bluetooth FIAT TIPO 5DOORS STATION WAGON 2019 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: FIAT, Model Year: 2019, Model line: TIPO 5DOORS STATION WAGON, Model: FIAT TIPO 5DOORS STATION WAGON 2019Pages: 316, PDF Size: 9.17 MB
Page 269 of 316
een maximum van 8 telefoons
koppelen om de toegang en de
verbinding eenvoudiger en sneller te
maken;
gesprekken van het systeem naar de
mobiele telefoon en andersom
overzetten en het geluid van de
microfoon uitschakelen bij
privégesprekken.
Het geluid van de mobiele telefoon wordt
over het audiosysteem van het voertuig
uitgezonden: het systeem schakelt
automatisch het geluid van de autoradio
uit wanneer de Telefoonfunctie wordt
gebruikt.
Mobiele telefoon koppelen
Ga als volgt te werk voor het koppelen
van de mobiele telefoon:
schakel de functieBluetooth®
in op
de mobiele telefoon;
druk op de knopPHONEop het
voorpaneel;
als er nog geen telefoon aan het
systeem gekoppeld is, toont het display
een speciaal scherm;
selecteer "Telefoon aansluiten" om
de koppelingsprocedure te starten en
zoek vervolgens hetUconnect™
apparaat op de mobiele telefoon (als
"Nee" wordt geselecteerd, wordt het
hoofdscherm van de Telefoon getoond);
voer, als de mobiele telefoon hierom
vraagt, de PIN-code getoond op hetdisplay van het systeem in op het
toetsenbord van uw telefoon of
bevestig de op de mobiele telefoon
getoonde PIN;
vanuit het menu "Instellingen" kan
altijd een mobiele telefoon gekoppeld
worden door "Telefoonmenu/Telefoon
toevoegen" te selecteren, ga daarna te
werk zoals hierboven is beschreven;
tijdens de koppelingsfase verschijnt
een scherm dat de voortgang van het
proces toont.
Opmerking Na het updaten van de
telefoonsoftware wordt het voor een
correcte werking aanbevolen de
telefoon te verwijderen uit de lijst
apparaten gelinkt aan de radio en ook
de koppeling van het vorige systeem uit
de lijst metBluetooth®
-apparaten op
de telefoon te verwijderen en een
nieuwe koppeling te maken.
Een nummer bellen
De hieronder beschreven procedures
zijn alleen toegankelijk indien ze door de
gebruikte mobiele telefoon worden
ondersteund.
Een nummer kan op de volgende
manieren gebeld worden:
door het selecteren van "Contacten"
(Telefoonboek ......);
door het selecteren van "Recente
oproep.";
door het selecteren van
"Toetsenbord".
Het telefoonnummer kiezen met het
"toetsenbord" op het display
Voer het telefoonnummer in met behulp
van het toetsenbord op het display.
Ga als volgt te werk:
druk op de knopPHONEop het
voorpaneel;
selecteer "Toetsenbord" op het
display en gebruik de rechter toets
"BROWSE/ENTER" om het nummer in
te voeren;
selecteer het pictogramom te
bellen.
Kiezen van het telefoonnummer
met de mobiele telefoon
Het is mogelijk om bij ingeschakeld
systeem een telefoonnummer met de
mobiele telefoon te kiezen (zorg er altijd
voor dat u nooit wordt afgeleid tijdens
het rijden).
Wanneer een telefoonnummer wordt
gebeld met het toetsenbord van de
mobiele telefoon, wordt het geluid van
de oproep over het geluidssysteem van
uw auto weergegeven.
