dashboard FIAT FIORINO 2008 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: FIAT, Model Year: 2008, Model line: FIORINO, Model: FIAT FIORINO 2008Pages: 210, PDF Size: 5.2 MB
Page 125 of 210

MOTOR
STARTEN
NOODSTART
Als het lampje Yop het instrumenten-
paneel constant blijft branden, wendt u
dan onmiddellijk tot de Fiat-dealer.
STARTEN MET EEN
HULPACCU
Als de accu leeg is, kan de motor worden
gestart met een hulpaccu, die ten minste
dezelfde capaciteit moet hebben als de
lege accu.
Ga voor het starten als volgt te werk fig. 1:
❒verbind de pluspolen (+teken nabij de
pool) van de beide accu’s met een start-
kabel;
❒sluit een tweede startkabel aan op de
minpool (–) van de hulpaccu en op de
massa-aansluiting (
E) op de motor of
de versnellingsbak van de auto die ge-
start moet worden;
❒start de motor;
❒neem als de motor draait, de startka-
bels in de omgekeerde volgorde los.
Als de motor na enkele pogingen niet
aanslaat, blijf dan niet proberen maar
wendt u tot de Fiat-dealer.
124
LAMPJES EN
BERICHTEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
BELANGRIJK Verbind de minklemmen
van de twee accu’s niet direct met elkaar:
eventuele vonken kunnen het explosieve
gas ontsteken dat uit de accu kan ont-
snappen. Als de hulpaccu is geïnstalleerd
aan boord van een andere auto, mogen
tussen deze auto en de auto met de lege
accu niet per ongeluk metalen delen met
elkaar in verbinding staan.ROLLEND STARTEN
Probeer auto’s nooit te starten door ze
aan te duwen, te slepen of van een hel-
ling af te laten rijden. Op die wijze kan er
onverbrande brandstof in de katalysator
terechtkomen, waardoor deze onherstel-
baar zal beschadigen.
BELANGRIJK Houd er rekening mee dat
de rembekrachtiging en de elektrische
stuurbekrachtiging niet werken zolang de
motor niet is aangeslagen, waardoor meer
kracht nodig is voor de bediening van het
rempedaal en het stuur. Gebruik voor een noodstart
beslist nooit een accusnel-
lader: de elektronische syste-
men kunnen beschadigen; in
het bijzonder de regeleenheden van de
ontsteking en de inspuiting.
Laat deze procedure door ge-
specialiseerd personeel uit-
voeren. Onjuiste handelingen kunnen
leiden tot vonken. De vloeistof in de
accu is giftig en corrosief. Vermijd het
contact met de huid en de ogen. Kom
ook niet dicht bij een accu met open
vuur of een brandende sigaret en ver-
oorzaak geen vonken.
ATTENTIE
fig. 1F0T0189m
Page 126 of 210

125
LAMPJES EN
BERICHTEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
WIEL
VERWISSELEN
Cargo-uitvoeringen
De auto is standaard uitgerust met een
reservewiel met normale afmetingen. Als
alternatief voor het reservewiel kan de
auto worden uitgerust met de snelle
bandenreparatieset “Fix&Go“ (zie de aan-
wijzingen in de volgende paragraaf).
Combi-uitvoeringen
De auto is standaard uitgerust met de
snelle bandenreparatieset “Fix&Go” (zie
de aanwijzingen in de volgende paragraaf).
Als alternatief voor Fix&Go kan de auto
worden uitgerust met een reservewiel
met normale afmetingen.
Voor het verwisselen van het wiel en voor
het juiste gebruik van de krik en het
reservewiel moeten de onderstaande voor-
zorgsmaatregelen in acht worden genomen.
Het reservewiel (indien aan-
wezig) behoort bij de auto
waarbij het geleverd is; gebruik het
reservewiel niet bij andere auto’s en
monteer geen reservewielen van
andere auto’s. Het reservewiel mag
alleen in noodgevallen worden ge-
bruikt. Het gebruik moet tot een
minimum beperkt blijven.
ATTENTIE
Attendeer het overige weg-
verkeer op de stilstaande
auto m.b.v: de waarschuwingsknip-
perlichten, de gevarendriehoek enz.
Tijdens het verwisselen van een wiel
moeten alle inzittenden de auto heb-
ben verlaten, vooral als de auto
zwaar beladen is, en op een veilige af-
stand van het verkeer wachten, tot-
dat het wiel verwisseld is. Blokkeer de
wielen met stenen of andere voor-
werpen als de auto schuin op een hel-
ling of op een slecht wegdek staat.
Laat het verwisselde wiel zo snel
mogelijk repareren en monteren.
Smeer de schroefdraad van de wiel-
bouten niet met vet in, voordat u ze
monteert: de bouten kunnen loslopen.
ATTENTIE
De krik dient uitsluitend voor
het verwisselen van een wiel
van de auto waarbij de krik geleverd is
of voor auto’s van hetzelfde model. Ge-
bruik de krik niet voor het opkrikken
van andere auto’s. En beslist nooit voor
het uitvoeren van werkzaamheden
onder de auto. Als de krik niet juist ge-
plaatst wordt, kan de opgekrikte auto
van de krik vallen. Op een sticker op de
krik is het maximum hefvermogen aan-
gegeven; de krik mag nooit voor een
zwaardere last worden gebruikt.
ATTENTIE
Door een verkeerde montage
kan het wieldeksel tijdens
het rijden loslaten. Maak het ventiel
absoluut niet open. Plaats geen enkel
stuk gereedschap tussen velg en band.
Controleer regelmatig de spanning
van de banden en van het nood-
reservewiel en houdt u daarbij aan de
waarden die beschreven staan in het
hoofdstuk “Technische gegevens”.
ATTENTIE
Page 127 of 210

