FIAT TIPO 4DOORS 2020 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: FIAT, Model Year: 2020, Model line: TIPO 4DOORS, Model: FIAT TIPO 4DOORS 2020Pages: 260, PDF Size: 7.25 MB
Page 41 of 260
BELANGRIJK
10)De auto is uitgerust met een gasvormig
LPG inspuitsysteem dat speciaal
ontworpen is voor deze auto: daarom is het
absoluut verboden de configuratie van het
systeem of de componenten ervan te
wijzigen. Het gebruik van andere
componenten of materialen zou kunnen
leiden tot een slechte werking en
verminderde veiligheid; neem dus in geval
van problemen altijd contact op met het
Fiat Servicenetwerk. Volg, om beschadiging
aan onderdelen van het gassysteem te
voorkomen, wanneer het voertuig wordt
gesleept of opgekrikt, de aanwijzingen op
die beschreven zijn in de paragraaf "Slepen
van het voertuig" van het Instructieboek.
11)Het systeem werkt op temperaturen
tussen -20°C en 100°C.
12)Bij gebruik van een lakoven moet de
LPG-tank uit de auto verwijderd worden en
later weer worden gemonteerd bij het Fiat
Servicenetwerk. Alhoewel het LPG-systeem
talrijke veiligheidsvoorzieningen heeft, wordt
geadviseerd als volgt te werk te gaan als de
auto langere tijd niet gebruikt wordt of als
het voertuig verplaatst wordt in een
noodgeval na panne of een ongeval: draai
de bevestigingselementen van de LPG-tank
los en verwijder de tank. Draai de
LPG-kraan dicht door de ringmoer
rechtsom te draaien (zie "Passieve/actieve
veiligheid"). Zet het deksel terug en draai de
bevestigingen weer vast.13)Wanneer om omschakeling verzocht
wordt kan er een metaalachtig geluid van
de kleppen gehoord worden als deze het
circuit onder druk zetten. Bij de
omschakellogica zoals hierboven
beschreven, is een vertraging tussen het
tikkende geluid van de kleppen en het
uitgaan van het lampje op het
instrumentenpaneel volstrekt normaal.
14)Schakel niet om tussen de twee
werkingsmethodes tijdens het starten van
de motor.
15)In bijzondere gebruiksomstandigheden,
zoals starten en de werking op LPG met
een laag propaangehalte bij lage
buitentemperaturen, kan het systeem
tijdelijk omschakelen naar de werking op
benzine, zonder dat er op het display een
indicatie verschijnt of een lampje gaat
branden. Als het LPG-niveau in de tank
laag is of als er hoge prestaties gevraagd
worden (bijv. inhalen, volgeladen auto, steile
hellingen) kan het systeem automatisch
overschakelen naar werking op benzine om
het vereiste motorvermogen te garanderen;
het groene lampje
op het
instrumentenpaneel gaat branden om dit
aan te geven. Wanneer bovengenoemde
omstandigheden niet langer aanwezig zijn,
keert het systeem automatisch terug naar
werking op LPG en gaat het groene lampje
uit. Om bovenbeschreven automatische
omschakeling te verkrijgen, moet u zich
ervan verzekeren dat er altijd voldoende
brandstof in de benzinetank zit.16)Het strikt verboden is om additieven in
LPG te gebruiken. Het wordt geadviseerd
zo nu en dan (minstens één keer elke zes
maanden), de LPG in de tank volledig op te
maken en bij de volgende tankbeurt te
controleren of de maximuminhoud van
42 liter (inclusief reserve) (met een tolerantie
van 1 liter) niet overschreden wordt. Als het
niveau de 42 liter (inclusief reserve)
overschrijdt, neem dan onmiddellijk contact
op met het Fiat Servicenetwerk.
17)Gebruik uitsluitend LPG voor
motorvoertuigen.
