banden FIAT DUCATO BASE CAMPER 2017 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: FIAT, Model Year: 2017, Model line: DUCATO BASE CAMPER, Model: FIAT DUCATO BASE CAMPER 2017Pages: 308, PDF Size: 14.66 MB
Page 200 of 308

Natural Power versies
km x 1000 40 80 120 160 200
Jaren246810
Laadtoestand accu controleren en eventueel opladen●●●●●
Banden op conditie/slijtage controleren en eventueel op spanning brengen●●●●●
Werking verlichtingssysteem (koplampen, richtingaanwijzers,
alarmknipperlichten, bagageruimte, interieur, dashboardkastje, lampjes
instrumentenpaneel, enz.) controleren●●●●●
Werking van het ruitenwisser/-sproeiersysteem controleren en zo nodig de
sproeiers afstellen●●●●●
Stand en conditie van wisrubbers van ruitenwissers voor/achter controleren●●●●●
Sloten van motorkap en achterklep op aanwezigheid van vuil controleren,
mechanismen reinigen en smeren●●●●●
Visueel de toestand controleren van: buitenzijde van carrosserie,
bodemplaatbescherming, slangen en leidingen (uitlaat, brandstof- en
remsysteem) en rubber elementen (hoezen, slangen, bussen enz.)●●●●●
Conditie en slijtage remblokken van schijfremmen voor visueel controleren
en de werking van remblokslijtagesensor controleren●●●●●
Conditie en slijtage remblokken van schijfremmen achter visueel controleren
en de werking van remblokslijtagesensor controleren (voor bepaalde
versies/markten)●●●●●
Vloeistofniveaus controleren en eventueel bijvullen (motorkoelvloeistof,
remmen/hydraulische koppeling, ruitensproeiers, accu enz.)●●●●●
Visueel controleren van aandrijfriem(en) van hulporganen (uitvoeringen
zonder automatische riemspanner)●●
198
ONDERHOUD EN ZORG
Page 214 of 308

KOPLAMPSPROEIERS
Controleer regelmatig de conditie en de
aanwezigheid van vuil in de
koplampsproeiers.
De koplampsproeiers worden
automatisch geactiveerd wanneer, bij
ingeschakeld dimlicht, de
ruitensproeiers worden bediend.
BELANGRIJK
195)Rijden met versleten wisserbladen is
bijzonder gevaarlijk, doordat het zicht
onder slechte weersomstandigheden
wordt beperkt.
BELANGRIJK
56)Schakel de ruitenwissers niet met van
de ruit opgeheven wisserbladen in.
HET VOERTUIG
OPKRIKKEN
Als het voertuig opgekrikt moet
worden, ga dan naar een werkplaats
van het Fiat Servicenetwerk die is
uitgerust met een garagekrik of een
hefbrug.
WIELEN EN BANDEN
Controleer voor een lange reis en elke
twee weken de bandenspanning van
de banden en het ruimtebesparend
reservewiel. Deze controle moet bij
koude banden worden uitgevoerd.
Het is normaal dat de spanning tijdens
het rijden toeneemt. Zie voor de
correcte bandenspanning de paragraaf
“Wielen” in het hoofdstuk “Technische
gegevens”.
Onjuiste bandenspanning leidt tot
abnormale slijtage van de banden fig.
194:
Anormale spanning: gelijkmatige
slijtage van het loopvlak;
Bte lage spanning: overmatige slijtage
aan de zijkanten van het loopvlak;
Cte hoge spanning: overmatige slijtage
in het midden van het loopvlak;
Banden moeten vervangen worden
wanneer de profieldiepte van het
loopvlak minder dan 1,6 mm bedraagt.
Houd u in ieder geval aan de wettelijke
voorschriften van het land waarin wordt
gereden.
196) 197) 198) 199)
212
ONDERHOUD EN ZORG
Page 215 of 308

