brake FIAT DUCATO BASE CAMPER 2018 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: FIAT, Model Year: 2018, Model line: DUCATO BASE CAMPER, Model: FIAT DUCATO BASE CAMPER 2018Pages: 316, PDF Size: 14.76 MB
Page 94 of 316
Wanneer het systeem wordt
ingeschakeld, verschijnt er bij sommige
versies een bericht op het display.
Wanneer het systeem niet actief is, gaat
de led op de knop ASR OFF branden
en verschijnt er bij sommige versies een
bericht op het display.
Als het ASR tijdens het rijden wordt
uitgeschakeld, dan wordt het
automatisch, de volgende keer dat de
auto gestart wordt, weer ingeschakeld.
Wanneer met sneeuwkettingen wordt
gereden, kan het handig zijn om het
ASR uit te schakelen: onder deze
omstandigheden levert het doorslippen
van de aandrijfwielen bij het wegrijden
immers meer trekkracht op.
HBA SYSTEEM
(Hydraulic Brake Assist)
Het HBA-systeem is ontworpen om het
remvermogen van het voertuig tijdens
noodremmen te verbeteren. Het
systeem detecteert het noodremmen
door de snelheid en de kracht waarmee
het rempedaal wordt ingetrapt te
controleren en past vervolgens de
optimale remdruk toe.
Dit kan de remweg verkorten en dus
vormt het HBA-systeem een aanvulling
op het ABS.Er wordt maximale assistentie van het
HBA-systeem verkregen als het
rempedaal zeer snel wordt ingetrapt.
Tevens moet het rempedaal continu,
dus niet intermitterend, ingetrapt
worden tijdens het remmen, om
voordelen van het systeem te
verkrijgen.
Verminder niet de druk op het
rempedaal zolang geremd moet
worden.
Het HBA-systeem wordt uitgeschakeld
wanneer het rempedaal wordt
losgelaten.
63) 64) 65)
ERM ELECTRONIC ROLLOVER
MITIGATION SYSTEM
(Electronic Rollover Mitigation)
Het systeem controleert de neiging van
de wielen om van de grond te komen
als de bestuurder extreme manoeuvres
uitvoert zoals snel bijsturen om een
obstakel te vermijden, met name onder
omstandigheden van een slecht
wegdek.
Als dergelijke omstandigheden zich
voordoen, grijpt het systeem in op de
remmen en het motorvermogen om de
mogelijkheid dat de wielen van de
grond komen te beperken.Het is niet mogelijk om de neiging tot
over de kop slaan te voorkomen
wanneer dit te wijten is aan redenen
zoals met de wielen aan één kant
op steile hellingen rijden, botsing tegen
voorwerpen of andere voertuigen.
66)
HILL DESCENT CONTROL
(HDC) SYSTEEM
Dit is een integraal onderdeel van het
ESC dat erop gericht is om het voertuig
tijdens de afdeling op een constante
snelheid te houden, door op
zelfstandige en gedifferentieerde wijze
op de remmen in te werken. Op deze
manier zijn de stabiliteit van het voertuig
en rijden in alle veiligheid gegarandeerd,
vooral bij slechte gripcondities en/of
op steile afdalingen.
Rijd, om het systeem in te schakelen,
langzamer dan 25 km/h en druk op de
speciale toets A fig. 100; de led op
de toets gaat branden en het display
toont een specifiek bericht.
Laat, zodra de gewenste snelheid is
bereikt, het gas- en rempedaal volledig
los (de led op de toets knippert). Als
u de snelheid wilt verhogen/verlagen,
trapt u het gas-/rempedaal weer in.
BELANGRIJK Gebruik het systeem niet
met de versnellingsbak in de vrijstand.
92
VEILIGHEID
Page 183 of 316
Bericht Signaal Beschrijving
CCVSParkeerremschakelaar Geeft aan dat de parkeerrem is ingeschakeld
Wheel based speed Geeft de voertuigsnelheid aan
Clutch switch Geeft aan dat het koppelingspedaal is ingetrapt
Brake switch Geeft aan dat het rempedaal is ingetrapt.
