FIAT PUNTO 2021 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: FIAT, Model Year: 2021, Model line: PUNTO, Model: FIAT PUNTO 2021Pages: 215, PDF Size: 9.23 MB
Page 51 of 215

47
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGE - VALLEN
ONDERHOUD EN ZORG
TECHNISCHEGEGEVENS
ALFABETISCH REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
BUITENVERLICHTING
Met de linker hendel fig. 39 bedient u de
buitenverlichting.
De buitenverlichting werkt uitsluitend als
de contactsleutel in stand MARstaat.
Als u de buitenverlichting inschakelt, gaat
ook de verlichting van het instrumenten-
paneel en van de bedieningsknoppen op
het dashboard branden.
DAGVERLICHTING (DRL)
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Draai, met de contactsleutel in stand MAR
de draaiknop in stand Ozet, wordt auto-
matisch de dagverlichting ingeschakeld; de
andere lampen en de interieurverlichting
blijven uitgeschakeld. De automatische in-
schakeling van de dagverlichting kan wor-
den in- of uitgeschakeld via het menu op
het display (zie de paragraaf “Multifuncti-
oneel display en instelbaar multifunctio-
neel display” in dit hoofdstuk). Als de dag-
verlichting wordt uitgeschakeld, dan wordt
met de draaiknop in stand O geen enke-
le verlichting ingeschakeld. GROOTLICHT
Trek, als de draaiknop reeds in stand
2staat, de hendel naar het stuurwiel (2eon-
vergrendelde stand).
Op het instrumentenpaneel gaat het con-
trolelampje
1branden.
Als de hendel opnieuw naar het stuurwiel
wordt getrokken, dooft het grootlicht en
wordt het dimlicht weer ingeschakeld.
GROOTLICHTSIGNAAL
Trek de hendel naar het stuurwiel (1
eon-
vergrendelde stand), ongeacht de stand van
de draaiknop. Op het instrumentenpaneel
gaat het controlelampje
1branden.
PARKEERLICHTEN
Wanneer, met uitgenomen contactsleutel
of in de stand STOP, de ring wordt ge-
draaid van de stand O naar de stand 6,
gaan de parkeerlichten aan. Op het in-
strumentenpaneel gaat het controlelamp-
je 3 branden.
fig. 39F0M0614m
DIMLICHT/BUITENVERLICHTING
Met de contactsleutel in de stand MAR,
draai de ring naar de stand
2. Bij inscha-
keling van de dimlichten gaan zowel de
dagverlichting als de dimlichten en de bui-
tenverlichting uit en aan. Op het instru-
mentenpaneel gaat het controlelampje
3branden. Wanneer, met de contactsleutel in de
stand
MAR, de ring naar voren wordt ge-
draaid van de stand O naar de stand
6
gaan de buitenverlichting, de kenteken-
verlichting en de D.R.L. dagverlichting (in-
dien aanwezig) aan als ze niet uitgescha-
keld zijn via de menu op de display.De dagverlichting is een al-
ternatief voor het dimlicht tij-
dens het rijden overdag. Deze dagver-
lichting is in bepaalde landen verplicht
en waar niet verplicht, toegestaan.
ATTENTIE!
De dagverlichting is geen ver-
vanging voor het dimlicht tij-
dens het rijden in tunnels of in het don-
ker. Het gebruik van de dagverlichting
is afhankelijk van de wettelijke voor-
schriften van het land waarin u zich be-
vindt. Houdt u aan de voorschriften.
ATTENTIE!
033-069 PUNTO POP 1ed NL 07/10/13 13.56 Pagina 47
Page 52 of 215

