airbag Hyundai Azera 2011 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: HYUNDAI, Model Year: 2011, Model line: Azera, Model: Hyundai Azera 2011Pages: 304, PDF Size: 33.4 MB
Page 11 of 304

F11
1. Elektrobox
instrumentenpaneel .............................6-23
2. Instrumentenpaneel ............................................... 1-58
3. Parkeerrempedaal ............................................... 1-104
4. Rempedaal ............................................................. 2-4
5. Gaspedaal ............................................................. 2-4
6. Multischakelaar verlichting/ Schakelaar mistlampen voor .........................1-79/1-82
7. Toets audioafstandsbediening .............................1-118
8. Claxon/SRS airbag (bestuurdersijde) ...........1-115/1-47
9. Hoofdschakelaar automatische snelheidsregeling (Indien gemonteerd) ............................................ 1-12110. Schakelaar ruitenwissers/ruitensproeiers
..............1-83
11. Audiosysteem ..................................................... 1-139
12. Airbag voor passagierszijde ..................................1-47
13. Bedieningsorganen verwarming/airconditioning
(Indien gemonteerd) ............................................ 1-125
14. Dashboardkastje ................................................... 1-99
15. Opbergkastje ......................................................... 1-99
16. Keuzehandel/Versnellingshandel ............................ 2-7
17. Bekerhouder .......................................................... 1-91
18. Middenconsole .................................................... 1-100
LET OP:
Als u gebruik maakt van een luchtverfrisser in uw auto mag deze niet op of aan het dashboard worden geplaatst. Als lekkage optreedt van de vloeistof van de luchtverfrisser op dezeonderdelen (instrumentenpaneel, dashboard of aanjager), kunnen ze worden beschadigd. Als lekkage van de luchtverfrisservloeistof optreedt op deze onderdelen moet dit onmiddellijk met water worden afgespoeld.
!
Page 12 of 304

UW AUTO IN ÉÉN OOGOPSLAG
F12B255A02TG-GXT WAARSCHUWINGS- EN CONTROLELAMPEN OP HET INSTRUMENTENPANEEL * Een gedetailleerde uitleg van deze onderdelen treft u aan op pagina 1-62.
Controlelamp richtingaanwijzers Controlelamp grootlicht
Storingscontrole-lamp
Onderhoudsindicatie (SRI) Van airbag systeem "Passagiersairbag Off"-Lamp (Indien gemonteerd)
Controlelamp ABS
Controlelamp Cruise Control (Indien gemonteerd)
Controlelampen elektronischstabiliteitsprogramma (Indien gemonteerd)
Indicator ingeschakelde cruise controle (Indien gemonteerd)
Controlelamp immobilizer (Diefstalbeveiliging)
Waarschuwingslamp Water In Brandstoffilter (Dieselmotor)
Controlelamp Voorgloeien (Dieselmotor)
Controlelamp niet goed gesloten achterklep
Controlelamp oliedruk
Controlelamp parkeerrern/ remvloeistofpeil
Controlelamp laadstroom
Controlelamp voor niet goed gesloten portieren
Controlelamp benzine-reserve
Waarschuwingslamp laag ruitensproeiervloeistofniveau
Gordel-waarschuwingslamp
Controlelamp mistlampen
Controlelampje lichten aan (Indien gemonteerd)
Page 13 of 304

