FIAT DUCATO BASE CAMPER 2014 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: FIAT, Model Year: 2014, Model line: DUCATO BASE CAMPER, Model: FIAT DUCATO BASE CAMPER 2014Pages: 367, PDF Size: 19.45 MB
Page 121 of 367

BEDIENINGSKNOPPEN
Om de schermpagina en de
betreffende opties naar
beneden te doorlopen of om
de weergegeven waarde te
verhogen.
MODUSKort indrukken om het menu te openen
en/of naar het volgende scherm te
gaan of de gekozen menuoptie te
bevestigen.
Ingedrukt houden om naar het
standaardscherm terug te keren.
Om de schermpagina en de
betreffende opties naar boven
te doorlopen of om de
weergegeven waarde te
verlagen.OpmerkingMet de knoppen
en
kunnen verschillende functies
geactiveerd worden, afhankelijk van de
volgende situaties:
Regeling lichtsterkte
interieurverlichting
- bij ingeschakeld stadslicht en
standaardscherm, kan de lichtsterkte
van de interieurverlichting worden
ingesteld.
Setup-menu
- hiermee kan binnen het menu naar
beneden en naar boven gebladerd
worden;
- hiermee kunnen tijdens het instellen
de waarden verhoogd of verlaagd
worden.
SETUP-MENU
Setup-menufuncties
Het menu omvat een reeks functies die
cyclisch gekozen kunnen worden met
de knoppen
en
waarna
verschillende keuze- en
instellingsmogelijkheden (Setup)
worden geboden die in de volgende
paragrafen zijn beschreven. Sommige
functies hebben een submenu (Tijd
en Meeteenheid instellen).Het Setup-menu wordt geactiveerd
door de MODE knop kort in te drukken.
Het menu biedt de volgende functies:
❒Menu
❒Verlichting
❒Hoogteregeling koplampen
❒Snelheidswaarschuwing
❒Sensor koplampen
❒Flanklichten
❒Regensensor
❒Inschakeling Trip B
❒Verkeersborden
❒Tijd instellen
❒Datum instellen
❒Autoclose
❒Meeteenheden
❒Taal
❒Volume waarschuwingen
❒Service
❒Passagiersairbag
❒Dagverlichting
❒Automatische inschakeling grootlicht
koplampen
❒Menu afsluiten
MODE
147
F1A0304
117
11-3-2014 16:49 Pagina 117
Page 122 of 367

Door het kort indrukken van de
knoppen
of
kan door de
opties van het setup-menu gebladerd
worden.
De bedieningswijzen verschillen
afhankelijk van de gekozen optie.
Een optie in het hoofdmenu zonder een
submenu kiezen:
- druk kort op de knop MODE om de
optie van het hoofdmenu te kiezen
die veranderd moet worden;
- druk op de knoppen
of
(meerdere keren kort indrukken)
om de nieuwe instelling te selecteren;
- druk kort op de knop MODE om
de nieuwe instelling op te slaan
en terug te gaan naar de eerder
geselecteerde menuoptie.
Een optie in het hoofdmenu met een
submenu kiezen:
- druk kort op de knop MODE om de
eerste optie uit het submenu weer
te geven;
- druk op de knoppen
of
(meerdere keren kort indrukken)
om door de opties van het submenu
te bladeren;
- druk kort op de knop MODE om de
getoonde submenu-optie te selecteren
en het betreffende setup-menu te
openen;- druk op de knoppen
of
(meerdere keren kort indrukken)
om de nieuwe instelling voor deze
menu-optie te selecteren;
- druk kort op de knop MODE om de
instelling op te slaan en terug te gaan
naar de eerder gekozen optie van
het sub-menu.
“Datum” en “Klokinstellen” selecteren:
- druk kort op de knop MODE om
de eerste waarde die gewijzigd moet
worden te selecteren (bijv. uren /
minuten of jaar / maand / dag);
- druk op de knoppen
of
(meerdere keren kort indrukken)
om de nieuwe instelling te selecteren;
- druk kort op de knop SET om de
nieuwe instelling op te slaan en verder
te gaan naar de volgende optie in
het Setup-menu. Als dit de laatste
menuoptie is, wordt teruggekeerd naar
de eerder geselecteerde menuoptie.
