cruise control Hyundai Genesis Coupe 2013 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: HYUNDAI, Model Year: 2013, Model line: Genesis Coupe, Model: Hyundai Genesis Coupe 2013Pages: 443, PDF Size: 39.11 MB
Page 3 of 443

I3
Index
Label op de wang van de band ·································7-44
Onderhoud van banden ·············································7-43
Onderhoud van de banden ········································7-36
Uitlijnen en balanceren van de wielen ······················7-40
Velgen vervangen ······················································7-43
Wielen verwisselen····················································7-39
Bandenspanningslabel ·····················································8-7
Bekerhouder ·································································4-131
Bevestigingspunt(en) vloermat ····································4-134
Binnenspiegel·································································4-39
Boordcomputer ······························································4-51
Brandstofbesparing ························································5-42
Brandstofdampafzuigsysteem ········································7-84
Brandstoffilter ································································7-10
Brandstofmeter·······························································4-50
Buitenspiegel ·································································4-40
Buitenspiegelverwarming ··············································4-99
Buitenthermometer ······················································4-134
Carterventilatiesysteem··················································7-84
Claxon ············································································4-38
Controleer de parkeerraem ············································7-24
Controlelampjes in het instrumentenpaneel ····················1-6
Controleren bandenspanning ·········································7-38
Cruise control-systeem ··················································5-38
Curtain airbag ································································3-49 Dagteller·········································································4-51
Dashboardkastje ···························································4-128
Dashboardverlichting ·····················································4-47
Digitale klok ································································4-133
Door de eigenaar uit te voeren onderhouds
-werkzaamheden·························································7-7
Doorwaden van water ····················································5-47
Driepuntsgordel ·····························································3-18
Elektrochromatische binnenspiegel (ECM)···················4-39
Emissieregelsysteem ······················································7-84
Brandstofdampafzuigsysteem ···································7-84
Carterventilatiesysteem ·············································7-84
Emissieregelsysteem ·················································7-85
Energiebesparingsfunctie ···············································4-86
Exterieur, onderhoud ·····················································7-77
C
D
E
Page 74 of 443

757
Onderhoud
Naam zekeringSymboolStroomsterktezekeringBeveiligd onderdeel
MODULE 310AMotor-ECU, PDM, Smart Key-module, regelunit injectoren (G6DJ)
MODULE 17,5AAMP, audiosysteem, A/V- en navigatiesysteem, multimonitor, monitor vóór, leeslampje,
schakelaar elektrisch verstelbare buitenspiegel
POWER OUTLET15A12V-aansluiting achterste deel middenconsole
MODULE 610ABCM, PDM, Smart Key-module
MODULE 27,5A
IPS-module, instrumentenpaneel (IND, MICOM), BCM, controlelampje selectiehendel
automatische transmissie, multifunctionele schakelaar (afstandsbediening), multimeter,
koppelingsschakelaar cruise control, regelunit automatische koplampverstelling,
module klimaatregeling, module stoelverwarming bestuurders-/voorpassagiersstoel,
remlichtschakelaar, schakelaar en servo koplamphoogteverstelling links/rechts,
sensor parkeerhulp voor links/rechts, sensor parkeerhulp achter en midden links/rechts
MODULE 57,5ASchakelaar sportmodus (AT), sleutelsolenoid
STOP LP15ARelais remlichtsignaal
MODULE 77,5AAanjagerrelais, module schuif-/kanteldak, module klimaatregeling, ionisator dashboard (automatische airconditioning), elektrochromatische binnenspiegel
MODULE 47,5ABCM, PDM, IPS-module, vacuümschakelaar,
verbindingsblok E/R links (relais vacuümpomp)
WIPER FRT25AMultifunctionele schakelaar (ruitenwisser), motor ruitenwisser voor,
verbindingsblok E/R links (relais ruitenwisser voor, relais koplampsproeier)
START10AVerbindingsblok E/R links (startrelais), contactslot, transmissiestandschakelaar,
motor-ECU (G6DJ), relais claxon alarmsysteem
BLOWER7,5AModule klimaatregeling
Page 134 of 443

5
Vóór het rijden / 5-3
Standen contactslot / 5-5
Toets ENGINE START/STOP / 5-8
Handgeschakelde transmissie / 5-13
Automatische transmissie / 5-18
Remsysteem / 5-26
Cruise control-systeem / 5-38
Brandstofbesparing / 5-42
Rijden onder speciale rijomstandigheden / 5-44
Rijden in de winter / 5-49
Massa van de auto / 5-54
Rijden met een aanhanger / 5-55
Rijden met uw auto
Page 171 of 443

