ESP FIAT PUNTO 2020 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: FIAT, Model Year: 2020, Model line: PUNTO, Model: FIAT PUNTO 2020Pages: 215, PDF Size: 9.23 MB
Page 5 of 215

Geachte cliënt,
Hartelijk dank dat u voor een Fiat hebt gekozen en gefeliciteerd met uw \
keuze voor de Fiat Punto.
Wij hebben dit boekje samengesteld om u de kwaliteiten van deze auto vol\
ledig te laten benutten.
Wij raden u aan alle hoofdstukken door te lezen voordat u voor de eerste\
keer met de auto gaat rijden.
Dit instructieboekje bevat informatie, tips en aanwijzingen die u zullen\
helpen de technische kwaliteiten van uw Fiat volledig te
benutten.
Wij raden u aan de waarschuwingen en tips aandachtig te lezen die worden\
voorafgegaan door de symbolen:
veiligheid van de inzittenden;
conditie van de auto;
bescherming van het milieu.
In de bijgevoegde “Service- en garantiehandleiding” vindt u de ext\
ra service van Fiat:
❒het garantiecertificaat en de bijbehorende voorwaarden
❒een overzicht van de speciale aanvullende service voor cliënten.
Veel leesplezier en goede reis!
Hoewel in dit instructieboekje alle uitvoeringen van de Fiat Punto besch\
reven worden, dient u zich aan de informatie te houden met betrekking tot de uitrustin\
g, de motoruitvoering en het model van de auto die u gekocht hebt.
001-032 PUNTO POP 1ed NL 31/03/14 09:08 Pagina 1
Page 8 of 215

4
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGE - VALLEN
ONDERHOUD EN ZORG
TECHNISCHEGEGEVENS
ALFABETISCH REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENINGDASHBOARD ......................................................................\
5
SYMBOLEN ........................................................................\
... 6
FIAT C ODE ........................................................................\
... 6
DE SLEUTELS .......................................................................\
. 8
DIEFSTALALARM ................................................................ 10
START-/CONTACTS LOT ................................................. 12
INSTRUMENTENPANEEL ................................................. 13
INSTRUMENTEN ................................................................ 14
DIGITAAL DISP LAY ............................................................ 16
MULTIFUNCTIONEEL DISPLAY ..................................... 21
TRIPCOMPUTER ................................................................. 30
ZITPLAATSEN VOOR ........................................................ 32
ZITPLAATSEN ACHTER ................................................... 33
HOOFDSTEUNEN .............................................................. 34
STUURWIEL ........................................................................\
. 35
SPIEGELS ........................................................................\
........ 35
VERWARMING EN VENTILATIE .................................... 37
HANDBEDIENDE AIRCONDITIONING ..................... 41
BUITENVERLICHTING ...................................................... 47
RUITEN REINIGEN ............................................................. 49
PLAFONDVERLICHTING ................................................. 51
BEDIENINGSKNOPPEN .................................................... 53
BRANDSTOFNOODSCHAKELING .............................. 55 INTERIEURUITRUSTING
................................................... 56
PORTIEREN .......................................................................\
... 60
RUITBEDIENING ................................................................. 63
BAGAGERUIMTE ................................................................. 65
MOTORKAP .......................................................................\
.. 68
IMPERIAAL/SKIDRAGER ................................................... 69
KOPLAMPEN .......................................................................\
. 70
ABS ........................................................................\
.................. 72
ESP-SYSTEEM .......................................................................\
. 73
EOBD-SYSTEEM ................................................................... 76
ELEKTRISCHE STUURBEKRACHTIGING
DUALDRIVE ......................................................................\
.... 77
START&STOP-SYSTEEM .................................................... 79
GEAR SHIFT INDICAT OR-SYSTEEM ............................. 84
AUTORADIO ....................................................................... 85
INBOUWVOORBEREIDING VOOR DRAAGBAAR
NAVIGATIESYSTEEM ........................................................ 86
EXTRA ACCESS OIRES ....................................................... 86
TANKEN .......................................................................\
......... 88
BESCHERMING VAN HET MILIEU .................................
