FIAT DUCATO BASE CAMPER 2017 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: FIAT, Model Year: 2017, Model line: DUCATO BASE CAMPER, Model: FIAT DUCATO BASE CAMPER 2017Pages: 308, PDF Size: 14.66 MB
Page 291 of 308

OPMERKING De toets "Browse" staat
geen enkele handeling op het
AUX-apparaat toe.
Druk op de knop "Browse" om deze
functie te activeren voor de bron die
afgespeeld wordt.
Draai aan de toets/knop BROWSE
ENTER om de gewenste optie te kiezen
en druk vervolgens op deze toets/knop
om de keuze te bevestigen.
Druk op de knop "X" om de functie te
annuleren.
CD-SPELER
Om de CD-modus in te schakelen een
audio of MP3 CD in de specifieke
sleuf steken of drukken op de
MEDIA-knop op het voorpaneel.
Als de CD al geplaatst is, op de toets
"Source" drukken en vervolgens "CD"
selecteren.
Een CD laden/uitwerpen
Steek de CD voorzichtig in de sleuf,
zodat het automatische laadsysteem
ingeschakeld wordt dat de CD correct
zal plaatsen. (Op het display verschijnt
het symbool "CD").
Als er een CD wordt ingebracht
wanneer het systeem is ingeschakeld,
wordt de CD-functie automatisch
geselecteerd en begint het systeem de
muziekstukken af te spelen.Het display toont het nummer van de
track en de tijd (minuten en seconden).
Druk op de knop
(EJECT) op het
voorpaneel, met het systeem aan, om
de CD uit te werpen.
Na de uitwerping, wordt de
radioaudiobron automatisch
geselecteerd.
Als de CD niet uit de sleuf wordt
verwijderd, zal het systeem na
ongeveer 10 seconden de CD weer
opnemen zonder deze af te spelen.
Bluetooth® BRON
Deze functie wordt geactiveerd door
eenBluetooth® apparaat met muziek-
stukken aan het systeem te koppelen.
EEN Bluetooth®-AUDIOAPPARAAT
KOPPELEN
Ga als volgt te werk om eenBlu-
etooth® audioapparaat te koppelen:
schakel de functieBluetooth®in
op het apparaat;
druk op de knop MEDIA op het
voorpaneel;
als de "Media" bron actief is, druk
dan op de knop "Bron";
selecteer deBluetooth® Media-
bron;
druk op de knop "Toestel toev.";
zoekUconnect™op hetBlu-
etooth® audioapparaat (tijdens de
koppelingsfase verschijnt op het
scherm de voortgang van het proces);
voer, als het audioapparaat hierom
vraagt, de PIN-code in die wordt
getoond op het display van het
systeem of bevestig de op het apparaat
getoonde PIN;
als de koppelingsprocedure met
succes is afgesloten, wordt een scherm
getoond. Als "Ja" op de vraag wordt
geselecteerd, wordt hetBluetooth®
audioapparaat als favoriet gekoppeld
(het apparaat heeft voorrang op alle
andere apparaten die later worden
gekoppeld). Als "Nee" wordt geselect-
eerd, wordt de prioriteit op basis van de
volgorde van verbinding bepaald. Het
laatst verbonden apparaat heeft de
hoogste prioriteit;
een audioapparaat kan ook
gekoppeld worden door te drukken op
de toets
op het frontpaneel en
"Telefoon/Bluetooth®” te selecteren.
WAARSCHUWING Raadpleeg het
instructieboekje van de mobiele
telefoon als deBluetooth® verbinding
tussen mobiele telefoon en systeem
wordt verbroken.
289
Page 292 of 308

