AUX FIAT 500L LIVING 2019 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: FIAT, Model Year: 2019, Model line: 500L LIVING, Model: FIAT 500L LIVING 2019Pages: 260, PDF Size: 5.65 MB
Page 12 of 260

DASHBOARD
De aanwezigheid en de opstelling van de bedieningselementen, de instrumenten en de meters kunnen variëren afhankelijk van
de versies. Op bepaalde versies zijn het dashboard en de bedieningen voorzien van achtergrondverlichting.
1. Verstelbare en richtbare luchtroosters / 2. Bedieningshendel buitenverlichting / 3. Bedieningstoetsen op het stuurwiel:
Instellingenmenu en interactie metUconnect™-systeem / 4. Instrumentenpaneel / 5. Bedieningstoetsen op het stuurwiel:
Cruisecontrol/Speed Limiter / 6. Hendel voorruit-/achterruitwissers/7Vaste uitstroomopeningen boven / 8.
Uconnect™-systeem / 9. Bovenste opbergvak / 10. Frontairbag passagierszijde / 11. Onderste dashboardkastje / 12.
Verstelbare en richtbare luchtroosters in het midden / 13. Handbediende klimaatregeling (voor bepaalde versies/markten) of
automatische dual zone klimaatregeling (voor bepaalde versies/markten) / 14. Aansteker (voor bepaalde versies/markten) / 15.
USB-poort/AUX-aansluiting (voor bepaalde uitvoeringen/markten) / 16. Modusselectiesysteem / 17. Bedieningsknoppen /
18. Contactslot / 19. Knie-airbag voor bestuurder (voor bepaalde versies/markten) / 20. Frontairbag bestuurderszijde /
21. Toegangsklep zekeringenkast dashboard
1F0Y0604C
10
KENNISMAKING MET HET VOERTUIG
Page 213 of 260

OVERZICHTSTABEL BEDIENINGSELEMENTEN FRONTPANEEL
Knop Functies Modus
Aan/Uit Knop kort indrukken
Volumeregeling Knop naar links/rechts draaien
Volume in-/uitschakelen (Mute/Pauze) Knop kort indrukken
Scherm aan/uit Knop kort indrukken
Toegang tot het menu met voertuiginstellingen Knop kort indrukken
Selectie afsluiten/naar vorige scherm
terugkerenKnop kort indrukken
BROWSE ENTERLijst doorbladeren of op een radiostation
afstemmenKnop naar links/rechts draaien
Op display weergegeven optie bevestigen Knop kort indrukken
APPSToegang tot extra functies (bijv. Tijdweergave,
buitentemperatuur, Media, Radio, eco:
rijgegevensfunctie,UConnect™LIVE-services,
indien aanwezig)Knop kort indrukken
TELEFOONWeergave telefoongegevens Knop kort indrukken
TRIPToegang tot het TRIP menu Knop kort indrukken
MEDIABronselectie: USB/iPod,
Bluetooth®ofAUX
(voor bepaalde versies/markten)Knop kort indrukken
RADIOToegang tot de radio-modus Knop kort indrukken
211
Page 216 of 260

BEDIENINGSELEMENTEN ACHTER HET STUURWIEL
Toets A Interactie
Toets A
(linkerzijde stuurwiel)
Bovenste toets
Toets kort indrukken: zoeken naar volgend radiostation of selectie van volgend nummer USB/iPod.
Toets langer indrukken: scannen van hogere frequenties tot de toets wordt losgelaten/snel
vooruitspoelen nummer van USB/iPod.
Middelste toetsScrollt bij elke druk door de bronnen AM, FM, DAB, USB/iPod, AUX (voor bepaalde versies/markten). Alleen
de beschikbare bronnen worden geselecteerd.
Onderste toets
Toets kort indrukken: zoeken naar vorig radiostation of selectie van vorig nummer USB/iPod.
Toets langer indrukken: scannen van lagere frequenties tot de toets wordt losgelaten/snel
vooruitspoelen nummer van USB/iPod.
Toets B
(rechterzijde stuurwiel)
Bovenste toetsVolume verhogen
Toets kort indrukken: volume in afzonderlijke stappen verhogen
Toets lang indrukken: volume snel verhogen
Middelste toets In-/uitschakelen van Mute / Pauze-functie
Onderste toetsVolume verlagen
Toets kort indrukken: volume in afzonderlijke stappen verlagen
Toets lang indrukken: volume snel verlagen
214
MULTIMEDIA
Page 217 of 260