Houd de knop MODE ingedrukt:
- om het setup-menu te verlaten als u
zich in het hoofdmenu bevindt;
- om het hoofdmenu te verlaten als u
zich op een ander punt van het menu
bevindt (bijv.: op het niveau van een
submenu of op het niveau van instelling
van een optie van het hoofdmenu);- om alleen de door de gebruiker
opgeslagen (en door het indrukken van
de knop MODE bevestigde) wijzigingen
op te slaan.
Het setup-menu is tijdgeregeld;
wanneer het menu na verloop van een
bepaalde tijd wordt afgesloten, dan
worden alleen de reeds opgeslagen
instellingen bewaard (die vooraf
bevestigd zijn door het indrukken van
de MODE knop).
Druk vanuit het standaardscherm kort
op de MODE knop om het menu te
doorlopen.
Druk op de knoppen
of
om
het menu te doorlopen.
OpmerkingTijdens het rijden is om
veiligheidsredenen alleen een beperkt
menu (“Piep Snelheid” instellen)
toegankelijk. Breng het voertuig tot
stilstand om toegang te krijgen tot het
volledige menu.
118
KENNIS VAN HET INSTRUMENTENPANEEL
11-3-2014 16:50 Pagina 118
Page 123 of 367

Verlichting
(Regeling interieurverlichting)
(alleen bij ingeschakeld stadslicht)
Deze functie wordt gebruikt om de
lichtsterkte van het instrumentenpaneel,
de bedieningsknoppen van het
uconnect™systeem (voor bepaalde
versies/markten) en de
bedieningsknoppen van de
automatische klimaatregeling (voor
bepaalde versies/markten) (op 8
niveaus) te regelen.
Ga als volgt te werk om de lichtsterkte
te regelen:
❒druk kort op de knop MODE. Het
eerder ingestelde niveau knippert
op het display;
❒druk op knop
of
om de
gewenste lichtsterkte te regelen;
❒druk kort op de knop MODE om
terug te keren naar het menuscherm
of houd de knop ingedrukt om terug
te keren naar het standaardscherm
zonder op te slaan.
OpmerkingBij versies met
herconfigureerbaar multifunctioneel
display kan de instelling gemaakt
worden met beide lichten uit (niveau
helderheid "overdag") en met de lichten
aan (niveau helderheid "nacht").Hoogteregeling
koplampen (Correctie
koplampafstelling)
(voor bepaalde versies/markten)
Met deze functie kan de
koplampafstelling (max. 4 niveaus)
gecorrigeerd worden.
Ga als volgt te werk om in te stellen:
❒druk kort op de knop MODE. Het
eerder ingestelde niveau knippert
op het display;
❒druk op knop
of
om de
stand aan te passen;
❒druk kort op de knop MODE om
terug te keren naar het menuscherm
of houd de knop ingedrukt om terug
te keren naar het standaardscherm
zonder op te slaan.
Snelheidslimiet (Piep
snelheid)
Met deze functie kan de
voertuigsnelheidslimiet ingesteld
worden (km/h of mph). Wanneer deze
limiet overschreden wordt, wordt de
bestuurder onmiddellijk gewaarschuwd
(zie hoofdstuk “Lampjes en berichten”).
Ga als volgt te werk om de
snelheidslimiet in te stellen:
- druk kort op de knop MODE: op het
display verschijnt het opschrift (Piep
snelheid);druk op de knop
of
om de
snelheidsbegrenzing in (On) of uit (Off)
te schakelen;
- als de functie ingeschakeld is (On), op
de knop
of
drukken om
de gewenste snelheid te selecteren en
vervolgens op de knop MODE om te
bevestigen.
OpmerkingDe waarde kan ingesteld
worden tussen 30 en 200 km/h of
tussen 20 en 125 mph, afhankelijk van
de ingestelde eenheid. Zie de paragraaf
“Meeteenheid instellen (Meeteenheid)”
die hierna wordt beschreven. Met
elke druk op de knop
/
wordt de waarde 5 eenheden verhoogd
of verlaagd. Houd de knop
/
ingedrukt om de waarde
automatisch snel te verhogen/verlagen.
