airbag FIAT SCUDO 2015 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: FIAT, Model Year: 2015, Model line: SCUDO, Model: FIAT SCUDO 2015Pages: 227, PDF Size: 4.53 MB
Page 9 of 227

5VEILIGHEIDSTARTEN EN
RIJDENLAMPJES EN
BERICHTENNOODGEVALLENONDERHOUD
EN ZORGTECHNISCHE
GEGEVENSALFABETISCH
REGISTERDASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTEN
DASHBOARDDe aanwezigheid en de opstelling van de bedieningsorganen, de instrumenten en de controle-/waarschuwingslampjes kunnen per uit-
voering verschillen.
1.Verstelbare uitstroomopeningen zijkant - 2.Vaste uitstroomopeningen zijkant - 3.Linker hendel: bediening buitenverlichting - 4.In-
strumentenpaneel - 5.Rechter hendel: bediening ruitenwissers voor/achter, tripcomputer - 6.Bedieningsknoppen op het dash-
board - 7.Verstelbare luchtroosters midden - 8.Frontairbag passagierszijde (indien aanwezig) - 9.Dashboardkastje - 10.Auto-
radio (indien aanwezig) - 11.Bedieningsknoppen verwarming/ventilatie/airconditioning - 12.Bedieningshendel autoradio (indien aan-
wezig) - 13.Frontairbag bestuurderszijde - 14. Hendel stuurwielverstelling
FF0P0600m
fig. 1
001-019 SCUDO LUM NL 27/03/14 10:39 Pagina 5
Page 20 of 227

16VEILIGHEIDSTARTEN EN
RIJDENLAMPJES EN
BERICHTENNOODGEVALLENONDERHOUD
EN ZORGTECHNISCHE
GEGEVENSALFABETISCH
REGISTERDASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTEN
Lampjes op het bovenste paneel
Op enkele uitvoeringen kunnen op het bo-
venste paneel fig. 12(boven de binnen-
spiegel) de volgende lampjes aanwezig zijn:❒
lampje niet omgelegde veiligheidsgordel
(<) (uitvoering met twee zitplaatsen
voor).
❒
lampje uitgeschakelde airbag passa-
gierszijde (
“
)
LICHTSTERKTEREGELING
INSTRUMENTENPANEEL
Lichtsterkte instrumentenpaneel regelen:
druk op de knop A-fig. 13.
fig. 12
F0P0285m
fig. 13
1/2
F0P0353m
DISPLAYHet display fig. 14toont door middel van
de betreffende lampjes (raadpleeg het
hoofdstuk “Lampjes en berichten”):❒
snelheidsbegrenzer / cruise-control;
❒
totaal aantal afgelegde km’s of mijlen;
❒
motorolieniveaumeter;
❒
water in dieselfilter;
❒
voorgloeibougies.
Afhankelijk van de uitvoering, toont het
display de actuele tijd.
fig. 14
F0P0291m
Klokje instellen op het display op
het instrumentenpaneel
Om de tijd op het display op het instru-
mentenpaneel in te stellen, moet u de
knop A-fig. 15als volgt bedienen: ❒
als u de knop naar links draait, gaan de
minuten knipperen;
❒
als u de knop naar rechts draait, wordt
de waarde van de minuten verhoogd (als
u de knop naar rechts gedraaid houdt,
lopen de minuten snel door);
❒
als u de knop naar links draait, gaan de
uren knipperen;
❒
als u de knop naar rechts draait, wordt
de waarde van de uren verhoogd (als u
de knop naar rechts gedraaid houdt, lo-
pen de uren snel door);
❒
als u de knop naar links draait, kiest u
de weergave: 24H of 12H;
001-019 SCUDO LUM NL 27/03/14 10:39 Pagina 16
Page 74 of 227

