alarm FIAT STRADA 2014 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: FIAT, Model Year: 2014, Model line: STRADA, Model: FIAT STRADA 2014Pages: 187, PDF Size: 9.33 MB
Page 13 of 187
11
STUURSLOT
Inschakeling: draai de sleutel naar
de stand STOP of PARK, verwijder
de sleutel en verdraai het stuurwiel
tot het vergrendelt.CONTACTSLOT
De sleutel kan naar 4 verschillende
standen worden gedraaid fig. 5:
– STOP: motor uit, sleutel kan
verwijderd worden en stuur
geblokkeerd. Sommige
elektrische apparaten (bijv.
autoradio, portiervergrendeling,
elektronisch alarm enz.) kunnen
blijven werken;
– MAR: rijstand. Alle elektrische
apparaten/systemen kunnen
werken.
– AVV: motor starten.
– PARK: motor uit, parkeerlichten
branden, sleutel kan verwijderd
worden en stuur geblokkeerd.
Druk op de knop A om de sleutel
naar PARK te draaien.
PARKSTOPMARAVV
A
fig. 5
F0X0005m
Als er geknoeid is aan
het contactslot (bijv.
een poging tot diefstal), dan
moet men het laten
controleren bij het Fiat
Servicenetwerk alvorens te
gaan rijden.
WAARSCHUWING
Verwijder de sleutel
nooit terwijl de auto
rijdt. Het stuurwiel zal
blokkeren zodra eraan
gedraaid wordt. Dit geldt ook
voor voertuigen die gesleept
worden.
WAARSCHUWING
007-044 STRADA LUM NL 2ed 4-04-2012 9:38 Pagina 11
Page 14 of 187
12
INSTRUMENTENPANEEL
De aanwezigheid en de plaats van de bedieningselementen, instrumenten en waarschuwings-/controlelampjes kunnen per
versie verschillen.
fig. 6
Trekking / Working versie fig. 6
1. Verstelbare luchtroosters aan zijkanten – 2. Linkerhendel: bediening buitenverlichting – 3. Claxon
4. Instrumentenpaneel – 5. Rechterhendel: bediening ruitenwissers, ruitensproeiers, trip computer – 6. Verstelbare
luchtroosters in het midden – 7. Bedieningsknoppen – 8. Schakelaar alarmknipperlichten – 9. Autoradio (of voorbereiding
voor autoradio) – 10. Passagiersairbag of bovenste opbergvak (voor bepaalde versies/markten) – 11. Dashboardkastje
12. Opbergvak 13. Bedieningselementen verwarming/ventilatie/airco – 14. Contactslot – 15. Frontairbag bestuurderszijde
16. Hendel voor openen motorkap – 17. Deksel zekeringhouder op dashboard – 18. Koplampverstelling en
bedieningselementen.
F0X0006m
007-044 STRADA LUM NL 2ed 4-04-2012 9:38 Pagina 12
Page 15 of 187
13
De aanwezigheid en de plaats van de bedieningselementen, instrumenten en waarschuwings-/controlelampjes kunnen per
versie verschillen.
F0X0007mfig. 7
Adventure versie fig. 7
1. Verstelbare luchtroosters aan zijkanten – 2. Linkerhendel: bediening buitenverlichting – 3. Claxon
4. Instrumentenpaneel – 5. Rechterhendel: bediening ruitenwissers, ruitensproeiers, trip computer – 6. Verstelbare
luchtroosters in het midden – 7. Bedieningsknoppen – 8. Kompas – 9. Hellingmeter dwarsrichting – 10. Hellingmeter
lengterichting – 11. Autoradio (of voorbereiding voor autoradio) – 12. Schakelaar alarmknipperlichten
13. Passagiersairbag of bovenste opbergvak (voor bepaalde versies/markten) – 14. Dashboardkastje – 15. Opbergvak
16. Bedieningselementen verwarming/ventilatie/airco – 17. Contactslot – 18. Frontairbag bestuurderszijde – 19. Hendel
voor openen motorkap – 20. Deksel zekeringhouder op dashboard – 21. Koplampverstelling, E-Locker (indien voorzien)
en bedieningselementen.
