sensor FIAT DUCATO BASE CAMPER 2014 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: FIAT, Model Year: 2014, Model line: DUCATO BASE CAMPER, Model: FIAT DUCATO BASE CAMPER 2014Pages: 367, PDF Size: 19.45 MB
Page 100 of 367

BELANGRIJKE
INFORMATIE
BELANGRIJK Onder bepaalde
omstandigheden, zoals bij ijs, sneeuw
of modder op het oppervlak van de
camera, kan de gevoeligheid ervan
afnemen.
BELANGRIJK Als de achterdeuren na
reparaties opnieuw geverfd moeten
worden, zorg er dan voor dat de verf
niet in contact komt met de plastic
steun van de camera.
BELANGRIJK Let tijdens
parkeermanoeuvres in bijzondere mate
op obstakels die zich boven of onder
het bereik van de camera kunnen
bevinden.
BELANGRIJK
77) De verantwoordelijkheid voor het
parkeren en andere manoeuvres
ligt altijd en in elk geval bij de
bestuurder. Controleer tijdens
deze manoeuvres altijd of er geen
mensen (vooral kinderen) of
dieren in het manoeuvregebied
aanwezig zijn. De camera dient als
hulp voor de bestuurder, die
echter nooit zijn aandacht mag
laten verslappen tijdens potentieel
gevaarlijke manoeuvres, ook al
worden ze met lage snelheden
verricht. Houd altijd een lage
snelheid aan, zodat meteen
geremd kan worden in geval van
obstakels.
BELANGRIJK
8) Voor een correcte werking is het
van extreem belang dat de
camera altijd schoon en vrij van
modder, vuil, sneeuw of ijs wordt
gehouden. Zorg ervoor dat de
camera tijdens het reinigen niet
gekrast of beschadigd wordt.
Vermijd het gebruik van droge,
ruwe of harde doeken. De camera
moet met schoon water worden
gewassen, waaraan eventueel
autoshampoo is toegevoegd. In
wasstraten met stoomreinigers of
hogedrukreinigers moet de
camera snel gewassen worden
door de spuitmond op minstens
10 cm van de sensoren te houden.
Breng geen stickers op de
camera aan.
96
WEGWIJS IN UW AUTO
11-3-2014 16:49 Pagina 96
Page 101 of 367

TRAFFIC SIGN
RECOGNITION(voor bepaalde versies/markten)
74) 79) 80) 81)9) 10) 11) 12) 13) 14) 15)
Het systeem detecteert automatisch
herkenbare verkeersborden:
snelheidslimieten, inhaalverboden en
borden die het einde van dergelijke
verboden aangeven.
De camera is achter de
achteruitkijkspiegel gemonteerd. De
sensor controleert voortdurend de
verkeersborden om de huidige
snelheidslimiet en eventuele
inhaalverboden aan te geven.
WAARSCHUWING Het systeem is
ontworpen om verkeersborden te lezen
die aan de bepalingen van de
Conventie van Wenen voldoen.
GEBRUIK VANVERKEERSBORDENHERKENNINGInschakeling en
uitschakeling van het
systeem
Het systeem kan via het displaymenu
in- en uitgeschakeld worden.
Raadpleeg de paragaaf "Display" in het
hoofdstuk "Kennismaking met het
instrumentenpaneel".Opmerking: de toestand en instellingen
van het systeem veranderen niet tijdens
de in- en uitschakelcycli.
De toestand van het systeem kan altijd
op het display worden getoond.
De weergave van het systeem bestaat
uit twee fases:
❒Alle nieuwe herkenbare
verkeersborden worden gedurende
40 seconden als pop-ups ten
opzichte van de andere signaleringen
weergegeven.
❒Na de van te voren ingestelde tijd,
worden ze in het speciale scherm
op het paneel weergegeven.
Het systeem kan tegelijkertijd twee
verkeersborden (snelheidslimiet en
inhaalverbod) in de twee speciale zones
van het paneel weergeven.Als een extra verkeersbord wordt
gedetecteerd, bijvoorbeeld een bord
met een snelheidslimiet voor nat
wegdek, dan wordt dit als een leeg vak
onder het betreffende bord
weergegeven.
De extra borden worden als volgt
gefilterd:
❒Het extra teken voor "sneeuw" of
"regen" wordt niet weergegeven
bij een buitentemperatuur van meer
dan 3°C.
❒Het extra teken voor "sneeuw" of
"regen" of "bewolkt" wordt niet
weergegeven als de ruitenwissers
uitgeschakeld zijn en de
buitentemperatuur lager is dan 3°C.
❒Het extra teken voor "truck" wordt
niet weergegeven als het voertuig
minder dan 4-4,5 ton weegt.
❒Het snelheidslimietteken wordt niet
weergegeven indien gekoppeld aan
het extra teken "tractor".
100
130
F1A0373
97
11-3-2014 16:49 Pagina 97
Page 102 of 367