70VEILIGHEIDSTARTEN EN
RIJDENLAMPJES EN
BERICHTENNOODGEVALLENONDERHOUD
EN ZORGTECHNISCHE
GEGEVENSALFABETISCH
REGISTERDASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTEN
BELANGRIJK Gebruik de asbak niet als
prullenbak voor papiertjes; als deze in con-
tact komen met smeulende peuken kan er
brand ontstaan.
ZONNEKLEPPEN fig. 87
De zonnekleppen zitten aan beide zijden
naast de achteruitkijkspiegel. Ze kunnen
zowel voor de voorruit als tegen de zijruit
worden gedraaid.
De zonnekleppen zijn voorzien van een
spiegeltje (indien aanwezig).
Om het spiegeltje (indien aanwezig) te ge-
bruiken, moet het klepje A(bepaalde uit-
voeringen) worden geopend.
BELANGRIJK Een etiket dat aangeeft dat
het verplicht is de airbag uit te schakelen
wanneer een kinderzitje tegen de rijrich-
ting in gemonteerd wordt is aangebracht
aan beide kanten van de zonneklep. Houd
u altijd aan de aanwijzingen op het etiket
(zie “Airbag” in het deel “Veiligheid”).fig. 87
F0P0079m
fig. 88
F0P0080m
fig. 89
F0P0081m
STEKKERDOZEN
(indien aanwezig)
Afhankelijk van de uitvoering kunnen de
stekkerdozen zich op verschillende plaat-
sen in het interieur bevinden.
Open voor gebruik de dop A-fig. 88.
VASTE SCHEIDINGSWAND
(indien aanwezig)
In enkele uitvoeringen is een vaste schei-
dingswand aanwezig fig. 89tussen de
laadruimte en de bestuurdersstoel om de
bestuurder tijdens het rijden te bescher-
men voor de lading in de laadruimte.
020-082 SCUDO LUM NL 02/12/13 15.20 Pagina 70
Page 101 of 227

97
STARTEN EN
RIJDENLAMPJES EN
BERICHTENNOODGEVALLENONDERHOUD
EN ZORGTECHNISCHE
GEGEVENSALFABETISCH
REGISTERDASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTENVEILIGHEID
VEILIGHEIDSGORDELS ..................................................... 98
SBR SYSTEEM ....................................................................... 100
GORDELSPANNERS .......................................................... 100
VEILIG KINDEREN VERVOEREN .................................... 103
HET “UNIVERSELE” KINDERZITJE MONTEREN ........ 104
HET “ISOFIX UNIVERSELE”
KINDERZITJE MONTEREN .............................................. 107
AIRBAGS ................................................................................ 112
ZIJAIRBAGS ........................................................................... 115
V V
E E
I I
L L
I I
G G
H H
E E
I I
D D
097-118 SCUDO LUM NL 02/04/14 11:03 Pagina 97
Page 102 of 227

98STARTEN EN
RIJDENLAMPJES EN
BERICHTENNOODGEVALLENONDERHOUD
EN ZORGTECHNISCHE
GEGEVENSALFABETISCH
REGISTERDASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTEN
VEILIGHEID
VEILIGHEIDSGORDELSGEBRUIK VAN DE
VEILIGHEIDSGORDELS fig. 1
De veiligheidsgordel moet omgelegd wor-
den terwijl men goed rechtop, met de rug
tegen de rugleuning zit.
Pak, om de gordel om te leggen, het lipjeAen steek dit in de gesp B
B, totdat de klik
van het vergrendelen wordt gehoord.
Als tijdens het uittrekken de gordel blijft
blokkeren, laat hem dan een stukje terug-
lopen en trek hem vervolgens langzaam
uit.
Druk, om de gordel los te maken, op knop
C. Begeleid de gordel tijdens het teruglo-
pen, zodat hij niet draait.
Via de oprolautomaat past de gordel zich
automatisch aan het lichaam van de inzit-
tenden aan, waarbij voldoende bewe-
gingsvrijheid wordt gelaten.
De oprolautomaat kan blokkeren als de
auto op een steile helling staat: dit is nor-
maal. Bovendien blokkeert de oprolauto-
maat als de gordel snel wordt uitgetrok-
ken of bij hard remmen, botsingen en bij
bochten die op hoge snelheid worden ge-
nomen.
De achterbank is voorzien van driepunts-
veiligheidsgordels met oprolautomaat.
fig. 1
F0P0108m
Druk nooit op knop C - fig. 1
tijdens het rijden.
ATTENTIE!
GEBRUIK VAN DE
VEILIGHEIDSGORDELS
VAN DE VOORSTOELEN
Met frontairbags: bestuurder en passagier
(voor bepaalde versies/markten).
De voorstoelen zijn uitgerust met pyro-
technische gordelspanners en krachtbe-
grenzers. Zie paragraaf - gordelspanners
en krachtbegrenzers.
Als het voertuig is uitgerust met voor-
stoelen in de vorm van een bank voor 2
personen, en de frontairbag voor de pas-
sagier ontbreekt, heeft de veiligheidsgor-
del voor de middelste passagier geen py-
rotechnische gordelspanner en kan deze
niet in hoogte versteld worden.
De voorste veiligheidsgordels zijn afstel-
baar in de hoogte, zodat zij aangepast kun-
nen worden aan het lichaam van de inzit-
tenden. Dit reduceert het risico op ver-
wondingen bij een ongeval aanzienlijk. De
gordel is goed afgesteld als hij halverwe-
ge tussen de nek en het uiteinde van de
schouder ligt. Om de gordel af te stellen,
op hendel A
Adrukken en de schuif hoger
of lager zetten.
097-118 SCUDO LUM NL 02/04/14 11:03 Pagina 98
Page 107 of 227

