start FIAT DUCATO BASE CAMPER 2016 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: FIAT, Model Year: 2016, Model line: DUCATO BASE CAMPER, Model: FIAT DUCATO BASE CAMPER 2016Pages: 379, PDF Size: 20.63 MB
Page 143 of 379

Wat het betekent Wat te doen
roodMOTOROLIEDRUK TE LAAG
Wanneer de contactsleutel naar MAR wordt gedraaid, gaat het digitale
waarschuwingslampje branden maar het moet doven zodra de motor is
gestart.
Het waarschuwingslampje gaat continu branden en er verschijnt een
bericht op het display wanneer het systeem detecteert dat de
motoroliedruk onvoldoende is.
22)
MOTOROLIE VERSLECHTERD
(Alleen MultiJet versies met DPF)
Het lampje gaat knipperen en (voor bepaalde versies/markten) verschijnt
er een bericht op het display wanneer het systeem detecteert dat de
motorolie verslechterd is.
Het knipperen van het lampje moet niet als een storing worden
beschouwd, maar wil de bestuurder erop wijzen dat de motorolie moet
worden ververst na een normaal gebruik van het voertuig. Als de olie niet
wordt ververst en het systeem meet een verdere verslechtering tot de
tweede graad, dan gaat ook het
lampje op het instrumentenpaneel
branden en wordt het toerental beperkt tot 3000 tpm.
Als de olie nog steeds niet wordt ververst en het systeem meet een
verdere verslechtering tot de derde graad, dan wordt het toerental
beperkt tot 1500 tpm om motorschade te voorkomen.Neem zo snel mogelijk
contact op met het Fiat
Servicenetwerk.
100) 101)
Vergeet niet dat
verslechtering van de
motorolie wordt versneld
door:
– overwegend gebruik van
het voertuig in de stad,
waardoor het DPF-
regeneratieproces vaker
wordt uitgevoerd
– gebruik van het voertuig
voor korte ritten,
waardoor de motor de
bedrijfstemperatuur niet
kan bereiken
– herhaaldelijk
onderbreken van het
regeneratieproces,
hetgeen wordt
aangegeven door het
aangaan van het DPF-
lampje.
139
Waarschuwingslampjes
op display
Page 147 of 379

Wat het betekent Wat te doen
geelSTORING INSPUIT-/EOBD-SYSTEEM
Onder normale omstandigheden, wanneer de
contactsleutel naar MAR wordt gedraaid, gaat het lampje
branden maar dit moet doven zodra de motor is gestart.
De verkeerspolitie beschikt over speciale apparatuur
waarmee de werking van het lampje
kan worden
gecontroleerd. Neem in elk geval de wettelijke
voorschriften van het land waarin u rijdt in acht.
23)
Wanneer het lampje blijft branden of tijdens het rijden
gaat branden, wijst dit op een onjuiste werking van het
inspuitsysteem; met name duidt een continu brandend
lampje op een storing in het brandstoftoevoer-/
inspuitsysteem die zou kunnen leiden tot overmatige
uitlaatgasemissies, mogelijk prestatieverlies, slechte
rijeigenschappen en een hoog brandstofverbruik.
Bij sommige versies verschijnt een speciaal bericht op
het display.
Het lampje dooft nadat de storing is verdwenen, maar de
storing wordt toch door het systeem in het geheugen
opgeslagen.Onder deze omstandigheden kan met
gematigde snelheid verder worden
gereden zonder te veel van de motor te
eisen. Het langdurig rijden met continu
brandend lampje kan tot schade leiden.
Neem zo snel mogelijk contact op met het
Fiat Servicenetwerk.
143
Waarschuwingslampjesopinstrumentenpaneel
Page 148 of 379

Wat het betekent Wat te doen
amberSTORING UREUM-INSPUITSYSTEEM
Het waarschuwingslampje gaat branden en er
wordt een speciaal bericht op het display
weergegeven (voor bepaalde versies/markten),
als een vloeistof die niet voldoet aan de nominale
eigenschappen wordt ingespoten of als een
gemiddeld UREUM-verbruik van meer dan 50%
wordt gedetecteerd.Neem zo snel mogelijk contact op met het Fiat
Servicenetwerk.
Als het probleem niet wordt verholpen, worden
verdere meldingen gegeven op de volgende
resterende aantallen kilometers, voordat een
herstart van het voertuig wordt verhinderd:
❒400 km
❒320 km
❒240 km
Wanneer nog 200 km over zijn voordat het
herstarten van de motor wordt verhinderd, wordt
op het dashboard continu een speciaal bericht
weergegeven (voor bepaalde versies/markten) en
klinkt er een geluidssignaal.
geelSTORING ABS
Als de contactsleutel naar de stand MAR wordt
gedraaid, gaat dit lampje branden. Na enkele
seconden moet het doven.
Het lampje gaat branden om een systeemstoring
aan te geven. In dat geval blijft het remsysteem
normaal werken, maar met uitsluiting van het
ABS-systeem. Op het display verschijnt een
speciaal bericht.Rijd voorzichtig en neem zo snel mogelijk contact
op met het Fiat Servicenetwerk.
144
KENNIS VAN HET INSTRUMENTENPANEEL
Waarschuwingslampjesopinstrumentenpaneel
Page 150 of 379