126
LAMPJES EN
BERICHTEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
Het is nodig te weten dat:
❒de krik 1,76 kg weegt;
❒de krik geen afstelwerkzaamheden ver-
eist;
❒de krik bij beschadiging vervangen moet
worden door een krik van hetzelfde
type;❒buiten de slinger geen enkel ander ge-
reedschap op de krik gemonteerd mag
worden.
Ga voor het verwisselen van een wiel als
volgt te werk:
❒zet de auto stil op een plaats waar het
verkeer niet in gevaar wordt gebracht
en in alle veiligheid het wiel kan worden
verwisseld. Zet de auto zo mogelijk op
een vlakke en stevige ondergrond;
fig. 2F0T0119mfig. 3F0T0122m
❒zet de motor uit en trek de handrem
aan;
❒schakel de eerste versnelling of de
achteruit in;
❒voor Cargo-uitvoeringen: trek de
hendel A-fig. 2omhoog en kantel de
rugleuning van de linker voorstoel naar
voren om de gereedschaptas achter de
rugleuning te pakken: haak het elastiek
los en plaats de tas bij het te verwisse-
len wiel;
❒voor Combi-uitvoeringen: open de
achterdeuren, pak de gereedschaptas
fig. 3uit de bagageruimte door het elas-
tiek los te haken en plaats de gereed-
schaptas bij het te verwisselen wiel;
Page 128 of 210

fig. 4F0T0120m
127
LAMPJES EN
BERICHTEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
❒pak de sleutel C-fig. 4en draai vanuit
de laadruimte de borgbout van het
reservewiel los A-fig. 5, zodat het
reservewiel zakt. Steek om de be-
nodigde kracht te verminderen de
schroevendraaier G-fig. 4in de uit-
sparing van de sleutel C;❒gebruik de sleutel C-fig. 4om het wiel
onder de auto te laten zakken fig. 6;
❒draai de blokkeerknop B-fig. 7los en
maak het wiel los van de steun C;
❒draai met de sleutel C-fig. 4de wiel-
bouten van het te verwisselen wiel on-
geveer een slag los;
❒verwijder het wieldeksel;
❒in de tas zitten de volgende gereed-
schappen fig. 4:
Aslinger om de krik te bedienen;
Bkrik;
C wielboutsleutel;
Dsleepoog;
Eelastiek om de gereedschaptas te
bevestigen;
Ftangetje voor verwijderen zekeringen;
Gschroevendraaier.
In de gereedschaptas bevinden zich ook
een aantal reservezekeringen.
fig. 5F0T0123m
fig. 6F0T0168m
fig. 7F0T0169m
Page 129 of 210

128
LAMPJES EN
BERICHTEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
❒draai de slinger van de krik zo, dat hij
iets omhoog komt fig. 8en plaats de
krik onder de auto bij de merktekens
A-fig. 9dicht bij het te verwisselen
wiel.
❒draai de slinger van de krik zodat de
groef A-fig. 10van de krik goed om de
rand Bvan de chassisbalk valt;
❒waarschuw eventuele omstanders dat
de auto wordt opgekrikt; zorg ervoor
dat ze zich niet in de nabijheid van de
auto bevinden en de auto vooral niet
aanraken totdat de auto weer geheel op
de grond staat;❒draai de slinger en krik de auto op, tot-
dat het wiel enkele centimeters los van
de grond is. Als u de slinger draait, moet
u zorgen voor voldoende werkruimte,
zodat u geen schaafwonden aan uw
hand oploopt door contact met de
grond. Ook de bewegende delen van de
krik (schroefdraad en scharnieren) kun-
nen letsel veroorzaken: vermijd contact
met deze onderdelen. Reinig uw
handen zorgvuldig als deze met vet in
contact zijn geweest;❒draai de vier wielbouten helemaal los en
trek vervolgens het wiel los;
❒zorg ervoor dat de boutgaten en alle
contactvlakken van het reservewiel
schoon zijn en geen onzuiverheden be-
vatten, omdat hierdoor na verloop van
tijd de wielbouten kunnen loslopen;
fig. 8F0T0124mfig. 10F0T0126mfig. 9F0T0125m
Page 130 of 210

