FIAT SCUDO 2012 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: FIAT, Model Year: 2012, Model line: SCUDO, Model: FIAT SCUDO 2012Pages: 219, PDF Size: 4.21 MB
Page 171 of 219

167
LAMPJES EN
BERICHTEN
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTEN
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
WIELEN EN BANDEN
De spanning van de banden, inclusief het
noodreservewiel, moet regelmatig, om de
twee weken en voor een lange rit, worden
gecontroleerd: de bandenspanning moet
bij koude banden worden gecontroleerd.
Tijdens het rijden neemt de bandenspan-
ning toe; zie voor de juiste waarde van de
bandenspanning de paragraaf “Wielen” in
het hoofdstuk “Technische gegevens”.
Een onjuiste bandenspanning veroorzaakt
een onregelmatige slijtage van de banden
fig. 15:
Ajuiste spanning: gelijkmatige slijtage van
het loopvlak.
Bte lage spanning: te grote slijtage aan
de zijkanten van het loopvlak.
Cte hoge spanning: te grote slijtage in
het midden van het loopvlak.
Banden moeten worden vervangen als de
profieldiepte van het loopvlak minder is
dan 1,6 mm. Houdt u echter altijd aan de
bepalingen van het land waarin u rijdt.
fig. 15F0P0191m
BELANGRIJK
❒Voorkom bruusk remmen, met spin-
nende wielen optrekken, harde con-
tacten tussen banden en stoepranden,
kuilen en andere obstakels. Het lang-
durig rijden op een slecht wegdek kan
de banden beschadigen;
❒controleer de banden regelmatig op
scheuren in de wangen en bulten of slijt-
plekken op het loopvlak. Als u deze ge-
breken constateert, wendt u dan tot
het Fiat Servicenetwerk;
❒rijd nooit met een te zwaar beladen au-
to: hierdoor kunnen de banden en de
velgen ernstig beschadigd worden;
❒stop zo snel mogelijk bij een lekke band
en verwissel het wiel om beschadiging
van de band, de velg, de wielophanging
en de stuurinrichting te voorkomen;
❒banden verouderen, ook als zij weinig
of nooit gebruikt zijn. Scheurtjes in het
loopvlak en op de wangen geven aan dat
de band verouderd is. Banden die lan-
ger dan zes jaar onder een auto ge-
monteerd zijn, moeten dan ook door
een specialist worden gecontroleerd.
Dit geldt in het bijzonder voor het
noodreservewiel;
❒monteer nooit gebruikte banden of
banden, waarvan de herkomst onbe-
kend is;
❒bij de montage van een nieuwe band
moet ook het ventiel vernieuwd wor-
den;
❒om een gelijke slijtage van de banden op
de vooras en de achteras te verkrijgen,
is het raadzaam de banden om de
10.000 / 15.000 km van as te verwis-
selen. Hierbij moeten de banden aan
dezelfde zijde van de auto gemonteerd
blijven, zodat een omkering van de
draairichting wordt voorkomen.
Bedenk dat ook de weglig-
ging afhankelijk is van een
juiste bandenspanning.
ATTENTIE!
Page 172 of 219

168
LAMPJES EN
BERICHTEN
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTEN
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
RUITENWISSERS/
ACHTERRUITWISSER
WISSERBLADEN
Maak de wisserbladen regelmatig schoon
met een schoonmaakmiddel; wij raden
TUTELA PROFESSIONAL SC 35aan.
Vervang de wisserbladen als het rubber ver-
vormd of versleten is. Het verdient aanbe-
veling ten minste één maal per jaar de wis-
serbladen te vervangen.
Met enkele simpele voorzorgsmaatrege-
len is het mogelijk beschadigingen van het
rubber te voorkomen:
❒wanneer de temperatuur onder 0°C is
gedaald, moet gecontroleerd worden of
er geen ijs tussen wisserblad en ruit zit.
Maak de wissers zo nodig vrij met een
anti-vriesmiddel;
❒verwijder eventueel opgehoopte
sneeuw van de ruit: om de wisserbladen
te beschermen en oververhitting van de
ruitenwissermotor te voorkomen;
❒schakel de ruitenwissers niet in op een
droge ruit.
Rijden met versleten ruiten-
wisserbladen is zeer gevaarlijk,
omdat ze het zicht onder slechte weer-
somstandigheden aanzienlijk beperken.
ATTENTIE!
RUBBER SLANGEN
Houd voor de rubber slangen van het
rem- en brandstofsysteem zeer nauwkeu-
rig de voorschriften van het “Onder-
houdsschema” in dit hoofdstuk aan.
Ozon, hoge temperaturen en het gedu-
rende langere tijd ontbreken van vloeistof
in een systeem zorgen ervoor dat de slan-
gen uitdrogen en scheuren, waardoor het
betreffende systeem kan gaan lekken.
Daarom is zorgvuldige controle noodza-
kelijk.Door een te lage bandenspan-
ning wordt de band te heet ,
waardoor er onherstelbare inwendige
schade aan de band kan ontstaan.
ATTENTIE!
Verwissel de banden niet
kruiselings, waarbij de banden
van de rechterzijde aan de linkerzijde
en omgekeerd worden gemonteerd.
ATTENTIE!
Voer bij lichtmetalen velgen
geen spuitwerkzaamheden
uit die een temperatuur vereisen bo-
ven 150°C . De mechanische eigen-
schappen van de wielen kunnen hier-
door in gevaar worden gebracht .
ATTENTIE!
Page 173 of 219