SYSTEEM ON/OFF
Het systeem wordt in-/uitgeschakeld
door het indrukken van de
(ON/OFF)
toets/knop.
Draai de toets/knop respectievelijk
rechtsom/linksom om het radiovolume
te verhogen/verlagen.
USB/AUX-poort (voor
bepaalde versies/
markten)
De auto heeft een USB/AUX-aansluiting
op de tunnelconsole. fig. 170
RADIOMODUS
Nadat de gewenste radiozender
gekozen is, wordt de volgende
informatie op het display weergegeven:
Bovenaan: de lijst van opgeslagen
radiozenders (voorkeuze) wordt
weergegeven; de momenteel
beluisterde zender is gemarkeerd.In het midden: weergave van de naam
van het huidige radiostation en de
toetsen/om het vorige of het
volgende radiostation te selecteren.
Onderaan: weergave van de volgende
toetsen:
“Bladeren”: lijst van beschikbare
radiostations;
"AM/FM", "AM/DAB", "FM/DAB":
selectie van de gewenste golfband
(herconfigureerbare toets al naar gelang
de geselecteerde golfband: AM,FM of
DAB);
"Afstem.": handmatige afstemming
op het radiostation (niet beschikbaar
voor DAB-radio's);
"Info": aanvullende informatie over
de beluisterde bron;
"Audio": toegang tot het scherm
"Audio-instellingen".
Audiomenu
Door middel van het menu "Audio"
kunnen de volgende aanpassingen
worden uitgevoerd:
"Equalizer" (voor bepaalde
versies/markten)
"Balans / Fade" (om audiobalans
rechts/links en voor/achter te regelen);
"Volume / Snelheid" (uitgezonderd
versies met hifi-systeem) automatische
snelheidsafhankelijke volumeregeling;
“Loudness" (voor bepaalde
versies/markten);
"Auto-On Radio" (voor bepaalde
versies/markten);
"Vertrag. uitsch. radio"
MEDIA-MODUS
Bij ingeschakelde Media-modus de
knoppen
/kort indrukken om
het vorige/volgende nummer af te
spelen of de knoppen
/
ingedrukt houden om het nummer
snel achteruit/vooruit te spoelen.
Nummer kiezen (Browse)
OPMERKING Het toetsenbord is niet
beschikbaar voor talen met speciale
tekens (bijv. Grieks) die niet door het
systeem worden ondersteund, is het
toetsenbord niet beschikbaar. In deze
gevallen is bovenstaande functie
beperkt.
Bluetooth® BRON
Een Bluetooth®-audioapparaat
koppelen
Ga als volgt te werk om eenBlu-
etooth® audioapparaat te koppelen:
schakel de functieBluetooth®in
op het apparaat;
druk op de knop MEDIA op het
voorpaneel;
als de "Media" bron actief is, druk
dan op de knop "Bron";
170F0Y0643C
215
Page 227 of 260

OVERZICHTSTABEL DISPLAY-KNOPPEN
Knop Functies Modus
RadioToegang tot de radio-modus Druk op de knop
MediaBronselectie: USB/iPod,
Bluetooth®, AUX
(voor bepaalde versies/markten)Druk op de knop
TelefoonToegang tot de Telefoonmodus Druk op de knop
Uconnect™Toegang tot de systeemfuncties (Audio, Media,
Telefoon, Radio,Uconnect™LIVE-services,
etc.)Druk op de knop
Nav
(*)Toegang tot het Navigatiemenu Druk op de knop
InstellingenToegang tot het menu Instellingen Druk op de knop
TripToegang tot het Trip menu Druk op de knop
(*) Alleen versies metUconnect™7" HD Nav LIVE
225
Page 230 of 260