Wat het betekent Wat te doen
geelSTORING VOORGLOEIBOUGIES /
VOORGLOEISYSTEEM
Voorgloeisysteem
Dit lampje gaat branden wanneer de contactsleutel
in de stand MAR wordt gedraaid. Het lampje dooft
zodra de voorgloeibougies de van te voren
ingestelde temperatuur hebben bereikt.
BELANGRIJK Als de buitentemperatuur erg hoog
is, kan het lampje al na zeer korte tijd doven.Start de motor onmiddellijk nadat het lampje is
gedoofd.
Storing voorgloeisysteem
Het lampje knippert om een storing in het
voorgloeisysteem aan te geven.
Bij sommige versies verschijnt een speciaal bericht
op het display.Neem zo snel mogelijk contact op met het Fiat
Servicenetwerk.
Wat het betekent Wat te doen
geelINDICATIE LAAG NIVEAU ADDITIEF VOOR
DIESELEMISSIES (UREUM)
(voor bepaalde versies/markten)
Het waarschuwingslampje voor een laag niveau
van het additief voor dieselemissies (UREUM)gaat branden als het UREUM-niveau van het
voertuig laag is.
146
KENNIS VAN HET INSTRUMENTENPANEEL
Waarschuwingslampjesopinstrumentenpaneel
Waarschuwingslampjesopinstrumentenpaneel
Page 151 of 379

Wat het betekent Wat te doen
geelSTORING STARTBLOKKERING - FIAT CODE
Wanneer de contactsleutel in de stand MAR
wordt gedraaid, knippert het lampje één keer en
gaat het vervolgens uit.
Wanneer het lampje, met de contactsleutel in de
stand MAR, blijft branden, dan wijst dit op:
❒een mogelijke storing (zie “Fiat Code
startblokkering” in het hoofdstuk
“Kennismaking met het voertuig”);
❒een mogelijke inbraakpoging indien er een
diefstalalarm is; in dat geval gaat het lampje uit
na ongeveer 10 seconden.
Als het lampje
bij draaiende motor knippert,
betekent dit dat de auto niet beschermd is door
de startblokkering.Neem contact op met het Fiat Servicenetwerk om
alle sleutels in het geheugen te laten opslaan.
geelMISTACHTERLICHTEN
Het lampje gaat branden wanneer de
mistachterlichten worden ingeschakeld.
147
Waarschuwingslampjesopinstrumentenpaneel
Page 164 of 379

Wat het betekent Wat te doen
BEPERKTE ACTIERADIUS
Op het display verschijnt een speciaal bericht om
de bestuurder te waarschuwen dat de actieradius
minder dan 50 km bedraagt.
INSCHAKELING/UITSCHAKELING
START&STOP-SYSTEEM
(voor bepaalde versies/markten)
Inschakeling Start&Stop-systeem
Er verschijnt een bericht op het display wanneer
het Start&Stop-systeem wordt ingeschakeld. In
dit geval is de led op de knop
gedoofd (zie
paragraaf “Start&Stop” in het hoofdstuk
"Kennismaking met het voertuig").
Uitschakeling Start&Stop-systeem
Er verschijnt een speciaal bericht op het display
wanneer het Start&Stop-systeem wordt
uitgeschakeld.
De led op de knop
brandt wanneer het
systeem is uitgeschakeld.
STORING START&STOP
Als er een storing in het Start&Stop-systeem is,
verschijnt het symbool
op het display samen
met een speciaal bericht.
160
KENNIS VAN HET INSTRUMENTENPANEEL
Page 165 of 379