USB/iPod BRON
Om de USB/iPod-modus in te
schakelen moet het betreffende
apparaat (USB of iPod) aangesloten
worden op de USB-poort in het
voertuig.
Als een USB/iPod apparaat bij
ingeschakeld systeem wordt
ingebracht, zullen de nummers die op
het apparaat aanwezig zijn afgespeeld
worden.
AUX-BRON
Om de AUX-modus te activeren moet
een geschikt apparaat op de
AUX-aansluiting van de auto worden
aangesloten.
Als een apparaat wordt ingebracht met
een AUX-stekker, dan begint het
systeem de aangesloten AUX-bron af te
spelen als deze reeds op weergave is
ingesteld.
Stel het volume in met de toets/knop
op het voorpaneel of met de
volume-instelknop op het aangesloten
apparaat.
Zie voor wat betreft de functie "Selectie
audiobron", het hoofdstuk "Media".BELANGRIJK De functies van het
apparaat dat aangesloten is op de
AUX-aansluiting worden rechtstreeks
geregeld door het apparaat zelf; het
is niet mogelijk om nummer/map/
playlist te veranderen of start/
einde/pauze te bedienen met de
bedieningstoetsen op het frontpaneel of
die op het stuurwiel.
TELEFOONMODUS
ACTIVERING TELEFOONMODUS
Druk op de knop PHONE op het
voorpaneel om de Telefoonmodus in te
schakelen.
Met de knoppen op het display kan
men:
het telefoonnummer kiezen (met
behulp van het grafische toetsenbord
op het display);
de contacten in het telefoonboek
van de mobiele telefoon weergeven en
bellen;
de contacten uit de registers van
vorige gesprekken weergeven en
bellen;
een maximum van 10 telefoons/
audioapparaten koppelen om de
toegang en de verbinding eenvoudiger
en sneller te maken;
gesprekken van het systeem naar
de mobiele telefoon en andersom
overzetten en het geluid van de
microfoon uitschakelen bij
privégesprekken.
Het geluid van de mobiele telefoon
wordt over het audiosysteem van het
voertuig uitgezonden: het systeem
schakelt automatisch het geluid van de
autoradio uit wanneer de
Telefoonfunctie wordt gebruikt.
MOBIELE TELEFOON KOPPELEN
BELANGRIJK Voer deze handeling
alleen uit bij stilstaand voertuig en onder
veilige omstandigheden; deze functie
is uitgeschakeld wanneer het voertuig
rijdt.
Hieronder wordt de
koppelingsprocedure van de mobiele
telefoon beschreven: raadpleeg in
elk geval ook de handleiding van de
mobiele telefoon.
Ga als volgt te werk voor het koppelen
van de mobiele telefoon:
schakel de functieBluetooth®in
op de mobiele telefoon;
druk op de knop PHONE op het
voorpaneel;
als er nog geen telefoon aan het
systeem gekoppeld is, toont het display
een speciaal scherm;
290
MULTIMEDIA
Page 293 of 308

selecteer "Ja" om de
koppelingsprocedure te starten en zoek
vervolgens hetUconnect™apparaat
op de mobiele telefoon (als "Nee" wordt
geselecteerd, wordt het hoofdscherm
van de Telefoon getoond);
voer, als de mobiele telefoon hierom
vraagt, de PIN-code getoond op het
display van het systeem in op het
toetsenbord van uw telefoon of
bevestig de op de mobiele telefoon
getoonde PIN;
vanuit het scherm "Telefoon" kan de
mobiele telefoon altijd gekoppeld
worden door op de knop "Instelling." te
drukken: druk op de knop “Appar
toev" en ga verder zoals hierboven
beschreven;
tijdens de koppelingsfase verschijnt
een scherm dat de voortgang van
het proces toont;
als de koppelingsprocedure met
succes is voltooid, wordt een scherm
getoond: als "Ja" op de vraag wordt
geselecteerd, wordt de mobiele
telefoon als favoriet gekoppeld (de
mobiele telefoon heeft voorrang op alle
andere mobiele telefoons die later
worden gekoppeld). Als geen andere
apparaten worden gekoppeld, zal
het systeem het eerst gekoppelde
apparaat als favoriet beschouwen.OPMERKING Voor de mobiele
telefoons die niet als favoriet zijn
ingesteld, wordt de prioriteit op basis
van de volgorde van verbinding
bepaald. De laatst verbonden telefoon
heeft de hoogste prioriteit.
OPMERKING Bij sommige mobiele
telefoons moet, om de leesfunctie van
gesproken SMS-berichten ter
beschikking te krijgen, de optie
SMS-melding op de telefoon
ingeschakeld worden; deze optie is
meestal beschikbaar op de telefoon, in
hetBluetooth® verbindingsmenu voor
een apparaat dat geregistreerd is als
Uconnect™. Na het inschakelen van
deze functie op de mobiele telefoon,
moet deze uit- en weer ingeschakeld
worden met hetUconnect™systeem
om de functie te laten werken.
Een nummer bellen
De hieronder beschreven procedures
zijn alleen toegankelijk indien ze door
de gebruikte mobiele telefoon worden
ondersteund.
Raadpleeg de handleiding van de
mobiele telefoon om alle beschikbare
functies te kennen.
Een nummer kan op de volgende
manieren gebeld worden:
selectie van het pictogram
(telefoonboek van mobiele
telefoon);
selectie van "Recente oproep.";
selectie van het pictogram;
drukken op de toets "Opnieuw
bellen".
SMS-lezer
Het systeem kan de SMS-berichten die
de mobiele telefoon ontvangt voorlezen.
Om deze functie te gebruiken, moet
de mobiele telefoon de uitwisseling van
SMS viaBluetooth® ondersteunen.
Als deze functie niet door de telefoon
wordt ondersteund, is de betreffende
toets
niet geactiveerd (grijs).
Bij ontvangst van een tekstbericht,
toont het display een scherm waarop
de opties "Luisteren", "Bellen" of
"Negeer" gekozen kunnen worden.
Druk op de toets
voor toegang tot
de lijst van SMS-berichten die door
de mobiele telefoon zijn ontvangen (de
lijst toont een maximum van 60
ontvangen berichten).
INSTELLINGEN
Druk op de toets
op het frontpaneel
voor de weergave van het menu
"Instellingen" op het display.
OPMERKING De weergegeven
menu-items hangen van de versie af.
Het menu omvat de volgende opties:
Display;
Klok & Datum;
291
Page 294 of 308