48
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGE - VALLEN
ONDERHOUD EN ZORG
TECHNISCHEGEGEVENS
ALFABETISCH REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
RICHTINGAANWIJZERS fig. 40
Zet de hendel in de vergrendelde stand:
❒omhoog (stand 1): inschakeling rechter
richtingaanwijzer;
❒omlaag (stand 2 ): inschakeling linker
richtingaanwijzer.
Op het instrumentenpaneel knippert het
controlelampje
¥of Î.
De richtingaanwijzers schakelen automa-
tisch uit als de auto weer rechtuit rijdt.
Functie wisselen van rijbaan
Als u bij wisseling van rijstrook kort rich-
ting wilt aangeven, moet u de linker hendel
korter dan een halve seconde in de on-
vergrendelde stand zetten. De richting-
aanwijzer aan de gekozen zijde knippert
5 keer en dooft daarna automatisch. “FOLLOW ME HOME” SYSTEEM
Met dit systeem kan de ruimte voor de
auto een bepaalde tijd worden verlicht.
Inschakelen
U schakelt deze functie in door de con-
tactsleutel in stand
STOPte draaien of
uit te nemen en de linker hendel binnen
2 minuten na het uitzetten van de motor
naar het stuur te trekken.
Telkens als u de hendel bedient, blijft de
verlichting 30 seconden langer branden,
tot een maximum van 210 seconden; hier-
na schakelt de verlichting automatisch uit. Als de hendel wordt bediend, gaat het con-
trolelampje
3op het instrumentenpa-
neel branden en verschijnt er een bericht
op het display (zie het hoofdstuk “Lampjes
en berichten”) gedurende de tijd dat de
functie actief blijft. Het lampje gaat bran-
den als de hendel voor het eerst bediend
wordt en blijft branden totdat de functie
automatisch uitschakelt. Telkens als de
hendel wordt bediend, wordt alleen de
inschakeltijd van de verlichting verlengd.
Uitschakelen
Houd de hendel langer dan 2 seconden
naar het stuur getrokken.
MISTLAMPEN VOOR MET
CORNERING LIGHTS-FUNCTIE
Bij ingeschakeld dimlicht en bij een snel-
heid lager dan 40 km/h, wordt bij een gro-
te stuuruitslag of bij inschakeling van de
richtingaanwijzers, een lamp (ingebouwd
in de mistlamp) aan de binnenzijde van de
bocht ingeschakeld om het zichtveld ‘s
nachts te vergroten. De werking kan wor-
den in- of uitgeschakeld via het menu op
het display (zie de paragraaf “Functies dis-
play” in dit hoofdstuk).
fig. 40F0M0613m
033-069 PUNTO POP 1ed NL 07/10/13 13.56 Pagina 48
Page 53 of 215

49
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGE - VALLEN
ONDERHOUD EN ZORG
TECHNISCHEGEGEVENS
ALFABETISCH REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
RUITEN REINIGEN
Met de rechter hendel fig. 41kunt u de
ruitenwissers/-sproeiers en achterruit-
wisser/-sproeier bedienen.
RUITENWISSERS/-SPROEIERS
Deze werken uitsluitend als de contact-
sleutel in stand MARstaat.
De draaiknop van de rechter hendel kan
in vier standen worden gezet:
O ruitenwissers uitgeschakeld;
≤ wissen met interval;
≥ langzaam continu wissen;
¥ snel continu wissen.
In stand A (onvergrendelde stand) wer-
ken de ruitenwissers, zolang u de hendel
met de hand in deze stand houdt. Als u de
hendel loslaat, springt deze direct weer te-
rug en schakelen de ruitenwissers auto-
matisch uit. Gebruik de ruitenwissers niet
om opgehoopte sneeuw of ijs
van de voorruit te verwijde-
ren. In die omstandigheden
grijpt, als de ruitenwissers te zwaar
worden belast, de beveiliging in, die er-
voor zorgt dat de ruitenwissers enkele
seconden worden uitgeschakeld. Als
hierna de werking niet wordt hervat
(ook niet als de motor met de con-
tactsleutel opnieuw is gestart), wendt
u dan tot het Fiat Servicenetwerk.
Als de draaiknop in stand ≤staat, wordt
de slag van de ruitenwissers automatisch
aangepast aan de snelheid van de auto. BELANGRIJK Vervang de wisserbladen
volgens de aanwijzingen in het hoofdstuk
“Onderhoud en zorg”.
fig. 41F0M0612m
“Intelligente wis-/wasregeling”
Als u de hendel naar het stuur trekt
(onvergrendelde stand), schakelen de
ruitensproeiers in.
Als u de hendel langer dan een halve se-
conde aangetrokken houdt, dan worden
in een handeling de ruitenwissers en de
ruitensproeiers ingeschakeld.
Als u de hendel loslaat, maken de ruiten-
wissers nog drie slagen.
Na 6 seconden volgt nog een extra reini-
gingsslag.
033-069 PUNTO POP 1ed NL 07/10/13 13.56 Pagina 49
Page 54 of 215