BELANGRIJKE
INFORMATIE
Voorkom indien mogelijk bruusk
remmen en optrekken met piepende
banden. Vermijd botsingen tegen
stoepranden, kuilen of andere
hindernissen. Lang rijden op een slecht
wegdek kan de banden beschadigen;
controleer de banden regelmatig
op scheuren in de wangen,
oneffenheden of onregelmatige slijtage
op het loopvlak. Neem zo nodig
contact op met het Fiat Servicenetwerk;
rijd nooit met een te zwaar beladen
auto: dit kan ernstige beschadiging
van banden en velgen veroorzaken;
stop onmiddellijk bij een lekke band
en verwissel het wiel om beschadiging
van de band, de velg, de wielophanging
en de stuurinrichting te voorkomen;
banden verouderen, ook als ze
weinig gebruikt zijn. Scheurtjes in het
loopvlak en op de wangen betekenen
dat de band verouderd is. Laat de
banden door gespecialiseerd personeel
controleren als ze langer dan 6 jaar
onder de auto zijn gemonteerd. Vergeet
ook niet het reservewiel zorgvuldig te
laten controleren;
monteer in geval van vervanging
altijd nieuwe banden en vermijd banden
waarvan de herkomst dubieus is;
bij de montage van een nieuwe
band moet ook het ventiel worden
vervangen;
om een gelijkmatige slijtage van
voor- en achterbanden te garanderen,
wordt geadviseerd ze elke 10-15
duizend kilometer van as te
verwisselen; houd de banden aan
dezelfde zijde van het voertuig
gemonteerd zodat de draairichting niet
wordt omgekeerd.
BELANGRIJK Controleer bij het
vervangen van een band of de
TPMS-sensor voor
bandenspanningcontrole ook van de
vorige velg is afgenomen, samen met
het ventiel.
BELANGRIJK
196)Onthoud dat de wegligging van het
voertuig in grote mate van een juiste
bandenspanning afhankelijk is.
197)Als de spanning te laag is, raakt de
band oververhit, met mogelijke ernstige
beschadiging als gevolg.
198)Verwissel de banden niet kruiselings,
door ze van de rechterzijde naar de
linkerzijde en omgekeerd te verplaatsen.
199)Voer bij lichtmetalen velgen nooit
spuitwerkzaamheden uit die een
temperatuur vereisen boven 150°C. Dit kan
de mechanische eigenschappen van de
wielen in gevaar brengen.
194F1A0240
213
Page 216 of 308

WINTERBANDEN
Het Fiat Servicenetwerk kan u
adviseren over de meest geschikte
band voor elk gebruik.
De specifieke eigenschappen van
winterbanden verminderen drastisch
wanneer de profieldiepte minder is dan
4 mm. Vervang in dergelijke gevallen
de wielen.
Door hun specifieke eigenschappen zijn
de prestaties van winterbanden onder
normale omstandigheden of wanneer
lang op de snelweg wordt gereden,
lager dan die van de standaard
gemonteerde banden. Beperk het
gebruik van winterbanden daarom
uitsluitend tot de omstandigheden
waarvoor ze zijn goedgekeurd.
BELANGRIJK Als winterbanden worden
gebruikt met een maximum toegestane
snelheid die lager is dan de topsnelheid
van het voertuig (plus een marge van
5%), dan moet in de passagiersruimte
een duidelijk zichtbaar
waarschuwingsplaatje worden
geplaatst met de maximum toegestane
snelheid wanneer met winterbanden
wordt gereden (conform de
EU-richtlijnen).Monteer op de vier wielen dezelfde
banden (zelfde merk en profieldiepte)
voor meer veiligheid tijdens het rijden en
het remmen en voor een betere
bestuurbaarheid.
Denk eraan dat de draairichting van de
banden niet omgedraaid mag worden.
200)
BELANGRIJK
200)De maximumsnelheid voor
winterbanden met de indicatie “Q” is 160
km/h; 190 km/h voor winterbanden met de
indicatie “T” en 210 km/h voor
winterbanden met de indicatie"H". Houdt u
steeds aan de wegenverkeerswetgeving
en voorschriften van het land waar u bent
en overschrijd de maximumsnelheden niet.
SNEEUWKETTINGEN
Het gebruik van sneeuwkettingen moet
aan de plaatselijke voorschriften in elk
land voldoen.
Sneeuwkettingen mogen alleen op de
banden van de voorwielen
(aandrijfwielen) gemonteerd worden.
Het gebruik van sneeuwkettingen
uit het assortiment Lineaccessori Fiat
wordt aanbevolen. Controleer de
spanning van de sneeuwkettingen na
enkele tientallen meters rijden.
57)
BELANGRIJK Bedien het gaspedaal
uiterst voorzichtig als sneeuwkettingen
gemonteerd zijn; voorkom of beperk
het risico op doorslippen van de
aandrijfwielen die breuk van de ketting
en bijgevolg beschadiging van de
carrosserie of de mechanische
onderdelen kunnen veroorzaken.
BELANGRIJK Gebruik voor versies met
225/75 R16 banden, sneeuwkettingen
met een max. dikte van 16 mm.
Wanneer met sneeuwkettingen wordt
gereden, kan het handig zijn om het
ASR uit te schakelen: onder deze
omstandigheden levert het doorslippen
van de aandrijfwielen bij het wegrijden
immers meer trekkracht op.
214
ONDERHOUD EN ZORG
Page 217 of 308