Brandstofvoorschriften............................................................. 1-2
Inrijden van uw nieuwe Hyundai ............................................... 1-4
Startblokkering .......................................................................... 1-4
Portiersloten .............................................................................. 1-9Diefstalbeveiligingsinstallatie .................................................. 1-12
Elektrisch bediende ruiten ....................................................... 1-17
Stoel ... ...................................................................................... 1-21
Geïntegreerd geheugen ........................................................... 1-26
Veiligheidsgordels .................................................................... 1-31
Veiligheidssysteem voor kinderen ........................................... 1-36
Airbagsysteem ......................................................................... 1-46
Instrumentenpaneel en controlelampen ...................................1-58
Indicator en waarschuwingslamp ............................................1-62
Instrumentenpaneel .............................................................. ... 1-71
Boordcomputer ........................................................................ 1-74
Multischakelaar ........................................................................ 1-79
Ruitenwisser/sproeierschakelaar ............................................1-83
Schuifdak ................................................................................. 1-93
Buitenspiegel ......................................................................... 1-100
Openen motorkap .................................................................. 1-110
Automatische snelheidsregeling ............................................ 1-118
Bediening verwarming en koeling .......................................... 1-123
Stereo geluidsinstallatie ......................................................... 1-134Audiosysteem ........................................................................ 1-138
Antenne ................................................................................. 1 -138
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
1
1
Page 34 of 304

1BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
22
B090A01TG-AXT ELEKTRISCH VERSTELBARE STOELEN VOOR De voorstoelen kunnen in de juiste stand worden gezet m.b.v. de bedieningsknop op de stoel. Stel destand van de stoel zodanig in dat het stuurwiel, de pedalen en de bedieningsorganen op het dashboardgoed bereikbaar zijn.
LET OP:
Bedien de twee knoppen niettegelijkertijd.
WAARSCHUWING:
o Verander de stand van de stoel niet tijdens het rijden. Hierdoorkunt u de controle over de autoverliezen waardoor een dodelijk ongeval, letsel of schade kan ontstaan.
o Zit niet onnodig dicht bij de airbag (i.v.m. een betere beschermingtijdens een aanrijding).
!
!
B090B01NF-AXT Voorstoel in lengterichting verstellen Druk de schakelaar naar voren of naar achteren om de stoel naar voren of naarachteren in de juiste stand te plaatsen. Als de schakelaar wordt losgelaten, wordt de stoel in die stand vergrendeld. OTG020037B090D01NF-GXT Rugleuning verstellen Beweeg het bovenste deel van de knop naar voren of achteren om de rugleuning in de gewenste stand te zetten. Als deknop los wordt gelaten, dan blijft de rugleuning in de ingestelde stand staan.
OTG020040
Page 48 of 304

1BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
36VEILIGHEIDSSYSTEEM VOOR KINDEREN
B230A02TG-AXT Kinderen moeten in de auto altijd op de achterbank in een veiligheidssysteem worden meegenomen, zodat de kans op verwondingen bij een aanrijding,plotseling afremmen of plotselinge manoeuvres wordt beperkt. Volgens ongevalstatistieken zijn kinderen veiligerals ze op de juiste wijze in een veiligheidsvoorziening op de achterbank dan op de voorstoel wordenmeegenomen. Grotere kinderen moeten een van de aanwezige veiligheidsgordels gebruiken.Volgens de wet moet voor kinderen een veiligheidssysteem voor kinderen worden gebruikt. Kleine kinderen moetenin de auto in een veiligheidssysteem (kinderzitje) worden meegenomen.
Kinderzitjes zijn zodanig ontworpen
dat ze met de heupgordel, het heupgedeelte van een driepuntsgordel of de bevestigingspunten en/of de ISOFIX-bevestigingen aan de zitplaatsbevestigd kunnen worden. WAARSCHUWING:
o Een veiligheidssysteem voor kinderen moet op de achterbank worden bevestigd. Een kinder- of babystoeltje mag nooit op devoorstoel worden bevestigd. Als bij de een aanrijding de zij- airbag aan passagierszijde inwerking treedt, kan het kind of de baby in het kinder- of babystoeltje levensgevaarlijk gewond raken.Gebruik daarom een veiligheidssysteem voor kinderen alleen op de achterbank.
o Omdat een veiligheidsgordel of een veiligheidssysteem voorkinderen in een afgeslotenstilstaande auto zeer warm kan worden, moeten de stoelhoes en de gordelsloten wordengecontroleerd, voordat het kind in de auto wordt geplaatst.
!
Kinderen kunnen bij een aanrijding gewond raken als hunveiligheidssysteem niet correct is bevestigd. Voor kleine kinderen en baby's moet een kinderzitje of babyzitjeworden gebruikt. Voordat een bepaald veiligheidssysteem voor kinderen wordt aangeschaft, moet wordengecontroleerd of het systeem voor uw auto en de veiligheidsgordels geschikt is en passend is voor uw kind. Volg bijhet installeren van het veiligheidssysteem voor kinderen alle instructies die door de fabrikant van hetsysteem worden gegeven.
Page 50 of 304

1BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
38
OTG019305
B230G02JM-GXT Op buitenste plaats van achterbank aanbrengen
N.B.:
o Raadpleeg de aanwijzingen van
de fabrikant voordat het veiligheidssysteem voor kinderenin de auto wordt aangebracht.
o Als de veiligheidsgordel niet
overeenkomstig de beschrijvingwerkt, moet het systeem direct door uw Hyundai dealer worden gecontroleerd. WAARSCHUWING:
o Bevestig geen veiligheidssysteem voor kinderen op de voorstoel. Als bij een aanrijding de zij-airbag aan passagierszijde in werkingtreedt, kan het kind of de baby in het kinder- of babystoeltje levensgevaarlijk gewond raken.Gebruik daarom een veiligheidssysteem voor kinderen alleen op de achterbank.
o Neem altijd zorgvuldig de veiligheidsvoorschriften in dezegebruikshandleiding in acht voordat een veiligheidssysteem voor kinderen wordt geïnstalleerdin een auto met headbags. Maak bij de installatie van een veiligheidssysteem voor kinderenuitsluitend gebruik van goedgekeurde systemen en zie "Veiligheidssysteem voorkinderen" voor de juiste installatie en een maximale bescherming van de inzittenden.
!
Trek de driepuntsgordel uit het oprolmechanisme om het kinderzitje op de buitenste plaats van de achterbank aan te kunnen brengen. Breng het kinderzitje aan, sluit de veiligheidsgordel en trek de gordel strak. Let erop dat de heupgordel strak om het kinderzitje zit en dat de schoudergordel zodanig is aangebracht dat deze niet tegen het hoofd of de nek van het kind kan komen. Tracht het kinderzitje na het aanbrengen in alle richtingen te bewegen, om te controleren of het zitje veilig is bevestigd. Als de gordel strakker moet worden getrokken, trek dan de gordel naar het oprolmechanisme.
Page 51 of 304