129
LAMPJES EN
BERICHTEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
❒monteer het wiel, waarbij de pasgaten
A-fig. 11over de centreerpennen B
moeten vallen;
❒draai de slinger van de krik zodat de
auto zakt, en verwijder de krik;
❒draai met de bijgeleverde sleutel de wiel-
bouten kruiselings vast, in de volgorde
die is aangegeven in fig. 12.Ter afsluiting
❒Plaats het verwisselde wiel in de
reservewielhouder onder de laadvloer
en draai het wiel tot aan het einde van
de opening (zoals aangegeven in fig. 13)
en draai de knop Avast;
❒controleer of het verwisselde wiel goed
in de zitting onder de bodemplaat is ge-
plaatst (het hefsysteem is uitgerust met
een vangkoppeling; als deze onjuist ge-
plaatst is, kan de veiligheid in gevaar
worden gebracht);
❒berg de krik en de gereedschappen op
in de gereedschaptas.❒plaats de gereedschaptas achter de linker
voorstoel (Cargo-uitvoeringen) of in de
bagageruimte (Combi-uitvoeringen);
❒bevestig de gereedschaptas met het
elastiek.
fig. 11F0T0127mfig. 12F0T0128mfig. 13F0T0170m
Page 131 of 210

130
LAMPJES EN
BERICHTEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
SNELLE
BANDENREPARATIESET
FIX & GO automatic
De snelle reparatieset Fix & Go automatic
is in een daarvoor bestemde houder in de
bagageruimte geplaatst.
De reparatieset bevat fig. 14:
❒een spuitbus Amet afdichtvloeistof, die
voorzien is van:
– een vulbuis B
– een sticker C met het opschrift “max.
80 km/h”. Na het repareren van het
wiel moet deze sticker op een voor
de bestuurder goed zichtbare plaats
worden aangebracht (op het dash-
board)
❒een compressor Dmet manometer en
aansluitnippels, die in het vak zijn te
vinden
❒een informatiefolder (zie fig. 15), voor
een correct gebruik van de snelle
reparatieset. Overhandig de informatie-
folder aan het personeel dat de band
repareert die behandeld is met de
bandenreparatieset.
❒een paar werkhandschoenen die in het
zijvak van de compressor zijn te vinden
❒adapters voor het oppompen van
diverse voorwerpen.
In de Fix & Go houder bevinden zich ook
een aantal reservezekeringen.
fig. 14F0T0129mfig. 15F0T0130m
Overhandig de informatie-
folder aan het personeel dat
de band repareert die behandeld is
met de bandenreparatieset.
ATTENTIE
Het is niet mogelijk lekken
aan de zijkanten van de band
te repareren. Gebruik de reparatieset
niet als de band beschadigd is geraakt
door het rijden met een lege band.
ATTENTIE
Bij schade aan de velg (zoda-
nige vervorming van het ka-
naal dat er lucht wegloopt) kan de band
niet gerepareerd worden. Verwijder de
eventueel in de band binnengedrongen
voorwerpen (schroeven of spijkers) niet.
ATTENTIE
Als u een lekke band krijgt, kan
de band gerepareerd worden
als de diameter van het lek niet
groter is dan 4 mm.
Page 132 of 210

131
LAMPJES EN
BERICHTEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
HET IS NOODZAKELIJK TE
WETEN DAT:
De afdichtvloeistof bij buitentemperatu-
ren tussen -20 °C en +50 °C werkt.
OPPOMPEN VAN DE BAND
De compressor mag niet
langer dan 20 minuten
achter elkaar worden ingeschakeld.
Gevaar voor oververhitting. De snel-
le reparatieset is niet geschikt voor
permanente reparatie; de gerepa-
reerde banden mogen daarom slechts
tijdelijk worden gebruikt.
ATTENTIE
Doe de handschoenen aan
die bij de snelle banden-
reparatieset zijn geleverd.
ATTENTIE
De spuitbus bevat ethyleen-
glycol. Bevat latex: kan een
allergische reactie veroorzaken.
Schadelijk bij inslikken. Irriterend voor
de ogen. Kan overgevoeligheid ver-
oorzaken bij inademing en contact.
Vermijd contact met ogen, huid en
kleding. Spoel bij contact onmiddel-
lijk overvloedig met water. Vermijd
braken bij inslikken, spoel de mond
uit, drink veel water en raadpleeg on-
middellijk een arts. Houd buiten het
bereik van kinderen. Het product mag
niet gebruikt worden door astmati-
sche patiënten. Adem de dampen niet
in tijdens het vullen en oppompen.
Raadpleeg onmiddellijk een arts bij
allergische reacties. Bewaar de spuit-
bus in de daarvoor bestemde ruimte,
ver verwijderd van warmtebronnen.
De afdichtvloeistof heeft een houd-
baarheidsdatum. Vervang de spuitbus
voordat de houdbaarheidsdatum van
de afdichtvloeistof is verstreken.
ATTENTIE
Spuitbussen en afdichtvloei-
stof zijn schadelijk voor het
milieu. Houdt u voor het af-
voeren van deze producten
aan de wettelijke normen.
fig. 16F0T0190m
❒Trek de handrem aan. Draai de ven-
tieldop van de band los, neem de vul-
buis A-fig. 13uit en draai de ring B
op het ventiel van de band;
Page 133 of 210