267
Page 271 of 316
OVERZICHTSTABEL BEDIENINGSELEMENTEN FRONTPANEEL
Knop Functies Modus
Inschakelen Knop kort indrukken
Uitschakelen Knop kort indrukken
Volumeregeling Knop naar links/rechts draaien
Volume in-/uitschakelen (Mute/Pauze) Knop kort indrukken
Scherm aan/uit Knop kort indrukken
Selectie afsluiten/naar vorige scherm terugkeren Knop kort indrukken
Instellingen Knop kort indrukken
BROWSE ENTERLijst doorbladeren of op een radiostation afstemmen;
ander nummer kiezen binnen mediabronKnop naar links/rechts draaien
Op display weergegeven optie bevestigen;
in de radiomodus de lijst met radiostations weergeven;
in de mediamodus door inhoud bladerenKnop kort indrukken
APPSToegang tot de aanvullende functies (weergave Tijd,
Kompas, Buitentemperatuur, Media, Radio en
UConnect
™LIVE services)Knop kort indrukken
TELEFOONWeergave telefoongegevens Knop kort indrukken
TRIP (*)Toegang tot het Trip menu Knop kort indrukken
NAV (**)Toegang tot Navigatie (kaart) Knop kort indrukken
MEDIAOndersteuningsselectie: USB, AUX (indien aanwezig),
Bluetooth®Knop kort indrukken
RADIOToegang tot de radio-modus Knop kort indrukken
(*) AlleenUConnect™5” LIVE
(**) AlleenUConnect™5” Nav LIVE
269
Page 275 of 316
SYSTEEM IN-/
UITSCHAKELEN
Het systeem wordt in-/uitgeschakeld
door het indrukken van de toets/knop
.
Draai de toets/knop respectievelijk
rechtsom/linksom om het radiovolume
te verhogen/verlagen. De elektronische
volumeregeling kan continu (360°) in
beide richtingen, zonder stopposities,
worden gedraaid.
RADIOMODUS
Als u de radiomodus wilt activeren,
drukt u op de knop RADIO op het
voorpaneel. U ziet nu de volgende
informatie op het display:
Bovenaan: de lijst van opgeslagen
radiozenders (voorkeuze) wordt
weergegeven; de momenteel
beluisterde zender is gemarkeerd.
In het midden: weergave van de naam
van het huidige radiostation en de
toetsen om het vorige of het volgende
radiostation te selecteren.
Onderaan: weergave van de volgende
toetsen:
“Bladeren”: lijst van beschikbare
radiostations;
"AM/FM", "AM/DAB", "FM/DAB":
selectie van de gewenste golfband
(herconfigureerbare toets al naar gelang
de geselecteerde golfband: AM, FM of
DAB);
"Afstem.": handmatige afstemming
op het radiostation (niet beschikbaar
voor DAB-radio's);
"Info": aanvullende informatie over de
beluisterde bron;
"Audio": toegang tot het scherm
"Audio-instellingen".
Audiomenu
Om toegang te krijgen tot het menu
"Audio", drukt u op de knop "Audio"
op het voorpaneel of op de knop
voor het menu "Audio" onder aan het
display.
Via het menu "Audio" kunnen de
volgende regelingen worden gemaakt:
"Equalizer" (voor bepaalde
versies/markten)
"Balance + Fade" (om de
audiobalans rechts/links en voor/achter
te regelen);
"Snelheid/Volume" (automatische
snelheidsafhankelijke volumeregeling);
“Loudness" (voor bepaalde
versies/markten);
"Auto-On Radio";
Druk op de toets
/Gereed om het
menu "Audio" af te sluiten.
MEDIA-MODUS
Druk op de toets "Bron" om de
gewenste audiobron onder de
beschikbare bronnen te selecteren:
AUX (waar aanwezig), USB of
Bluetooth®
.
Toepassingen die worden gebruikt op
draagbare apparaten zijn mogelijk niet
compatibel met hetUconnect™-
systeem.
Nummer kiezen (Browse)
Gebruik deze functie om door de
nummers op het actieve apparaat te
bladeren en een nummer te selecteren.
De beschikbare keuzes hangen af van
het apparaat dat aangesloten is.
Op een USB-apparaat kunt u
bijvoorbeeld de knop/toets BROWSE
ENTER gebruiken om door de lijst van
beschikbare artiesten, genres en
albums te bladeren, afhankelijk van de
informatie die aanwezig is op de tracks.
Gebruik de toets "ABC" binnen elke lijst
om naar de gewenste letter in de lijst te
springen.
OPMERKING Deze toets kan voor
bepaalde
Apple®
apparaten
uitgeschakeld zijn.
OPMERKING De toets BROWSE
ENTER staat geen enkele handeling op
een AUX apparaat toe (waar aanwezig).
273
Page 276 of 316
Druk op de toets BROWSE ENTER om
deze functie te activeren op de bron die
afgespeeld wordt.