BEDIENINGSELEMENTEN ACHTER HET STUURWIEL
Toets A Interactie
Toets A
(linkerzijde stuurwiel)
Bovenste toets
Toets kort indrukken: zoeken naar volgend radiostation of selectie van volgend nummer USB/iPod.
Toets langer indrukken: scannen van hogere frequenties tot de toets wordt losgelaten/snel
vooruitspoelen nummer van USB/iPod.
Middelste toetsScrollt bij elke druk door de bronnen AM, FM, DAB, USB/iPod, AUX (voor bepaalde versies/markten). Alleen
de beschikbare bronnen worden geselecteerd.
Onderste toets
Toets kort indrukken: zoeken naar vorig radiostation of selectie van vorig nummer USB/iPod.
Toets langer indrukken: scannen van lagere frequenties tot de toets wordt losgelaten/snel
vooruitspoelen nummer van USB/iPod.
Toets B
(rechterzijde stuurwiel)
Bovenste toetsVolume verhogen
Toets kort indrukken: volume in afzonderlijke stappen verhogen
Toets lang indrukken: volume snel verhogen
Middelste toets In-/uitschakelen van Mute / Pauze-functie
Onderste toetsVolume verlagen
Toets kort indrukken: volume in afzonderlijke stappen verlagen
Toets lang indrukken: volume snel verlagen
228
MULTIMEDIA
Page 231 of 260

SYSTEEM IN-/
UITSCHAKELEN
Het systeem wordt in-/uitgeschakeld
door het indrukken van de toets/knop
.
Draai de toets/knop respectievelijk
rechtsom/linksom om het radiovolume
te verhogen/verlagen. De elektronische
volumeregeling kan continu (360°) in
beide richtingen, zonder stopposities,
worden gedraaid.
FUNCTIE
"TOUCHSCREEN"
Het systeem maakt gebruik van de
"touchscreen"-functie; druk, om van de
verschillende functies gebruik te
maken, op de weergegeven "grafische
toetsen".
Een selectie bevestigen: druk op de
knop "OK".
Terugkeren naar het vorige scherm:
druk op de knop
(Wissen) of,
afhankelijk van het ingeschakelde
scherm,
/Gereed.
RADIOMODUS
Nadat de gewenste radiozender
gekozen is, wordt de volgende
informatie op het display weergegeven:
Bovenaan: de lijst van opgeslagen
radiozenders (voorkeuze) wordt
weergegeven; de momenteel
beluisterde zender is gemarkeerd.In het midden: de naam van de
beluisterde zender wordt weergegeven.
Links: de toetsen "AM", "FM", "DAB”
(voor bepaalde versies/markten, indien
aanwezig) voor de selectie van de
gewenste frequentieband, worden
weergegeven (de met de geselecteerde
band overeenkomende toets wordt
gemarkeerd);
Rechts: weergave van de volgende
toetsen:
"Info": aanvullende informatie over
de beluisterde bron;
"Kaart": navigatie met
kaartweergave (alleen versies met
Uconnect™7" HD Nav LIVE).
Onderaan: weergave van de volgende
toetsen:
"Browse": lijst van beschikbare
radiozendeers;
/selectie vorige/volgende
radiozender;
"Afst.": handmatige afstemming
radiozenders;
"Audio": toegang tot het scherm
"Audio-instellingen".
Audiomenu
Druk op de toets "Audio" aan de
onderkant van het display om het menu
“Audio” te openen.Door middel van het menu "Audio"
kunnen de volgende aanpassingen
worden uitgevoerd:
"Balans / Fade" (om de audiobalans
rechts/links en voor/achter te regelen);
"Equalizer" (voor bepaalde
versies/markten)
"Snelheidsafhankelij.
volumeregeling" (automatische,
snelheidsafhankelijke volumeregeling);
“Loudness" (voor bepaalde
versies/markten);
"Compensatie AUX volume" (alleen
actief als een AUX-apparaat wordt
ingebracht);
“AutoPlay”-functie;
"Auto-On Radio".
MEDIA-MODUS
Druk op de knop Media om de
gewenste audiobron onder de
beschikbare bronnen te selecteren:
USB/iPod,Bluetooth® en AUX (voor
bepaalde versies/markten)
BELANGRIJK Toepassingen die worden
gebruikt op draagbare apparaten zijn
mogelijk niet compatibel met het
Uconnect™-systeem.
229
Page 232 of 260

