tow FIAT FREEMONT 2012 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: FIAT, Model Year: 2012, Model line: FREEMONT, Model: FIAT FREEMONT 2012Pages: 356, PDF Size: 8.41 MB
Page 237 of 356

GRIP
Bij rijden op natte of modderige wegen kan een laagje
water ontstaan tussen de band en het wegdek. Dat
heet aquaplaning en dit kan ervoor zorgen dat de auto
totaal onbestuurbaar is en u niet meer kunt remmen.
Volg om dat gevaar te vermijden de onderstaande
aanwijzingen op:
1. Pas uw snelheid aan bij hevige regenval en op glib-berige wegen.
2. Pas uw snelheid aan op wegen met diepe plassen.
3. Vervang de banden zodra er tekenen van slijtage zijn.
4. Zorg voor een juiste bandenspanning.
5. Houd onder alle omstandigheden voldoende af- stand tussen u en de auto voor u, zodat u tijdig kunt
stoppen. DOOR WATER RIJDEN
Ga bij het rijden door water met een diepte van meer
dan een paar centimeter voorzichtig te werk om
schade aan de auto en lichamelijk letsel te voorkomen.
STROMEND/OPKOMEND WATER
WAARSCHUWING!
Rij niet op een weg of een weg of pad
oversteken waar water stroomt en/of
opkomt (zoals na een storm). Stromend water
kan het wegdek of de bovenlaag van het pad
wegspoelen en de auto in dieper water doen
zinken. Bovendien kan stromend en/of opko-
mend water het voertuig snel wegvoeren. Als
geen gehoor wordt gegeven aan deze waarschu-
wingen, kan dit ernstig of dodelijk letsel tot ge-
volg hebben voor u, de inzittenden en anderen in
uw omgeving.
231
UW AUTO VEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU- WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD TECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
Page 238 of 356

Ondiep stilstaand water
Hoewel uw voertuig in staat is om door ondiep stil-
staand water te rijden, moet u voordat u dit doet de
volgende waarschuwingen en voorzorgsmaatregelen in
acht nemen.
Controleer altijd de diepte van het stil-
staande water voordat u erdoor rijdt . Rij
nooit door stilstaand water dat dieper is
dan de onderkant van de wielvelgen op het voer-
tuig.
Bepaal de staat van de weg of het pad onder
water en of er sprake is van hindernissen voordat
u door het stilstaande water rijdt .
Rij niet sneller dan met een snelheid van 8 km/u
door stilstaand water. Dit beperkt de golfactie tot
het minimum.
Rijden door stilstaand water kan
schade veroorzaken aan de onderdelen
van de aandrijflijn. Controleer altijd de
vloeistoffen van het voertuig (d.w.z. motorolie,
transmissievloeistof, ashuis, enz.) op tekenen van
vervuiling (d.w.z. vloeistof die er troebel uitziet of
schuimt) nadat u door het stilstaande water bent
gereden. Blijf niet rijden met het voertuig als één
van de vloeistoffen vervuild lijkt , aangezien dit
verdere schade tot gevolg kan hebben. Dergelijke
schade wordt niet gedekt door de beperkte ga-
rantie van een nieuw voertuig.
Als er water in de motor komt , kan dit onmid-
dellijke stilstand tot gevolg hebben en ernstige
interne schade aan de motor veroorzaken. Derge-
lijke schade wordt niet gedekt door de beperkte
garantie van een nieuw voertuig.
232
UW AUTO
VEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD
TECHNISCHE
SPECIFICATIES
INHOUD
Page 239 of 356