169
LAMPJES EN
BERICHTEN
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTEN
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
Om beschadiging van de voor-
ruit te voorkomen, moet de
wisserarm tijdens het vervan-
gen van het wisserblad altijd
van de ruit af staan. Klap na de ver-
vanging van het wisserblad, de wisser-
arm weer voorzichtig terug in de juiste
stand op de voorruit . Ruitenwisserbladen vervangen
fig. 16
Ga voor het vervangen van de ruiten-
wisserbladen als volgt te werk:
– druk binnen 60 seconden nadat de
contactsleutel in stand Sis gezet of is uit-
genomen, de rechter hendel kort omlaag;
de ruitenwissers gaan in de verticale stand
staan en stoppen;
– verwijder het sproeierelement Adat
op het wisserblad is geklemd;
– til de wisserarm Bvan de ruit en plaats
het wisserblad onder een hoek van 90° ten
opzichte van de arm, terwijl de arm om-
hoog gehouden wordt;
– druk op de lip Cvan de borging en
druk gelijktijdig het wisserblad naar bene-
den om het los te maken van de wisser-
armB;
fig. 16F0P0349m
– plaats het nieuwe wisserblad over de
arm en druk het omhoog totdat de lip C
in het uiteinde van de arm vastklikt;
– controleer of het wisserblad goed ge-
borgd is.
fig. 17F0P0350m
Wisserblad van achterruitenwisser
vervangen fig. 17
Ga voor het vervangen van het ruiten-
wisserblad van de achterruitwisser als
volgt te werk:
– til de wisserarm Avan de achterruit
en plaats het wisserblad onder een hoek
van 90° ten opzichte van de arm;
– verwijder het geklemd gemonteerde
wisserblad Bin de richting van de pijl;
– monteer het nieuwe wisserblad door
de handelingen voor het verwijderen in
omgekeerde volgorde uit te voeren; con-
troleer of het wisserblad goed geborgd is.
Page 174 of 219