Wanneer de gewenste waarde wordt
bereikt, kan de instelling afgerond
worden door de knop een paar keer
kort in te drukken.
- druk kort op de knop MODE om terug
te keren naar het menuscherm of
houd de knop ingedrukt om terug te
keren naar het standaardscherm
zonder op te slaan.
119
11-3-2014 16:50 Pagina 119
Page 124 of 367

- druk kort op de knop MODE, op het
display knippert (On);
- druk op knop
, op het display
gaat (Off) knipperen;
- druk kort op de knop MODE om terug
te keren naar het menuscherm of
houd de knop ingedrukt om terug te
keren naar het standaardscherm
zonder op te slaan.
Instelling gevoeligheid
sensor koplampen
(voor bepaalde versies/markten)
Met deze functie kan de gevoeligheid
van de regensensor van de koplampen
op 3 niveaus ingesteld worden.
Ga als volgt te werk om het gewenste
gevoeligheidsniveau in te stellen:
– druk kort op de knop: op het display
begint het eerder ingestelde
gevoeligheidsniveau te knipperen;
– druk op de knop
of
om
de instelling uit te voeren;
– druk kort op de knop MODE om
terug te keren naar het menuscherm of
houd de knop ingedrukt om terug te
keren naar het standaardscherm
zonder op te slaan.Bochtverlichting
(Inschakeling/uitschakeling van de
“Bochtverlichting”)
(voor bepaalde versies/markten)
Met deze functie kan de
bochtverlichting in- of uitgeschakeld
worden ("On"/"Off") (zie de beschrijving
in de paragraaf “Buitenverlichting”).
Ga als volgt te werk om de lichten in-
en uit te schakelen:
❒druk kort op de knop MODE. "Aan"
of "Uit" knippert op het display,
afhankelijk van de eerder gemaakte
instelling;
❒druk op
of
om uw keuze
te maken;
❒druk kort op de knop MODE om
terug te keren naar het menuscherm
of houd de knop ingedrukt om terug
te keren naar het standaardscherm
zonder op te slaan.
Regensensor
(Instelling regensensor)
(voor bepaalde versies/markten)
Met deze functie kan de gevoeligheid
van de regensensor op 4 niveaus
worden ingesteld.
Ga als volgt te werk om het gewenste
gevoeligheidsniveau in te stellen:
❒druk kort op de knop MODE. Het
eerder ingestelde "niveau" knippert
op het display;❒druk op de knop
of
om
de instelling uit te voeren;
❒druk kort op de knop MODE om
terug te keren naar het menuscherm
of houd de knop ingedrukt om terug
te keren naar het standaardscherm
zonder op te slaan.
Trip B Aan/Uit (gegevens
Trip B)
Met deze functie kan de weergave van
Trip B (dagteller) ingeschakeld (On) of
uitgeschakeld (Off) worden.
Zie voor meer informatie de paragraaf
"Trip computer".
Ga als volgt te werk om in/uit te
schakelen:
- druk kort op de knop MODE, op het
display knippert ON of OFF (afhankelijk
van wat eerder is ingesteld);
druk op de knop
of
om te
kiezen;
- druk kort op de knop MODE om terug
te keren naar het menuscherm of
houd de knop ingedrukt om terug te
keren naar het standaardscherm
zonder op te slaan.
120
KENNIS VAN HET INSTRUMENTENPANEEL
11-3-2014 16:50 Pagina 120
Ga als volgt te werk om de instelling te
annuleren:
Page 125 of 367

Verkeersborden
Met deze functie kan de functie
Verkeersborden in (On) of uit (Off)
geschakeld worden om de
verkeersborden te herkennen (niet
inhalen of snelheidslimieten).
Ga als volgt te werk om in/uit te
schakelen:
- druk kort op de knop MODE, op het
display knippert ON of OFF (afhankelijk
van wat eerder is ingesteld);
druk op de knop
of
om te
kiezen;
- druk kort op de knop MODE om terug
te keren naar het menuscherm of
houd de knop ingedrukt om terug te
keren naar het standaardscherm
zonder op te slaan.