BELANGRIJK
57)Beperk de snelheid als
sneeuwkettingen gemonteerd zijn; rijd niet
harder dan 50 km/h. Vermijd kuilen,
trottoirbanden en stoepen en rijd geen
lange stukken op sneeuwvrije wegen om
het voertuig en het wegdek niet te
beschadigen.
CARROSSERIE
BESCHERMING TEGEN
ATMOSFERISCHE
INVLOEDEN
De belangrijkste oorzaken van roest
zijn:
luchtverontreiniging;
zoutgehalte in de lucht en
vochtigheid (kustgebieden, warm en
vochtig klimaat);
seizoensgebonden
omgevingsomstandigheden.
TIPS VOOR HET BEHOUD
VAN DE CARROSSERIE
Lakwerk
De lak heeft behalve een esthetische
functie ook een beschermende functie
van het plaatwerk.
Werk beschadigingen van de laklaag,
zoals krassen en schuurplekken,
onmiddellijk bij om roestvorming te
voorkomen. Voor het bijwerken mogen
uitsluitend originele lakproducten
worden gebruikt (zie “Identificatieplaatje
carrosserielak” in het hoofdstuk
“Technische gegevens”).Het normale onderhoud van de lak
beperkt zich tot het wassen van de
auto: de frequentie is afhankelijk van
het gebruik van de auto en van de
omgeving.
Zo is het bijvoorbeeld raadzaam het
voertuig vaker te wassen in gebieden
met sterke luchtverontreiniging of bij het
rijden over wegen met strooizout.
Ga als volgt te werk om het voertuig
correct te wassen:
maak de carrosserie eerst nat met
een waterstraal onder lage druk;
was de carrosserie met een zachte
spons met een lichte zeepoplossing
en spoel de spons regelmatig uit;
spoel goed af met schoon water en
droog met een luchtstraal of een
zeemleren lap.
Ga als volgt te werk om het voertuig
correct te wassen in een wastunnel:
verwijder de antenne van het dak
om beschadiging ervan te voorkomen;
het voertuig moet gewassen worden
met water toegevoegd aan een
reinigingsoplossing;
spoel goed af met schoon water om
zeepresten op de carrosserie en de
minder zichtbare delen te verwijderen.
58)
6)
215
Page 229 of 308

WIELEN
VELGEN EN BANDEN
Lichtmetalen of geperste stalen velgen.
Tubeless radiaalbanden.
Alle typegoedgekeurde banden zijn op
het kentekenbewijs vermeld.
BELANGRIJK: Als de gegevens in het
instructieboek afwijken van die van
het kentekenbewijs, dient men zich
altijd aan de gegevens van het
kentekenbewijs te houden. Voor de
rijveiligheid zorgen dat alle wielen
voorzien zijn van banden van hetzelfde
merk en type.
BELANGRIJK: Monteer geen
binnenbanden in tubeless banden.
RESERVEWIEL
Geperst stalen velg. Tubeless band.
WIELUITLIJNING
Toespoor voorwielen gemeten tussen
de velgen: -1 ±1 mm.
De waarden hebben betrekking op een
rijklaar voertuig.
227
Page 230 of 308

STANDAARD VELGEN EN BANDEN
2.0 115 Multijet 2
Versies Wielen Gemonteerde banden Winterbanden
LIGHT 15”(*)6 Jx15-68 215/70 R15C (109/107 S) 225/70 R15C (112/110 S)225/70 R15C (112/110 R)
M+S
LIGHT (TEMPO
LIBERO) 15”
(**)6 Jx15-68215/70 R15CP (109/107
Q)–225/70 R15C (112/110 R)
M+S
LIGHT 16”
(*)6 Jx16-68 215/75 R16C (116/114 R) 225/75 R16C (116/114 R)225/75 R16C (116/114 R)
M+S
LIGHT (TEMPO
LIBERO) 16”
(***)6 Jx16-68225/75 R16 CP (116/114
Q)–225/75 R16C (116/114 R)
M+S
(*) 3000 / 3300 / 3500 kg GVW
(**) 3000 / 3300 / 3500 / 3650 kg GVW
(***) 3000 / 3500 kg GVW
228
TECHNISCHE GEGEVENS
Page 231 of 308