39
Page 42 of 260
KENNISMAKING MET HET
INSTRUMENTENPANEEL
In dit deel van het instructieboek vindt u
alle informatie die u nodig hebt om het
instrumentenpaneel goed te begrijpen,
te interpreteren en te gebruiken.BEDIENINGSPANEEL EN
BOORDINSTRUMENTEN........41
DISPLAY..................44
BOORDCOMPUTER...........47
EOBD-SYSTEEM (European On Board
Diagnosis)..................48
LAMPJES EN BERICHTEN.......49
40
KENNISMAKING MET HET INSTRUMENTENPANEEL
Page 43 of 260
BEDIENINGSPANEEL EN BOORDINSTRUMENTEN
VERSIES MET MULTIFUNCTIONEEL DISPLAY
1. Snelheidsmeter 2. Brandstofmeter met reservelampje 3. Display 4. Digitale koelvloeistoftemperatuurmeter met
waarschuwingslampje oververhitting 5. Toerenteller.
Waarschuwingslampje alleen aanwezig op Dieseluitvoeringen. Bij dieselversies is de volledige schaal van de toerenteller
7000 tpm.
BELANGRIJK De verlichting van het instrumentenpaneel kan per versie verschillen.
52P05016J002
41
Page 44 of 260
VERSIES MET HERCONFIGUREERBAAR MULTIFUNCTIONEEL DISPLAY
1. Snelheidsmeter 2. Brandstofmeter met reservelampje 3. Display 4. Digitale koelvloeistoftemperatuurmeter met
waarschuwingslampje oververhitting 5. Toerenteller.
Waarschuwingslampje alleen aanwezig op Dieseluitvoeringen. Bij dieselversies is de volledige schaal van de toerenteller
7000 tpm.
BELANGRIJK De verlichting van het instrumentenpaneel kan per versie verschillen.
53P05016J001
42
KENNISMAKING MET HET INSTRUMENTENPANEEL
Page 45 of 260
MULTIFUNCTIONEEL HERCONFIGUREERDBAAR DISPLAY — LPG-VERSIE(voor bepaalde versies/markten)
1. Snelheidsmeter 2. Digitale benzinemeter met reservelampje 3. Display 4. Digitale LPG-meter met reservelampje
5. Toerenteller.
BELANGRIJK De verlichting van het instrumentenpaneel kan per versie verschillen.
54PGL00020
43
Page 46 of 260
DISPLAY
BESCHRIJVING
Het voertuig is uitgerust met een
display waarop nuttige informatie voor
de bestuurder weergegeven kan
worden tijdens het rijden.
GEAR SHIFT INDICATOR
De Gear Shift Indicator (GSI) adviseert
de bestuurder een andere versnelling in
te schakelen via een speciaal bericht op
het display.
Via de GSI wordt de bestuurder
gewaarschuwd dat een andere
versnelling brandstofbesparing kan
opleveren.
Wanneer het
pictogram verschijnt
op het display, stelt GSI voor naar een
hogere versnelling te schakelen, terwijl
wanneer het
pictogram wordt
weergegeven, stelt de GSI voor te
schakelen naar een lagere versnelling.
De aanduiding op het display blijft
branden tot er een versnelling wordt
ingeschakeld of de rijomstandigheden
terugkeren naar een situatie waarin
schakelen niet nodig is om het verbruik
te optimaliseren.
MULTIFUNCTIONEEL
DISPLAY
Op het display fig. 55 wordt de
volgende informatie weergegeven:
1: Stand hoogteregeling koplampen
(alleen bij ingeschakeld dimlicht)
2: Schakelindicator (GSI)
3: Indicatie ingeschakelde versnelling
4: Tijd
5: Buitentemperatuur (voor bepaalde
versies/markten)
6: Kilometerteller (weergave aantal
gereden kilometers/mijlen)
7: Display van "Cruise Control" of
huidige snelheid (voor versies/markten,
waar voorzien)
BEDIENINGSKNOPPEN
Deze bevinden zich aan de linkerkant
van het stuurwiel fig. 56.
Hiermee kan de bestuurder de opties in
het Hoofdmenu van het display
selecteren en bedienen (zie paragraaf
"Hoofdmenu").
/: druk de knoppen in en laat
ze los voor toegang tot het hoofdmenu
en om omhoog en omlaag door het
menu en de submenu's te bladeren.
: Kort indrukken om het menu te
openen en/of naar het volgende scherm
te gaan of de gekozen menuoptie te
bevestigen.