170
LAMPJES EN
BERICHTEN
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTEN
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
❒het aanbrengen van een beschermende
kunststof laag op kwetsbare delen: on-
derzijde van de portieren, binnenzijde
van de spatborden, naden, randen enz.;
❒toepassing van “open” holle ruimtes om
condensvorming te voorkomen en bin-
nendringend water af te voeren, waar-
door roest van binnenuit wordt voor-
komen.
CARROSSERIEGARANTIE
Bij de auto is de carrosserie tegen door-
roesten van alle originele componenten
van de carrosserie en van alle dragende de-
len gegarandeerd.
Voor de specifieke voorwaarden van deze
garantie wordt verwezen naar de “Service-
en garantiehandleiding”.
TIPS VOOR HET BEHOUD VAN
DE CARROSSERIE
Lak
De lak heeft behalve een esthetische func-
tie ook een beschermende functie.
Daarom moeten beschadigingen van de lak-
laag, zoals krassen, onmiddellijk worden bij-
gewerkt om roestvorming te voorkomen.
Het bijwerken dient met de originele lak te
worden uitgevoerd (zie “Plaatje met infor-
matie over de carrosserielak” in het hoofd-
stuk “Technische gegevens”).
CARROSSERIE
BESCHERMING TEGEN
ATMOSFERISCHE INVLOEDEN
De belangrijkste oorzaken van roest zijn:
❒luchtverontreiniging;
❒zoutgehalte in de lucht en luchtvoch-
tigheid (gebieden aan zee, warm en
vochtig klimaat);
❒omgevings-/seizoensinvloeden.
Ook de invloed van schurende elementen,
zoals stoffige omgeving, opwaaiend zand,
modder en steenslag op de lak en de on-
derzijde moet niet worden onderschat.
Fiat heeft voor uw auto de beste techno-
logische oplossingen toegepast om de car-
rosserie efficiënt tegen roest te bescher-
men.
De belangrijkste zijn:
❒de toepassing van aangepaste spuit-
technieken en lakproducten die de au-
to de benodigde weerstand tegen roest
en schurende elementen verlenen.
❒het gebruik van verzinkte (of voorbe-
handelde) plaatdelen met een hoge cor-
rosiebestendigheid;
❒het aanbrengen van een gespoten be-
schermende waslaag op de onderzijde,
in de wielkuipen, in de motorruimte en
verschillende holle ruimtes, met een
hoog beschermend vermogen; RUITENSPROEIERS
Voorruit (ruitensproeiers) fig. 18
Als de ruitensproeiers niet werken, con-
troleer dan eerst het niveau in het rui-
tensproeiertankje (zie de paragraaf “Ni-
veaus controleren” in dit hoofdstuk).
Controleer vervolgens of de ruiten-
sproeiermonden niet verstopt zijn. Deze
kunnen zo nodig met een speld worden
doorgeprikt.
De stralen van de ruitensproeiers kunt u
richten door de sproeiermonden af te stel-
len.
De stralen moeten op ongeveer
1/3van de
bovenkant van de ruit worden gericht.
Achterruit (achterruitsproeier)
De sproeiermond van de achterruitwisser
is op de achterruitwisser zelf geplaatst.
fig. 18F0P0163m
Page 175 of 219

171
LAMPJES EN
BERICHTEN
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTEN
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
Het normale onderhoud van de auto be-
perkt zich tot wassen, waarbij de frequen-
tie afhankelijk is van het gebruik van de au-
to en van de omgeving. Het is raadzaam de
auto vaker te wassen bij sterke luchtver-
ontreiniging of bij het rijden over wegen
met strooizout.
De juiste wasmethode:
❒verwijder de antenne van het dak als u
de auto in een wastunnel wast, om te
voorkomen dat deze beschadigt;
❒spoel de auto eerst met een waterstraal
onder lage druk af;
❒was de auto met een zachte spons met
een oplossing van neutrale zeep; spoel
daarbij de spons regelmatig uit;
❒spoel de auto af met schoon water en
droog de auto met warme lucht of een
schone, zachte zeem.
De minder zichtbare delen zoals de ran-
den van de portieren, achterklep, motor-
kap en de koplampranden moeten tijdens
het drogen niet vergeten worden, omdat
daar water kan blijven staan. Het verdient
aanbeveling de auto na het wassen niet on-
middellijk binnen te zetten, maar de auto
nog even buiten te laten staan, zodat wa-
terresten buiten kunnen verdampen.Was de auto nooit in de zon of als de mo-
torkap nog warm is: de glans van de lak
kan afnemen.
De kunststof carrosseriedelen kunnen op
dezelfde wijze worden gewassen als de
gespoten carrosseriedelen.
Parkeer de auto niet onder bomen, aan-
gezien harsdruppels bij langere inwerking
de lak kunnen beschadigen, waardoor de
kans op roestvorming wordt vergroot.
BELANGRIJK Vogeluitwerpselen dienen
zo snel en zo goed mogelijk van de lak ver-
wijderd te worden, omdat door de agres-
sieve bestanddelen de lak kan beschadigen.
Schoonmaakmiddelen veront-
reinigen het water. Daarom
moet de auto bij voorkeur wor-
den gewassen op een plaats
waar het afvalwater direct wordt opge-
vangen en gezuiverd.
Ruiten
Gebruik voor het schoonmaken van de
ruiten een daarvoor geschikt schoon-
maakmiddel. Gebruik een schone, zachte
doek om krassen en beschadigingen te
voorkomen.
BELANGRIJK Let er bij het schoonmaken
van de binnenzijde van de achterruit op
dat de elektrische weerstandsdraden van
de achterruitverwarming niet worden be-
schadigd. Veeg voorzichtig in de richting
van de draden.
Motorruimte
Laat de motorruimte na het winterseizoen
zorgvuldig uitspuiten. Hierbij mag de wa-
terstraal niet direct op de elektronische
regeleenheden worden gericht en moeten
de bovenste ventilatie-openingen goed be-
schermd worden, om beschadiging van de
ruitenwissermotor te voorkomen. Laat
deze werkzaamheden verzorgen door een
gespecialiseerd bedrijf.
BELANGRIJK Voor het uitspuiten van de
motorruimte moet de contactsleutel in stand
Sstaan en de motor koud zijn. Controleer
na het reinigen of de verschillende bescher-
mingen (rubber kappen, deksels enz.) nog op
hun plaats zitten en niet beschadigd zijn.
Koplampen
BELANGRIJK Gebruik voor het reinigen
van het kunststof lampenglas van de kop-
lampen geen aromatische producten (bijv.
benzine) of ketonen (bijv. aceton).
Page 176 of 219