50
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGE - VALLEN
ONDERHOUD EN ZORG
TECHNISCHEGEGEVENS
ALFABETISCH REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
ACHTERRUITWISSER/-SPROEIER
fig. 41
Deze werken uitsluitend als de contact-
sleutel in stand MARstaat.
De werking stopt als de hendel wordt los-
gelaten.
Als u de draaiknop van stand Oin stand
'zet, dan werkt de achterruitwisser als
volgt:
❒in intervalstand als de ruitenwissers voor niet zijn ingeschakeld;
❒synchroon (met de helft van de fre- quentie van de ruitenwissers voor) als
de ruitenwissers voor zijn ingeschakeld;
❒continu als de achteruit is ingeschakeld. Gebruik de achterruitwisser
niet om opgehoopte sneeuw
of ijs van de achterruit te ver-
wijderen. In die omstandighe-
den grijpt, als de achterruitwisser te
zwaar wordt belast, de beveiliging in,
die ervoor zorgt dat de wisser enkele
seconden wordt uitgeschakeld. Als hier-
na de werking niet wordt hervat (ook
niet als de motor met de contactsleu-
tel opnieuw is gestart), wendt u dan tot
het Fiat Servicenetwerk.
Als u bij ingeschakelde ruitenwissers voor
de achteruit inschakelt, gaat automatisch
ook de achterruitwisser continu wissen.
Als u de hendel naar het dashboard duwt
(onvergrendelde stand), schakelt de ach-
terruitsproeier in.
Als u de hendel langer dan een halve se-
conde naar het dashboard geduwd houdt,
schakelt ook de achterruitwisser in.
Als u de hendel loslaat, wordt het intelli-
gente wis-/wasprogramma ingeschakeld,
zoals bij de ruitenwissers voor.
033-069 PUNTO POP 1ed NL 07/10/13 13.56 Pagina 50
Page 55 of 215

51
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGE - VALLEN
ONDERHOUD EN ZORG
TECHNISCHEGEGEVENS
ALFABETISCH REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
PLAFONDVERLICHTING
PLAFONDVERLICHTING
VOOR MET KANTELBAAR
LAMPENGLAS
U kunt het lampje in- en uitschakelen door
op de rechter of linker zijde van het lam-
penglas te drukken, zoals is afgebeeld in
fig. 43 .
PLAFONDVERLICHTING
VOOR MET SPOTJES
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Met de schakelaar A-fig. 44kunnen de pla-
fondlampjes worden in- en uitgeschakeld.
Met de schakelaar A-fig. 44 in het mid-
den, worden de lampjes C en Din-/uit-
geschakeld bij het openen/sluiten van de
voorportieren.
Met de schakelaar A-fig. 44 naar links ge-
drukt, blijven de lampjes Cen Daltijd uit-
geschakeld.
Met de schakelaar A-fig. 44 naar rechts
gedrukt, blijven de lampjes Cen Daltijd
ingeschakeld.
Het inschakelen/doven van de verlichting
gaat geleidelijk. Met de schakelaar
B-fig. 44bedient u de
spotjes; bij uitgeschakelde plafondverlich-
ting wordt met de schakelaar:
❒in linker stand, het spotje Cingescha-
keld;
❒in rechter stand, het spotje D inge-
schakeld.
fig. 44F0M0065mfig. 43F0M0067m
033-069 PUNTO POP 1ed NL 07/10/13 13.56 Pagina 51
Page 56 of 215