BELANGRIJK
78) Als de camera van zijn plaats
komt door een wijziging in de
belading, kan het systeem tijdelijk
niet werken om de camera in de
gelegenheid te stellen een
automatische kalibratie uit te
voeren.
79) Het systeem detecteert alleen
de van te voren ingestelde
verkeersborden. Als voldaan
wordt aan de voorwaarden voor
minimale zichtbaarheid en afstand
tot het bord, kunnen alle
verkeersborden gedetecteerd
worden.
80) Het systeem is een hulpsysteem
tijdens het rijden maar het
ontslaat de bestuurder niet van de
verantwoordelijkheid met de
nodige aandacht en
voorzichtigheid te rijden en in
overeenstemming met de
geldende wetten.81) Wanneer het systeem actief is, is
de bestuurder verantwoordelijk
voor de controle over het voertuig,
de controle van het systeem en
moet hij, indien nodig, op de juiste
wijze ingrijpen.
BELANGRIJK
9) Als de sensor afgedekt/
geblokkeerd is, kan het systeem
niet werken.
10) Bij lage temperaturen en onder
zware weersomstandigheden kan
het systeem mogelijk niet werken.
11) Regen, sneeuw, spatten en
sterk lichtcontrast kunnen de
sensor beïnvloeden.
12) Voer geen reparaties uit in de
voorruitzone rondom de sensor.
13) Als het voertuig is uitgerust met
een niet originele
wielophangingskit, kan het
systeem mogelijk niet goed
werken.14) Gebruik altijd originele
onderdelen voor het vervangen
van de lampen van koplampen.
Andere lampen kunnen de
prestaties van het systeem
beperken.
15) Verwijder vreemd materiaal zoals
vogelpoep, insecten, sneeuw of ijs
van de voorruit.
98
WEGWIJS IN UW AUTO
11-3-2014 16:49 Pagina 98
Page 103 of 367

EOBD-SYSTEEMHet EOBD-systeem (European On
Board Diagnosis) voert een
doorlopende diagnose uit op
onderdelen die bij de uitstoot van
uitlaatgassen betrokken zijn.
Bovendien waarschuwt het systeem de
bestuurder met een brandend lampje
op het instrumentenpaneel (samen
met een bericht op het multifunctionele
display (voor bepaalde versies/
markten)), wanneer de toestand van
deze onderdelen verslechtert (zie het
hoofdstuk “Lampjes en berichten”).
Het doel van het EOBD-systeem is:
❒de werking van het systeem
controleren;
❒signaleren wanneer de
emissiewaarden stijgen wegens een
defect van het voertuig;
❒de noodzaak aangeven om
beschadigde onderdelen te
vervangen.Ook beschikt het systeem over een
stekker waarmee, na aansluiting van
speciale apparatuur, de door de
regeleenheid opgeslagen storingscodes
en de specifieke parameters voor
diagnose en werking van de motor
kunnen worden uitgelezen. Deze
controle kan ook door de
verkeerspolitie worden verricht.
BELANGRIJK Na eliminatie van de
storing, zal het Fiat Servicenetwerk het
systeem volledig controleren, tests
verrichten op de proefbank en zo nodig
een proefrit over langere afstand
maken.
PARKEERSENSORENDeze sensoren bevinden zich in de
achterbumper fig. 131 en detecteren de
aanwezigheid van obstakels achter
het voertuig en waarschuwen de
bestuurder met een geluidssignaal.
INSCHAKELING
De sensoren worden automatisch
ingeschakeld zodra de
achteruitversnelling wordt ingeschakeld.
De frequentie van het geluidssignaal
neemt toe naarmate het obstakel
achter het voertuig dichterbij komt.131
F1A0134
99
11-3-2014 16:49 Pagina 99
Page 104 of 367