103
STARTEN EN
RIJDENLAMPJES EN
BERICHTENNOODGEVALLENONDERHOUD
EN ZORGTECHNISCHE
GEGEVENSALFABETISCH
REGISTERDASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTENVEILIGHEID
Om een optimale bescherming bij een on-
geval te kunnen garanderen, moeten alle
inzittenden zitten en gebruik maken van
goedgekeurde beveiligingssystemen, ook
baby’s en kinderen! Dit is een wettelijke
verplichting in alle EU-landen, conform de
Europese richtlijn 2003/20/EC.
Vergeleken met volwassen is het hoofd
van kleine kinderen in verhouding met de
rest van het lichaam groter en zwaarder,
maar de spieren en de botstructuur van
kinderen zijn nog niet volledig ontwikkeld.
Daarom zijn correcte veiligheidssystemen,
naast veiligheidsgordels voor volwassenen,
noodzakelijk om het gevaar van letsel in
geval van een aanrijding, remmen of plot-
selinge manoeuvre, zo veel mogelijk te be-
perken.
Kinderen moeten veilig en comfortabel op
hun zitplaats blijven. Voor zover de ei-
genschappen van de gebruikte kinderzit-
jes dit toelaten, is het raadzaam om kin-
derzitjes zo lang mogelijk tegen de rij-
richting in te monteren, omdat die plaats
bij een ongeval de meeste bescherming
biedt.
Om het meest geschikte kinderzitje te kie-
zen, moet rekening worden gehouden met
het gewicht van het kind; er zijn verschil-
lende types kinderzitjes en men dient
steeds het type te kiezen dat het meest
geschikt is voor het kind. Kinderen langer dan 1,50 m worden voor
wat betreft beveiligingsystemen gelijkge-
steld met volwassenen en moeten de stan-
daard veiligheidsgordels dragen.
In Europa vallen de eigenschappen van kin-
derzitjes onder de richtlijn ECE-R44, ze
zijn verplicht en onderverdeeld in vijf ge-
wichtsgroepen:
Groep 0 tot 10 kg
Groep 0+ tot 13 kg
Groep 1 9-18 kg
Groep 2 15-25 kg
Groep 3 22-36 kg
Alle kinderzitjes moeten voorzien zijn van
de typegoedkeuring, samen met een goed
vastgehecht plaatje met het controleteken
dat nooit mag worden verwijderd. In het
Fiat Lineaccessori-assortiment zijn kin-
derzitjes voor elke gewichtsgroep opge-
nomen. Het gebruik van deze kinderzit-
jes wordt aanbevolen, omdat ze speciaal
ontworpen en getest zijn voor Fiat voer-
tuigen.VEILIG KINDEREN VERVOEREN
Een etiket met het speciale
symbool dat aangeeft dat
het verplicht is de airbag uit te scha-
kelen als er een kinderzitje in de rij-
richting gemonteerd is, is aangebracht
op de zonneklep. Houd u altijd aan
de aanwijzingen op de zonneklep (zie
het deel “Airbag” in deze paragraaf).
ATTENTIE!
097-118 SCUDO LUM NL 02/04/14 11:03 Pagina 103
Page 113 of 227

109
STARTEN EN
RIJDENLAMPJES EN
BERICHTENNOODGEVALLENONDERHOUD
EN ZORGTECHNISCHE
GEGEVENSALFABETISCH
REGISTERDASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTENVEILIGHEID
DOOR FIAT AANBEVOLEN KINDERZITJES
Door Lineaccessori Fiat wordt een volledige reeks kinderzitjes aanbevolen die bevestigd moeten worden met de driepuntsveilig-
heidsgordel of de Isofix beugels. GROEP 0+:
van pasgeboren
tot 13 kg
Britax Baby Safe plus
Goedkeuringsnummer:
E1 04301146
Britax Baby Safe plus
Goedkeuringsnummer:
E1 04301146
+
Britax Baby Safe ISOFIX basisDit mag alleen bevestigd worden
met de driepuntsveiligheidsgordel
tegen de rijrichting in. Indien het
geïnstalleerd wordt op de passa-
giersstoel voor, vergeet dan niet de
airbag uit te schakelen.
Dit moet tegen de rijrichting in ge-
monteerd worden met behulp van
de Isofix beugels van het voertuig
en de Isofix basis.
Dit moet gemonteerd worden op
de buitenste achterste stoelen.
+
097-118 SCUDO LUM NL 02/04/14 11:03 Pagina 109
Page 115 of 227