Draai de toets/knop BROWSE ENTER
om de gewenste categorie te kiezen en
druk vervolgens op deze toets/knop om
de keuze te bevestigen.
Druk op de knop
op het
voorpaneel om de functie te annuleren.
Bluetooth®-BRON
Deze functie wordt geactiveerd door
een
Bluetooth®
apparaat met
muziekstukken aan het systeem te
koppelen.
EEN Bluetooth®
AUDIOAPPARAAT
KOPPELEN
Ga als volgt te werk om een
Bluetooth®
audioapparaat te
koppelen:
schakel de functieBluetooth®
in
op het apparaat;
druk op de toets MEDIA op het
voorpaneel;
als de "Media" bron actief is, druk
dan op de knop "Bron";
selecteer de mediabron
Bluetooth®
;
druk op de knop "Toestel toev.";
zoekUconnect™op het
Bluetooth®
audioapparaat (tijdens de
koppelingsfase verschijnt op het
scherm de voortgang van het proces);
voer, als het audioapparaat hierom
vraagt, de PIN-code in die wordt
getoond op het display van het systeem
of bevestig de op het apparaat
getoonde PIN;
als de koppelingsprocedure met
succes is afgesloten, wordt een scherm
getoond. Als "Ja" op de vraag wordt
geselecteerd, wordt het
Bluetooth®
audioapparaat als favoriet gekoppeld
(het apparaat heeft voorrang op alle
andere apparaten die later worden
gekoppeld). Als "Nee" wordt
geselecteerd, wordt de prioriteit op
basis van de volgorde van verbinding
bepaald. Het laatst verbonden apparaat
heeft de hoogste prioriteit;
een audioapparaat kan ook
gekoppeld worden door te drukken op
de toets PHONE op het voorpaneel en
door "Instellingen" te selecteren of door,
vanuit het menu "Instellingen",
"Telefoon/Bluetooth" te selecteren.
WAARSCHUWING Raadpleeg het
instructieboekje van de mobiele
telefoon als de
Bluetooth®
verbinding
tussen mobiele telefoon en systeem
wordt verbroken.
USB-BRON
Om de USB-modus te activeren, moet
het betreffende USB-apparaat
aangesloten worden op de USB-poort
die zich op de tunnelconsole bevindt.
Wanneer er bij ingeschakelde radio een
USB-apparaat wordt geplaatst en
wanneer de functie “AutoPlay” is ingesteld
op ON in het menu “Audio”, begint het de
nummers op het apparaat af te spelen.
Opmerking Het is mogelijk dat het
Uconnect™-systeem niet alle
USB-pennen ondersteunt. In dit geval
kan niet automatisch van de
“Radiomodus” naar de “Mediamodus”
worden overgeschakeld. Controleer de
compatibiliteit van het toestel als het
niet afgespeeld wordt door
Mediamodus te selecteren. Een
specifiek bericht zal op het display van
hetU-connect™-systeem worden
weergegeven.
BELANGRIJK Na gebruik van een
USB-oplaadaansluiting, wordt
aangeraden het apparaat (smartphone)
los te koppelen, waarbij de kabel altijd
eerst uit de aansluiting van het voertuig
verwijderd moet worden, nooit eerst
vanaf het apparaat fig. 228. Kabels die
blijven rondslingeren of aangesloten
blijven, kunnen de correcte
oplaadfunctie en/of de conditie van de
USB-poort aantasten.
274
MULTIMEDIA
Page 278 of 316
Ga als volgt te werk voor het koppelen
van de mobiele telefoon:
schakel de functieBluetooth®
in op
de mobiele telefoon;
druk op de knop PHONE op het
voorpaneel;
als er nog geen telefoon aan het
systeem gekoppeld is, toont het display
een speciaal scherm;
selecteer "Ja" om de
koppelingsprocedure te starten en zoek
vervolgens hetUconnect™apparaat
op de mobiele telefoon (als "Nee" wordt
geselecteerd, wordt het hoofdscherm
van de Telefoon getoond);
voer, als de mobiele telefoon hierom
vraagt, de PIN-code getoond op het
display van het systeem in op het
toetsenbord van uw telefoon of
bevestig de op de mobiele telefoon
getoonde PIN;
vanuit het scherm "Telefoon" kan de
mobiele telefoon altijd gekoppeld
worden door op de knop "Instelling." te
drukken: druk op de knop “Toestel
toev." en ga verder zoals hierboven
beschreven;
tijdens de koppelingsfase verschijnt
een scherm dat de voortgang van het
proces toont;
als de koppelingsprocedure met
succes is voltooid, wordt een scherm
getoond: als "Ja" op de vraag wordt
geselecteerd, wordt de mobieletelefoon als favoriet gekoppeld (de
mobiele telefoon heeft voorrang op alle
andere mobiele telefoons die later
worden gekoppeld). Als geen andere
apparaten worden gekoppeld, zal het
systeem het eerst gekoppelde apparaat
als favoriet beschouwen.