007-044 STRADA LUM NL 2ed 4-04-2012 9:38 Pagina 13
Page 52 of 187
Neem contact op met het
Fiat Servicenetwerk als
het lampje
Uniet gaat
branden wanneer de
contactsleutel naar de stand MAR
wordt gedraaid of wanneer het
tijdens het rijden gaat branden
(samen met een melding op de
display bij sommige versies). De
verkeerspolitie beschikt over
speciale apparatuur waarmee de
werking van het lampje
Ukan
worden gecontroleerd. Neem in
elk geval de wettelijke
voorschriften in acht van het land
waarin wordt gereden.
STORING
INSPUITSYSTEEM
(geel)
Wanneer onder normale
omstandigheden de contactsleutel in
de stand MAR wordt gedraaid, gaat
het lampje branden. Het lampje
moet doven nadat de motor is
gestart.
Wanneer het lampje blijft branden of
tijdens het rijden gaat branden, wijst
dit op een onjuiste werking van het
inspuitsysteem; met mogelijk
prestatieverlies, slechte
rijeigenschappen en een hoog
brandstofverbruik tot gevolg.
Bij sommige versies verschijnt een
speciale melding op de display.
Onder deze omstandigheden kan
men met gematigde snelheid verder
rijden zonder te veel van de motor
te eisen. In elk geval moet zo snel
mogelijk contact worden
opgenomen met het Fiat
Servicenetwerk. PORTIEREN NIET
GOED GESLOTEN
(rood)
Bij sommige versies gaat dit lampje
branden wanneer een of meerdere
portieren of de achterklep niet goed
gesloten zijn. Bij sommige versies
verschijnt een speciale melding op de
display. Bij sommige versies wordt
een geluidssignaal afgegeven wanneer
het voertuig rijdt.VEILIGHEIDSGOR-
DELS NIET
VASTGEMAAKT
(rood) (voor bepaalde
versies/markten)
Het lampje brandt continu wanneer
het voertuig stil staat en de
veiligheidsgordel van de bestuurder
niet correct is vastgemaakt. Zodra
het voertuig begint te rijden, begint
het lampje te knipperen en wordt
een geluidssignaal afgegeven, als de
veiligheidsgordels niet correct zijn
vastgemaakt.
<
´
U
50
STORING
ELEKTRONISCHE
STARTBLOKKERING –
FIAT CODE
(geel)
(voor bepaalde
uitvoeringen/markten)
Een brandend lampje (op enkele
uitvoeringen verschijnt ook de
bijbehorende melding op het display)
geeft een storing aan in het Fiat
Code-systeem of, indien aanwezig, in
het diefstalalarm: wendt u in dat geval
zo snel mogelijk tot het Fiat
Servicenetwerk.
Y
045-094 STRADA LUM NL 1ed 13-02-2012 13:13 Pagina 50
Page 56 of 187
E-LOCKER SYSTEEM
(Sperdifferentieel voor,
voor bepaalde
versies/markten)
Het lampje gaat als volgt branden (bij
sommige versies samen met een
speciale melding op de display):
– het knippert wanneer het systeem
ingeschakeld wordt;
– het knippert sneller om aan te
geven dat de voertuigsnelheid 20
km/h nadert;
– het brandt vast als er een storing
in het systeem aanwezig is.RECHTER
RICHTINGAANWIJZER
(groen - knipperend)
Het lampje gaat branden wanneer de
richtingaanwijzerhendel omhoog
wordt verplaatst of, samen met de
linker richtingaanwijzer, wanneer de
drukknop voor de
alarmknipperlichten wordt ingedrukt.
LINKER
RICHTINGAANWIJZER
(groen - knipperend)
Het lampje gaat branden wanneer de
richtingaanwijzerhendel omlaag
wordt verplaatst of, samen met de
rechter richtingaanwijzer, wanneer
de drukknop voor de
alarmknipperlichten wordt
ingedrukt.
ELD
STADSLICHT (groen)
FOLLOW ME HOME
(groen)
Stadslicht
Het lampje gaan branden wanneer
het stadslicht wordt ingeschakeld.
Follow me home
(voor bepaalde versies/markten)
Het lampje gaat branden wanneer dit
systeem ingeschakeld is (zie “Follow
me home” in dit hoofdstuk).
De display toont een speciale
melding.
MISTLAMPEN VOOR
(groen)
(voor bepaalde
versies/markten)
Het lampje gaan branden wanneer
de mistlampen voor worden
ingeschakeld.MISTACHTERLICHTEN
(geel)
(voor bepaalde
versies/markten)
Het lampje gaan branden wanneer
de mistachterlichten worden
ingeschakeld.3
5
4
GROOTLICHT
Het lampje gaat branden wanneer
het grootlicht wordt ingeschakeld.
