service FIAT 500 2020 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: FIAT, Model Year: 2020, Model line: 500, Model: FIAT 500 2020Pages: 244, PDF Size: 6.18 MB
Page 3 of 244

Beste klant,
Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiathebt gekozen.
Wij hebben dit boekje samengesteld om u de kwaliteiten van deze auto volledig te laten benutten.
Dit boekje bevat informatie, adviezen en belangrijke waarschuwingen voor een juist gebruik van het voertuig, zodat u het maximum uit
de technologische eigenschappen van uw Fiat 500
kunt halen.
Het wordt geadviseerd het eerst helemaal te lezen voordat u voor de eerste keer de weg op gaat, om bekend te raken met de
bedieningselementen en met name die elementen die betrekking hebben op de remmen, stuurinrichting en versnellingsbak,
tegelijkertijd kunt u het gedrag van het voertuig op verschillende wegdekken begrijpen.
In dit document vindt u een beschrijving van de speciale kenmerken en tips, evenals essentiële informatie over veilig rijden, onderhoud
van en zorg voor uw Fiat
.
Geadviseerd wordt het instructieboek, nadat u het gelezen hebt, in het voertuig te bewaren, zodat u het in de toekomst gemakkelijk
kunt raadplegen en om ervoor te zorgen dat het aan boord van het voertuig blijft indien het verkocht mocht worden.
In het bijgevoegde Garantieboekje vindt u ook een beschrijving van de Diensten die Fiat haar klanten biedt, het Garantiecertificaat en
de details van de voorwaarden om de geldigheid ervan te behouden.
Wij zijn ervan overtuigd dat u met behulp van deze middelen spoedig vertrouwd zult raken met uw nieuwe auto en de service van de
mensen bij Fiat zult waarderen.
Veel leesplezier gewenst. ... en goede reis!
WAARSCHUWING
In dit instructieboek zijn alle versies van de Fiat beschreven
; neem daarom uitsluitend de informatie in
beschouwing die betrekking heeft op het uitrustingsniveau, de motor en de versie van uw auto. De gegevens in deze
publicatie zijn slechts indicatief. FCA Italy S.p.A. kan op elk moment de in deze publicatie beschreven specificaties van
het automodel om technische of commerciële redenen wijzigen. Neem voor meer informatie contact op met het Fiat
Servicenetwerk.
Page 4 of 244

AANDACHTIG LEZEN
TANKEN
Benzinemotoren: tank uitsluitend loodvrije benzine met een minimum octaangetal van 95 RON die aan de Europese norm EN228 voldoet.
Het gebruik van dergelijke mengsels kan leiden tot problemen met de ontsteking en het rijden, evenals tot beschadiging van fundamentele
componenten van het brandstoftoevoersysteem.
LPG-motoren: tank uitsluitend dieselolie voor motorvoertuigen die aan de Europese norm EN589 voldoet. Het gebruik van andere
producten of mengsels kan de motor onherstelbaar beschadigen en derhalve de garantie voor de veroorzaakte schade ongeldig maken.
Zie voor nadere details over het gebruik van de correcte brandstof de paragraaf "Tanken" in het hoofdstuk "Starten en rijden".
DE MOTOR STARTEN
Controleer of de handrem is aangetrokken en zet de versnellingspook in de vrijstand. Trap het koppelingspedaal volledig in, zonder het
gaspedaal te bedienen; draai de contactsleutel naar de stand MAR en wacht tot het lampjedooft; draai de contactsleutel naar de stand
AVV en laat hem los zodra de motor start.
Versies met Dualogic versnellingsbak: controleer of de handrem is aangetrokken en of de versnellingspook in P (Parkeren) of N (Vrijstand)
staat, trap het koppelingspedaal volledig in, draai vervolgens de contactsleutel naar AVV en laat deze los zodra de motor gestart is.
PARKEREN BOVEN BRANDBAAR MATERIAAL
De katalysator ontwikkelt tijdens zijn werking zeer hoge temperaturen. Parkeer de auto dus niet boven gras, dennennaalden of ander
ontvlambaar materiaal: brandgevaar.