5505036J0001EM
5605036J0002EM
44
KENNISMAKING MET HET INSTRUMENTENPANEEL
Page 47 of 260
: druk de knop in en laat hem los
om terug te keren naar het vorige
menu-item.
: druk de knop in en laat hem
los om de "Trip computer" informatie
weer te geven.
HOOFDMENU
Het menu omvat de volgende opties:
“Dimmer” (verlichting)
"Snelheid"
"Uur" (Tijd instellen)
"Zoemer" (Akoestische
waarschuwing)
"Eenheden" (Meeteenheid)
"Flank" (Flanklichten)
“Bag P” (Airbag passagier) (indien
aanwezig)
"DRL" (Dagrijverlichting) (voor
bepaalde uitvoeringen/markten)Bag P (Airbag passagier)
(indien aanwezig)
Met deze functie kan de frontairbag aan
passagierszijde in- of uitgeschakeld
worden.
Ga als volgt te werk:
druk op de knopMENU OKna
weergave van het bericht (Bag pass:
Uit, om te deactiveren) of het bericht
"Bag pass: Aan, om te activeren) door
te drukken op
/, druk op de
knop
;
op het display verschijnt een bericht
met het verzoek om bevestiging;
druk op de knoppen/om (Ja)
te selecteren (om het inschakelen/
uitschakelen te bevestigen) of (Nee) (om
te annuleren);
druk kort op de knopMENU OK;er
verschijnt een bevestigingsbericht van
de selectie en u kunt terug naar het
menuscherm.
MetPassagiersbescherming
uitgeschakeldgaat de LED
permanent branden op het
instrumentenpaneel.
Opmerking Bij hetUconnect™
systeem worden sommige menuopties
weergegeven en beheerd op het
display van dat systeem en niet op het
display op het instrumentenpaneel (zie
het speciale Multimedia-hoofdstuk of
het supplement beschikbaar online).HERCONFIGUREERBAAR
MULTIFUNCTIONEEL
DISPLAY
Op het display fig. 57 wordt de
volgende informatie weergegeven:
1: stand hoogteregeling
koplampen,indicatie gebruikte
versnelling (waar aanwezig), indicatie
van suggestie schakelen (GSI),
buitentemperatuur, kompas (waar
aanwezig), datum.
57P05016J005
45
Page 48 of 260
2: voertuigsnelheid,
waarschuwingsberichten/alle
storingsindicaties.
3: totaal aantal afgelegde kilometers
(of mijlen) en pictogrammen van alle
storingsindicaties.
BEDIENINGSKNOPPEN
Deze bevinden zich aan de linkerkant
van het stuurwiel fig. 58.
Hiermee kan de bestuurder de opties in
het Hoofdmenu van het display
selecteren en bedienen (zie paragraaf
"Hoofdmenu").
/: druk de knoppen in en laat
ze los voor toegang tot het hoofdmenu
en om omhoog en omlaag door het
menu en de submenu's te bladeren.
/: druk op de knoppen en laat
ze los om toegang te krijgen tot de
informatieschermen of de submenu's
van een optie van het hoofdmenu.
OK: druk op deze knop om toegang
te krijgen tot de infoschermen of de
submenu's van een optie van het
hoofdmenu of om deze te selecteren.
Houd de knop 1 seconde ingedrukt om
de weergegeven/geselecteerde functies
te resetten.
HOOFDMENU
Het menu omvat de volgende opties:
TRIP
GSI
INFO VOERTUIG
AUDIO (functie beschikbaar op
versies en markten waar aanwezig)
TELEFOON (functie beschikbaar op
versies en markten waar aanwezig)
NAVIGATIE (functie beschikbaar op
versies en markten waar aanwezig)
AANKONDIGING
VOERTUIGINST.
Voertuiginst.
Met deze menuoptie kunnen de
instellingen gewijzigd worden voor:
Display;
Meeteenheid;
Klok & Datum;
Veiligheid
Veiligheid / Hulp;
Lichten;
Portieren+VergrendelingDisplay
Door het kiezen van de optie "Display"
kan toegang verkregen worden tot de
instellingen/informatie met betrekking
tot: "Display-instellingen", "Taal", "Zie
telefoon" (beschikbaar op versies en
markten waar aanwezig), "Zie navigatie"
(beschikbaar op versies en markten
waar aanwezig), "Automatische reset
trip B", "Displayverlichting".