132
LAMPJES EN
BERICHTEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
❒controleer of de schakelaar E-fig. 18
van de compressor in stand 0(uitge-
schakeld) staat, start de motor, steek
de stekker D-fig. 17in de contactdoos
voor de aansteker en schakel de com-
pressor in door schakelaar E-fig. 18
in stand I(ingeschakeld) te zetten.
Pomp de band op tot de juiste ban-
denspanning is bereikt (zie de paragraaf
“Bandenspanning” in het hoofdstuk
“Technische gegevens”). Controleer de
bandenspanning op de manometer
F-fig. 18. Voor een nauwkeurige af-
lezing moet de compressor worden uit-
geschakeld; ❒als u er niet in slaagt binnen 5 minuten
de bandenspanning op ten minste 1,5
bar te krijgen, koppel dan de compres-
sor los van het ventiel en de contact-
doos en verplaats vervolgens de auto
ongeveer 10 meter naar voren, zodat
de afdichtvloeistof in de band verdeeld
wordt; pomp de band vervolgens weer
op;
❒als u er ook dan niet in slaagt om, bin-
nen 5 minuten na inschakeling van de
compressor, de spanning op ten minste
1,8 bar te brengen, mag niet verder
worden gereden, omdat de band te erg
beschadigd is en de reparatieset de ver-
eiste wegligging niet kan garanderen;
wendt u tot de Fiat-dealer;
❒als de band op de juiste spanning is ge-
bracht (zie de paragraaf “Bandenspan-
ning” in het hoofdstuk “Technische ge-
gevens”), vertrek dan onmiddellijk;
❒stop na ongeveer 10 minuten en con-
troleer opnieuw de bandenspanning;
vergeet niet de handrem aan te
trekken;
fig. 17F0T0133mfig. 18F0T0131mfig. 19F0T0191m
Plaats de sticker op een voor
de bestuurder goed zichtbare
plaats om aan te geven dat de band
behandeld is met de snelle banden-
reparatieset. Rijd voorzichtig vooral
in bochten. Rijd niet harder dan 80
km/h. Vermijd bruusk accelereren en
remmen.
ATTENTIE
Page 134 of 210

133
LAMPJES EN
BERICHTEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
❒als een spanning van ten minste 1,8 bar
wordt gemeten, herstel dan de correc-
te bandenspanning (met draaiende
motor en aangetrokken handrem) en
rijdt verder;
❒rijd zeer voorzichtig naar de dichtstbij-
zijnde Fiat-dealer.ALLEEN VOOR HET
CONTROLEREN EN
HERSTELLEN VAN DE
SPANNING
De compressor kan ook worden gebruikt
voor het herstellen van de bandenspan-
ning. Maak de snelkoppeling los en verbind
de koppeling direct met het ventiel van de
band fig. 20; op deze manier wordt de
spuitbus niet met de compressor verbon-
den en wordt de afdichtvloeistof niet in de
band gespoten. PROCEDURE VOOR HET
VERVANGEN VAN DE
SPUITBUS
Ga als volgt te werk voor het vervangen
van de spuitbus:❒maak de koppeling B-fig. 21los;
❒draai de te vervangen spuitbus linksom
en trek de spuitbus omhoog;
❒plaats de nieuwe spuitbus en draai de
spuitbus rechtsom;
❒sluit de koppeling Baan op de spuit-
bus en plaats de doorzichtige vulbuis A
in het daarvoor bestemde vak.
Als de bandenspanning onder
1,8 bar is gedaald, mag niet
verder worden gereden: de snelle
reparatieset Fix & Go automatic kan
de vereiste wegligging niet garanderen
omdat de band te erg beschadigd is.
Wendt u tot de Fiat-dealer.
ATTENTIE
U moet absoluut aangeven
dat de band is gerepareerd
met de snelle bandenreparatieset.
Overhandig de informatiefolder aan
het personeel dat de band repareert
die behandeld is met de banden-
reparatieset.
ATTENTIE
fig. 20F0T192mfig. 21F0T0132m