WAARSCHUWING!
Rijden door stilstaand water beperkt
het tractievermogen van het voertuig.
Rij niet sneller dan met een snelheid van 8 km/u
door stilstaand water.
Rijden door stilstaand water beperkt het rem-
vermogen van het voertuig waardoor de remweg
langer wordt . Daarom dient u nadat u door stil-
staand water heeft gereden, langzaam te rijden
en enkele malen het rempedaal lichtjes in te
drukken om de remmen te drogen.
Als er water in de motor komt , kan dit onmid-
dellijke panne tot gevolg hebben waardoor u niet
meer verder kunt .
Als geen gehoor wordt gegeven aan deze waar-
schuwingen, kan dit ernstig of dodelijk letsel tot
gevolg hebben voor u, de inzittenden en anderen
in uw omgeving. STALLEN VAN DE AUTO
Als u meer dan 21 dagen geen gebruik maakt van uw
auto, wilt u misschien voorzorgsmaatregelen nemen
ter bescherming van de accu. U kunt:
Verwijder de IOD-zekeringen uit de volledig inge-
bouwde krachtmodule die zich in de motorruimte
bevindt.
Of maak de massakabel van de accu los.
233
UW AUTO VEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU- WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD TECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
Page 240 of 356

RIJDEN MET EEN
AANHANGWAGEN
In dit hoofdstuk vindt u veiligheidstips en informatie
over wat u redelijkerwijs wel en niet met uw auto mag
trekken. Lees deze informatie aandachtig door voordat
u met een aanhangwagen gaat rijden, zodat u deze zo
efficiënt en veilig mogelijk kunt trekken.
Volg de vereisten en adviezen over rijden met een
aanhanger uit deze handleiding op, zodat de garantie
zijn geldigheid behoudt.
DEFINITIES VOOR RIJDEN MET AANHANGER
De onderstaande definities bieden een verklaring voor
de volgende begrippen:
Maximaal toelaatbaar totaalgewicht (GVWR)
Het GVWR is het maximaal toelaatbare totaalgewicht
van de auto. Dit is inclusief de bestuurder, passagiers,
bagage en het disselgewicht. De totale belasting moet
worden beperkt om zo het GVWR niet te
overschrijden.
Maximaal Toelaatbaar Aanhangergewicht (GTW)
GTW staat voor het gewicht van de aanhanger, plus het
gewicht van alle vracht, verbruiksgoederen en appara-
tuur (vast of tijdelijk) in of op de aanhanger in "geladenen gebruiksklare" staat. De aanbevolen manier om het
GTW te meten is om de geladen aanhanger op een
weegbrug te plaatsen. Het volledige gewicht van de
aanhanger moet op de weegbrug rusten.
Maximaal toelaatbaar totaalgewicht van het
voertuig en de aanhanger samen (GCWR)
GCWR is het totaal toelaatbare gewicht van uw voer-
tuig met aanhanger als ze samen worden gewogen. OPMERKING:
In het totaal toelaatbare gewicht
(GCWR) is rekening gehouden met een gewicht van
68 kg voor de bestuurder.
Maximaal toelaatbare asbelasting (GAWR)
Het GAWR is de maximumbelasting op de vooras en
op de achteras. Verdeel de lading gelijkmatig over de
voor- en achteras. Zorg dat u zowel voor als achter het
GAWR niet overschrijdt.
WAARSCHUWING!
Het is belangrijk dat het GAWR zowel
voor als achter niet wordt overschreden.
Als een van de waarden wordt overschreden,
kunnen gevaarlijke rijomstandigheden ontstaan.
U kunt de controle over het stuur verliezen en
een ongeval veroorzaken.
234
UW AUTO
VEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD
TECHNISCHE
SPECIFICATIES
INHOUD
Page 241 of 356