GELUIDSSIGNAAL
Zodra de achteruitversnelling wordt
ingeschakeld, wordt automatisch een
geluidssignaal geactiveerd.
Het geluidssignaal:
❒neem toe naarmate de afstand
tussen het voertuig en het obstakel
afneemt;
❒wordt ononderbroken wanneer de
afstand tussen het voertuig en het
obstakel minder dan 30 cm bedraagt
en stopt onmiddellijk als de afstand
toeneemt;
❒blijft constant als de afstand
ongewijzigd blijft; als deze situatie de
zijsensoren betreft, zal de zoemer
na circa 3 seconden stoppen om
bijvoorbeeld signalen te voorkomen
tijdens manoeuvres langs muren.
Wanneer de sensoren meerdere
obstakels signaleren, dan wordt alleen
rekening gehouden met het
dichtstbijzijnde obstakel.STORINGSMELDINGEN
Alle storingen van de parkeersensoren
worden aangegeven zodra de
achteruitversnelling wordt ingeschakeld
door het aangaan van het lampje
op
het instrumentenpaneel of door het
verschijnen van het pictogramop
het display en het bericht op het
multifunctionele display (voor bepaalde
versies/markten)
WERKING MET
AANHANGER
De werking van de sensoren wordt
automatisch uitgeschakeld zodra de
elektrische stekker van de aanhanger in
het stopcontact van de trekhaak van
het voertuig wordt gestoken.
De sensoren worden automatisch
ingeschakeld zodra de stekker van de
aanhangerkabel verwijderd wordt.
16)82)
BELANGRIJK Als de trekhaak
gemonteerd moet blijven, ook als er
geen aanhanger is, wordt geadviseerd
zich tot het Fiat Servicenetwerk te
wenden om het systeem te laten
bijwerken, aangezien de trekhaak door
de middelste sensoren als een obstakel
gedetecteerd kan worden.Wanneer speciale reinigingsapparaten
worden gebruikt, zoals stoomreinigers
of hogedrukreinigers, reinig dan de
sensoren zeer snel en houd de straal
op minstens 10 cm afstand.
BELANGRIJKE
INFORMATIE
❒Breng geen stickers op de sensoren
aan.
❒Let tijdens parkeermanoeuvres met
name op obstakels die zich boven
of onder de sensoren kunnen
bevinden.
❒Onder bepaalde omstandigheden
kunnen voorwerpen voor of achter
het voertuig auto niet gedetecteerd
worden en kunnen zo schade aan
het voertuig veroorzaken of zelf
beschadigd raken.
De volgende omstandigheden kunnen
de werking van het parkeerhulpsysteem
beïnvloeden:
❒Verminderde gevoeligheid van de
sensoren en afname van de
prestaties van het systeem kunnen te
wijten zijn aan de aanwezigheid van
ijs, sneeuw, modder, dikke verf op de
sensoren.
100
WEGWIJS IN UW AUTO
11-3-2014 16:49 Pagina 100
Page 105 of 367

❒De sensoren kunnen een onbestaand
voorwerp (echogeluid) wegens
mechanische geluiden detecteren,
bijvoorbeeld tijdens het wassen van
de auto, in geval van regen, sterke
wind, hagel.
❒De door de sensoren verzonden
signalen kunnen ook gewijzigd
worden door ultrasoonsystemen (bijv.
pneumatisch remsysteem of
pneumatische hamers) in de buurt
van het voertuig.
❒De prestaties van het
parkeerhulpsysteem kunnen ook
beïnvloed worden door de positie van
de sensoren. Als bijvoorbeeld de
geometrie gewijzigd wordt (door
slijtage van de schokdempers,
wielophanging) of de banden
verwisseld worden, het voertuig te
veel beladen is, of speciale
afstellingen worden uitgevoerd die
het voertuig lager zetten.
❒De detectie van obstakels in het hoge
gedeelte van de auto kan niet
gegarandeerd zijn (vooral bij bestel-
en chassis/cabineversies), aangezien
het systeem obstakels detecteert
die het voertuig in het lage gedeelte
kunnen raken.
BELANGRIJK
16) Voor een correcte werking van
het systeem mogen de sensoren
nooit bevuild zijn met modder,
vuil, sneeuw of ijs. Zorg ervoor dat
ze tijdens het reinigen niet
gekrast of beschadigd worden.
Vermijd het gebruik van droge,
ruwe of harde doeken. De
sensoren moeten met schoon
water worden gewassen, waaraan
eventueel autoshampoo is
toegevoegd.
BELANGRIJK
82) De verantwoordelijkheid voor het
parkeren en andere gevaarlijke
manoeuvres ligt altijd en in elk
geval bij de bestuurder.
Controleer tijdens deze
manoeuvres altijd of er geen
mensen (vooral kinderen) of
dieren in het manoeuvregebied
aanwezig zijn. De
parkeersensoren dienen als hulp
voor de bestuurder, die echter
nooit zijn aandacht mag laten
verslappen tijdens potentieel
gevaarlijke manoeuvres, ook al
worden ze met lage snelheden
verricht.
101
11-3-2014 16:49 Pagina 101
Page 108 of 367