Opmerking Na het updaten van de
telefoonsoftware wordt het voor een
correcte werking aanbevolen de
telefoon te verwijderen uit de lijst
apparaten gelinkt aan de radio en ook
de koppeling van het vorige systeem uit
de lijst metBluetooth®
-apparaten op
de telefoon te verwijderen en een
nieuwe koppeling te maken.
EEN NUMMER BELLEN
De hieronder beschreven procedures
zijn alleen toegankelijk indien ze door de
gebruikte mobiele telefoon worden
ondersteund.
Raadpleeg de handleiding van de
mobiele telefoon om alle beschikbare
functies te kennen.
Een nummer kan op de volgende
manieren gebeld worden:
selectie van het pictogram
(telefoonboek van mobiele
telefoon);
selectie van "Recente oproepen";
selectie van het pictogram;
drukken op de toets "Opnieuw
bellen".SMS-LEZER
Het systeem kan de SMS-berichten die
de mobiele telefoon ontvangt voorlezen.
Om deze functie te gebruiken, moet de
mobiele telefoon de uitwisseling van
SMS via
Bluetooth®
ondersteunen.
Als de bewerking niet wordt ondersteund
door de telefoon, wordt de bijbehorende
grafische toets
uitgeschakeld (wordt
grijs).
Bij ontvangst van een tekstbericht,
toont het display een scherm waarop
de opties "Luisteren", "Bellen" of
"Negeer" gekozen kunnen worden.
U kunt toegang krijgen tot het overzicht
SMS-berichten die door de telefoon zijn
ontvangen door op de grafische toets
te drukken (in het overzicht worden
maximaal 60 ontvangen berichten
weergegeven).
Uconnect™LIVE
SERVICES
Druk op de APPS-knop om toegang te
krijgen tot de apps van
Uconnect™LIVE.
De beschikbare services hangen af van de
configuratie van de auto en de markt.
Om de services vanUconnect ™LIVE
te gebruiken, moet u deUconnect
™LIVE-app downloaden van Google
Play of de Apple Store en registreren
met gebruik van de app of op
www.DriveUconnect.eu.
276
MULTIMEDIA
Page 279 of 316
Eerste toegang tot het voertuig
AlsudeUconnect™ LIVE-app heeft
gestart en u uw gegevens hebt
ingevoerd, kunt u in de auto
gebruikmaken van deUconnect™
LIVE-services door uw smartphone en
de radio via
Bluetooth®
te koppelen,
zoals wordt beschreven in het
hoofdstuk "Het koppelen van een
mobiele telefoon".
Als het koppelen is voltooid, zijn de
verbonden services beschikbaar door
te drukken op het pictogram
Uconnect™LIVEop de radio.
Voordat u de verbonden services kunt
gebruiken, moet u de
activeringsprocedure voltooien door de
instructies te volgen die verschijnen in
deUconnect™LIVE-app nadat de
koppeling via
Bluetooth®
is afgerond.
Instellingen van de Uconnect™
LIVE services die via de autoradio
kunnen worden beheerd
InUconnect™LIVEkunt u naar
"Instellingen" gaan door op het
pictogram
te drukken. In deze sectie
kan de gebruiker de systeemopties
controleren en naar eigen voorkeur
wijzigen.Systeemupdates
Als een update voor het
Uconnect™LIVEsysteem beschikbaar
is terwijl deUconnect™LIVEservices
worden gebruikt, dan wordt de
gebruiker hiervan op de hoogte
gebracht via een bericht op het
radioscherm.