89
D
D
A
A
S
S
H
H
B
B
O
O
A
A
R
R
D
D
E
E
N
N
B
B
E
E
D
D
I
I
E
E
N
N
I
I
N
N
G
G
001-032 PUNTO POP 1ed NL 31/03/14 09:08 Pagina 4
Page 70 of 215

66
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGE - VALLEN
ONDERHOUD EN ZORG
TECHNISCHEGEGEVENS
ALFABETISCH REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
❒klap de zitplaatsen achter volledig om (zie de paragraaf “Bagageruimte
vergroten” in dit hoofdstuk);
❒druk in de bagageruimte op het hen- deltje B.
BAGAGERUIMTE VERGROTEN
Gedeeltelijk vergroten (1/3 of 2/3)
fig. 83
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Het is mogelijk de bagageruimte te ver-
groten door de deelbare achterbank ge-
deeltelijk (1/3 of 2/3) of geheel neer te
klappen.
Ga als volgt te werk:
❒laat de hoofdsteunen van de achterbank geheel zakken;
❒controleer of de gordels niet gespan- nen zijn of gedraaid zitten;
❒klap de zittingen naar voren in de rich-ting van de pijl fig. 81;
❒trek de hendels Aof B-fig. 82 omhoog
om respectievelijk het linker of het
rechter deel van de rugleuning te ont-
grendelen en plaats de rugleuning op de
zitting.
Als u de rechterzijde van de bagageruim-
te vergroot, kunt u twee passagiers op het
linker gedeelte van de achterbank ver-
voeren. Als u de linkerzijde van de baga-
geruimte vergroot, kunt u een passagier
op het rechter gedeelte van de achterbank
vervoeren.
fig. 81F0M0096mfig. 82F0M0097m
fig. 83F0M0137m
Maximale vergroting fig. 84
Als de achterbank wordt neergeklapt, is
de bagageruimte maximaal vergroot.
Ga als volgt te werk:
❒laat de hoofdsteunen van de achterbank geheel zakken;
❒controleer of de gordels niet gespan- nen zijn of gedraaid zitten;
❒klap de zittingen naar voren in de rich-ting van de pijl fig. 81;
❒trek de handgrepen A en B-fig. 82
omhoog om de rugleuningen te ont-
grendelen en klap ze op de zitting neer.
BELANGRIJK Als het na het volledig
neerklappen van de achterbank noodza-
kelijk is om de hoedenplank te verwijde-
ren, plaats deze dan zoals is aangegeven in
fig. 86 .
fig. 84F0M0098m
033-069 PUNTO POP 1ed NL 07/10/13 13.56 Pagina 66
Page 71 of 215

67
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGE - VALLEN
ONDERHOUD EN ZORG
TECHNISCHEGEGEVENS
ALFABETISCH REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
fig. 86F0M0101m
fig. 88F0M0099m
fig. 85F0M0221m
HOEDENPLANK VERWIJDEREN
Als u de hoedenplank wilt verwijderen om
de bagageruimte te vergroten: maak de
bovenste uiteinden A-fig. 86 van de twee
trekkoorden los door de ogen van de pen-
nen te schuiven, maak de hoedenplank los,
draai hem in de zitting en maak de twee
pennen fig. 87 los uit de zittingen aan de
zijkant.
De verwijderde hoedenplank kan dwars
tussen de rugleuningen van de voorstoe-
len en de omgeklapte achterbank worden
opgeborgen fig. 88.
fig. 87F0M0222m
Achterbank terugplaatsen fig. 85
Plaats de rugleuningen omhoog en druk de
leuningen naar achteren, totdat beide
borgmechanismen hoorbaar inklikken.
Plaats de gespen van de veiligheidsgordels
omhoog en zet de zitting weer in de nor-
male gebruiksstand.
BELANGRIJK Als de rugleuning goed is
vergrendeld, dan is de “rode band” naast
de hendels voor het neerklappen van de
rugleuning, niet meer zichtbaar. Als de
“rode band” zichtbaar is, is de rugleuning
niet goed vergrendeld. Als de rugleuning
in de normale gebruiksstand wordt gezet,
controleer dan of de rugleuning hoorbaar
vergrendelt.
Controleer of de rugleuning aan beide zij-
den goed vergrendeld is om te voorkomen
dat in geval van bruusk remmen, de rug-
leuning naar voren klapt en de passagiers
verwondt.