Veiligheid/Hulp (voor bepaalde
uitvoeringen/markten);
Lichten (voor bepaalde versies/
markten);
Portieren+Vergrend.;
Audio;
Telefoon/Bluetooth;
Radio;
Terug naar Stand.inst.
Veiligheid/Hulp
(voor bepaalde versies/markten)
Regensensor
De gevoeligheid van de regensensor
kan met deze functie worden ingesteld
(voor versies/markten, waar aanwezig).
Lichten
(voor bepaalde versies/markten)
Met deze functie zijn de volgende
instellingen mogelijk:
Sensor koplampen
aanpassing van de
activeringsgevoeligheid van de
koplamp;
"Autom. groot licht" (voor bepaalde
versies/markten): inschakeling/
uitschakeling van het grootlicht van de
koplampen;
"Daglichten" (DRL) (voor bepaalde
versies/markten): inschakeling/
uitschakeling van de dagrijlichten;
"Bochtverlichting" (voor bepaalde
versies/markten): inschakeling/
uitschakeling van de bochtverlichting;
portieren en portiervergrendelingen.
Gebruik deze functie om de
automatische portiervergrendeling bij
rijdend voertuig in of uit te schakelen
(functie "Autoclose").
"MORE" MODUS
Druk op toets MORE op het frontpaneel
om de werkinstellingen te zien:
Buitentemperatuur
Klok
Kompas (alleen voorUconnect™
5” Radio Nav)
Trip Computer (alleen voor
Uconnect™5” Radio Nav)
Instellingen (alleen voorUconnect™
5” Radio Nav)
NAVIGATIE
210)(Alleen voorUconnect™5” Radio Nav)
Een route plannen
WAARSCHUWING In het belang van de
veiligheid en om afleiding tijdens het
rijden te beperken, kunt u het beste
altijd uw route plannen voordat u op
weg gaat.Met de functie bestemming zoeken
kunt u uw bestemmingen vinden en
bereiken op verschillende manieren:
door te zoeken op specifiek adres,
gedeeltelijk adres, specifiek type locatie
(bijv. een tankstation of een restaurant),
een postcode of een POI (Point of
Interest) nabij uw huidige positie (bijv.
een restaurant met het zoektype
ingesteld op "dichtbij"), een paar
lengte- en breedtegraadcoördinaten, of
door het selecteren van een punt op
de kaart.
Selecteer "Zoeken" in het hoofdmenu
en stel de zoektocht in naar een
bestemming. Terwijl u de informatie
ingeeft, toont de lijst de
overeenkomende adressen en POI's in
twee verschillende lijsten.
Het overeenkomende adres en plaats
worden weergegeven in de
Adressenlijst en de POI, het type van
POI's en de locaties worden
weergegeven in de Point of Interest-lijst.
Om een route te plannen naar de
bestemming, de "Gids" knop
selecteren.
Er wordt een route gepland en u wordt
dan naar uw bestemming geleid aan
de hand van gesproken instructies
en aanwijzingen op het scherm.
292
MULTIMEDIA
Page 295 of 308