Aangesloten services die kunnen
worden geraadpleegd op het
voertuig
De appseco:Drive™enmy:Carzijn
ontwikkeld om de rijervaring van de
klant te verbeteren, en daarom zijn ze
verkrijgbaar op alle markten waar de
services vanUconnect™LIVE
beschikbaar zijn.
Als het navigatiesysteem in de
autoradio wordt geïnstalleerd, dan
wordt bij toegang tot de
Uconnect™LIVEservices het gebruik
van de "Live" services geactiveerd.
eco:Drive™
Met deeco:Drive™applicatie kan uw
rijgedrag in realtime worden weergeven,
zodat u uw rijstijl kunt verbeteren voor
wat betreft brandstofverbruik en
uitstoot.Daarnaast kunnen de gegevens worden
opgeslagen op een USB-flashdrive en
kan een gegevensanalyse worden
gemaakt op uw pc dankzij de
eco:Drive™desktopapplicatie,
beschikbaar op www.fiat.it of
www.DriveUconnect.eu.
Het rijgedrag wordt geëvalueerd door
middel van vier indexen die de volgende
parameters controleren: acceleratie,
deceleratie, schakelen, snelheid
Weergave van de eco:Drive™
Druk op de toetseco:Drive™om van
deze functie gebruik te maken.
Er wordt een scherm weergegeven op
de radio met de 4 indexen: Acceleratie,
deceleratie, snelheid en schakelen.
Deze indexen zijn grijs totdat het
systeem genoeg gegevens heeft om de
rijstijl te analyseren. Zodra voldoende
gegevens beschikbaar zijn, nemen de
indexen op basis van de beoordeling
5 kleuren aan: donkergroen (zeer goed),
lichtgroen, geel, oranje en rood (zeer
slecht).
In geval van een langdurige inactiviteit
geeft het display het gemiddelde van de
indexen tot dat moment weer
("Gemiddelde index") en zodra het
voertuig opnieuw wordt gestart, worden
de indexen weer in kleur en in realtime
weergegeven.
277
Page 280 of 316
Registreren en overdragen van
tripgegevens
De reisgegevens worden opgeslagen in
het systeemgeheugen en overgebracht
door middel van een geschikt
geconfigureerde USB-geheugenstick of
via de appUconnect™LIVE.Opdie
manier kunt u de geschiedenis van de
verzamelde gegevens, met een
volledige analyse van de routegegevens
en van uw rijstijl, weergeven.
Ga voor nadere informatie naar
www.DriveUconnect.eu.
my:Car
my:Carom altijd de "gezondheid" van
uw voertuig te bewaken.
my:Carkan storingen in realtime
detecteren en de gebruiker informeren
over de vervaldatum van het
onderhoudsinterval. Druk op de toets "
my:Car" om van deze applicatie
gebruik te maken.
Op het display verschijnt een scherm
met de "care:Index" sectie, waarin alle
gedetailleerde informatie over de status
van het voertuig wordt getoond. Druk
op de knop "Actieve waarschuwingen"
(indien aanwezig) om de informatie over
de storingen van de auto te tonen die
het branden van een
waarschuwingslampje tot gevolg
hadden.INSTELLINGEN
Druk op de toetsop het voorpaneel
voor de weergave van het hoofdmenu
"Instellingen".
OPMERKING De weergegeven
menu-items hangen van de versie af.
Het menu omvat de volgende opties:
Weergave;
Eenheden;
Spraakopdrachten;
Klok & Datum;
Veiligheid / Assistentie;
Lichten;
Portieren+Vergrendeling;
Opties voertuig uit;
Audio;
Telefoon / Bluetooth;
Instelling SiriusXM (waar aanwezig);
Configuratie radio;
Instellingen resetten
Veiligheid/Hulp(waar aanwezig)
Met deze functie zijn de volgende
instellingen mogelijk:
"Rear View Camera"(waar
aanwezig): met deze functie zijn de
volgende instellingen mogelijk:
"Richtlijnen actief" (waar aanwezig):
hiermee kunnen de dynamische
roosters die de route van het voertuig
op het display aangeven ingeschakeld
worden.- "Rit. cam. "Vertr. cam Rear View"
(waar aanwezig): hiermee kan de
verdwijning van beelden van de camera
vertraagd worden als de
achteruitversnelling wordt ingeschakeld.