1
54
045-094 STRADA LUM NL 1ed 13-02-2012 13:13 Pagina 54
Page 65 of 187
Gebruik de ruitenwissers
nooit om opgehoopte
sneeuw of ijs van de
voorruit te verwijderen. In
dergelijke omstandigheden
wordt bij overbelasting van de
ruitenwissers de beveiliging
ingeschakeld, waardoor de
ruitenwissers enkele seconden
worden uitgeschakeld. Als
hierna de ruitenwissers niet
meer werken, neem dan contact
op met het Fiat Servicenetwerk.
(r
fig. 64
F0X0040m
BEDIENINGSELEMENTEN
ALARMKNIPPERLICHTEN fig. 64
Druk op de schakelaar A om de
alarmknipperlichten in te schakelen,
ongeacht de stand van de sleutel in
het contactslot.
Bij ingeschakelde
alarmknipperlichten, knippert de
schakelaar en tegelijkertijd gaan op
het instrumentenpaneel de
controlelampjes knipperen.
Druk opnieuw op de schakelaar om
de alarmknipperlichten uit te
schakelen.Het gebruik van de
alarmknipperlichten
wordt geregeld door de
wegenverkeerswetgeving van
het land waar u rijdt: neem de
wettelijke voorschriften in
acht.
WAARSCHUWING
63
045-094 STRADA LUM NL 1ed 13-02-2012 13:13 Pagina 63
Page 111 of 187
109
Indien men de stalen
velgen laat vervangen
door lichtmetalen
velgen, dan is het aanbevolen
om de 4 originele wielbouten te
bewaren. Risico op beschadiging
van de wieldeksels.
Waarschuw de andere
weggebruikers voor de
stilstaande auto conform de
plaatselijke wettelijke voorschriften:
alarmknipperlichten,
gevarendriehoek enz. Alle
inzittenden moeten de auto
verlaten en uit de buurt van
gevaarlijk verkeer wachten tot de
reparatie is uitgevoerd. Blokkeer de
wielen met wiggen of ander geschikt
materiaal als de auto op oneffen
wegdek of op een helling staat.
WAARSCHUWINGEEN WIEL VERVANGEN
Onthoud dat:
– de krik weegt 2,9 kg;
– de krik behoeft geen afstelling;
– de krik niet kan worden
gerepareerd. Indien beschadigd,
moet hij vervangen worden door
een nieuw exemplaar;
– afgezien van de slinger die in dit
hoofdstuk is aangegeven, mag geen
enkel ander gereedschap op de
krik gemonteerd worden.
Start de motor nooit
wanneer de auto is
opgekrikt. Als een aanhanger
aanwezig is, koppel dan eerst
de aanhanger los alvorens het
voertuig op te krikken.
WAARSCHUWING
107-132 STRADA LUM NL 1ed 10-01-2012 15:18 Pagina 109
Page 127 of 187
125
ZEKERINGENTABEL
Stroomverbruiker Nr. Zekering Ampère Plaats
F12
F13
F31
F32
F35
F37
F38
F39
F42
F43
F44
F47
F48
F49
F50
F51
F5315A
15A
7,5A
15A
10A
10A
20A
15A
7,5A
30A
20A
30A
30A
7,5A
7,5A
7,5A
10A
Rechter dimlicht
Linker dimlicht, koplampverstelling
Voeding voor achteruitrijlicht, relaisspoelen op zekeringenkast
motorruimte, handbediend klimaatregelsysteem
Voeding +30 bediening buitenverlichting
Voedin schakelaar remlichten (NC-signaal)
Remlichten, regeleenheid instrumentenpaneel
Centrale portiervergrendeling
Voeding +30 plafondverlichting, verlichting dashboardkastje, autoradio
ABS-regeleenheid
Ruitenwissers, bidirectionele pomp
Stopcontact - aansteker
Elektrische ruitbediening linksvoor
Elektrische ruitbediening rechtsvoor
+15 stroomverbruikers voeding voor autoradio, elektrisch
verstelbare spiegels, verlichting midden- en zijconsole, verlichting
bediening elektrische spiegels
Airbagsysteem
+ voeding voor kentekenverlichting, verlichting bediening
verwarming, verlichting stopcontact - aansteker, verlichting autoradio
Richtingaanwijzers, alarmknipperlichten, regeleenheid instrumentenpaneelfig. 143
fig. 143
fig. 143
fig. 143
fig. 143
fig. 143
fig. 143
fig. 143
fig. 143
fig. 143
fig. 143
fig. 143
fig. 143
fig. 143
fig. 143
fig. 143
fig. 143
107-132 STRADA LUM NL 1ed 10-01-2012 15:18 Pagina 125
Page 136 of 187
35 70 105 140 175
24 48 72 96 120
●●●●●
●●●●●
●●●●●
●●●●●
●●●●●
●●●●●
●●●●●
●●●●●
●●
134
GEPROGRAMMEERD ONDERHOUDSSCHEMA
De servicebeurten moeten elke 35.000 km worden verricht.