ONREGELMATIGE
WERKING
Indien zich een storing voordoet, wordt
het Start&Stopsysteem uitgeschakeld.
De bestuurder wordt hiervan op de
hoogte gebracht doordat het pictogram
gaat branden en er verschijnt ook
een bericht op het display. Neem in dat
geval contact op met het Fiat
Servicenetwerk.
LANGDURIGE STILSTAND
VAN DE AUTO
Bij langdurige stilstand van het voertuig,
moet bijzondere aandacht worden
besteed aan het loskoppelen van de
accu. Ga hiervoor als volgt te werk:
maak de stekker A fig. 133 (door
bediening van knop B) van de
accusensor C op de minklem D van de
accu los. Deze sensor mag nooit van
de accu losgemaakt worden, behalve
bij vervanging van de accu.83) 84)
BELANGRIJK Wacht, nadat de
contactsleutel naar STOP is gedraaid,
minstens 1 minuut alvorens de
elektrische voeding naar de accu los te
koppelen.STARTEN MET
HULPACCU
85)
Wanneer gestart moet worden fig. 134
met een hulpaccu, de minkabel (-)
van de hulpaccu nooit aansluiten op de
minpool C van de accu van het
voertuig, maar op een massapunt van
de motor/versnellingsbak (raadpleeg de
instructies voor het verbinden van de
kabels, zie paragraaf "Starten met
hulpaccu" in het hoofdstuk
“Noodgevallen”).
BELANGRIJK
17) Als een comfortabele
temperatuur prioritair is, dan kan
het Start&Stop-systeem worden
uitgeschakeld zodat de
klimaatregeling kan blijven
werken.
133
F1A0137
134
F1A0138
104
WEGWIJS IN UW AUTO
11-3-2014 16:49 Pagina 104
Page 121 of 367

BEDIENINGSKNOPPEN
Om de schermpagina en de
betreffende opties naar
beneden te doorlopen of om
de weergegeven waarde te
verhogen.
MODUSKort indrukken om het menu te openen
en/of naar het volgende scherm te
gaan of de gekozen menuoptie te
bevestigen.
Ingedrukt houden om naar het
standaardscherm terug te keren.
Om de schermpagina en de
betreffende opties naar boven
te doorlopen of om de
weergegeven waarde te
verlagen.OpmerkingMet de knoppen
en
kunnen verschillende functies
geactiveerd worden, afhankelijk van de
volgende situaties:
Regeling lichtsterkte
interieurverlichting
- bij ingeschakeld stadslicht en
standaardscherm, kan de lichtsterkte
van de interieurverlichting worden
ingesteld.
Setup-menu
- hiermee kan binnen het menu naar
beneden en naar boven gebladerd
worden;
- hiermee kunnen tijdens het instellen
de waarden verhoogd of verlaagd
worden.
SETUP-MENU
Setup-menufuncties
Het menu omvat een reeks functies die
cyclisch gekozen kunnen worden met
de knoppen
en
waarna
verschillende keuze- en
instellingsmogelijkheden (Setup)
worden geboden die in de volgende
paragrafen zijn beschreven. Sommige
functies hebben een submenu (Tijd
en Meeteenheid instellen).Het Setup-menu wordt geactiveerd
door de MODE knop kort in te drukken.
Het menu biedt de volgende functies:
❒Menu
❒Verlichting
❒Hoogteregeling koplampen
❒Snelheidswaarschuwing
❒Sensor koplampen
❒Flanklichten
❒Regensensor
❒Inschakeling Trip B
❒Verkeersborden
❒Tijd instellen
❒Datum instellen
❒Autoclose
❒Meeteenheden
❒Taal
❒Volume waarschuwingen
❒Service
❒Passagiersairbag
❒Dagverlichting
❒Automatische inschakeling grootlicht
koplampen
❒Menu afsluiten
MODE
147
F1A0304
117
11-3-2014 16:49 Pagina 117
Page 124 of 367