033-069 PUNTO POP 1ed NL 07/10/13 13.56 Pagina 67
Page 77 of 215

73
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGE - VALLEN
ONDERHOUD EN ZORG
TECHNISCHEGEGEVENS
ALFABETISCH REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
ESP-SYSTEEM
(Electronic Stability
Program)
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Dit systeem bewaakt de stabiliteit van de
auto als de wielen hun grip verliezen,
waardoor de auto beter op koers blijft.
De werking van het ESP is uitermate nut-
tig als de grip op het wegdek wisselt.
Naast het ESP-, ASR- en Hill Holder-sys-
teem beschikt de auto (voor bepaalde uit-
voeringen/markten) ook over MSR (rege-
ling van het afremmen op de motor tijdens
terugschakelen) en HBA (automatische
remdrukverhoger bij noodstops).
ACTIVERING VAN HET SYSTEEM
Bij activering gaat het lampje
áop het in-
strumentenpaneel knipperen, om de be-
stuurder er op te wijzen dat de auto de
stabiliteit en de grip dreigt te verliezen.
Als het ABS in werking
treedt, merkt u dat aan een
trilling in het rempedaal. Verlaag de
remdruk niet maar houd het rempe-
daal juist goed ingetrapt; op deze ma-
nier hebt u de kortste remweg in re-
latie tot de conditie van het wegdek.
ATTENTIE!Storing in EBD
Bij een storing branden de waarschu-
wingslampjes
>en xop het instru-
mentenpaneel en verschijnt er een mel-
ding op het multifunctionele display (voor
bepaalde uitvoeringen/markten) (zie het
hoofdstuk “Lampjes en berichten”).
In dit geval kunnen bij krachtig remmen
de achterwielen vroegtijdig blokkeren
waardoor de auto kan slippen. Rijd zeer
voorzichtig naar de dichtstbijzijnde werk-
plaats van het Fiat Servicenetwerk om het
systeem te laten controleren.
Als alleen het waarschu-
wingslampje xop het in-
strumentenpaneel gaat branden (er
verschijnt ook een melding op het
multifunctionele display – voor be-
paalde uitvoeringen/markten), stop
dan onmiddellijk en wendt u tot het
Fiat Servicenetwerk. Als er vloeistof
lekt uit het hydraulische systeem,
wordt de werking van zowel het con-
ventionele remsysteem als het ABS in
gevaar gebracht.
ATTENTIE!
070-090 PUNTO POP 1ed NL 25/03/14 16:31 Pagina 73
Page 78 of 215

74
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGE - VALLEN
ONDERHOUD EN ZORG
TECHNISCHEGEGEVENS
ALFABETISCH REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
INSCHAKELING
VAN HET SYSTEEM
Het ESP wordt automatisch ingeschakeld
als de motor wordt gestart en kan niet
worden uitgeschakeld.
STORINGSMELDINGEN
Bij een storing in het ESP wordt het sys-
teem automatisch uitgeschakeld en gaat het
lampje
áop het instrumentenpaneel con-
tinu branden en verschijnt er een melding
op het multifunctionele display (voor be-
paalde uitvoeringen/markten) (zie het
hoofdstuk “Lampjes en berichten”). Bo-
vendien gaat ook het lampje in de knop
ASR OFF branden. Wendt u in dat geval zo
snel mogelijk tot het Fiat Servicenetwerk.
De prestaties van het ESP-
systeem mogen de bestuur-
der er niet toe verleiden onnodige en
onverantwoorde risico’s te nemen. De
rijstijl moet altijd zijn aangepast aan
het wegdek, het zicht en het verkeer.
De verantwoordelijkheid voor de ver-
keersveiligheid ligt altijd en overal bij
de bestuurder.
ATTENTIE!
HILL HOLDER-SYSTEEM
Dit in het ESP geïntegreerde systeem helpt
bij het wegrijden op een helling.
Het systeem schakelt automatisch in als:
❒op een stijgende helling: de auto stilstaat op een helling van meer dan 5% met
draaiende motor, ingetrapt rempedaal
en versnellingsbak in vrij of als een
andere versnelling dan de achteruit is
ingeschakeld.