Wat het betekent Wat te doen
INDICATIE LAAG NIVEAU ADDITIEF VOOR DIESELEMISSIES
(UREUM)
❒De eerste waarschuwing van een laag niveau wordt rond een bereik
van 1.200 km gegeven en wordt bepaald volgens het huidige verbruik.
Het waarschuwingslampje van een laag UREUM-niveau en de melding
om bij te vullen worden op het dashboard weergegeven. Het
waarschuwingslampje van een laag UREUM-niveau blijft branden
totdat de UREUM-tank is bijgevuld met ten minste 3 liter UREUM.
❒Als niet wordt bijgevuld, wordt op de volgende resterende aantallen
kilometers een extra waarschuwing gegeven tot de UREUM-tank leeg
is: 400 km, 320 km, 240 km.
❒Als nog 200 km over is voordat de UREUM-tank leeg is, wordt continu
een bericht weergegeven op het instrumentenpaneel en wordt een
geluidssignaal afgegeven.
❒Als het bereik 0 km is, geeft het display (voor bepaalde versies/
markten) een speciaal bericht weer. In dit geval is de rijsnelheid beperkt
tot 50 km/h en kan het voertuig niet meer worden gestart nadat de
motor is afgezet.
❒De motor kan pas weer worden gestart als de UREUM-tank is gevuld
(met minimaal 3 liter).
103)
Vul de UREUM-tank zo
snel mogelijk met ten
minste 3 liter UREUM.
Indien het bijvullen wordt
gedaan met een
zelfstandige UREUM tank
tot nul, moet u 2 minuten
wachten voordat u het
voertuig start.
WATER IN DIESELFILTER (dieselversies)
Het lampje brandt continu tijdens het rijden (en er verschijnt een bericht
op het display) om de aanwezigheid van water in het brandstoffilter aan
te geven.
25)
161
Waarschuwingslampjesopinstrumentenpaneel
Page 166 of 379

BELANGRIJK
25) Water in het brandstofcircuit kan het inspuitsysteem ernstig beschadigen en de motor onregelmatig doen draaien.
Als het
symbool gaat branden (bij bepaalde versies verschijnt ook een melding op de display), neem dan zo snel
mogelijk contact op met het Fiat Servicenetwerk om de condens te laten aftappen. Als het lampje onmiddellijk na het
tanken gaat branden, kan het zijn dat er tijdens het tanken water in de tank terecht is gekomen: zet de motor
onmiddellijk uit en neem onmiddellijk contact op met het Fiat Servicenetwerk.
BELANGRIJK
103) Als de ureum-tank leeg is en de motor is afgezet, kan de motor niet meer worden gestart tot de ureum-tank is
bijgevuld met ten minste 3 liter ureum.
162
KENNIS VAN HET INSTRUMENTENPANEEL
Page 185 of 379

Wanneer het voertuig wordt gestart
(sleutel in stand MAR), brandt de led
circa 8 seconden, als ten minste 5
seconden na de vorige uitschakeling
zijn verstreken. Als dit niet het geval is,
neem dan contact op met het Fiat
Servicenetwerk.
Als het voertuig binnen 5 seconden
opnieuw wordt in-/uitgeschakeld, kan
de led gedoofd blijven. Controleer in dit
geval de correcte ledwerking, schakel
het voertuig uit, wacht minstens 5
seconden en schakel weer in.
Tijdens de eerste 8 seconden geeft het
branden van de led niet de werkelijke
toestand van de
passagiersbescherming aan, maar
heeft alleen tot doel om de correcte
werking ervan te controleren.Ook in landen waarin de
uitschakelfunctie van de
passagiersbescherming niet geboden
wordt, wordt de test van de led
uitgevoerd, welke minder dan een
seconde gaat branden wanneer de
sleutel naar MAR wordt gedraaid, en
vervolgens weer dooft.
Het controlelampje kan met
verschillende lichtsterkte branden,
afhankelijk van de voertuigcondities. De
lichtsterkte kan ook tijdens dezelfde
sleutelcyclus variëren.
166F1A0374
181
Page 191 of 379

STARTEN EN RIJDEN
Laten we eens kijken naar het "hart"
van het voertuig: dan kunt u zien hoe u
het potentieel ervan optimaal kunt
benutten.
We zullen u laten zien hoe u het
voertuig in elke situatie veilig kunt
besturen, zodat het een echte "maatje"
voor u kan zijn, waarbij het comfort
en de portefeuille niet vergeten worden.MOTOR STARTEN ..........................188
PARKEREN .....................................189
GEBRUIK VAN DE
VERSNELLINGSBAK ......................191
TIPS VOOR HET LADEN .................192
BRANDSTOFBESPARING ...............193
AANHANGERS TREKKEN ..............195
WINTERBANDEN ............................202
SNEEUWKETTINGEN .....................203
LANGDURIGE STILSTAND..............204
187