Cruise control active Geeft aan dat de Cruise Control actief is
EEC2Gaspedaalstand 1 Geeft de stand van het gaspedaal aan
Motorbelastingspercentage bij huidig toerentalGeeft de percentuele verhouding aan tussen
motorkoppel en het maximumkoppel aangegeven bij
het huidige motortoerental
LFC Engine total fuel usedGeeft het totale brandstofverbruik aan tijdens de
werking van het voertuig
DD Fuel LevelGeeft de verhouding van het brandstofvolume t.o.v. de
totale tankinhoud aan
EEC1 Motortoerental Geeft het motortoerental aan
VDHR High resolution total vehicle distanceGeeft de totale door het voertuig afgelegde afstand
aan
ET1 Engine coolant temperature Geeft de temperatuur van de motorkoelvloeistof aan
AMB Ambient Air Temperature Geeft de temperatuur buiten het voertuig aan
LFEBrandstofdebietGeeft de hoeveelheid brandstof aan die door de motor
per tijdseenheid gebruikt wordt
Instantaneous Fuel EconomyGeeft de verhouding aan tussen de hoeveelheid
gebruikte brandstof en de huidige voertuigsnelheid
SERV Service distanceGeeft de afstand aan die gereden kan worden tot de
volgende geprogrammeerde onderhoudsbeurt
HOURS Total engine hours Geeft de totale werkingstijd van de motor aan
DC1 Positie van portieren Geeft de huidige status van de portieren aan
AS Dynamostatus 1 Geeft de huidige dynamostatus aan
181
Page 185 of 316
Bericht Signaal Beschrijving
FMS1(2)
High beam, main beam Geeft de actieve status van het grootlicht aan
Dimlicht Geeft de actieve status van het dimlicht aan
Richtingaanwijzers Geeft de actieve status van de richtingaanwijzers aan
Hazard warning Geeft de actieve status van de alarmknipperlichten aan
Parkeerrem Geeft aan dat de parkeerrem is ingeschakeld
Remfout/storing remsysteem Geeft een storing in het remsysteem aan
Hatch open Geeft aan dat het achterportier niet gesloten is
Fuel level Geeft aan dat het brandstofreservelampje brandt
Engine coolant temperatureGeeft aan dat het lampje oververhitting
motorkoelvloeistof brandt
Battery charging conditionGeeft aan dat het lampje onvoldoende acculading
brandt
MotorolieGeeft aan dat het lampje onvoldoende motoroliedruk
brandt
Position lights, side lights Geeft de actieve status van de positielichten aan
Mistvoorlichten Geeft de actieve status van de mistlampen aan
Mistachterlicht Geeft de actieve status van de mistachterlichten aan
Engine / Mil indicatorGeeft aan dat het lampje storing EOBD/inspuitsysteem
brandt
Service, call for maintenanceGeeft aan dat de melding geprogrammeerd
onderhoud is weergegeven
Transmissiefout/storing Geeft een storing in het transmissiesysteem aan
Anti-lock brake system failure Geeft aan dat het lampje storing ABS brandt
(2) De signaalwaarden komen van informatie op het instrumentenpaneel
183
Page 186 of 316
Bericht Signaal Beschrijving
FMS1(2)
Worn brake linings Geeft aan dat het lampje remblokslijtage brandt
Malfunction / general failure Geeft aan dat het lampje algemene storing brandt
Height Control (Levelling)Geeft aan dat de melding wielophanging met
automatische niveauregeling is weergegeven
Engine Emission system failure (Mil indicator) Geeft aan dat het lampje roetfilter verstopt brandt
ESC-indicatieGeeft aan dat het lampje m.b.t. de stabiliteitsregeling
brandt
TC01
Tachograafsnelheid van de auto
(3)Geeft de door de tachograaf vastgelegde rijsnelheid
aan
DC2Status open portier 1 Geeft de status van het bestuurdersportier aan
Open Status Door 1 Geeft de status van het passagiersportier aan
Status open portier 3
(4)Geeft de status van het/de achterportier(en) aan
Status open portier 4
(4)Geeft de status van de zijschuifdeur aan
Status open portier 5
(4)Geeft de status van de zijschuifdeur aan
FMSRequests supportedGeeft aan of de Gateway FMS Module in staat is om
de verzoeken van de externe FMS module te
beantwoorden
Diagnostics supportedGeeft aan of de Gateway FMS Module verzoeken om
verzending van diagnose-informatie ondersteunt
FMS-standard SW - version supportedGeeft de FMS-standaardversie weer die ondersteund
wordt door de Gateway FMS-module
(2) De signaalwaarden komen van informatie op het instrumentenpaneel
(3) Het rijsnelheidssignaal is zelfs zonder tachograaf nog beschikbaar
(4) Als de inhoud niet aanwezig is, heeft het overgebrachte signaal de waarde ‘gesloten’
184
NOODGEVALLEN
Page 194 of 316
161)Bedien de compressor nooit langer
dan 20 minuten achter elkaar. Gevaar voor
oververhitting. Banden gerepareerd met
de snelle bandenreparatiekit mogen slechts
tijdelijk gebruikt worden, aangezien de kit
niet geschikt is voor een definitieve
reparatie.
162)De bus bevat ethyleenglycol. Bevat
latex dat een allergische reactie kan
veroorzaken. Schadelijk bij inslikken.
Irriterend voor de ogen. Kan irritatie
veroorzaken bij inademing of contact.
Vermijd contact met huid, ogen en kleding.
Spoel bij contact onmiddellijk uit met rijkelijk
water. Wek het braken niet op bij inslikken.
Spoel de mond uit, drink veel water en
raadpleeg onmiddellijk een arts. Buiten
bereik van kinderen bewaren. Het product
mag niet gebruikt worden door
astmapatiënten. Adem de dampen niet in
tijdens het inbrengen en oppompen.
