   EEN CONTACT BELLEN  
Selecteer het 
gewenste contact enbevestig uw invoer. 
 
Als u het contact via de toets PHONEhebt opgevraagd, selecteert u "  Bellen 
 " en bevestigt u uw keuze.  
Selecteer het nummer en bevestig uwkeuze om het bellen te starten
BELLEN Gebruik de telefoon liever niet onder het rijden. Stop op een veilige plaats om te bellen als u gelegenheid hebt en gebruik bij voorkeur 
de toetsen op het stuur.   
Page 247 of 260

 16
1
   
 
Exterieur  
 
WEGWIJZER
10
EXTERIEUR  
 
 
Brandstofvuldop, 
brandstoftank 128-129 
  Onderbreking brandstoftoevoer, 
handopvoerpomp diesel  129-130  
     
Ruitenwisserblad 150 
  Spiegels 91 
  Zijknipperlicht 143  
   
Koplampen, mistlampen, 
richtingaanwijzers 46-48 
  Koplampverstelling 48 
  Lampen voor vervangen  141-143 
  Koplampsproeiers 49, 124 
  Sneeuwscherm 139  
   
Voorportieren 24-25 
  Schuifdeur 25-26 
  Sleutel 22 
  Motorkapontgrendeling 120 
  Kinderbeveiliging 26  
   
Remmen, remblokken  94, 125 
  Noodstop 96 
  ABS, remdrukregelaar (EBD)  96 
  ASR, ESC  97 
  Banden, spanning  160 
  Sneeuwkettingen 140 
  Achtervering 88-90      
Achterdeuren, achterklep  24-27 
  Noodbediening 27      
Accessoires 119  
   
Kentekenplaatverlichting 145     
Afmetingen 154-157  
   
Bandenreparatieset 133 
  Reservewiel, krik, wiel verwisselen, 
gereedschap 135-139 
  Bandenspanning 160     
Afstandsbediening 21-22 
  Batterijen vervangen, synchroniseren  2 2 
  Sleutel 22 
  Starten 45 
  Centrale vergrendeling  21, 24-25 
  Alarm 23-24  
   
Slepen, takelen  151 
  Trekken van een aanhanger  117-118 
  Parkeerhulp 95      
Achterlichten, 
richtingaanwijzers 46-47, 143 
  Derde remlicht  145 
  Lampen achter vervangen  141, 145