Meeteenheid
Selecteer optie "Meeteenheid" om de
meeteenheid te kiezen tussen:
"Imperiaal", "Metrisch",
"Gepersonaliseerd".
Tijd en datum
Selecteer optie "Klok & Datum" om de
volgende instellingen te maken: "Tijd
instellen", "Modus", "Datum instellen".
Veiligheid
Selecteer de optie "Veiligheid" om de
volgende instellingen te maken: “Airbag
passagier” (indien aanwezig),
"Snelheidszoemer", "Piep
veiligheidsgordels".
“Airbag passagier" verstelling maakt
activering/deactivering van de
passagiersairbag mogelijk (indien
aanwezig):Passagiersbescherming
uitgeschakeld:deLEDgaat
permanent branden op het
instrumentenpaneel.
5805036J0004EM
46
KENNISMAKING MET HET INSTRUMENTENPANEEL
Page 49 of 260
Veiligheid / Hulp
Selecteer de optie "Veiligheid / Hulp"
om de volgende instellingen te maken:
Regensensor, Waarschuwingsvolume,
Park Assist, Vol. Park Assist.
Lichten
Selecteer de optie "Lichten" om de
volgende instellingen te maken:
"Welkomstverlicht", "Dagverlichting",
"Flanklichten", "Koplampsensor",
"Follow me".
Portieren+Vergrendeling
Selecteer de optie
"Portieren+Vergrendeling" om de
volgende instellingen te maken:
"Autoclose", "Lichten bij sluiten",
"Portier open bij uitstapp.".
Opmerking Bij hetUconnect™
systeem worden sommige menuopties
weergegeven en beheerd op het
display van dat systeem en niet op het
display op het instrumentenpaneel (zie
het speciale Multimedia-hoofdstuk of
het supplement beschikbaar online).
BOORDCOMPUTER
De "Trip computer" geeft informatie
over de werking van het voertuig op het
display weer, wanneer de startinrichting
in MAR staat.
Om de parameters te resetten, de
MENU OKknop op het stuur ingedrukt
houden (versies met het
multifunctionele display) fig. 59 of de
OKknop (versies met het
herconfigureerbare multifunctionele
display) fig. 60.
Opmerking De parameters
"Actieradius" en "Huidig verbruik"
kunnen niet worden gereset.
5905036J0002EM
6005036J0004EM
47
Page 50 of 260
EOBD-SYSTEEM
(European On Board
Diagnosis)
(indien aanwezig)
Werking
Het EOBD (European On Board
Diagnosis) voert een voortdurende
diagnose uit op die componenten van
het voertuig die te maken hebben met
de uitlaatgasemissie.
Bovendien waarschuwt het systeem de
bestuurder door het inschakelen van
een waarschuwingslampje
op het
instrumentenpaneel (en het verschijnen
van een bericht op het display) wanneer
deze componenten niet langer in
uitstekende staat verkeren (zie
paragraaf "Lampjes en berichten" in dit
hoofdstuk).
Het doel van het EOBD-systeem
(European On Board Diagnosis) is:
de efficiëntie van het systeem te
bewaken;
signaleren wanneer de
emissiewaarden stijgen;
de noodzaak voor het vervangen van
beschadigde onderdelen aangeven.Het voertuig beschikt ook over een
stekker waarmee, na aansluiting van
speciale apparatuur, de door de
regeleenheid opgeslagen storingscodes
en de specifieke parameters voor
diagnose en werking van de motor
kunnen worden uitgelezen. Deze
controle kan ook door de
verkeerspolitie worden verricht.
BELANGRIJK Na de storing te hebben
verholpen moet het Fiat
Servicenetwerk, om het systeem
volledig te controleren, tests uitvoeren
en zo nodig tests op de weg die ook
een lange afstandsrit kunnen vereisen.
48
KENNISMAKING MET HET INSTRUMENTENPANEEL