❒op een dalende helling: de auto stilstaatop een helling van meer dan 5% met
draaiende motor, ingetrapt rempedaal
en als de achteruit is ingeschakeld.
Tijdens het wegrijden zorgt de regeleen-
heid van het ESP ervoor dat de wielen ge-
remd blijven, totdat het noodzakelijke mo-
torkoppel is bereikt om weg te rijden (of
maximaal 1 seconde), zodat u meer tijd
heeft om uw rechter voet van het rem-
pedaal naar het gaspedaal te verplaatsen. Als u na 1 seconde niet bent weggereden,
schakelt het systeem automatisch uit en
wordt de remdruk geleidelijk verlaagd.
Tijdens deze fase kunt u een typisch geluid
horen. Dit geluid betekent dat de auto
ieder moment in beweging kan komen.
Storingsmeldingen
Bij een storing in het systeem brandt op het
instrumentenpaneel het waarschuwings-
lampje
*bij een digitaal display en het
lampje
ábij een multifunctioneel display
(voor bepaalde uitvoeringen/markten) (zie
het hoofdstuk “Lampjes en berichten”).
BELANGRIJK Het Hill Holder-systeem is
geen handrem; verlaat dus nooit de auto
zonder de handrem aan te trekken, de
motor uit te zetten en de eerste versnel-
ling in te schakelen.
Voor een goede werking van
de ESP- en ASR-systemen is
het van groot belang dat de banden
van alle wielen van hetzelfde type
zijn, dat ze in perfecte staat verkeren
en vooral van de aanbevolen maat
zijn.
ATTENTIE!
HYDRAULIC BRAKE ASSIST
(remregeling bij noodstops
geïntegreerd in ESP)
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Dit systeem, dat niet kan worden uitge-
schakeld, herkent noodstops (op basis van
de snelheid waarmee het rempedaal
wordt ingetrapt) en verhoogt de druk in
het remcircuit aanzienlijk, waardoor snel-
ler en krachtiger door het systeem wordt
geremd.
De Hydraulic Brake Assist wordt, bij uit-
voeringen die zijn uitgerust met ESP, uit-
geschakeld bij een storing in het ESP
(lampje
ábrandt en er verschijnt een mel-
ding op het multifunctionele display – voor
bepaalde uitvoeringen/markten).
070-090 PUNTO POP 1ed NL 25/03/14 16:31 Pagina 74
Page 79 of 215

75
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGE - VALLEN
ONDERHOUD EN ZORG
TECHNISCHEGEGEVENS
ALFABETISCH REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
MSR-systeem
(regeling van motorremwerking)
Dit systeem, dat geïntegreerd is in het
ASR-systeem, verhoogt bij bruusk terug-
schakelen het motorkoppel, zodat over-
matige vertraging van de aangedreven
wielen wordt voorkomen. Dit heeft voor-
al voordelen op een wegdek met weinig
grip, waarop de stabiliteit van de auto snel
verloren kan gaan.
In-/uitschakelingvan het systeem
fig. 97
Het ASR-systeem schakelt automatisch in
als de motor wordt gestart.
Tijdens het rijden kan de ASR worden uit-
geschakeld en vervolgens weer worden
ingeschakeld door de knop Aop het
schakelaarpaneel op het dashboard in te
drukken fig. 97. Als het systeem wordt uitgeschakeld, gaat
het lampje op de knop branden en ver-
schijnt er op het multifunctionele display
(voor bepaalde uitvoeringen/markten) een
melding.
Als het ASR-systeem tijdens het rijden
wordt uitgeschakeld, schakelt het auto-
matisch weer in als de auto opnieuw
wordt gestart.
Als u met sneeuwkettingen rijdt, dan kan
het nuttig zijn om het ASR-systeem uit te
schakelen: onder deze omstandigheden le-
vert het doorslaan van de aangedreven
wielen juist meer trekkracht op.
Voor een goede werking van
de ESP- en ASR-systemen is
het van groot belang dat de banden
van alle wielen van hetzelfde type
zijn, dat ze in perfecte staat verkeren
en vooral van de aanbevolen maat
zijn.
ATTENTIE!
fig. 97
ASR OFF
F0M0109m
ASR-SYSTEEM (Antislip Regulator)
Het ASR-systeem controleert de trek-
kracht van de auto en grijpt automatisch
in als een of beide aangedreven wielen
dreigen door te slippen.