Raadpleeg onmiddellijk een arts bij
allergische reacties. Bewaar het busje in
zijn houder, uit de buurt van
warmtebronnen. Het afdichtmiddel heeft
een houdbaarheidsdatum. Vervang het
busje als de houdbaarheidsdatum van het
afdichtmiddel is verstreken.
163)Doe de beschermende
handschoenen aan die bij de snelle
bandenreparatiekit zijn geleverd.
164)Breng de sticker op een voor de
bestuurder goed zichtbare plaats aan, om
eraan te herinneren dat de band behandeld
is met de snelle bandenreparatiekit. Rijd
voorzichtig, met name in bochten.
Overschrijd de snelheid van 80 km/h niet.
Vermijd abrupt accelereren of remmen.165)Rijd niet verder als de
bandenspanning onder 3 bar is gedaald:
de snelle bandenreparatiekit Fix & Go
automatic kan de vereiste afdichting niet
garanderen omdat de band te ernstig
beschadigd is. Neem contact op met het
Fiat Servicenetwerk.
166)Informeer het servicepunt dat de
band gerepareerd is met de snelle
bandenreparatiekit. Overhandig de
informatiefolder aan het personeel dat de
met de snelle reparatiekit behandelde band
moet repareren.
167)Als andere banden worden gebruikt
dan de banden die bij het voertuig geleverd
zijn, kan de reparatie waarschijnlijk niet
mogelijk zijn. Bij vervanging van de banden
is het raadzaam de door de fabrikant
goedgekeurde banden te monteren. Wend
u tot het Fiat Servicenetwerk.
BELANGRIJK
49)Als de band door vreemde voorwerpen
lek is geraakt, kan de kit gebruikt worden
voor beschadigingen in het loopvlak of
de schouder met een diameter van max. 4
mm.
BELANGRIJK
3)Vervang het busje als de
houdbaarheidsdatum van het
afdichtmiddel is verstreken. Laat het busje
en het afdichtmiddel niet in het milieu
achter. Zorg dat ze worden weggegooid
overeenkomstig de nationale en plaatselijke
voorschriften.
192
NOODGEVALLEN
Page 312 of 316
Frontairbag passagierszijde.....117
Gateway fms-module..............180
Gebruiksomstandigheden..........139
Geveerde stoel......................18
Gewichten en belastingen..........251
Gordelspanners....................103
Grootlicht...........................28
Grootlichtsignaal....................29
Handbediende klimaatregeling......40
HBA (Hydraulic Brake Assist)
systeem..........................92
HBA (systeem)......................92
Het voertuig opkrikken.............219
Hill Descent.........................92
Hill Descent Control systeem.........92
Hill Holder-systeem..................90
Hoofdsteunen
Voor ............................49
Hoogteregeling koplampen..........31
Identificatiegegevens...............226
identificatieplaatje carrosserielak. . . .227
Inbouwvoorbereiding voor Isofix
kinderzitje.......................110
Instrumenten........................56
Instrumentenpaneel.................56
Interieur...........................223
Interieuruitrusting....................50Isofix kinderzitje
(inbouwvoorbereiding)
Montagemogelijkheden voor
kinderzitjes op de verschil-
lende plaatsen in het
voertuig........................112
Kentekenverlichting...............165
Kinderen veilig vervoeren
Kinderzitjes....................106
Plaatsingsmogelijkheden voor
kinderzitjes.....................108
Veiligheidsvoorschriften.........109
Klep op zitbank.....................20
Koplampen
Hoogteregeling koplampen......31
Uitlijning lichtbundel..............31
Koplampsproeiers...................37
Koplampunits......................161
Kunststof deksels op de
stoelvoet.........................21
Lamp buitenverlichting
vervangen.......................161
Lamp buitenverlichting
vervangen
Dimlicht........................162
Grootlicht......................162
Mistlampen....................163
Richtingaanwijzers.............163
Stadslicht/achterlichten.........161Lampen
Soorten lampen................159
Lampjes en berichten................62
Langdurige stilstand................156
Luchtfilter..........................215
Luchtvering.........................52
Markering cilinder.................227
Mistachterlichten....................34
Mistlampen.........................33
Motor.............................230
Motorcode.........................227
Motorcodes........................228
Motorkap...........................48
Motorkoelvloeistof..................212
Motorolie..........................212
Motorolieniveaumeter................59
MSR (systeem)......................89
MSR-systeem.......................89
Multifunctioneel display
Bedieningsknoppen.............59
Set-up-menu....................60
Niveaus controleren...............208
Onafhankelijke extra
verwarming.......................42
Onderhoud en zorg -
Geprogrammeerd Onderhoud.................................199
Onderhoud en zorg -
Geprogrammeerd
Onderhoudsschema.............201
ALFABETISCH REGISTER