km x 1000
Maanden
Laadtoestand accu controleren en zo nodig opladen
Banden op conditie/slijtage controleren en eventueel op spanning brengen
Werking verlichtingssysteem (koplampen, richtingaanwijzers,
alarmknipperlichten, bagageruimte, inzittendenruimte, opbergvak,
lampje instrumentenpaneel, enz.) controleren
Werking van ruitenwissers/-sproeiers controleren en zo
nodig de sproeiers afstellen
Stand en conditie van wisrubbers van ruitenwissers controleren
Slot van motorkap en achterklep op aanwezigheid van vuil controleren,
schoonmaken en mechanismen smeren
Visueel de toestand controleren van: buitenzijde van carrosserie,
bodemplaatbescherming, slangen en leidingen
(uitlaat, brandstof- en remsysteem en
rubber elementen (hoezen, balgen, bussen enz.)
Conditie en slijtage remblokken van schijfremmen voor controleren
en de werking van remblokslijtagesensor controleren
Remvoeringen van trommelremmen achter op conditie en slijtage controleren
133-154 STRADA LUM NL 1ed 13-02-2012 13:31 Pagina 134
Page 139 of 187
137
PERIODIEKE
CONTROLES
Elke 1.000 km of vóór een lange reis
controleren en eventueel bijvullen:
– niveau motorkoelvloeistof;
– remvloeistofniveau;
– vloeistofniveau ruitensproeier;
– conditie en spanning banden;
– werking verlichting (koplampen,
richtingaanwijzers,
alarmknipperlichten, etc.);
– werking ruitenwissers/-sproeiers
en stand/slijtage wisserbladen
voor/achter;
Elke 3.000 km controleren en
eventueel bijvullen: motorolieniveau.
Het gebruik van PETRONAS
LUBRICANTS producten wordt
aanbevolen, omdat deze speciaal
voor Fiat auto’s zijn ontworpen en
geproduceerd (zie tabel “Inhouden”
in het hoofdstuk “Technische
gegevens”).
ZWAAR GEBRUIK VAN
DE AUTO
Als vooral een intensief gebruik van
het voertuig wordt gemaakt, zoals:
– het trekken van aanhangers of
caravans;
– het rijden op stoffige wegen;
– talrijke korte ritten (minder dan
7-8 km) en bij buitentemperaturen
onder het vriespunt;
– vaak lang stationair draaiende
motor of lange afstanden bij lage
snelheden of als de auto lang niet
wordt gebruikt;
dan moeten de volgende controles
vaker worden uitgevoerd dan is
aangegeven in het Geprogrammeerd
onderhoudsschema:
– remblokken van schijfremmen
voor op conditie en slijtage
controleren;
– slot van motorkap en achterklep
op aanwezigheid van vuil
controleren, schoonmaken en
mechanismen smeren;– visueel de toestand controleren
van: motor, versnellingsbak,
aandrijving, leidingen, pijpen en
slangen (uitlaat - brandstoftoevoer
- remmen) rubber delen
(stofkappen, hoezen, bussen enz.);
– laadtoestand accu en niveau
accuvloeistof (elektrolyt)
controleren;
– conditie van aandrijfriemen
hulporganen visueel controleren;
– motorolie en oliefilter
controleren en zo nodig
vervangen;
– pollenfilter controleren en zo
nodig vervangen;
– luchtfilter controleren en
eventueel vervangen.
133-154 STRADA LUM NL 1ed 13-02-2012 13:31 Pagina 137