Afhankelijk van de oorzaak van het door-
slippen, worden er twee verschillende
regelsystemen geactiveerd:
❒als beide aangedreven wielen doorslip-pen, vermindert de ASR het motor-
vermogen;
❒als slechts een aangedreven wieldoorslipt, zorgt het ASR-systeem
ervoor dat het wiel automatisch
wordt afgeremd.
Het ASR-systeem is vooral nuttig onder
de volgende omstandigheden:
❒doorslippen van het binnenste wiel inbochten, door verandering van de wiel-
belasting of door te felle acceleratie;
❒te hoog vermogen naar de wielen,ook in samenhang met de condities
van het wegdek;
❒acceleratie op gladde wegen en bijsneeuw en ijzel;
❒verlies van grip op natte weggedeel-ten (aquaplaning).
070-090 PUNTO POP 1ed NL 25/03/14 16:31 Pagina 75
Page 85 of 215

81
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGE - VALLEN
ONDERHOUD EN ZORG
TECHNISCHEGEGEVENS
ALFABETISCH REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
fig. 102F0M0508m
OMSTANDIGHEDEN VOOR HET
HERSTARTEN VAN DE MOTOR
Vanwege comforteisen, beperking van de
uitstoot en om veiligheidsredenen kan de
motor weer automatisch worden gestart,
zonder ingrijpen van de bestuurder, onder
de volgende omstandigheden:
❒onvoldoende opgeladen accu;
❒beperkte onderdruk in het remsysteem (bijvoorbeeld na herhaaldelijk intrappen
van het rempedaal);
❒auto in beweging (bijvoorbeeld wan-neer bergafwaarts wordt gereden);
❒door het Start&Stop-systeem langerdan ongeveer 3 minuten uitgezette mo-
tor.
❒bij automatische airconditioning, zolangnog niet een comfortabele temperatuur
in het interieur is bereikt of als de
MAX-DEF-functie is ingeschakeld.
Met een ingeschakelde versnelling kan de
motor alleen automatisch worden gestart
als het koppelingspedaal geheel wordt in-
getrapt. Via een melding op het instru-
mentenpaneel en het branden van het
lampje fig. 99 op het instrumentenpaneel
(indien aanwezig) wordt de bestuurder
verzocht deze handeling uit te voeren. Opmerking: Als het koppelingspedaal
niet wordt ingetrapt na 3 minuten na het
uitzetten van de motor, is een herstart van
de motor alleen mogelijk met behulp van
de contactsleutel.
Opmerking: Als de motor ongewenst is
afgeslagen, bijvoorbeeld wanneer het kop-
pelingspedaal te snel is losgelaten bij een in-
geschakelde versnelling, en het Start&Stop-
systeem is ingeschakeld, dan kan de mo-
tor gestart worden door het koppelings-
pedaal helemaal in te trappen of door de
versnellingspook in de vrijstand te zetten.
VEILIGHEIDSINSTELLINGEN
Als de motor is uitgezet door het
Start&Stop-systeem en de bestuurder
maakt de eigen veiligheidsgordel los en
opent het bestuurders- of passagierspor-
tier, dan kan de motor daarna alleen wor-
den gestart m.b.v. de contactsleutel.De bestuurder wordt op deze situatie ge-
attendeerd door een geluidssignaal, een
melding op het display en, voor bepaalde
uitvoeringen/markten, het knipperen van
symbool het lampje fig. 99
op het instru-
mentenpaneel.
“ENERGY SAVING”-FUNCTIE
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Als na een automatische start van de mo-
tor de bestuurder 3 minuten geen enkele
actie onderneemt, dan zet het Start&Stop-
systeem de motor definitief uit om brand-
stof te besparen. In dat geval kan de mo-
tor alleen gestart worden met de
contactsleutel.
Opmerking: Het is in alle gevallen mo-
gelijk de motor draaiend te houden door
het Start&Stop-systeem uit te schakelen.
STORINGEN
Bij een storing schakelt het Start&Stop-
systeem uit. De storing wordt aan de be-
stuurder getoond door het branden van
het lampje A-fig. 102 en, indien aanwe-
zig, het verschijnen van een melding en een
symbool Bop het instrumentenpaneel.