111
STARTEN EN
RIJDENLAMPJES EN
BERICHTENNOODGEVALLENONDERHOUD
EN ZORGTECHNISCHE
GEGEVENSALFABETISCH
REGISTERDASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTENVEILIGHEID
BELANGRIJKE AANBEVELINGEN VOOR HET VEILIG VERVOEREN VAN KINDEREN:
1) Het wordt aanbevolen kinderen altijd op de achterbank te vervoeren, bij een ongeval biedt de achterbank de meeste bescher-
ming.
2) Als de passagiersairbag buiten werking is gesteld, controleer dan of het lampje op het instrumentenpaneel brandt om er zeker
van te zijn dat deze airbag daadwerkelijk is uitgeschakeld.
3) Volg de aanwijzingen, die de fabrikant verplicht bij het kinderzitje moet leveren, zorgvuldig op. Bewaar deze aanwijzingen samen
met de overige documenten en dit instructieboek in het voertuig. Gebruik geen gebruikte kinderzitjes waarvan de gebruiksaan-
wijzingen ontbreken.
4) Controleer altijd of de veiligheidsgordels goed zijn vastgemaakt door eraan te trekken.
5) Elk kinderzitje is bedoeld voor slechts één kind: vervoer nooit twee kinderen in een zitje.
6) Controleer altijd of de gordel niet langs de nek van het kind loopt.
7) Laat het kind tijdens het rijden geen verkeerde houding aannemen of de gordels losmaken.
8) Laat een kind nooit het diagonale gordelgedeelte onder zijn arm of achter zijn rug omleggen.
9) Vervoer kinderen nooit op schoot, ook pasgeborenen niet. Niemand, hoe sterk ook, is in staat om een kind vast te houden bij
een ongeval.
10) Na een ongeval moet het kinderzitje door een nieuw exemplaar worden vervangenGROEP 2:
van 15 tot 36 kg
Fair Junior
Goedkeuringsnummer:
E4 04443721
Dit mag alleen bevestigd worden
in de rijrichting met de drie-
puntsveiligheidsgordel.
BELANGRIJK Installeer het kinderzitje, welk systeem u ook gekozen hebt, volgens de aanwijzingen die erbij geleverd moeten zijn
097-118 SCUDO LUM NL 02/04/14 11:03 Pagina 111
Page 116 of 227