MILIEUBESCHERMING
Het voertuig is uitgerust met een diagnosesysteem dat continu controles uitvoert op de componenten die verband houden met de
uitlaatgasemissie, om het milieu beter te beschermen.
ELEKTRISCHE ACCESSOIRES
Als na aanschaf van het voertuig besloten mocht worden om elektrische accessoires toe te voegen (met het risico dat de accu langzaam
ontlaadt), neem dan contact op met het Fiat Servicenetwerk. Zij kunnen het totale stroomverbruik berekenen en controleren of de elektrische
installatie van het voertuig geschikt is voor het extra stroomverbruik.
GEPROGRAMMEERD ONDERHOUD
Een correct onderhoud van de auto is van essentieel belang om de prestaties en de veiligheid van de auto, zijn milieuvriendelijkheid en lage
bedrijfskosten gedurende langere tijd te garanderen.
Page 12 of 244

SLEUTELS
1)
CODE-CARD
(voor bepaalde versies/markten)
Bij de auto worden twee
contactsleutels geleverd alsook de
CODE-card fig. 3 waarop de volgens
gegevens staan:
A: de elektronische code;
B: de mechanische code voor de
sleutels die bij aanvraag van
duplicaatsleutels aan het Fiat
Servicenetwerk moet worden gegeven.
Zorg ervoor dat u de elektronische
code van de CODE-card altijd bij u
hebt.BELANGRIJK Bij verkoop van de auto,
moeten alle sleutels en de CODE-card
aan de nieuwe eigenaar overhandigd
worden.
MECHANISCHE SLEUTEL
De metalen baard fig. 4 activeert:
de startinrichting;
de sloten van de portieren en de
achterklep (voor bepaalde versies/
markten);
de vergrendeling/ontgrendeling van
de tankdop.
SLEUTEL MET
AFSTANDSBEDIENING
(voor bepaalde versies/markten)
De metalen baard fig. 5 activeert:
de startinrichting;
de portiersloten;
de vergrendeling/ontgrendeling van
de tankdop.Druk op knop B fig. 5 om de metalen
baard in/uit te klappen.
1)
De portieren en de achterklep
ontgrendelen
Druk kort op de knop
: ontgrendeling
van portieren en achterklep,
tijdgestuurde inschakeling
binnenverlichting en dubbel knipperen
van de richtingaanwijzers (voor
bepaalde versies/markten).
De portieren worden automatisch
ontgrendeld wanneer de afsluiter van
de brandstoftoevoer in werking treedt.
3F0S0002
4F0S0003
5F0S0004
10
KENNISMAKING MET HET VOERTUIG
Page 13 of 244

De portieren en de achterklep
vergrendelen
Druk kort op knop
: vergrendeling op
afstand van de portieren en achterklep,
uitschakeling binnenverlichting en
eenmaal knipperen van de
richtingaanwijzers (voor bepaalde
versies/markten).
Als een of meer portieren open zijn,
worden ze niet vergrendeld. Dit wordt
aangegeven door het snel knipperen
van de richtingaanwijzers (voor
bepaalde versies/markten).
De portieren worden echter wel
vergrendeld als de achterklep open is.
Wanneer een snelheid van meer dan 20
km/h wordt bereikt, worden de
portieren automatisch vergrendeld als
deze speciale functie met het
Setup-menu is ingesteld (voor bepaalde
versies/markten).
Achterklep openen met de
afstandsbediening
Druk op de knop
om de
achterklep op afstand te ontgrendelen
(openen).
Het ontgrendelen van de achterklep
wordt aangegeven door twee keer
knipperen van de richtingaanwijzers.
1)
BELANGRIJK
1)De elektronische onderdelen in de
sleutels kunnen beschadigen als de sleutel
aan sterke schokken wordt blootgesteld.
Om een correcte werking van de
inwendige elektronische componenten te
garanderen, mag de sleutel nooit aan
direct zonlicht blootgesteld worden.
BELANGRIJK
1)Druk knop B fig. 5alleen in wanneer de
sleutel ver genoeg van het lichaam (vooral
de ogen) en van voorwerpen die snel
beschadigen (bijvoorbeeld kleding)
is verwijderd. Laat de sleutel nooit
onbewaakt achter om te voorkomen dat
iemand (bijvoorbeeld een kind) per ongeluk
op de knop drukt.