De klok instellen (Tijd
instellen)
Met deze functie kan de klok ingesteld
worden via twee submenu’s: “Uur”
en “Formaat”.
Ga als volgt te werk om in te stellen:
- druk kort op de knop MODE en de
twee submenu's, "Uur" en "Formaat",
worden weergegeven;
- druk op de knop
of
om
de submenu's te selecteren;- druk na het submenu te hebben
geselecteerd kort op de knop MODE;
- wanneer het submenu “Uur” is
gekozen, gaan de "uren" op het display
knipperen wanneer kort op de knop
MODE wordt gedrukt;
- druk op de knop
of
om in
te stellen;
- druk kort op de knop MODE: de
"minuten" gaan knipperen op het
display;
- druk op de knop
of
om in
te stellen;
– wanneer het submenu “Formaat” is
gekozen, gaat het formaat op het
display knipperen wanneer kort op de
knop MODE wordt gedrukt;
- druk op de knop
of
om
"24h" of "12h" te selecteren.
Wanneer de gewenste instellingen zijn
uitgevoerd, kort op de knop MODE
drukken om terug te keren naar het
menuscherm of de knop ingedrukt
houden om terug te keren naar het
hoofdmenu zonder op te slaan.
- druk nogmaals op de knop MODE om
terug te keren naar het
standaardscherm of het hoofdmenu
afhankelijk van waar u zich in het menu
bevindt.Datum instellen (Datum
instellen)
Met deze functie kan de datum
ingesteld worden (dag - maand - jaar).
Ga als volgt te werk om te updaten:
- druk kort op de knop MODE: de dag
(dd) knippert op het display;
- druk op de knop
of
om in
te stellen;
- druk kort op de knop MODE: de
maand (mm) knippert op het display;
- druk op de knop
of
om in
te stellen;
- druk kort op de knop MODE: het jaar
(yyyy) knippert op het display;
- druk op de knop
of
om in
te stellen.
OpmerkingDe instelling wordt met
een eenheid verhoogd of verlaagd, elke
keer als de knop
of
wordt
ingedrukt. Houd de knop ingedrukt
om de waarde snel automatisch te
verhogen/verlagen. Wanneer de
gewenste waarde wordt bereikt, kan de
instelling afgerond worden door de
knop een paar keer kort in te drukken.
121
11-3-2014 16:50 Pagina 121
Page 126 of 367

- druk kort op de knop MODE om terug
te keren naar het menuscherm of
houd de knop ingedrukt om terug te
keren naar het standaardscherm
zonder op te slaan.
Automatische centrale
portiervergrendeling bij
rijdend voertuig
(Autoclose)
Als deze functie is ingeschakeld (On),
worden de portieren automatisch
vergrendeld wanneer sneller dan 20
km/h wordt gereden.
Ga als volgt te werk om de functie in-
(On) en uit (Off) te schakelen:
- druk kort op de knop MODE om een
submenu weer te geven;
- druk kort op de knop MODE, op het
display knippert ON of OFF (afhankelijk
van wat eerder is ingesteld);
druk op de knop
of
om te
kiezen;
- druk kort op de knop MODE om terug
te keren naar het menuscherm of
houd de knop ingedrukt om terug te
keren naar het hoofdmenu zonder op te
slaan;- druk nogmaals op de knop MODE om
terug te keren naar het
standaardscherm of het hoofdmenu
afhankelijk van waar u zich in het menu
bevindt.
Eenheden instellen
(Meeteenheden)
Met deze functie kunnen de
meeteenheden worden ingesteld via
drie submenu’s: “Afstand”, “Verbruik”
en “Temperatuur“.
Ga als volgt te werk om de
meeteenheid in te stellen:
- druk kort op de knop MODE om de
drie submenu's weer te geven;
- druk op de knop
of
om
de submenu's te doorlopen;
- druk na het submenu te hebben
geselecteerd kort op de knop MODE;
- wanneer het submenu “Afstanden”
wordt gekozen, kort op de knop MODE
drukken om “km” of “mi” op het
display weer te geven (afhankelijk van
wat eerder is ingesteld);
druk op de knop
of
om te
kiezen;- wanneer het submenu “Verbruik ”
wordt gekozen, kort op de knop MODE
drukken om “km/l”, “l/100km” of
“mpg” op het display weer te geven
(afhankelijk van wat eerder is ingesteld);
Wanneer de meeteenheid “km” is
ingesteld, wordt het brandstofverbruik
(km/l of l/100km) op het display
weergegeven.