STEMBESTURING
OpmerkingenVoor talen die niet door
het systeem worden ondersteund,
zijn geen spraakopdrachten
beschikbaar.
Druk voor het gebruik van de
spraakopdrachten op de knop
("Stem") of("Telefoon") op het
stuurwiel en spreek de opdracht die u
wilt activeren hardop uit.
Algemeen
De volgende spraakopdrachten kunnen
gegeven worden na het indrukken van
de toets
op het stuurwiel:
Help
Annuleren
Herhalen
Spraakbegeleiding
Telefoon
De volgende spraakopdrachten kunnen
gegeven worden na het indrukken van
de toets
op het stuurwiel:
Bel
Kies
Opnieuw kiezen
Bel terug
Laatste oproepen
Uitgaande oproepen
Gemiste oproepen
Ontvangen oproepen
Telefoonboek
Zoek
SMS tonen
Stuur een SMS
Toon berichten
Radio
De volgende spraakopdrachten kunnen
gegeven worden na het indrukken van
de toets
op het stuurwiel:
Afstemmen op FM "frequentie"
Afstemmen op AM "frequentie"
Afstemmen op "naam radio" FM
Afstemmen op "naam radio"
Media
De volgende spraakopdrachten kunnen
gegeven worden na het indrukken van
de toets
op het stuurwiel:
Speel muziekstuk…
Speel album…
Speel artiest...
Speel genre...
Speel afspeellijst...
Speel podcast...
Speel luisterboek...
Speel track ...
Selecteer de bron...
Bekijk...Navigatie (alleen voor Uconnect™
5" Nav)
De volgende spraakopdrachten kunnen
gegeven worden na het indrukken van
de toets
op het stuurwiel:
Rij naar huis
2D-weergave
3D-weergave
Wis route
Voeg favoriet toe
Herhaal instructie
BELANGRIJK
210)In het belang van de veiligheid en om
afleiding tijdens het rijden te beperken,
kunt u het beste altijd uw route plannen
voordat u op weg gaat.
293
Page 296 of 308

BELANGRIJK
IMPERIAAL
Neem de aanwijzingen die bij de installatiekit zijn geleverd in acht. De montage moet worden uitgevoerd door gekwalificeerd personeel.
Controleer na enkele kilometers rijden of de bouten van de bevestigingspunten nog goed zijn vastgedraaid. Verdeel de lading gelijkmatig
en schenk aandacht aan zijwinden terwijl u rijdt.
De wettelijke voorschriften betreffende de maximale afmetingen moeten altijd in acht worden genomen. Overschrijd nooit het maximum
toegestane draagvermogen (zie hoofdstuk "Technische gegevens").
OPTIONELE ACCESSOIRES
Let op bij het monteren van aanvullende spoilers, lichtmetalen velgen of niet originele wieldeksels: deze kunnen namelijk de ventilatie van
de remmen beperken, wat de remefficiëntie tijdens hard remmen, herhaald remmen en op lange afdalingen beïnvloedt. Let erop dat de slag
van de pedalen nergens door wordt belemmerd (matten, enz.).
MILIEUBESCHERMING
Het Dieselroetfilter (DPF) ontwikkelt tijdens zijn normale werking zeer hoge temperaturen. Parkeer het voertuig daarom niet op licht
ontvlambaar materiaal (gras, droge bladeren, dennennaalden, enz.): brandgevaar.
BANDEN MET VELGBESCHERMING
Indien op de stalen velgen met integrale wieldeksels (met veerbevestiging) aftersales-banden met velgbeschermers worden gemonteerd,
dan mogen de wieldeksels NIET worden gemonteerd. Het gebruik van ongeschikte banden en wieldeksels kan leiden tot een plotselinge
afname van de bandenspanning.
294
Page 297 of 308

Page 298 of 308

Page 299 of 308

Page 300 of 308

.