open gas tank FIAT PANDA 2018 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: FIAT, Model Year: 2018, Model line: PANDA, Model: FIAT PANDA 2018Pages: 240, PDF Size: 13.62 MB
Page 32 of 240

INITIALISATIE
BAGAGERUIMTE
BELANGRIJK Als de accu is
losgekoppeld of als de zekering
doorbrandt, moet het openen/sluiten
van de achterklep opnieuw
geïnitialiseerd worden. Ga als volgt te
werk: sluit alle portieren en de
achterklep, druk op de
toets op de
afstandsbediening, druk dan op de
knop.
27) 28) 29)
BELANGRIJK
25)Let op dat er geen voorwerpen op de
hoedenplank worden geraakt wanneer
de achterklep wordt geopend.
26)Met de motor aan moet u er altijd voor
zorgen dat de achterklep gesloten is:
uitlaatgassen zouden de laadruimte
ingezogen kunnen worden.
27)Aan elke bevestiging mag een lading
van maximaal 100 kg worden vastgezet.
28)Een zware lading die niet is vastgezet
kan ernstig letsel aan passagiers
veroorzaken in geval van een aanrijding.29)Als in een gebied wordt gereden waar
weinig tankstations aanwezig zijn en men
benzine in een tankje wil meenemen, moet
dit overeenkomstig de geldende
voorschriften en in een goedgekeurd tankje
gebeuren dat op passende wijze met de
bevestigingen is verankerd. Bedenk echter
wel dat op deze manier het risico op brand
bij een ongeval toeneemt.
USB-AANSLUITINGEN
EN AUX-INPUT
(voor bepaalde versies/markten)
Afhankelijk van het uitrustingsniveau
kan het voertuig zijn uitgerust met:
een USB-aansluiting/hoofd
AUX-input fig. 31. De AUX-input voor
het aansluiten van externe apparatuur
(iPod, muziekafspelers, etc.) en de
USB-aansluiting voor het overbrengen
van gegevens van een USB Pen Drive
of andere bronnen (smartphone etc.) en
langzaam opladen;
een extra USB-aansluiting op het
dashboard fig. 32 met de enige functie
de externe apparatuur op te laden
(smartphone etc.).
31F1D0698
30
KENNISMAKING MET DE AUTO
Page 116 of 240

Controleer, alvorens te tanken, de
symbolen aan de binnenkant van het
brandstofklepje (waar voorzien) en
vergelijk ze met de symbolen op de
pomp (waar voorzien).
Symbolen voor voertuigen op
benzine
E5:Ongelode benzine met maximaal
2,7% (m/m) zuurstof en maximaal 5,0%
(V/V) ethanol overeenkomstigEN228.
E10:Ongelode benzine met maximaal
3,7% (m/m) zuurstof en maximaal
10,0% (V/V) ethanol overeenkomstig
EN228.
Symbolen voor voertuigen op diesel
B7: Diesel met maximaal 7% (V/V)
FAME (Fatty Acid Methyl Esters)
overeenkomstigEN590.B10: Diesel met maximaal 10% (V/V)
FAME (Fatty Acid Methyl Esters)
overeenkomstigEN16734.
Symbolen voor voertuigen op
benzine/LPG
E5: Ongelode benzine met maximaal
2,7% (m/m) zuurstof en maximaal 5,0%
(V/V) ethanol overeenkomstigEN228.
E10: Ongelode benzine met maximaal
3,7% (m/m) zuurstof en maximaal
10,0% (V/V) ethanol overeenkomstig
EN228.
LPG: Auto-LPG overeenkomstig
EN589.
Symbolen voor voertuigen op
benzine/autogas
E5: Ongelode benzine met maximaal
2,7% (m/m) zuurstof en maximaal 5,0%
(V/V) ethanol overeenkomstigEN228.E10: Ongelode benzine met maximaal
3,7% (m/m) zuurstof en maximaal
10,0% (V/V) ethanol overeenkomstig
EN228.
CNG: Samengeperst autogas
overeenkomstigEN16723.
BELANGRIJK
128)Monteer geen voorwerp/dop op de
rand van de vulopening die niet geschikt is
voor het voertuig. Het gebruik van
voorwerpen/doppen van het verkeerde
type kan de druk in de tank doen
toenemen, waardoor gevaarlijke situaties
kunnen ontstaan.
129)Breng geen open vuur of brandende
sigaretten in de buurt van de vulopening
van de tank: brandgevaar. Kom niet te
dicht met het gezicht bij de vulopening, om
geen schadelijke dampen in te ademen.
130)Maak geen gebruik van een mobiele
telefoon in de buurt van de benzinepomp:
brandgevaar.
114
STARTEN EN RIJDEN