Nadat de media-modus is
geselecteerd, wordt de volgende
informatie op het display weergegeven:
Bovenaan: informatie over het nummer
dat wordt afgespeeld en de volgende
grafische knoppen:
"Herhalen": het huidige nummer
opnieuw afspelen;
“Shuffle”: de nummers in
willekeurige volgorde afspelen;
Voortgang en duur van het nummer.
In het midden: informatie over het
nummer dat wordt afgespeeld.
Links: weergave van de volgende
toetsen:
Geselecteerd apparaat of audiobron;
"Bron selecteren": de gewenste
audiobron selecteren.
Rechts: weergave van de volgende
toetsen:
"Info": aanvullende informatie over
het nummer dat wordt afgespeeld;
"Tracks": lijst met de beschikbare
nummers;
"Kaart": navigatie met
kaartweergave (alleen versies met
Uconnect™7" HD Nav LIVE).Onderaan: informatie over het nummer
dat wordt afgespeeld en de volgende
grafische toetsen:
“Bluetooth” (voor eenBluetooth®-
audiobron): geeft de lijst met apparaten
weer;
“Bladeren” (naar een USB-bron):
opent bladeren;
/: selectie vorig/volgend
nummer;
: het afgespeelde nummer
pauzeren;
"Audio": toegang tot het scherm
"Audio-instellingen".
Nummer selecteren
Met de “Tracks”-functie kunt u een
venster openen met de lijst van
nummers die afgespeeld worden.
De beschikbare keuzes hangen af van
het apparaat dat aangesloten is. Bij een
USB/iPod-apparaat kunt u bijvoorbeeld
door de lijst met beschikbare artiesten,
genres en albums bladeren, afhankelijk
van de informatie die over de nummers
aanwezig is. Dit kan met behulp van
de toets/knop TUNE SCROLL of de
knoppen
en.
Binnen elke lijst kan de toets “ABC”
gebruikt worden om naar de gewenste
letter van de lijst te springen.OPMERKING Deze toets kan voor
bepaaldeApple® apparaten uitge-
schakeld zijn.
OPMERKING De knop TUNE SCROLL
staat geen enkele handeling op een
AUX-apparaat toe (voor bepaalde
versies/markten).
Bluetooth
®-BRON
Deze functie wordt geactiveerd door
eenBluetooth® apparaat met muziek-
stukken aan het systeem te koppelen.
EEN
Bluetooth
®-AUDIOAPPARAAT
KOPPELEN
Ga als volgt te werk om eenBlu-
etooth® audioapparaat te koppelen:
schakel de functieBluetooth®in
op het apparaat;
druk op de knop “Media” op het
display;
druk op de knop "Bron selecteren";
selecteer deBluetooth® Media-
bron;
druk op de knop "Toestel toev.";
zoekUconnect™op hetBlu-
etooth® audioapparaat (tijdens de
koppelingsfase verschijnt op het
scherm de voortgang van het proces);
voer, als het audioapparaat hierom
vraagt, de PIN-code in die wordt
getoond op het display van het
systeem of bevestig de op het apparaat
getoonde PIN;
230
MULTIMEDIA
Page 233 of 260

als de koppelingsprocedure met
succes is afgesloten, wordt een scherm
getoond. Als "Ja" op de vraag wordt
geselecteerd, wordt hetBluetooth®-
audioapparaat als favoriet gekoppeld
(het apparaat heeft voorrang op alle
andere apparaten die later worden
gekoppeld). Als "Nee" wordt geselect-
eerd, wordt de prioriteit op basis van de
volgorde van verbinding bepaald. Het
laatst verbonden apparaat heeft de
hoogste prioriteit;
een audioapparaat kan ook
gekoppeld worden door te drukken op
de toets "Telefoon" op het display en
door "Instellingen" te selecteren of door,
vanuit het menu "Instellingen"
"Telefoon/Bluetooth" te selecteren.
OPMERKING De radio kan het nummer
dat wordt gespeeld veranderen door
het wijzigen van het naam-apparaat in
deBluetooth®-instellingen van de
telefoon (waar voorzien), als het appa-
raat na deBluetooth®-verbinding via
USB is aangesloten. Na het updaten
van de telefoonsoftware voor eigen
bediening wordt het aanbevolen de
telefoon te verwijderen uit de lijst
apparaten die gelinkt zijn aan de radio,
verwijder de koppeling van het vorige
systeem uit de lijst metBluetooth®-
apparaten op de telefoon en maak een
nieuwe koppeling.BELANGRIJK Raadpleeg het
instructieboekje van de mobiele
telefoon als deBluetooth® verbinding
tussen mobiele telefoon en systeem
wordt verbroken.
USB/AUX-poort (voor
bepaalde versies/
markten)
De auto heeft een USB/AUX-aansluiting
op de tunnelconsole. fig. 173
USB-oplaadaansluiting
(voor bepaalde versies/markten)
Sommige versies hebben een
USB-laadpoort op de achterkant van
de tunnelconsole fig. 174.
Wanneer een USB/iPod-apparaat wordt
aangesloten met de radio aan, begint
het de nummers af te spelen op het
apparaat als de “AutoPlay”-functie
is ingesteld op "ON" in het
“Audio”-menu.AUX-BRON
(voor bepaalde versies/markten)
Om de AUX-modus in te schakelen,
moet een geschikt apparaat worden
aangesloten op de AUX-aansluiting van
de auto. Als een apparaat wordt
ingebracht met een AUX-stekker, dan
begint het systeem de aangesloten
AUX-bron af te spelen als deze reeds
op weergave is ingesteld.
Stel het volume in met de toets/knop
op het voorpaneel of met de
volume-instelknop op het aangesloten
apparaat.
De functie "AUX volumecompensatie"
kan alleen geselecteerd worden in
de Audio-instellingen als de AUX-bron
actief is.
173F0Y0643C
174F0Y0644C
231
Page 234 of 260