52
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGE - VALLEN
ONDERHOUD EN ZORG
TECHNISCHEGEGEVENS
ALFABETISCH REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
Brandduurregeling
van de plafondverlichting
Om het in- en uitstappen vooral in het don-
ker te vergemakkelijken, zijn er 2 brand-
duurregelingen (bepaalde uitvoeringen).
B
RANDDUURREGELING BIJ HET INSTAPPEN
De plafondlampjes gaan op de volgende
manier branden:
❒ongeveer 10 seconden tijdens het ont- grendelen van de voorportieren;
❒ongeveer 3 minuten bij het openen vaneen portier;
❒ongeveer 10 seconden bij het vergren- delen van de portieren.
De werking van de brandduurregeling
wordt onderbroken als de contactsleutel
in stand MARwordt gedraaid. B
RANDDUURREGELING BIJ HET UITSTAPPEN
Als de contactsleutel uit het start-/
contactslot wordt verwijderd, gaan de
plafondlampjes op de volgende manier
branden:
❒ongeveer 10 seconden binnen 2 minu-
ten na het uitzetten van de motor;
❒ongeveer 3 minuten bij het openen vaneen portier;
❒ongeveer 10 seconden bij het sluitenvan een portier.
De brandduurregeling schakelt automatisch
uit als de portieren worden vergrendeld.
BELANGRIJK Controleer voordat u de
auto verlaat of beide schakelaars in de
middelste stand staan. Op deze manier
zullen de lampjes van de plafondverlichting
doven bij het sluiten van de portieren, en
voorkomt u dat de accu ontlaadt.
Als de schakelaar in de rechter stand
is blijven staan, schakelt de verlichting
15 minuten na het uitzetten van de motor
automatisch uit.
033-069 PUNTO POP 1ed NL 07/10/13 13.56 Pagina 52
Page 57 of 215

53
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGE - VALLEN
ONDERHOUD EN ZORG
TECHNISCHEGEGEVENS
ALFABETISCH REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
BEDIENINGSKNOPPEN
WAARSCHUWINGSKNIPPERLI
CHTEN fig. 45
Deze worden ingeschakeld als op knop A
wordt gedrukt, ongeacht de stand van de
contactsleutel.
Als het systeem is ingeschakeld, branden
de lampjes
Îen ¥op het instrumen-
tenpaneel.
Druk voor uitschakeling nogmaals op de
knop.
Het gebruik van de waarschuwingsknip-
perlichten is afhankelijk van de wetgeving
van het land waarin u zich bevindt. Houdt
u aan de voorschriften. Noodstop
Bij een noodstop schakelen automatisch
de waarschuwingsknipperlichten in en
gaan gelijktijdig de lampjes
Îen ¥op het
instrumentenpaneel branden.
De functie schakelt automatisch uit als de
remvertraging niet meer het karakter van
een noodstop heeft.
Deze functie voldoet aan de huidige wet-
telijke voorschriften. MISTLAMPEN VOOR fig. 46
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Ze gaan branden als op knop 5wordt
gedrukt.
Op het instrumentenpaneel gaat het con-
trolelampje
5branden.
Druk voor uitschakeling nogmaals op de
knop.
Als de mistlampen branden, dan brandt
ook de buiten- en kentekenverlichting, ter-
wijl de dagverlichting gedoofd is, ongeacht
de stand van de draaiknop.
Het gebruik van de mistlampen is afhan-
kelijk van de wetgeving van het land
waarin u zich bevindt. Houdt u aan de
voorschriften.
fig. 45F0M0616mfig. 46F0M0070m
033-069 PUNTO POP 1ed NL 07/10/13 13.56 Pagina 53
Page 58 of 215

54
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGE - VALLEN
ONDERHOUD EN ZORG
TECHNISCHEGEGEVENS
ALFABETISCH REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
ACHTERRUITVERWARMING
fig. 49
Druk op de knop Avoor inschakeling. Bij
ingeschakelde achterruitverwarming zorgt
een tijdschakeling ervoor dat de verwar-
ming na ongeveer 20 minuten uitschakelt.
fig. 49F0M0036m
PARKEERVERLICHTING
Draai met de sleutel in stand STOPof
met uitgenomen sleutel, de draaiknop van
de linker hendel eerst in stand Oen ver-
volgens in stand
6of 2.
Op het instrumentenpaneel gaat het con-
trolelampje
3branden.
ELEKTRISCHE
STUURBEKRACHTIGING
DUALDRIVE fig. 48
Druk op de knop Avoor inschakeling van
de functie “CITY” (zie de paragraaf “Elek-
trische stuurbekrachtiging Dualdrive” in
dit hoofdstuk). Als de functie is ingescha-
keld, dan wordt op het instrumentenpa-
neel het lampje CITYverlicht. Druk nog-
maals op de knop om deze functie uit te
schakelen.
fig. 48F0M0617m
MISTACHTERLICHT fig. 47
Druk voor inschakelen op knop 4. Het
mistachterlicht werkt alleen als de dimlich-
ten of de mistlampen voor (voor bepaalde
uitvoeringen/markten) zijn ingeschakeld.
Op het instrumentenpaneel gaat het con-
trolelampje 4branden.
Druk voor uitschakeling nogmaals op de
knop of schakel het dimlicht en/of de mist-
lampen voor (voor bepaalde uitvoeringen/
markten) uit.
Het gebruik van het mistachterlicht is af-
hankelijk van de wetgeving van het land
waarin u zich bevindt. Houdt u aan de
voorschriften.
fig. 47F0M0071m
033-069 PUNTO POP 1ed NL 07/10/13 13.56 Pagina 54
Page 59 of 215