Disselgewicht (TW)
Het disselgewicht (TW) is de neerwaartse kracht die
door de aanhangwagen wordt uitgeoefend op de trek-
haakkoppeling. In de meeste gevallen mag dit niet
minder zijn dan 7% of meer dan 10% van de lading van
de aanhangwagen. Het disselgewicht moet niet hoger
zijn dan het gecertificeerde vermogen van de trekhaak
of het vermogen van het disselgewicht, wat minder is.
Het moet minder zijn dan 4% van de lading van de
aanhangwagen, maar niet minder dan 25 kg. U moet de
disselbelading beschouwen als een deel van de belading
op uw auto en zijn GAWR.
WAARSCHUWING!
Een verkeerd ingesteld koppelsysteem
kan het rijgedrag, de stabiliteit vermin-
deren en kan een ongeluk veroorzaken. Neem
voor meer informatie contact op met de fabri-
kant(en) van de trekhaak en de aanhangwagen
of met een betrouwbare dealer van aanhangwa-
gens.
Voorste gedeelte
Het oppervlak van de voorzijde wordt bepaald door de
maximale hoogte van de aanhanger vermenigvuldigd
met de maximale breedte van de aanhanger.
Antislingerinrichting
Raadpleeg “Antislingerregeling (TSC)” in “Uw auto/
Elektronisch remsysteem” voor meer informatie. LOSTREK-BEVEILIGINGSKABEL
Europese voorschriften voor geremde aanhangwagens
tot maximaal 3.500 kg vereisen dat aanhangwagens zijn
voorzien van hetzij een secundaire koppelinrichting of
een breekkabel.
De aanbevolen plaats voor bevestiging van de beveili-
gingskabel voor normale aanhangers bevindt zich in de
gestanste sleuf op de zijwand van de aanhaakplek.
Met bevestigingspunt
Bij een afneembare trekhaak wordt de kabel door
het bevestigingspunt geleid en aan zichzelf met een
klem vastgezet. (afb. 145)
Bij een vaste trekhaak met kogel de klem direct op het daartoe bestemde punt bevestigen. Deze alter-
natieve oplossing moet specifiek zijn toegelaten door
(afb. 145) Klem/lus-methode afneembare kogel
235
UW AUTO VEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU- WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD TECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
Page 242 of 356

de fabrikant van de aanhanger, omdat de klem wel-
licht niet sterk genoeg is voor gebruik op deze
manier. (afb. 146)
Zonder bevestigingspunten
Bij een trekhaak met afneembare kogel dient u zich te houden aan de door de fabrikant of leverancier
aanbevolen werkwijze. (afb. 147)
Bij de sleepbalk met vaste kogel moet de kabel in een lus rond de hals van de sleepkogel worden gelegd. Als
u de kabel op deze manier bevestigt, slechts één lus
leggen. (afb. 148)(afb. 146)
Klem/lus-methode vaste kogel
(afb. 147)Hals/lus-methode afneembare kogel(afb. 148)
Hals/lus-methode vaste kogel
236
UW AUTO
VEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD
TECHNISCHE
SPECIFICATIES
INHOUD
Page 243 of 356

TREKGEWICHTEN (MAXIMALE AANHANGERGEWICHTEN)
In de onderstaande tabel worden de maximale aanhangergewichten voor uw type aandrijflijn weergegeven.
Motor/Transmissie Voorste gedeelte Max. BGA (Brutogewicht aanhanger)(model voor 5 of 7 passagiers) Max. disselgewicht
(model voor 5 of 7 passagiers)
3,6-liter / automaat 3,7 m2 1.100 kg 55 kg
2,0 l diesel/
handgeschakeld 3,7 m2 1.100 kg 55 kg
Raadpleeg de plaatselijk geldende verkeerswetgeving voor de maximumsnelheid als u een aanhanger trekt.
Het disselgewicht van de aanhanger moet worden opgeteld bij het gewicht van inzittenden en bagage en mag nooit
hoger zijn dan de waarde die is aangegeven op de banden- en beladingstabel.
AANHANGER- EN DISSELGEWICHT
Lading die schommelt boven de wielen of achteraan
zwaarder is dan vooraan, kan leiden tot ernstige
zijwaartse slingeringen waardoor de bestuurder de
controle over auto en aanhanger kan verliezen. Het
onvoldoende voorin plaatsen van vracht vormt een
belangrijke oorzaak van ongevallen met aanhangers.
Overschrijd nooit het maximale disselgewicht dat op
uw trekhaak is gestempeld.
Houd rekening met het volgende bij het berekenen van
het gewicht op de achteras van de auto:
Het door de aanhanger uitgeoefende verticale ge-
wicht op de trekhaak. Het gewicht van alle lading en uitrusting die in of aan
de auto is aangebracht.
Het gewicht van de bestuurder en alle passagiers. OPMERKING: Denk eraan dat alle gewicht dat u in
of op de aanhanger plaatst, bijdraagt aan de belasting
van de auto. Extra in de fabriek of door de dealer
geplaatste accessoires moeten ook worden meegeno-
men bij de berekening van de totale belasting van uw
auto. Zie de banden- en beladingtabel op de binnenkant
van het bestuurdersportier of op de B-stijl aan bestuur-
derszijde voor het maximale totaalgewicht van inzit-
tenden en bagage.
237
UW AUTO VEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU- WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD TECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
Page 244 of 356