BELANGRIJK
1)Lege batterijen moeten overeenkomstig
de wet in speciale bakken gedeponeerd
worden. Ze kunnen ook ingeleverd worden
bij het Fiat Servicenetwerk dat voor hun
verwerking zal zorgen.
CONTACTSLOT
2) 3) 4)
De sleutel kan in 3 standen worden
gedraaid fig. 6:
STOP: motor uit, sleutel kan
verwijderd worden; stuurkolom is
vergrendeld. Sommige elektrische
apparaten (bijv. autoradio, elektrische
ruitbediening enz.) kunnen blijven
werken.
MAR: rijstand. Alle elektrische
apparaten kunnen werken.
AVV: motor starten.
Het contactslot is voorzien van een
beveiliging: als de motor bij de eerste
poging niet aanslaat, moet de sleutel
teruggedraaid worden naar de stand
STOP om opnieuw te kunnen starten.
6F0S0006
11
Page 14 of 244

STUURSLOT
5)
Inschakeling:draai de sleutel naar de
stand STOP, verwijder de sleutel en
verdraai het stuurwiel tot het
vergrendelt.
Uitschakeling:draai het stuur iets
heen en weer terwijl de contactsleutel
naar de stand MAR wordt gedraaid.
BELANGRIJK
2)Als er geknoeid is aan het contactslot
(bijv. een poging tot diefstal), dan moet dit
gecontroleerd worden bij het Fiat
Servicenetwerk voordat er verder gereden
wordt.
3)Verwijder altijd de sleutel uit het
contactslot als de auto wordt verlaten, om
onbedoeld gebruik van de
bedieningselementen te voorkomen.
Vergeet niet de handrem aan te trekken.
Schakel de eerste versnelling in als het
voertuig op een helling omhoog staat
geparkeerd en de achteruitversnelling bij
een helling omlaag. Laat kinderen nooit
zonder toezicht in de auto achter.
4)Verwijder de sleutel nooit terwijl de auto
rijdt. Het stuurwiel zal blokkeren zodra
eraan gedraaid wordt. Dit geldt ook voor
auto's die gesleept worden.5)After-market werkzaamheden waarbij
wijzigingen van de stuurinrichting of de
stuurkolom betrokken zijn (bijv. bij montage
van een alarmsysteem) zijn ten strengste
verboden. Dergelijke werkzaamheden
kunnen de prestaties van het systeem, de
garantie en de veiligheid in gevaar brengen
waardoor de auto niet meer aan de
typegoedkeuring voldoet.
FIAT CODE SYSTEEM
Dit is een elektronische startblokkering
die de beveiliging tegen
diefstalpogingen verbetert. Het systeem
wordt automatisch ingeschakeld
wanneer de contactsleutel wordt
verwijderd.
Elke keer dat de motor wordt gestart
door de sleutel naar de stand MAR
te draaien, stuurt de regeleenheid van
het Fiat CODE systeem een
herkenningscode naar de
motorregeleenheid (PCM) om de
startblokkering uit te schakelen.
Als de code tijdens het starten niet
correct wordt herkend, gaat het
waarschuwingslampje
op het
instrumentenpaneel branden; bij
sommige versies verschijnt er echter
een symbool op het display.
Draai in dit geval de sleutel naar STOP
en vervolgens naar MAR; als de motor
geblokkeerd blijft, probeer dan
nogmaals met een van de andere
geleverde sleutels. Neem contact op
met het Fiat Servicenetwerk als de
motor nog steeds niet gestart kan
worden.
12
KENNISMAKING MET HET VOERTUIG
Page 15 of 244

BELANGRIJK Elke sleutel heeft een
specifieke code die in de regeleenheid
van het systeem moet worden
opgeslagen. Neem contact op met het
Fiat Servicenetwerk om nieuwe sleutels
(maximaal 8) te laten opslaan.PORTIEREN
6)
2)
OPENEN/SLUITEN MET
DE SLEUTEL
Van buitenaf openen
(bestuurdersportier):draai de sleutel
naar stand 1 fig. 7 en trek aan de
portierhandgreep.