55
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGE - VALLEN
ONDERHOUD EN ZORG
TECHNISCHEGEGEVENS
ALFABETISCH REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
Portierontgrendeling
bij een ongeval
Bij een ongeval waarbij de brandstof-
noodschakelaar in werking treedt, worden
de portieren automatisch ontgrendeld zo-
dat het interieur van de auto van buiten-
af bereikt kan worden. Gelijktijdig gaat ook
de plafondverlichting branden. U kunt de
portieren echter altijd van binnenuit ope-
nen met behulp van de daarvoor bestem-
de bedieningshendels.
Als u na het ongeval geen brandstoflek-
kage vindt en de auto kan nog verder rij-
den, herstel dan de werking van de brand-
stofnoodschakeling, volgens de hierna
beschreven procedure.
PORTIERVERGRENDELING
fig. 50
U kunt de centrale portiervergrendeling
inschakelen door de knop
Aop de mid-
denconsole in te drukken, onafhankelijk
van de stand van de contactsleutel.BRANDSTOFNOOD -
SCHAKELING
Deze schakelt in bij een ongeval waardoor:
❒de toevoer van brandstof wordt ge- stopt en de motor afslaat;
❒de portieren automatisch ontgrende-len;
❒de interieurverlichting wordt ingescha-keld.
Als de brandstofnoodschakeling geacti-
veerd is, verschijnt op het display het be-
richt “Brandstoftoevoer afgesloten, zie in-
structieboekje”.
Controleer de auto zorgvuldig op brand-
stoflekkage, bijvoorbeeld in de motor-
ruimte, onder de auto of in de nabijheid
van de brandstoftank.
Draai na een ongeval de contactsleutel
in stand STOP om te voorkomen dat de
accu ontlaadt.fig. 50F0M0618m
Als u na een ongeval een
brandstoflucht ruikt of merkt
dat het brandstofsysteem lekt, scha-
kel dan het systeem niet opnieuw in,
zodat brand wordt voorkomen.
ATTENTIE!
BRANDSTOFNOOD-
SCHAKELING033-069 PUNTO POP 1ed NL 07/10/13 13.56 Pagina 55
Page 60 of 215

56
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGE - VALLEN
ONDERHOUD EN ZORG
TECHNISCHEGEGEVENS
ALFABETISCH REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
fig. 52F0M0077m
fig. 51F0M0104m
fig. 53F0M0078m
INTERIEURUITRUSTING
DASHBOARDKASTJE
fig. 51-52
Trek aan de handgreep A-fig. 51 om het
dashboardkastje te openen.
In het dashboardkastje bevindt zich een
documentenvak A-fig. 52(voor bepaalde
uitvoeringen/markten).
OPBERGVAKKEN
Het opbergvak A-fig. 53 bevindt zich
in het dashboard, links van het stuurwiel.
Om de juiste werking van de auto te her-
stellen, moeten de volgende handelingen
worden uitgevoerd:❒draai de contactsleutel in stand MAR;
❒schakel de rechter richtingaanwijzer in;
❒schakel de rechter richtingaanwijzer uit;
❒schakel de linker richtingaanwijzer in;
❒schakel de linker richtingaanwijzer uit;
❒schakel de rechter richtingaanwijzer in;
❒schakel de rechter richtingaanwijzer uit;
❒schakel de linker richtingaanwijzer in;
❒schakel de linker richtingaanwijzer uit;
❒draai de contactsleutel in stand STOP;
❒draai de contactsleutel in stand MAR.
033-069 PUNTO POP 1ed NL 07/10/13 13.56 Pagina 56