VEREISTEN VOOR TREKKEN AANHANGER
Voor een juiste inrijperiode van de aandrijflijn van uw
nieuwe auto wordt aanbevolen de onderstaande richt-
lijnen te volgen:
Tijdens de eerste 805 km die met uw
nieuwe voertuig worden gereden, mag
geen aanhangwagen worden aangekop-
peld. Hierdoor kunnen de motor, de as of andere
onderdelen beschadigd raken.
Daarna mag tijdens de eerste 805 km die met
een aanhangwagen worden gereden niet harder
dan 80 km/u worden gereden en niet vol gas uit
stilstand worden weggereden. Op deze manier
kunnen de motor en overige onderdelen van het
voertuig op juiste wijze worden ingereden onder
zwaardere belasting.
Voer de onderhoudsbeurten uit zoals aangegeven in
het Onderhoudsschema. Als u wilt gaan rijden met een
aanhangwagen, mag de maximaal toelaatbare asbelas-
ting (GAWR) nooit worden overschreden.
WAARSCHUWING!
Onjuist trekken van een aanhanger kan
leiden tot ongevallen en letsel. Volg de
onderstaande richtlijnen om uw aanhanger zo
veilig mogelijk te trekken:
(Vervolgd)(Vervolgd)
Zorg dat de vracht stevig is vastgezet en tijdens
het rijden niet kan schuiven. Als u de vracht niet
goed vastzet , kunnen tijdens het rijden verande-
ringen in de gewichtsverdeling optreden die u als
bestuurder niet kunt controleren. U kunt de con-
trole over het stuur verliezen en een ongeval
veroorzaken.
Trekhaken mogen uitsluitend door bevoegde
vakmensen worden gemonteerd.
Als u vracht vervoert of een aanhanger trekt ,
belaad de auto of de aanhanger dan nooit te
zwaar. Overbelading kan ertoe leiden dat u de
macht over het stuur verliest , tot slechte presta-
ties of beschadiging van de remmen, assen, mo-
tor, transmissie, de stuurinrichting, het chassis of
de banden.
Breng altijd veiligheidskettingen aan tussen uw
auto en uw aanhanger. Maak de kettingen altijd
vast aan het frame of de daarvoor bestemde
haken aan de trekhaak.Voer de kettingen kruise-
lings onder de dissel door en zorg dat deze vol-
doende lang zijn om bochten te kunnen nemen.
(Vervolgd)
238
UW AUTO
VEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD
TECHNISCHE
SPECIFICATIES
INHOUD
Page 245 of 356