Bij versies met centrale
portiervergrendeling worden de
portieren en de achterklep tegelijkertijd
ontgrendeld als de sleutel wordt
omgedraaid.
Van buitenaf vergrendelen:draai
terwijl het bestuurdersportier volledig
gesloten is de sleutel in stand 2 fig. 7.Het is mogelijk het portier aan de
passagierszijde alleen van binnenuit te
vergrendelen door de hendel in stand
2 fig. 8 te plaatsen.
Bij versies met centrale
portiervergrendeling worden de
portieren en de achterklep tegelijkertijd
vergrendeld als de sleutel wordt
omgedraaid.
Van binnenuit vergrendelen/
ontgrendelen: bedien de hendels op
de portierpanelen fig. 8.
Stand 1: het portier is ontgrendeld.
Stand 2: het portier is vergrendeld.
Bij versies met centrale
portiervergrendeling worden zowel de
portieren als de achterklep
vergrendeld/ontgrendeld wanneer de
hendels aan de bestuurders- of aan
passagierszijde worden bediend.
7F0S0099
8F0S0357
13
Page 26 of 244

BELANGRIJK
18)Als de ruit schoongemaakt moet
worden, controleren of het systeem
uitgeschakeld is en of de sleutel op STOP
staat.
19)Rijden met versleten wisserbladen is
bijzonder gevaarlijk, omdat het zicht onder
slechte weersomstandigheden wordt
beperkt.
BELANGRIJK
5)Gebruik de ruitenwissers nooit om
opgehoopte sneeuw of ijs van de voorruit
te verwijderen. Onder dergelijke
omstandigheden kan de ruitenwisser
overbelast raken en wordt de beveiliging
ingeschakeld, waardoor de ruitenwisser
enkele seconden wordt uitgeschakeld. Als
hierna de ruitenwissers niet meer werken,
neem dan contact op met het Fiat
Servicenetwerk.
6)Schakel de ruitenwissers niet met van de
ruit opgeheven wisserbladen in.
7)Schakel de regensensor of de
achterruitwisser nooit in tijdens een
schoonmaakbeurt in een wastunnel.8)Gebruik de achterruitwisser nooit om
opgehoopte sneeuw of ijs te verwijderen. In
dergelijke omstandigheden wordt bij
overbelasting van de ruitenwisser
de beveiliging van de motor ingeschakeld,
waardoor de ruitenwisser enkele seconden
wordt uitgeschakeld. Als hierna de
ruitenwissers niet meer werken, neem dan
contact op met het Fiat Servicenetwerk.
9)Zorg ervoor dat het systeem is
uitgeschakeld als er ijs op de voorruit zit.
24
KENNISMAKING MET HET VOERTUIG
Page 31 of 244

I - Automatische klimaatregeling
in-/uitschakelen
BELANGRIJK
2)Het systeem gebruikt een R1234yf
koelmiddel dat compatibel is met de
wetten die van kracht zijn in de landen
waar het voertuig wordt verkocht. Gebruik
tijdens het laden alleen het gas dat is
aangeduid op het plaatje in de
motorruimte. Het gebruik andere
koelmiddelen heeft invloed op de efficiency
en conditie van het systeem. Het
smeermiddel dat voor de compressor
wordt gebruikt, is ook strikt gekoppeld aan
het type koelgas; raadpleeg het Fiat
Servicenetwerk.
BELANGRIJK
10)Gebruik nooit het koelmiddel R12 of
R134a, aangezien dit niet compatibel
is met de systeemcomponenten van de
klimaatregeling.
ELEKTRISCHE
RUITBEDIENING
20) 21)
Deze werkt met de contactsleutel in de
stand MAR en gedurende circa twee
minuten nadat de contactsleutel naar
de stand STOP is gedraaid of
verwijderd is.
De bedieningsknoppen voor de
elektrische ruitbediening bevinden zich
achter de versnellingspook en bedienen
fig. 28:
A Openen/sluiten linkerruit.
B Openen/sluiten rechterruit.
Houd de knop een paar seconden
ingedrukt om de ruit automatisch
omlaag te laten komen of houd hem
ingedrukt om de ruit automatisch
omhoog te laten schuiven (alleen met
de sleutel op MAR).