"Front. botsing "Waarschuwing"
(waar aanwezig): hiermee kunt u de
"reactiegevoeligheid van de
interventiewijze van het LaneAssist-
systeem kiezen.
De beschikbare opties zijn:
- "Off": het systeem is uitgeschakeld;
- "Alleen berichten": het systeem grijpt
alleen in door de bestuurder een
geluidssignaal ter waarschuwing te
geven (waar aanwezig);
- "Alleen remmen actief": het systeem
grijpt in door de automatische
remwerking te activeren (waar
aanwezig);
- "Alarm+ remmen actief": het systeem
grijpt in door de bestuurder een
geluidssignaal ter waarschuwing te
geven en de automatische remwerking
te activeren.
"Front. botsing Sensitivity"(waar
aanwezig) met deze functie kan de
"reactiegevoeligheid" van het systeem,
op basis van de afstand tot het
obstakel, geselecteerd worden.
278
MULTIMEDIA
Page 286 of 316
OVERZICHTSTABEL DISPLAY-KNOPPEN
Knop Functies Modus
Radio Toegang tot de radio-modus Druk op de knop
MediaBronselectie: USB, AUX (indien aanwezig),
Bluetooth®Druk op de knop
Telefoon Toegang tot de Telefoonmodus Druk op de knop
UconnectToegang tot de systeemfuncties (Audio, Media,
Telefoon, Radio, etc)Druk op de knop
Nav
(*)Toegang tot de navigatiefunctie Druk op de knop
Instellingen Toegang tot het menu Instellingen Druk op de knop
Trip Toegang tot het Trip menu Druk op de knop
(*) Alleen versies metUconnect™ 7" HD Nav LIVE
284
MULTIMEDIA
Page 290 of 316
SYSTEEM IN-/
UITSCHAKELEN
Het systeem wordt in-/uitgeschakeld
door het indrukken van de toets/knop
.
Draai de toets/knop respectievelijk
rechtsom/linksom om het radiovolume
te verhogen/verlagen. De elektronische
volumeregeling kan continu (360°) in
beide richtingen, zonder stopposities,
worden gedraaid.
RADIOMODUS
Nadat de gewenste radiozender
gekozen is, wordt de volgende
informatie op het display weergegeven:
Bovenaan: de lijst van opgeslagen
radiozenders (voorkeuze) wordt
weergegeven; de momenteel
beluisterde zender is gemarkeerd.
In het midden: de naam van de
beluisterde zender wordt weergegeven.
Links: de toetsen "AM", "FM", "DAB”
(voor bepaalde versies/markten, indien
aanwezig) voor de selectie van de
gewenste frequentieband, worden
weergegeven (de met de geselecteerde
band overeenkomende toets wordt
gemarkeerd);
Rechts: weergave van de volgende
toetsen:
"Info": aanvullende informatie over de
beluisterde bron;
"Kaart": navigatie met kaartweergave
(alleen versies metUconnect™7" HD
Nav LIVE).
Onderaan: weergave van de volgende
toetsen:
"Bladeren": lijst van beschikbare
radiostations;
/selectie vorige/volgende
radiozender;
"Afst.": handmatige afstemming
radiozenders;
"Audio": toegang tot het scherm
"Audio-instellingen".
Audiomenu
Druk op de toets "Audio" aan de
onderkant van het display om het menu
“Audio” te openen.
Via het menu "Audio" kunnen de
volgende regelingen worden gemaakt:
"Balans / Fade" (om de audiobalans
rechts/links en voor/achter te regelen);
"Equalizer" (waar aanwezig);
"Snelheidsafhankelij. volumeregeling"
(automatische, snelheidsafhankelijke
volumeregeling);
"Loudness" (waar aanwezig);
"Compensatie AUX volume" (alleen
actief als een AUX-apparaat wordt
ingebracht);
“AutoPlay”-functie;
"Auto-On Radio".
MEDIA-MODUS
Druk op de knop Media om de
gewenste audiobron onder de
beschikbare bronnen te selecteren:
USB,
Bluetooth®
en AUX (indien
voorzien).
BELANGRIJK Toepassingen die worden
gebruikt op draagbare apparaten zijn
mogelijk niet compatibel met het
Uconnect™-systeem.