112STARTEN EN
RIJDENLAMPJES EN
BERICHTENNOODGEVALLENONDERHOUD
EN ZORGTECHNISCHE
GEGEVENSALFABETISCH
REGISTERDASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTEN
VEILIGHEID
FRONTAIRBAGS
De frontairbags voor bestuurder en pas-
sagier (voor bepaalde versies/markten)
beschermen de inzittenden voorin bij
middelzware en zware frontale botsin-
gen, door de airbag tussen de inzittende
en het stuurwiel of het dashboard op te
blazen. Als de airbags niet worden op-
geblazen bij andere soorten botsingen
(botsingen opzij, achterop, over de kop
slaan enz.), wijst dit niet op een storing
van het systeem. De frontairbags voor bestuurder en passa-
gier (voor bepaalde versies/markten) zijn
geen vervanging voor de veiligheidsgordels,
maar een aanvulling. Draag dus altijd vei-
ligheidsgordels, zoals trouwens bij de wet
voorgeschreven is in alle Europese landen
en de meeste landen daarbuiten.
In geval van een frontale botsing zorgt een
elektronische regeleenheid ervoor dat het
kussen wordt opgeblazen. Het kussen
wordt onmiddellijk opgeblazen tussen het
lichaam van de inzittende voorin en de de-
len van het voertuig die tot letsel kunnen
leiden. Na het opblazen loopt de airbag ook
direct weer leeg. Wanneer de airbags vol-
ledig opgeblazen zijn, nemen ze bijna alle
ruimte in beslag tussen het stuurwiel en de
bestuurder en tussen het dashboard en de
passagier voorin.
AIRBAGSHet voertuig is uitgerust met frontairbags
voor bestuurder en passagier (voor be-
paalde versies/markten), zijairbags voor be-
stuurder en passagier voor bescherming
van bekken, borst en schouders (voor be-
paalde versies/markten) en hoofdairbags
voor het beschermen van de hoofden van
de inzittenden voorin en op de buitenste
stoelen achterin (voor bepaalde versies/
markten).
De plaats van de airbags in de auto is ge-
markeerd met de tekst “AIRBAG” in het
midden van het stuurwiel, op het dash-
board, op de bekleding aan de zijkant of
met een sticker die in het gebied waar de
airbag wordt opgeblazen zit.Bij een botsing worden degenen die geen
veiligheidsgordel dragen naar voren ge-
worpen en kunnen zo in contact komen
met een airbag die nog niet volledig opge-
blazen is. Onder deze omstandigheden
wordt de inzittende minder door de airbag
beschermd.
In de volgende omstandigheden kan het
voorkomen dat de frontairbags niet wor-
den opgeblazen:
❒frontale botsingen tegen makkelijk ver-
vormbare onderdelen, waarbij niet de
voorkant van het voertuig is betrokken
(bijv. spatbord tegen de vangrail, zand-
hopen, enz. );❒wanneer het voertuig onder andere
voertuigen schuift;
Als de airbags in bovenbeschreven om-
standigheden niet opgeblazen worden dan
bieden ze geen aanvullende bescherming
ten opzichte van de veiligheidsgordels, zo-
dat hun activering geen zin heeft. In deze
gevallen wijst de uitgebleven activering dus
niet noodzakelijkerwijs op een storing van
het systeem.
097-118 SCUDO LUM NL 02/04/14 11:03 Pagina 112
Page 117 of 227

113
STARTEN EN
RIJDENLAMPJES EN
BERICHTENNOODGEVALLENONDERHOUD
EN ZORGTECHNISCHE
GEGEVENSALFABETISCH
REGISTERDASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTENVEILIGHEID
FRONTAIRBAG
PASSAGIER - fig. 13
(voor bepaalde versies/markten)
Deze bestaat uit een onmiddellijk op-
blaasbaar kussen dat in een speciale ruim-
te in het dashboard zit: deze airbag heeft
een groter volume dan de bestuurder-
sairbag.
FRONTAIRBAG PASSAGIER
EN KINDERZITJES - fig. 13a
Volg ALTIJDde aanbevelingen op die
vermeld zijn op de stickers aan beide kan-
ten van de zonneklep - fig. 13a.fig. 13
F0P0114m
fig. 12
F0P0606m
Rijd altijd met de handen op
de rand van het stuurwiel zo-
dat de airbag indien nodig ongehin-
derd opgeblazen kan worden. Rijd niet
met voorover gebogen lichaam. Houd
de rug goed rechtop tegen de rugleu-
ning gedrukt. Breng geen stickers of
andere voorwerpen op het stuurwiel,
op het dashboard in de zone van de
passagiersairbag en op de dakbekle-
ding aan. Plaats nooit voorwerpen
(bijv. mobiele telefoons) op het dash-
board aan passagierszijde, omdat de-
ze het correct openen van de airbag
kunnen hinderen en tevens de inzit-
tenden ernstig kunnen verwonden.
ATTENTIE!
FRONTAIRBAG
BESTUURDER - fig. 12
Deze bestaat uit een onmiddellijk opblaas-
baar kussen dat in een speciale ruimte in het
midden van het stuurwiel is geplaatst.
fig. 13/a
F0P0659m
ZEER GEVAARLIJK: Plaats
NOOIT een kinderzitje te-
gen de rijrichting in op de
passagiersstoel van auto's
met een actieve passagier-
sairbag. Bij een ongeval, hoe
klein ook, kan de airbag ernstig let-
sel en zelfs de dood van de baby tot
gevolg hebben. Daarom moet de pas-
sagiersairbag altijd uitgeschakeld
worden als een kinderzitje tegen de
rijrichting in gemonteerd wordt op de
voorste passagiersstoel. Bovendien
moet de passagiersstoel zo ver mo-
gelijk naar achteren zijn geschoven
om te voorkomen dat het kinderzit-
je eventueel in aanraking komt met
het dashboard. Schakel de passa-
giersairbag onmiddellijk weer in als
het kinderzitje is verwijderd.
ATTENTIE!
097-118 SCUDO LUM NL 02/04/14 11:03 Pagina 113