Wanneer de meeteenheid “mi” is
ingesteld, wordt het brandstofverbruik
in “mpg" op de display weergegeven.
druk op de knop
of
om
te kiezen;
- wanneer het submenu “Temperatuur”
is gekozen, kort op de knop MODE
drukken om "°C" of "°F" op het display
weer te geven (afhankelijk van wat
eerder is ingesteld);
druk op de knop
of
om te
kiezen;
Wanneer de gewenste instellingen zijn
uitgevoerd, kort op de knop MODE
drukken om terug te keren naar het
menuscherm of de knop ingedrukt
houden om terug te keren naar het
hoofdmenu zonder op te slaan.
122
KENNIS VAN HET INSTRUMENTENPANEEL
11-3-2014 16:50 Pagina 122
Page 127 of 367

- druk nogmaals op de knop MODE om
terug te keren naar het
standaardscherm of het hoofdmenu
afhankelijk van waar u zich in het menu
bevindt.
Taal instellen (Taal)
De berichten op het display kunnen in
de volgende talen worden
weergegeven: Italiaans, Duits, Engels,
Spaans, Frans, Portugees en
Nederlands.
Ga als volgt te werk om de gewenste
taal in te stellen:
- druk kort op de knop MODE: op het
display begint de eerder ingestelde taal
te knipperen;
druk op de knop
of
om te
kiezen;
- druk kort op de knop MODE om terug
te keren naar het menuscherm of
houd de knop ingedrukt om terug te
keren naar het standaardscherm
zonder op te slaan.Geluidssterkte zoemer
storing/waarschuwing
instellen (Volume
zoemer)
Met deze functie kan het volume van
het geluidssignaal, dat klinkt als een
storing/waarschuwing wordt
weergegeven, ingesteld worden op 8
niveaus.
Ga als volgt te werk om het gewenste
volume in te stellen:
- druk kort op de knop MODE: op het
display begint het eerder ingestelde
volume te knipperen;
- druk op de knop
of
om in
te stellen;
- druk kort op de knop MODE om terug
te keren naar het menuscherm of
houd de knop ingedrukt om terug te
keren naar het standaardscherm
zonder op te slaan.
Service
Geprogrammeerd onderhoud
Deze functie zorgt voor weergave van
informatie over de intervallen waarmee
de servicebeurten uitgevoerd moeten
worden.Ga voor het raadplegen van deze
informatie als volgt te werk:
- druk kort op de knop MODE: het
display geeft het interval in kilometers of
mijlen aan, op grond van wat eerder is
ingesteld (zie paragraaf
"Meeteenheden")
– druk kort op de knop MODE om
terug te keren naar het menuscherm of
druk langdurig op de knop om terug
te keren naar het standaardscherm.
Olie verversen
Deze functie geeft informatie over het
aantal kilometers waarna de olie
ververst moet worden.
Ga voor het raadplegen van deze
informatie als volgt te werk:
- druk kort op de knop MODE: het
display geeft een schatting (afhankelijk
van de rijwijze) van het aantal kilometers
tot de volgende olieverversing;
– druk kort op de knop MODE om
terug te keren naar het menuscherm of
druk langdurig op de knop om terug
te keren naar het standaardscherm.
123
11-3-2014 16:50 Pagina 123
Page 128 of 367

OpmerkingHet “Geprogrammeerd
onderhoudsschema” voorziet elke
48.000 km (of 30.000 mijl) in een
servicebeurt. Deze melding verschijnt
automatisch wanneer de sleutel in
de stand MAR wordt gedraaid, vanaf
2.000 km (of 1.240 mijl) voor de
servicebeurt. Deze melding wordt elke
200 km (of 124 mijl) herhaald.
Meldingen m.b.t. de olieverversing
worden op dezelfde wijze herhaald.