BELANGRIJK
20)Oneigenlijk gebruik van de elektrische
ruitbediening kan gevaarlijk zijn. Controleer
voor en tijdens het bedienen altijd of de
passagiers niet kunnen worden verwond
door de bewegende ruiten of door
voorwerpen die door de ruit worden
meegesleept of geraakt.
21)Verwijder altijd de sleutel uit het
contactslot als het voertuig wordt verlaten
om te voorkomen dat onverwachtse
bediening van de elektrische ruitbediening
gevaar oplevert voor de achtergebleven
passagiers.
28F0S0590
29
Page 42 of 244

BELANGRIJK Als de omschakeling
tijdens een acceleratie of
tussenacceleratie gebeurt, dan kan een
kort verlies van vermogen worden
gevoeld.
38)
30)
BELANGRIJK
35)Let wel dat in sommige landen
(inclusief Italië) wettelijke beperkingen
gelden voor het parkeren/stallen van auto's
die rijden op gas dat dichter is dan
zuurstof; LPG valt onder deze categorie.
36)Als er gaslucht wordt waargenomen,
schakel dan over van werking op LPG naar
werking op benzine en ga onmiddellijk
naar een Fiat Servicepunt om het voertuig
te laten controleren en eventuele
systeemstoringen uit te sluiten.
37)Schakel niet om tussen de twee
werkingsmethodes tijdens het starten van
de motor.
38)Het LPG-toevoersysteem is uitgerust
met een "verbruiksfunctie" die verbonden is
met het led-display van het LPG-niveau
op de schakelaar; deze functie wordt alleen
ingeschakeld nadat er een aanzienlijke
variatie in het brandstofniveau is
gedetecteerd. Het wordt dus aanbevolen
bij de eerstvolgende tankbeurt de tank
volledig met LPG te vullen om een
"nauwkeurigere" indicatie van het niveau te
verkrijgen.
BELANGRIJK
25)Het systeem werkt op temperaturen
tussen -20°C en 100°C.
26)De auto is uitgerust met een gasvormig
LPG inspuitsysteem dat speciaal
ontworpen is voor deze auto: daarom is
het absoluut verboden de configuratie van
het systeem of de componenten ervan
te wijzigen. Het gebruik van andere
componenten of materialen zou kunnen
leiden tot een slechte werking en
verminderde veiligheid; neem dus in geval
van problemen altijd contact op met het
Fiat Servicenetwerk. Volg, om
beschadiging aan onderdelen van het
gassysteem te voorkomen, wanneer het
voertuig wordt gesleept of opgekrikt, de
aanwijzingen op die beschreven zijn in de
paragraaf "Slepen van het voertuig" van het
Instructieboek.
27)Bij gebruik van een lakoven moet de
LPG-tank uit de auto verwijderd worden en
later weer worden gemonteerd bij het Fiat
Servicenetwerk. Alhoewel het LPG-
systeem talrijke veiligheidsvoorzieningen
heeft, wordt geadviseerd als volgt te werk
te gaan als het voertuig lange tijd niet
gebruikt wordt of als het voertuig verplaatst
wordt in een noodgeval na pech of een
ongeval: schroef de bevestigingen A fig.
41los, verwijder het deksel B. Sluit de
LPG-kraan door de ringmoer C rechtsom
te draaien fig. 42; het deksel terug te
plaatsen en de bevestigingen aan vast te
zetten.28)Het wordt geadviseerd zo nu en dan
(minstens een keer per zes maanden),
de LPG in de tank volledig te gebruiken en,
bij de volgende tankbeurt te controleren
of de maximuminhoud van 30,5 liter
(inclusief reserve) (met een tolerantie van 2
liter extra) niet overschreden wordt (zie
instructies in de paragraaf "Inhouden"). Als
het niveau de 30,5 liter (inclusief reserve)
overschrijdt, neem dan onmiddellijk contact
op met het Fiat Servicenetwerk.