(Vervolgd)
Parkeer een auto met aanhanger nooit op een
helling. Als u een auto met aanhanger parkeert ,
bekrachtig dan altijd de handrem van de auto.
Plaats altijd blokken voor de wielen van de aan-
hanger.
Overschrijd nooit het GCWR. Het totale gewicht moet worden verdeeld
tussen de auto en de aanhanger, zodat de
volgende vier waarden niet worden over-
schreden:
1. Maximaal toelaatbaar totaalgewicht
2. GTW
3. GAWR
4. Disselgewichtwaarde voor de gebruikte
trekhaak.
Vereisten voor het trekken van een aanhanger
– Banden Probeer de aanhanger niet te trekken wanneer een nood-
reservewiel is gemonteerd.
Voor een comfortabel en veilig gebruik van uw auto is een juiste bandenspanning absoluut noodzakelijk. Zie "Banden
– algemene informatie" in "Technische gegevens" voor het
op de juiste wijze op spanning brengen van de banden.
Controleer de bandenspanning van de aanhanger alvorens deze te gebruiken. Controleer de banden op slijtage of zichtbare bescha
di-
gingen alvorens de aanhanger te gebruiken. Zie "Banden
— algemene informatie" in "Technische gegevens" voor
het op de juiste wijze inspecteren van de banden.
Raadpleeg bij het verwisselen van banden het gedeelte "Banden – algemene informatie" in "Technische gegevens"
voor het op de juiste wijze verwisselen van banden. Het
vervangen van banden door exemplaren met een hogere
belastingscapaciteit leidt niet tot verhoging van de
GVWR- en GAWR-limieten van de auto.
Vereisten voor het trekken van een aanhanger
– Aanhangerremmen Sluit het hydraulische remsysteem of vacuümsysteem vanuw auto niet
aan op dat van de aanhanger. Dit kan
leiden tot onjuist remgedrag en lichamelijk letsel.
Bij het trekken van een aanhanger met hydraulisch ger e-
gelde remmen is geen elektronische remregelmodule
voor de aanhanger vereist.
Aanhangwagenremmen worden aanbevolen voor aan-
hangwagens van meer dan 450 kg en zijn verplicht op
aanhangwagens van meer dan 750 kg.
Als de aanhangwagen geladen meer
weegt dan 450 kg, moet deze zijn voor-
zien van eigen remmen met voldoende
capaciteit .Wanneer dit niet het geval is, slijten de
remvoeringen sneller, is meer pedaalkracht ver-
eist en wordt de remweg langer.
239
UW AUTO VEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU- WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD TECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
Page 246 of 356

WAARSCHUWING!
Sluit de remmen van de aanhanger
niet aan op de hydraulische remleidin-
gen van uw auto. Dit kan leiden tot overbelasting
en uitval van het remsysteem. Dan kan het voor-
komen dat u niet kunt remmen wanneer dit
nodig is en zo een ongeval veroorzaakt .
Bij het trekken van een aanhanger moet u
rekening houden met een langere remweg. Bij het
trekken van een aanhanger dient u extra afstand
te bewaren tot het voorliggende voertuig. Een te
kleine afstand tot uw voorganger kan leiden tot
een ongeval.
Vereisten voor het trekken van een
aanhangwagen — verlichting en bedrading
Ongeacht het formaat van de aanhanger moet deze zijn
voorzien van remlichten, richtingaanwijzers en een
mistachterlicht.
De trekhaakset kan een bedradingsbundel met zeven of
dertien pennen bevatten. Gebruik een door de fabriek
goedgekeurde bedradingsbundel en stekker. OPMERKING: Probeer niet om de bedrading van de
auto door splitsing te verbinden met die van de aan-
hanger. De elektrische aansluitingen zijn compleet, u hoeft
alleen de bedradingsbundel aan te sluiten op de stekker
van de aanhanger. (afb. 149)
Aantal
pennen Functie Kleur draad
1 Linkerrichtingaanwijzer Geel
2 Mistachterlichten Blauw
3 Aarde/gemeenschappelijke retourlijn Wit
4 Rechterrichtingaanwijzer Groen
5 Positieverlichting rechts- achter, zijmarkeringsver-
lichting en verlichting ken- tekenplaat achter.
b
Bruin
6 Remlichten Rood
(afb. 149) Zevenpens connector
240
UW AUTO
VEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD
TECHNISCHE
SPECIFICATIES
INHOUD