Wendt u in dat geval tot het Fiat Service-
netwerk.
070-090 PUNTO POP 1ed NL 25/03/14 16:31 Pagina 81
Page 88 of 215

84
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGE - VALLEN
ONDERHOUD EN ZORG
TECHNISCHEGEGEVENS
ALFABETISCH REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
fig. 108F0M0512m
GEAR SHIFT
INDICATOR
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Het “GSI”-systeem (Gear Shift Indicator)
geeft een schakeladvies aan de bestuurder
m.b.v. een indicatie op het instrumenten-
paneel (zie fig. 108).
De GSI (indien aanwezig) adviseert de be-
stuurder naar een andere versnelling te
schakelen om brandstof te besparen.
Voor een zuinige rijstijl wordt daarom
aangeraden de adviezen van de Gear Shift
Indicator op te volgen. Als op het display de icoon SHIFT UP (
NSHIFT) verschijnt, dan adviseert de GSI
om naar een hogere versnelling op te
schakelen, terwijl als op het display wordt
weergeven SHIFT DOWN (
OSHIFT),
dan adviseert de GSI om terug te schake-
len naar een lagere versnelling.
070-090 PUNTO POP 1ed NL 25/03/14 16:31 Pagina 84
Page 91 of 215

87
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGE - VALLEN
ONDERHOUD EN ZORG
TECHNISCHEGEGEVENS
ALFABETISCH REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
RADIOZENDAPPARATUUR
EN MOBIELE TELEFOONS
Radiozendapparaten (mobiele telefoons,
27 mc en dergelijke) mogen alleen in de
auto worden gebruikt met een aparte an-
tenne aan de buitenkant van de auto.
BELANGRIJK Het gebruik van dergelijke
apparaten in de auto (zonder buitenan-
tenne) kan niet alleen schadelijk zijn voor
de gezondheid van de inzittenden, maar
kan ook storingen in de elektrische sys-
temen van de auto veroorzaken. Hierdoor
wordt de veiligheid in gevaar gebracht.
Bovendien wordt de zend- en ontvangst-
kwaliteit aanzienlijk beperkt door de iso-
lerende eigenschappen van de carrosserie.
Houdt u bij het gebruik van mobiele tele-
foons (GSM, GPRS, UMTS) met het offi-
ciële EU-keurmerk, strikt aan de instruc-
ties die door de fabrikant van de mobiele
telefoon zijn bijgeleverd.
Let op bij de montage van
spoilers, lichtmetalen velgen
en niet standaard wieldoppen: ze
kunnen de ventilatie van de remmen
verminderen en daarmee hun doel-
matigheid tijdens krachtig en veel-
vuldig remmen; bijvoorbeeld tijdens
een lange afdaling. Controleer bo-
vendien of de slag van de pedalen niet
beperkt wordt (door matten enz.).
ATTENTIE!ELEKTRISCHE/ELEKTRONISCHE
SYSTEMEN MONTEREN
De elektrische/elektronische systemen die
na aankoop van de auto en binnen de af-
tersales-service worden gemonteerd,
moeten voorzien zijn van het merkteken:
Fiat Auto S.p.A. autoriseert de montage
van zend-/ontvangstapparatuur op voor-
waarde dat de montagewerkzaamheden
op de juiste wijze bij een gespecialiseerd
bedrijf worden uitgevoerd, waarbij de aan-
wijzingen van de fabrikant in acht moeten
worden genomen.
BELANGRIJK Als door de montage van
systemen de kenmerken van de auto wor-
den gewijzigd, kan het kentekenbewijs
worden ingenomen door de bevoegde in-
stanties en eventueel de garantie komen
te vervallen bij defecten die veroorzaakt
zijn door de bovengenoemde modificatie
of op defecten die direct of indirect daar-
van het gevolg zijn.
Fiat Auto S.p.A. is op geen enkele wijze
aansprakelijk voor schade die het gevolg
is van de installatie van accessoires die niet
door Fiat Auto S.p.A. zijn geleverd of aan-
bevolen en/of die niet conform de gele-
verde instructies zijn geïnstalleerd.
070-090 PUNTO POP 1ed NL 25/03/14 16:31 Pagina 87