BELANGRIJKE OPMERKINGEN
De functies van het apparaat dat
aangesloten is op het AUX-aansluiting
worden rechtstreeks geregeld door
het apparaat zelf; het is niet mogelijk
om van nummer/map/playlist te
wiijzigen of start/einde/pauze
te bedienen met de bedieningstoetsen
op het voorpaneel of die op het
stuurwiel.
Voor het voorkomen van eventueel ruis
van de speakers, moet de kabel van
de draagbare lezer na de ontkoppeling
niet blijven aangesloten op de
AUX-aansluiting.
TELEFOONMODUS
Activering telefoonmodus
Druk op de knop "Telefoon" op het
display om de telefoonmodus in te
schakelen.
OPMERKING Ga, om de lijst met
mobiele telefoons en ondersteunde
functies te raadplegen, naar de website
www.driveuconnect.eu
Met de knoppen op het display kan
men:
het telefoonnummer kiezen (met
behulp van het grafische toetsenbord
op het display);
de contacten in het telefoonboek
van de mobiele telefoon weergeven en
bellen;
de contacten uit de registers van
vorige gesprekken weergeven en
bellen;
een maximum van 10 telefoons/
audioapparaten koppelen om de
toegang en de verbinding eenvoudiger
en sneller te maken;
gesprekken van het systeem naar
de mobiele telefoon en andersom
overzetten en het geluid van de
microfoon uitschakelen bij
privégesprekken.
Het geluid van de mobiele telefoon
wordt over het audiosysteem van het
voertuig uitgezonden: het systeem
schakelt automatisch het geluid van de
autoradio uit wanneer de
Telefoonfunctie wordt gebruikt.
Mobiele telefoon koppelen
BELANGRIJK Voer deze handeling uit
bij stilstaand voertuig en onder veilige
omstandigheden; deze functie is
uitgeschakeld wanneer het voertuig
rijdt.
Hieronder wordt de
koppelingsprocedure van de mobiele
telefoon beschreven: raadpleeg in
elk geval ook de handleiding van de
mobiele telefoon.Ga als volgt te werk voor het koppelen
van de mobiele telefoon:
schakel de functieBluetooth®in
op de mobiele telefoon;
druk op de knop “Telefoon” op het
display;
als er nog geen telefoon aan het
systeem gekoppeld is, toont het display
een speciaal scherm;
Ga naar “Instellingen” en selecteer
"Toestel toev." om het koppelen te
starten en zoek dan naar het
Uconnect™-toestel op de mobiele
telefoon;
voer, als de mobiele telefoon hierom
vraagt, de PIN-code getoond op het
display van het systeem in op het
toetsenbord van uw telefoon of
bevestig de op de mobiele telefoon
getoonde PIN;
tijdens de koppelingsfase verschijnt
een scherm dat de voortgang van
het proces toont;
als de koppelingsprocedure met
succes is voltooid, wordt een scherm
getoond: als "Ja" op de vraag wordt
geselecteerd, wordt de mobiele
telefoon als favoriet gekoppeld (de
mobiele telefoon heeft voorrang op alle
andere mobiele telefoons die later
worden gekoppeld).
232
MULTIMEDIA