29)In bijzondere gebruiksomstandigheden,
zoals starten en de werking op LPG met
een laag propaangehalte bij lage
buitentemperaturen, kan het systeem
tijdelijk omschakelen naar de werking op
benzine, zonder dat er op het display
een indicatie verschijnt of de schakelaar
ingeschakeld wordt. Als het LPG-niveau in
de tank laag is, of er is een verzoek om
hoge prestaties (bijv. inhalen, volledig
beladen auto, steile hellingen), kan het
systeem automatisch overschakelen naar
werking op benzine om de vereiste
motorprestaties te garanderen; in dit geval
wordt de overschakeling aangegeven
door het aangaan van de oranje (benzine)
led en het uitgaan van de groene (LPG) led
op de schakelaar. Als bovengenoemde
omstandigheden zich niet meer voordoen,
keert het systeem automatisch terug naar
werking op LPG; de oranje led (benzine)
gaat uit en de groene led (LPG) gaat
branden op de schakelaar. Om
bovenbeschreven automatische
omschakeling te verkrijgen, moet u zich
ervan verzekeren dat er altijd voldoende
brandstof in de benzinetank zit.
30)Het strikt verboden is om additieven in
LPG te gebruiken.
40
KENNISMAKING MET HET VOERTUIG
Page 47 of 244

Sommige opties hebben een submenu.
Het menu biedt de volgende functies:
MENU
VERLICHTING
PIEP SNELHEID
ACTIVERING TRIP B/GEGEVENS
STEL UUR IN
STEL DATUM IN
AUTOCLOSE
MEETEENHED
TAAL
GELUIDSSTERKTE
WAARSCHUWINGEN
GELUIDSSTERKTE TOETSEN
PIEP VEILIGHEIDSGORDELS
SERVICE
AIRBAG/AIRBAG PASSAGIER
DAGRIJLICHTEN
RESET BANDEN
RADIO HERHALING(voor bepaalde
markten/versies)
ZIE TELEFOON (voor bepaalde
markten/versies)
ZIE NAVIGATIE (voor bepaalde
markten/versies)
MENU AFSLUITENStel uur in (de klok instellen)
Door deze functie te gebruiken, kan de
klok met twee submenu's worden
ingesteld: "Uur" en "Formaat".
Ga als volgt te werk om in te stellen:
druk kortstondig op de MENU knop
op het display verschijnen de
twee submenu's "Uur" en "Formaat";
druk op de knop+of–om een van
beide submenu's te selecteren;
druk na het submenu te hebben
geselecteerd kort op de MENU-knop
;
als u het submenu "Uur" selecteert,
druk dan kort op de MENU-knop
om de "uren" weer te geven;
druk op de knop+of–om aan te
passen;
druk kort op de MENU-knop
om de "minuten" weer te geven;
druk op de knop+of–om aan
te passen;
OPMERKING Met elke druk op de knop
+of–wordt de waarde met één
eenheid verhoogd of verlaagd. Houd de
knop ingedrukt om de waarde
automatisch snel te verhogen/verlagen.
Wanneer de gewenste waarde wordt
bereikt, kan de instelling afgerond
worden door opnieuw kort op de knop
te drukken.
als u het submenu "Formaat"
selecteert, druk dan kort op de
MENU-knop
om de
"schermmodus" weer te geven;
druk op+of–om “24h” of “12h” te
selecteren. Druk na het maken van
de gewenste instellingen, kort op de
MENU-knop
om terug te keren
naar het submenuscherm of houd de
knop ingedrukt om terug te keren naar
het hoofdscherm zonder op te slaan.
houd de knop MENUof
OPSLAAN ingedrukt bij kleurendisplays
om terug te keren naar het
standaardscherm of het hoofdmenu
afhankelijk van waar u zich in het menu
bevindt.
Stel datum in (De datum instellen)
Met deze functie kan de datum worden
bijgewerkt (jaar/maand/dag).
Ga als volgt te werk om in te stellen:
druk kort op de MENU-knop
om het "jaar" weer te geven;
druk op de knop+of–om aan te
passen;
druk kort op de MENU-knop
om de "maand" weer te geven;
druk op de knop+of–om aan
te passen;
druk kort op de MENU-knop
om de "dag" weer te geven;
druk op de knop+of–om aan te
passen;
45