Gebruik de knoppen
en
om afwisselend het
geprogrammeerd onderhoud en het
interval voor de olieverversing weer te
geven. Onder de 200 km wordt deze
melding met kortere intervallen
weergegeven. De melding is afhankelijk
van de meeteenheid die is ingesteld,
d.w.z. in km of mijl. Wanneer het
onderhoudsinterval bijna is vervallen en
de sleutel in de stand MAR wordt
gedraaid, verschijnt de melding
"Service" op het display, gevolgd door
het aantal resterende kilometers of
mijlen. Neem contact op met het Fiat
Servicenetwerk om
onderhoudswerkzaamheden volgens
het "Geprogrammeerd
onderhoudsschema" uit te laten voeren
en het display te laten resetten.OpmerkingWanneer het verversen
van de olie binnenkort moet gebeuren,
wordt op het display het betreffende
bericht weergegeven wanneer de
contactsleutel naar MAR wordt
gedraaid. Als onder deze
omstandigheden verder wordt gereden,
nemen de motorprestaties af. Wanneer
de olie moet worden ververst, wordt
op het display het betreffende bericht
getoond en gaan de lampjes
en
branden. Neem contact op met
het Fiat Servicenetwerk.
Frontairbags en
zijairbags ter
bescherming van de
borst aan
passagierszijde in-/
uitschakelen
(Passagiersairbag)
(voor bepaalde versies/markten)
Met deze functie kan de zijairbag aan
passagierszijde in-/uitgeschakeld
worden.
Ga als volgt te werk:
❒druk op de knop MODE en, nadat
het bericht "Bag pass: Off" (om uit
te schakelen) of "Bag pass: On" (voor
het inschakelen) op het display is
verschenen, de knoppen
en
indrukken, en daarna
nogmaals op de knop MODE
drukken;❒op het display verschijnt een
bevestigingsbericht;
❒druk op de knoppen
of
om "Ja" te selecteren (om het
inschakelen/uitschakelen te
bevestigen) of "Nee" (om te
annuleren);
❒druk kort op de knop MODE: er
verschijnt een bevestigingsbericht
van de gekozen instelling en er wordt
teruggekeerd naar het menuscherm.
Houd de knop ingedrukt om terug
te keren naar het standaardscherm
zonder op te slaan.
Dagverlichting (DRL)
(voor bepaalde versies/markten)
Met deze functie kan de dagverlichting
worden in- en uitgeschakeld.
Ga als volgt te werk om de functie in-
en uit te schakelen:
❒druk kort op de knop MODE. Op het
display verschijnt een submenu;
❒druk kort op de knop MODE. "Aan"
of "Uit" knippert op het display,
afhankelijk van de eerder gemaakte
instelling;
❒druk op
of
om uw keuze
te maken;
124
KENNIS VAN HET INSTRUMENTENPANEEL
11-3-2014 16:50 Pagina 124
Page 129 of 367

❒druk kort op de knop MODE om
terug te keren naar het menuscherm
of houd de knop ingedrukt om terug
te keren naar het hoofdmenu zonder
op te slaan;
❒druk de knop MODE nogmaals in om
terug te keren naar het
standaardscherm of naar het
hoofdmenu afhankelijk van de
menuopties waarin men zich bevindt.
Automatische
inschakeling grootlicht
koplampen
(voor bepaalde versies/markten)
Met deze functie worden de
automatische koplampen in- of
uitgeschakeld.
Ga als volgt te werk om de functie in-
en uit te schakelen:
❒druk kort op de knop MODE. Op het
display verschijnt een submenu;
❒druk kort op de knop MODE. "Aan"
of "Uit" knippert op het display,
afhankelijk van de eerder gemaakte
instelling;
❒druk op
of
om uw keuze
te maken;❒druk kort op de knop MODE om
terug te keren naar het menuscherm
of houd de knop ingedrukt om terug
te keren naar het hoofdmenu zonder
op te slaan;
❒druk de knop MODE nogmaals in om
terug te keren naar het
standaardscherm of naar het
hoofdmenu afhankelijk van de
menuopties waarin men zich bevindt.