- druk kort op de knop MODE, op het
display knippert (On);
- druk op knop
, op het display
gaat (Off) knipperen;
- druk kort op de knop MODE om terug
te keren naar het menuscherm of
houd de knop ingedrukt om terug te
keren naar het standaardscherm
zonder op te slaan.
Instelling gevoeligheid
sensor koplampen
(voor bepaalde versies/markten)
Met deze functie kan de gevoeligheid
van de regensensor van de koplampen
op 3 niveaus ingesteld worden.
Ga als volgt te werk om het gewenste
gevoeligheidsniveau in te stellen:
– druk kort op de knop: op het display
begint het eerder ingestelde
gevoeligheidsniveau te knipperen;
– druk op de knop
of
om
de instelling uit te voeren;
– druk kort op de knop MODE om
terug te keren naar het menuscherm of
houd de knop ingedrukt om terug te
keren naar het standaardscherm
zonder op te slaan.Bochtverlichting
(Inschakeling/uitschakeling van de
“Bochtverlichting”)
(voor bepaalde versies/markten)
Met deze functie kan de
bochtverlichting in- of uitgeschakeld
worden ("On"/"Off") (zie de beschrijving
in de paragraaf “Buitenverlichting”).
Ga als volgt te werk om de lichten in-
en uit te schakelen:
❒druk kort op de knop MODE. "Aan"
of "Uit" knippert op het display,
afhankelijk van de eerder gemaakte
instelling;
❒druk op
of
om uw keuze
te maken;
❒druk kort op de knop MODE om
terug te keren naar het menuscherm
of houd de knop ingedrukt om terug
te keren naar het standaardscherm
zonder op te slaan.
Regensensor
(Instelling regensensor)
(voor bepaalde versies/markten)
Met deze functie kan de gevoeligheid
van de regensensor op 4 niveaus
worden ingesteld.
Ga als volgt te werk om het gewenste
gevoeligheidsniveau in te stellen:
❒druk kort op de knop MODE. Het
eerder ingestelde "niveau" knippert
op het display;❒druk op de knop
of
om
de instelling uit te voeren;
❒druk kort op de knop MODE om
terug te keren naar het menuscherm
of houd de knop ingedrukt om terug
te keren naar het standaardscherm
zonder op te slaan.
Trip B Aan/Uit (gegevens
Trip B)
Met deze functie kan de weergave van
Trip B (dagteller) ingeschakeld (On) of
uitgeschakeld (Off) worden.
Zie voor meer informatie de paragraaf
"Trip computer".
Ga als volgt te werk om in/uit te
schakelen:
- druk kort op de knop MODE, op het
display knippert ON of OFF (afhankelijk
van wat eerder is ingesteld);
druk op de knop
of
om te
kiezen;
- druk kort op de knop MODE om terug
te keren naar het menuscherm of
houd de knop ingedrukt om terug te
keren naar het standaardscherm
zonder op te slaan.
120
KENNIS VAN HET INSTRUMENTENPANEEL
11-3-2014 16:50 Pagina 120
Ga als volgt te werk om de instelling te
annuleren:
Page 144 of 367

Wat het betekent Wat te doen
geelALGEMENE STORINGSMELDING
(Versies met multifunctioneel display)
Het lampje gaat onder de volgende
omstandigheden branden:
❒Als de brandstofnoodschakelaar in werking
treedt
❒Storing in de verlichting (mistachterlichten,
richtingaanwijzers, remlichten,
kentekenplaatverlichting, stadslichten,
dagverlichting, automatisme grootlicht
koplampen, richtingaanwijzers aanhanger,
stadslichten aanhanger)De storing kan de volgende oorzaken hebben:
een of meer lampen doorgebrand, de
betreffende zekering(en) doorgebrand of
elektrische verbinding onderbroken.
❒Storing waarschuwingslampje airbag (lampje
algemene storing knippert)In dergelijke gevallen kan het lampje mogelijk
geen storingen in de veiligheidssystemen
aangeven. Laat het systeem controleren door
het Fiat Servicenetwerk alvorens verder te rijden.
❒Storing regensensor
❒Storing sensor dieselfilter
❒Storing aankoppeling aanhanger
❒Storing audiosysteem
❒Storing motoroliedruksensor
❒Storing parkeersensor.Neem zo snel mogelijk contact op met het Fiat
Servicenetwerk om de storing te laten
verhelpen.
140
KENNIS VAN HET INSTRUMENTENPANEEL
11-3-2014 16:50 Pagina 140
Waarschuwingslampjes
op
instrumentenpaneel