1
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
39
!
L2 : Geschikt voor PegPerego primo
Viaggio (E13 030010) goedgekeurd voor gebruik in deze gewichtsklasse
L3 : Geschikt voor Bebe confort iSEOS (E2 039014) goedgekeurd voor gebruik in deze gewichtsklasse
N.B.: Zet vóór montage de hoofdsteun in de laagste stand.
L4: Geschikt voor GRACO Autobaby (E11 03. 44.160/E11 03.44.161) goedgekeurd voor gebruik in dezegewichtsklasse
L5: Geschikt voor Romer Lord Plus (E1 03301136) goedgekeurd voorgebruik in deze gewichtsklasse
L6: Geschikt voor Euro Kids Star (E1 03301128/E1 03301129)goedgekeurd voor gebruik in deze gewichtsklasse
L7 : Geschikt voor BeSafe iZi COM- FORT (E4 03443206) goedgekeurd voor gebruik in deze gewichtsklasse
N.B.: Verwijder vóór montage de hoofdsteun of zet deze in de laagste stand. L8 : Geschikt voor MAXI-COSI Priori
XP (E1 03301153) goedgekeurd voor gebruik in deze gewichtsklasse
L9 : Geschikt voor Bebe confort (E2 031011) goedgekeurd voor gebruik in deze gewichtsklasse
N.B.: Verwijder vóór montage de hoofdsteun.
X : Zitplaats niet geschikt voor kinderen in deze gewichtsklasse
WAARSCHUWING:
Wij raden u sterk aan om het kinderzitje op de achterbank te plaatsen, zelfs als de schakelaar voor de passagiersairbag in de stand"OFF" staat. Voor de veiligheid van uw kind moet de passagiersairbag worden uitgeschakeld, als het onderzeer bijzondere omstandigheden nodig is om een kinderzitje op de passagiersstoel te plaatsen.
B230H01TG-GXT
Geschiktheid kinderzitje voor gebruik van de veiligheidsgordel
Gebruik een veiligheidssysteem voor
kinderen dat officieel is goedgekeurd en dat voor uw kinderen geschikt is.
Raadpleeg de volgende tabel bij het
gebruik van kinderstoelen.
Achter,midden
Leeftijdsgroep Zitplaats
L1, L2,
L3, L4 X X X X
Achter,
buitenzijde
Voorpas-
sagier
0 : Tot 10 kg (0 ~ 9 maanden) 0+ : Tot 13 kg (0 ~ 2 jaar)I : 9 kg tot 18kg (9 maanden~4 jaar)II & III : 15 kg tot 36 kg (4 ~ 12 jaar)
L1, L2,
L3, L4
L3, L5,
L6, L7, L8
L6, L9
L1 : Geschikt voor Bebe confort ELIOS (E2 037014) goedgekeurd voor gebruik in deze gewichtsklasse L1, L2,
L3, L4
L1, L2,
L3, L4
L3, L5,
L6, L7, L8
L6, L9
Page 55 of 304

1
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
43
B180B01NF-AXT Veiligheidsgordel met gordel- spanner Uw Hyundai is voorzien van veiligheidsgordels met gordelspanners voor de bestuurder en de voorpassagier. De gordelspanner zorgt er bij een zware frontale aanrijding voor dat de veiligheidsgordel strak tegen het lichaam van de inzittende wordt getrokken. De gordelspanners kunnen worden geactiveerd met de airbags.
Door losse metalen gespen kan het kind mogelijk een niet-uitgetrokken veiligheidriembereiken, waardoor het kind in hetzitje verwurgd zou kunnen worden met ernstige verwondingen of zelfs de dood als gevolg.
o Bevestig niet meer dan één
kinderzitje met een enkelvoudigegordel aan het onderstebevestigingspunt. Door dehogere belasting kunnen debevestigingspunten of kan degordel breken, met ernstig of dodelijk letsel als gevolg.
o Bevestig ISOFIX of ISOFIX vergelijkbare kinderzitjes alleen op de afgebeelde plaatsen.
o Volg altijd de montage- en gebruiksvoorschriften van de fabrikant van het kinderzitje op.
OED030300Als de auto plotseling tot stilstand wordt gebracht of als de inzittende te snelnaar voren beweegt, dan zal de gordelblokkering blokkeren. Bij bepaalde frontale botsingen wordt degordelspanner geactiveerd en wordt de gordel strakker tegen het lichaam van de inzittende getrokken. Ook deslotspanner (die zich in het gordelslot bevindt) trekt de gordel in het gordelslot.
!
LET OP:
Plaats geen voorwerpen nabij het slot. Als voorwerpen nabij het slotworden geplaatst, dan kan dit van invloed zijn op de werking van de slotspanner en neemt kans oppersoonlijk letsel tijdens een botsing toe. Als het systeem een overmatige span- ning van de veiligheidsgordel aanbestuurders- of voorpassagierszijde signaleert als de gordelspanner wordt ingeschakeld, dan zal detrekkrachtbegrenzer in de gordelspanner de druk op de betreffende gordel iets verlagen.
Page 56 of 304

1BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
44
WAARSCHUWING:
Om maximaal te profiteren van de veiligheidsgordel met gordelspanner:
1. Gesp de veiligheidsgordel altijd cor- rect om.
2. Stel de veiligheidsgordel correct af.!
N.B.:
o Zowel de gordelspanner voor de bestuurder als de voorpassagier worden onder bepaaldeomstandigheden bij een frontale aanrijding geactiveerd. De gordelspanners kunnen alleenworden geactiveerd, of als de frontale aanrijding ernstig genoeg is, samen met de airbags.
o Bij het activeren van de gordelspanners is er een hard geluidhoorbaar en komt fijne stof (dat oprook kan lijken) vrij in de auto. Dit is normaal en niet gevaarlijk.
o Hoewel het ongevaarlijk is kan de huid door de fijne stof geïrriteerdraken en moet het niet gedurende langere tijd worden ingeademd.Daarom moeten de handen en het gezicht zorgvuldig worden gewassen nadat bij een aanrijdingde gordelspanners zijn geactiveerd.
Het systeem van veiligheidsgordels met gordelspanner bestaat uit de volgendebelangrijke onderdelen. De montageplaatsen zijn in de afbeelding aangegeven.
1. SRS airbag controlelamp
2. Gordelspanner
3. SRS regeleenheid
4. Gordelslotspanner(Indien gemonteerd) B180B01TG
1
2
3
Airbageenheid voor bestuurderszijde
Airbageenheid voor passagierszijde
4
Page 57 of 304

1
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
45
!WAARSCHUWING:
o De gordelspanners zijn ontworpen om maar eenmaal te werken. Nadat de gordelspanners zijn geactiveerd, moeten degordels met gordelspanners worden vervangen. Alle veiligheidsgordels, van elk type,moeten altijd worden vervangen als ze tijdens een aanrijding zijn gedragen.
o Het mechanisme van de gordelspanner wordt bij hetactiveren zeer warm. Raak degordelspanner de eerste minuten na het activeren niet aan.
o Tracht niet om de
veiligheidsgordel met
gordelspanner ze lf te controleren
of te vervangen. Laat dit door een Hyundai dealer uitvoeren.
o Tik niet tegen de veiligheidsgordel
met gordelspanner.
o Tracht niet om onderhoud of reparaties aan de veiligheidsgordelmet gordelspanner uit te voeren.
o Als de gordel met gordelspanner onjuist wordt behandeld en de genoemde waarschuwingen (niettegen de gordelspanner tikken, de veiligheidsgordel met gordelspanner niet wijzigen,controleren, vervangen, onderhoud of reparaties uit voeren) niet worden opgevolgd, kan dit een onjuistewerking van gordelspanner tot gevolg hebben of kan hij ongewild in werking treden en ernstigeverwondingen veroorzaken.
o Tijdens het rijden moeten de
veiligheidsgordels zowel door debestuurder als de passagiers
worden gebruikt.
o Als de auto of de gordelspanner moet worden afgevoerd, dient u contact op te nemen met een officiële HYUNDAI-dealer.
!
AIR
BAG
LET OP:
o Omdat de sensor waardoor de airbag inschakelt, is verbonden met de veiligheidsgordel metgordelspanner, gaat de airbaglamp in het instrumentenpaneel gedurendeongeveer 6 seconden branden nadat het contactslot in de stand "ON" is gezet. Vervolgens moetde lamp doven.
o Deze lamp gaat ook branden als
de gordelspanner niet juist werkt, zelfs als de airbag wel op de juiste wijze werkt. De gordelspanner ofhet airbagsysteem moeten zo snel mogelijk door een Hyundai dealer worden gecontroleerd: als deairbaglamp niet gaat branden als het contactslot in de stand "ON" wordt gezet; als de lampgedurende één seconde gaat knipperen en blijft branden, nadat deze al 6 seconden heeft gebrand;of als de lamp gaat branden tijdens de rit.