172
LAMPJES EN
BERICHTEN
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTEN
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
De stoffen bekleding van uw
auto is langdurig bestand te-
gen slijtage die ontstaat bij
een normaal gebruik van de
auto. Hevig en/of langdurig wrijven met
kledingaccessoires zoals metalen ges-
pen, sierknopen en klittenbandsluitin-
gen, moet echter absoluut worden ver-
meden omdat hierdoor grote druk ont-
staat op een bepaalde plek op de be-
kleding, waardoor deze plek kan slijten
en de bekleding beschadigd wordt . STOELEN EN STOFFEN
BEKLEDING
Verwijder stof met een zachte borstel of
een stofzuiger. Voor een nog betere rei-
niging van de stoffen bekleding raden wij
u aan de borstel vochtig te maken.
Reinig de zittingen met een vochtige spons
en een oplossing van neutrale zeep.Gebruik nooit ontvlambare
producten zoals petroleum of
wasbenzine voor het reinigen van de
interieurdelen van de auto. De elek-
trostatische lading die tijdens het rei-
nigen door het wrijven ontstaat , kan
brand veroorzaken.
ATTENTIE!
Bewaar nooit spuitbussen in
de auto: ontploffingsgevaar.
Spuitbussen mogen niet worden bloot-
gesteld aan temperaturen boven
50°C. In de zomer kan de tempera-
tuur in het interieur ver boven deze
waarde oplopen.
ATTENTIE!
INTERIEUR
Controleer af en toe of er onder de vloer-
bedekking geen water is blijven staan
(dooiwater van sneeuwresten aan schoe-
nen, lekkende paraplu’s enz.), waardoor
roestvorming op de bodem veroorzaakt
zou kunnen worden.BELANGRIJK Gebruik nooit alcohol of
benzine om het glas van het instrumen-
tenpaneel schoon te maken.
LEREN STUURWIEL /
POOKKNOP
Reinig deze componenten uitsluitend met
water en neutrale zeep.
Gebruik nooit alcohol of producten op ba-
sis van alcohol.
Voordat u speciale producten gebruikt
voor het reinigen van de interieurdelen,
moet u eerst de aanwijzingen op het eti-
ket van het product lezen en controleren
of het geen alcohol en/of substanties op
basis van alcohol bevat.
Als tijdens het reinigen van de voorruit
met speciaal daarvoor bestemde produc-
ten, per ongeluk druppels op het leer van
het stuurwiel of de pookknop terechtko-
men, moeten deze onmiddellijk worden
verwijderd en het betreffende gebied met
water en neutrale zeep worden afgeno-
men.
BELANGRIJK Wees zeer voorzichtig bij het
gebruik van mechanische diefstalbeveiligin-
gen op het stuurwiel om beschadiging van
de leren bekleding te voorkomen. KUNSTSTOF INTERIEURDELEN
Wij raden u aan om de kunststof interieur-
delen op de normale manier te reinigen met
een doek bevochtigd met water en een neu-
trale zeep zonder schuurmiddel. Voor het
verwijderen van vet- of hardnekkige vlekken
moeten speciale schoonmaakmiddelen zon-
der oplosmiddelen worden gebruikt, die ge-
schikt zijn voor het reinigen van kunststof
en die het visuele effect en de kleur van de
componenten niet wijzigen.
Page 177 of 219

