sensor FIAT DOBLO COMBI 2011 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: FIAT, Model Year: 2011, Model line: DOBLO COMBI, Model: FIAT DOBLO COMBI 2011Pages: 274, PDF Size: 7.02 MB
Page 189 of 274

188
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
De vloeistof in de accu is giftig en corro-
sief. Vermijd het contact met de huid en
de ogen. Het opladen van de accu moet worden
uitgevoerd in een goed geventileerde ruimte, ver
verwijderd van open vuur en vonkvormende ap-
paraten: brand- en ontploffingsgevaar.
ATTENTIE!
Probeer een bevroren accu niet op te la-
den: eerst moet de accu ontdooid worden,
anders loopt u het risico dat de accu ontploft. Als
de accu bevroren is geweest, moet door deskun-
dig personeel worden gecontroleerd of de cellen
niet beschadigd zijn en of de bak geen scheuren
vertoont, waardoor de giftige en corrosieve vloei-
stof kan weglekken.
ATTENTIE!
F0V0213mfig. 177c
Uitvoeringen zonder secundaire pool (fig. 177c)
❒Koppel de aansluiting A (door bediening van knop B)
los van de accuconditiesensor C, die op de minpool
D van de accu is gemonteerd;
❒verbind de pluskabel van de acculader met de pluspool
E van de accu en de minkabel met de aansluiting op sen-
sor F zoals in figuur 177c is aangegeven;
❒schakel de acculader in;
❒schakel aan het einde van het opladen de acculader uit;
❒sluit, na het loskoppelen van het laadapparaat, de aan-
sluiting A weer aan op sensor C zoals in figuur 177c
is aangegeven.
Page 268 of 274

267
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
– vloeistof voor ruitensproeiers
voor/achter en
koplampsproeiers ................... 203
Noodgevallen ................................ 155
Noodstart........................................ 155
– rollend starten.......................... 156
– starten met een hulpaccu ..... 155
Onderhoud en zorg .................... 181
– geprogrammeerd onderhouds-
schema ..............................182-184
– niveau van vloeistoffen
controleren ..............199-200-201
– periodieke controles .............. 198
– voorzorgsmaatregelen
en waarschuwingen ................ 191
– zwaar gebruik van de auto .... 198
Ontwasemen-ontdooien
– achterruit ........................46-49-58
– buitenspiegels ................46-49-58– voorruit en zijruiten voor 45-49
Opbergvakken ............................... 71
Opkrikken van de auto................. 189
– met de krik .............................. 158
ParafluUP
– niveau controleren
en bijvullen ............................... 203
– specificaties .............................. 248
Parkeersensoren ........................... 103
Parkeren ......................................... 136
Periodieke controles .................... 198
Plafondverlichting achter .... 66-67-68
– gloeilamp vervangen ............... 179
Plafondverlichting in-/
uitschakelen ................................. 69
Plafondverlichting voor ............... 65
– gloeilampen vervangen .......... 178Plaatje met informatie over
de carrosserielak ........................ 220
Pollenfilter ...................................... 206
Portieren
– centrale portiervergrendeling 77
– kinderveiligheidsslot ............... 80
– ontgrendeling laadruimte ...... 77
– openen/sluiten met
afstandsbediening .................... 6
– van binnenuit openen/
sluiten ..................................79-80
Portiervergrendeling .................... 77
Portiervergrendeling
achterportieren .......................... 79
Prestaties van de auto ................. 229
Radiozendapparatuur en mobiele
telefoons ...................................... 110
Reinigen en onderhoud
– carrosserie ............................... 214