Nadat de media-modus is
geselecteerd, wordt de volgende
informatie op het display weergegeven:
Bovenaan: informatie over het nummer
dat wordt afgespeeld en de volgende
grafische knoppen:
"Herhaal": het huidige nummer
opnieuw afspelen;
"Shuffle": de nummers in willekeurige
volgorde afspelen;
Voortgang en duur van het nummer.
In het midden: informatie over het
nummer dat wordt afgespeeld.
Links: weergave van de volgende
toetsen:
Geselecteerd apparaat of audiobron;
"Bron selecteren": de gewenste
audiobron selecteren.
Rechts: weergave van de volgende
toetsen:
"Info": aanvullende informatie over
het nummer dat wordt afgespeeld;
288
MULTIMEDIA
Page 291 of 316
"Tracks": een lijst met de beschikbare
tracks of nummers.
"Kaart": navigatie met kaartweergave
(alleen versies metUconnect™7" HD
Nav LIVE).
Onderaan: informatie over het nummer
dat wordt afgespeeld en de volgende
grafische toetsen:
“Bluetooth”: voor eenBluetooth®
-
audiobron, opent de lijst apparaten;
“Bladeren” naar een USB-bron,
opent bladeren;
/: vorig/volgend nummer
selecteren;
: het afgespeelde nummer
pauzeren;
"Audio": toegang tot het scherm
"Audio-instellingen".
Nummer selecteren
Met de “Tracks”-functie kunt u een
venster openen met de lijst van
nummers die afgespeeld worden.
De beschikbare keuzes hangen af van
het apparaat dat aangesloten is. Bij een
USB-apparaat kunt u bijvoorbeeld door
de lijst beschikbare artiesten, genres en
albums bladeren, afhankelijk van de
informatie die over de nummers
aanwezig is. Dit kan met behulp van de
toets/knop BROWSE ENTER of de
grafische knoppen
en.Gebruik de toets "ABC" binnen elke lijst
om naar de gewenste letter in de lijst te
springen.
Opmerking OPMERKING: Deze knop
kan voor bepaaldeApple®
-apparaten
uitgeschakeld zijn.
Opmerking De toets BROWSE ENTER
staat geen enkele handeling op een
AUX-apparaat toe (waar aanwezig).
Bluetooth
®-BRON
Deze functie wordt geactiveerd door
een
Bluetooth®
apparaat met
muziekstukken aan het systeem te
koppelen.
EEN Bluetooth®
AUDIOAPPARAAT
KOPPELEN
Ga als volgt te werk om een
Bluetooth®
audioapparaat te
koppelen:
schakel de functieBluetooth®
in op
het apparaat;
druk op de knop “Media” op het
display;
druk op de knop "Bron selecteren";
selecteer deBluetooth®
Mediabron;
druk op de knop "Appar toev.";
zoekUconnect™op het
Bluetooth®
audioapparaat (tijdens de
koppelingsfase verschijnt op het
scherm de voortgang van het proces);
voer, als het audioapparaat hierom
vraagt, de PIN-code in die wordt
getoond op het display van het systeem
of bevestig de op het apparaat
getoonde PIN;
als de koppelingsprocedure met
succes is afgesloten, wordt een scherm
getoond. Als "Ja" op de vraag wordt
geselecteerd, wordt het
Bluetooth®
-
audioapparaat als favoriet gekoppeld
(het apparaat heeft voorrang op alle
andere apparaten die later worden
gekoppeld). Als "Nee" wordt
geselecteerd, wordt de prioriteit op
basis van de volgorde van verbinding
bepaald. Het laatst verbonden apparaat
heeft de hoogste prioriteit;
een audioapparaat kan ook
gekoppeld worden door te drukken op
de toets "Telefoon" op het display en
door "Instellingen" te selecteren of door,
vanuit het menu "Instellingen"
"Telefoon/Bluetooth" te selecteren.
OPMERKING Wanneer het
naam-apparaat gewijzigd wordt in de
Bluetooth®
-instellingen van de
telefoon (indien aanwezig), kan de radio
het nummer dat afgespeeld wordt
wijzigen als het apparaat na de
Bluetooth®
-verbinding via USB wordt
aangesloten. Nadat er, voor uw eigen
behoeften, een softwareupdate op de
telefoon is uitgevoerd, wordt
aangeraden om de telefoon te
verwijderen vanaf de lijst van de met de
289