Menu afsluiten
Met deze laatste functie wordt de
cyclus van de in het menuscherm
vermelde instellingen afgesloten.
Druk kort op de knop MODE om terug
te keren naar het standaardscherm
zonder op te slaan.
Druk op de knop
om terug te
keren naar de eerste menuoptie (Piep
snelheid).
TRIP COMPUTER
IN HET KORT
De Trip computer geeft informatie
over de werking van het voertuig op
het display weer, wanneer de
contactsleutel naar de stand MAR
wordt gedraaid. Hiermee kunnen
twee afzonderlijke functies worden
aangemaakt, “Trip A” en Trip B”
genaamd, waarmee grootheden
tijdens een reis met het voertuig
kunnen worden vastgelegd. Beide
functies werken onafhankelijk van
elkaar. Beide functies kunnen gereset
worden (reset – begin van een
nieuwe reis).
“Trip A” geeft informatie over:
❒Buitentemperatuur
❒Actieradius
❒Afgelegde afstand A
❒Gemiddeld verbruik A
❒Huidig brandstofverbruik
❒Gemiddelde snelheid A
❒Reistijd A (rijtijd).
❒Reset Trip A
125
11-3-2014 16:50 Pagina 125
Page 130 of 367

“Trip B” is alleen beschikbaar op
multifunctionele displays en geeft
informatie over:
❒Afgelegde afstand B
❒Gemiddeld verbruik B
❒Gemiddelde snelheid B
❒Reistijd B.
20)
Weergegeven waarden
Buitentemperatuur
Geeft de temperatuur buiten het
voertuig weer.
Actieradius (voor bepaalde versies/
markten)
Dit geeft bij benadering de afstand aan
die nog gereisd kan worden met de
aanwezige brandstof in de tank, op
voorwaarde dat de rijstijl ongewijzigd
blijft. Het display toont de melding
'-----' wanneer:
❒de actieradius kleiner is dan 50 km
(of 30 mijl)
❒het voertuig langere tijd stilstaat met
draaiende motor.BELANGRIJK De actieradius kan
variëren op basis van verschillende
factoren: de rijstijl (zie de paragraaf
"Rijstijl" in het hoofdstuk "Starten en
rijden"), het type route (snelweg,
stadsverkeer, bergwegen, etc…) en de
gebruiksomstandigheden van het
voertuig (beladingstoestand,
bandenspanning, etc…). Bij de
planning van een reis dient men dus
rekening te houden met deze factoren.
Afgelegde afstand
Geeft de afstand weer die de auto heeft
afgelegd sinds het begin van een
nieuwe reis.
Gemiddeld verbruik (voor bepaalde
versies/markten)
Geeft het gemiddeld brandstofverbruik
van de auto weer sinds het begin van
een nieuwe reis.
Huidig verbruik (voor bepaalde
versies/markten)
Geeft het brandstofverbruik weer. Deze
waarde wordt continu bijgewerkt. Als
de auto stilstaat met draaiende motor
verschijnt de melding “----”ophet
display.Gemiddelde snelheid
Geeft de gemiddelde snelheid weer op
basis van de totale tijd die sinds het
begin van de nieuwe reis is verstreken.
Reistijd
Tijd die is verstreken sinds het begin
van de nieuwe reis.
BELANGRIJK Wanneer er geen
informatie is, verschijnen streepjes "----"
i.p.v. waarden op het display van de
Trip computer. Wanneer de normale
gebruikscondities zijn hersteld, wordt
de telling van de diverse waarden
hervat, zonder de waarden die vóór de
storing werden weergegeven te
resetten of een nieuwe reis te starten.
TRIP knop
De TRIP knop bevindt zich op de
rechterhendel fig. 148. Wanneer de
contactsleutel in de stand MAR staat,
kunnen met deze knop de hiervoor
beschreven waarden bekeken worden
en kunnen de gegevens worden
gereset om een nieuwe reis te
beginnen:
❒kort indrukken om de verschillende
waarden weer te geven;
❒lang indrukken om te resetten en een
nieuwe reis te starten.
126
KENNIS VAN HET INSTRUMENTENPANEEL
11-3-2014 16:50 Pagina 126