STANDAARD VELGEN EN BANDEN
2.3 130 Multijet 2 – 130 Multijet 2 met AdBlue – 150 ECOJET – 150 Multijet 2 – 180 Multijet 2 Power – 3.0 140 Natural
Power
Versies Wielen Gemonteerde banden Winterbanden
LIGHT 15”(*)6 Jx15-68 215/70 R15C (109/107 S) 225/70 R15C (112/110 S)225/70 R15C
(112/110 R) M+S
LIGHT (TEMPO
LIBERO) 15”
(**)6 Jx15-68215/70 R15CP
(109/107 Q)–225/70 R15C
(112/110 R) M+S
LIGHT 16”
(*)6 Jx16-68 215/75 R16C (116/114 R) 225/75 R16C (116/114 R)225/75 R16C
(116/114 R) M+S
LIGHT (TEMPO
LIBERO) 16”
(***)6 Jx16-68225/75 R16 CP
(116/114 Q)–225/75 R16C
(116/114 R) M+S
MAXI6 Jx16-68215/75 R16 CP
(116/114 R)
(°)225/75 R16C (118/116 R)225/75 R16C
(116/114 R) M+S
MAXI TEMPO LIBERO6 Jx16-68225/75 R16 CP
(116/114 Q)
(▫)225/75 R16C
(118/116 Q)225/75 R16C
(116/114 R) M+S
6 Jx16-68225/75 R16 CP
(118/116 R)
(▪)–225/75 R16C
(118/116 R) M+S
6 Jx16-68225/75 R16 CP
(118/116 Q)
(▪)–225/75 R16C
(118/116 R) M+S
(*) 3000 / 3300 / 3500 kg GVW
(**)3000 / 3300 / 3500 / 3650 kg GVW
(***) 3000 / 3500 / 3650 kg GVW
(°) 3500 / 4000 kg GVW exclusief 4250 kg GVW
(▫)3500 / 4000 / 4250 kg GVW
(▪)GVW 4400 kg
.
229
Page 232 of 308

Als u M+S winterbanden gebruikt met een snelheidsindex lager dan “S”voor 15” wielen en “R” voor 16” wielen, moet de in de
tabel aangeduide max. voertuigsnelheid niet worden overschreden: Maximale Snelheidsindex.
BELANGRIJK Gebruik uitsluitend de banden die zijn aangegeven op het kentekenbewijs.
Als banden van klasse C op kampeerauto's worden gebruikt, gebruik dan altijd wielen met een metalen ventiel. In geval van
vervanging wordt altijd het gebruik van Camping banden aangeraden.
230
TECHNISCHE GEGEVENS
Page 233 of 308

BANDENSPANNING IN KOUDE TOESTAND (bar)
Gemonteerde banden Gebruik Voor Achter
215/70 R153000 GVW
(*)met basisbanden,
uitgezonderd PANORAMA4,0 4,0
3300 GVW
(*)/ 3500 MTM(*)met basisbanden4,1 4,5
215/70 R15 PANORAMA met basisbanden 4,1 4,5
225/70 R153000 GVW
(*)met extra grote
banden, uitgezonderd
PANORAMA4,0 4,0
3300 GVW
(*)/ 3500 MTM(*)met extra grote banden4,1 4,5
225/70 R15 CWinterbanden M+S klasse C op
kampeerauto4,3 4,75
225/70 R15PANORAMA met extra grote
banden4,1 4,5
215/70 R15 CP Gamma met Camping banden 5,0 5,5
215/75 R16 Voor alle versies/uitrustingniveaus 4,5 5,0
225/75 R16Voor alle versies/uitrustingniveaus
met uitzondering van
onderstaande lijnen4,5 5,0
225/75 R16 CWinterbanden M+S klasse C op
kampeerauto5,2 5,2
225/75 R16 CP Camping banden 5,5 5,5
225/75 R16 CP 118Maxi-gamma 4400 GVW met
Camping-banden (voor bepaalde
versies/markten)5,5 6
(*)Maximum toelaatbare massa
De spanningwaarde kan tot +1.0 bar bedragen dan de aanbevolen waarde wanneer de banden warm zijn. Controleer de
bandenspanning nogmaals als de banden koud zijn.
231