IDENTIFICATIEGEGEVENS.............................................. 174
MOTORCODES - CARROSSERIE-UITVOERINGEN 177
MOTOR................................................................................. 180
BRANDSTOFSYSTEEM...................................................... 181
TRANSMISSIE....................................................................... 181
REMMEN................................................................................ 182
WIELOPHANGING............................................................ 182
STUURINRICHTING.......................................................... 182
WIELEN................................................................................. 183
AFMETINGEN...................................................................... 186
AFMETINGEN VAN DE LAADRUIMTE......................... 190
PRESTATIES.......................................................................... 190
GEWICHTEN EN TREKGEWICHTEN ......................... 191
VULLINGSTABEL................................................................ 199
SMEERMIDDELEN EN VLOEISTOFFEN ....................... 200
BRANDSTOFVERBRUIK................................................... 202
CO
2-EMISSIE......................................................................... 206
T T
E E
C C
H H
N N
I I
S S
C C
H H
E E
G G
E E
G G
E E
V V
E E
N N
S S
ONDERHOUD
EN ZORG
NOODGEVALLEN
STARTEN EN
RIJDEN
VEILIGHEID
DASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTEN
ALFABETISCH
REGISTER
LAMPJES EN
BERICHTEN
173
TECHNISCHE
GEGEVENS
Page 178 of 219

IDENTIFICATIEGEGEVENS
Het verdient aanbeveling kennis te nemen van de identificatiegegevens van de auto. De identificatiegegevens zijn op typeplaatjes in-
geslagen; deze bevinden zich op de in fig. 1aangegeven plaatsen:
1- typeplaatje met identificatiegegevens;
2- chassisnummer;
3- plaatje met informatie over de carrosserielak.
fig. 1F0P0609m
ONDERHOUD
EN ZORG
NOODGEVALLEN
STARTEN EN
RIJDEN
VEILIGHEID
DASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTEN
ALFABETISCH
REGISTER
LAMPJES EN
BERICHTEN
174
TECHNISCHE
GEGEVENS
Page 179 of 219

TYPEPLAATJE MET
IDENTIFICATIEGEGEVENS fig. 2
A- Naam van de fabrikant;
B- Nummer nationale typegoedkeuring;
C- Identificatiecode voertuigtype en chas-
sisnummer;
D- Max. toelaatbaar totaalgewicht van de
auto;
E- Max. toelaatbaar totaalgewicht van de
auto met aanhanger;
F- Max. toelaatbare voorasbelasting;G- Max. toelaatbare achterasbelasting;
H- Identificatiecode van het voertuigtype;
I- Correctiewaarde voor uitlaatrookgas-
meting;
J- Chassisnummer.
fig. 2
A
B
C
D
E
F
G
H
JI 1-
2-KG
KG
KG
KG
F0P0301m
ONDERHOUD
EN ZORG
NOODGEVALLEN
STARTEN EN
RIJDEN
VEILIGHEID
DASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTEN
ALFABETISCH
REGISTER
LAMPJES EN
BERICHTEN
175
TECHNISCHE
GEGEVENS
Page 180 of 219

PLAATJE MET INFORMATIE
OVER DE CARROSSERIELAK EN
DE BANDEN fig. 4
Het plaatje op de stijl van het bestuur-
dersportier vermeldt:
– velg- en bandenmaten;
– de door de fabrikant gehomologeerde
bandenmerken;
– de bandenspanningen (de bandenspan-
ning moet bij koude banden ten minste
een keer per maand worden gecontro-
leerd):
– kleurcode van de lak.
fig. 4
Bar Bar
PRESSIONS CONTROLLER PNEUS FROIDS (
0,05 bar)
A
B
C
D
E
F
G
H
I
F0P0304m
CHASSISNUMMER fig. 3
Gebruik het platte uiteinde van de trek-
haak om het klepje te openen.
fig. 3F0P0302m
ONDERHOUD
EN ZORG
NOODGEVALLEN
STARTEN EN
RIJDEN
VEILIGHEID
DASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTEN
ALFABETISCH
REGISTER
LAMPJES EN
BERICHTEN
176
TECHNISCHE
GEGEVENS