Rijden met uw auto
38
5
De cruise control stelt u in staat een
bepaalde rijsnelheid te programmeren
die de auto vervolgens aanhoudt, zonder
dat u de voet op het gaspedaal hoeft tehouden.
Dit systeem is ontworpen om bij een
snelheid van meer dan 40 km/h en
minder dan 180 km/h in werking tetreden.✽✽
AANWIJZING
Tijdens de normale werking van de
cruise control zal deze na ongeveer 3
seconden in werking treden wanneer de
toets SET wordt ingedrukt of opnieuw
wordt ingedrukt nadat geremd is. Deze
vertraging is normaal.
✽
✽ AANWIJZING
Trap, om de cruise control in te
schakelen, het rempedaal ten minste één
keer in nadat u het contact in stand ON
hebt gezet of de motor hebt gestart.
Zo controleert u of de
rempedaalschakelaar, die van belang is
voor het uitschakelen van de cruise
control, goed werkt.
CRUISE CONTROL-SYSTEEM (INDIEN VAN TOEPASSING)
WAARSCHUWING
Als de cruise control ingeschakeld blijft (controlelampje CRUISE in
het instrumentenpaneel blijft
branden), kan de cruise control
mogelijk onbedoeld worden
geactiveerd. Zet de cruise control
uit (controlelampje CRUISE UIT)
wanneer de cruise control niet
gebruikt wordt, om te voorkomendat u onbedoeld een snelheidinstelt.
Gebruik het cruise control-systeem alleen indien de verkeersdrukte en
de weersomstandigheden dattoelaten.
(Vervolg)
(Vervolg)
Gebruik de cruise control nooitwanneer niet veilig met een
constante snelheid gereden kan
worden, bijvoorbeeld bij
filerijden, op gladde wegen (door
regen, ijs of sneeuw), bochtige
wegen of op bergwegen met een
hellingspercentage van meer dan6%.
Houd bij het gebruik van het cruise control-systeem de
rijomstandigheden extra in acht.
Let op bij het gebruik van het cruise control-systeem bij het
afrijden van hellingen, omdat derijsnelheid kan toenemen.
Page 172 of 443

539
Rijden met uw auto
Rijsnelheid instellen:
1. Druk op de cruise control-schakelaarop het stuurwiel om het systeem in te
schakelen. Het controlelampje
CRUISE in het instrumentenpaneel
gaat branden.
2. Versnel tot de gewenste snelheid, die hoger moet zijn dan 40 km/h en lagerdan 180 km/h. 3. Beweeg de combischakelaar (1)
omlaag (naar SET-) en laat deze los bij
de gewenste snelheid. Hetcontrolelampje SET in het
instrumentenpaneel zal gaan branden.
Haal uw voet van het gaspedaal. De
snelheid wordt nu automatischaangehouden.
Op steile hellingen kan de snelheid van
de auto tijdelijk iets hoger of lagerworden.
Rijsnelheid verhogen
Volg één van de volgende procedures:
Beweeg de combischakelaar (1) omhoog (naar RES+) en houd deze
vast. De auto zal accelereren. Laat de
schakelaar los op het moment dat de
gewenste snelheid is bereikt.
Beweeg de combischakelaar (1) omhoog (naar RES+) en laat deze
onmiddellijk weer los. De rijsnelheid zal
iedere keer als u de combischakelaar
op deze manier omhoog beweegt(naar RES+) met 2,0 km/h of 1,6 km/htoenemen.
OBK052029OBK052031OBK052030
Page 173 of 443

Rijden met uw auto
40
5
Rijsnelheid verlagen:
Volg één van de volgende procedures:
Beweeg de combischakelaar (1)
omlaag (naar SET-) en houd deze vast.
De auto mindert geleidelijk snelheid.
Laat de schakelaar los op het moment
dat de gewenste snelheid is bereikt.
Beweeg de combischakelaar (1) omlaag (naar SET-) en laat deze
onmiddellijk weer los. De rijsnelheid zal
iedere keer als u de combischakelaar
op deze manier omlaag beweegt (naar
SET-) met 2,0 km/h of 1,6 km/hafnemen. Tijdelijk accelereren met
ingeschakelde cruise control:
Trap het gaspedaal in als u tijdelijk
sneller wilt gaan rijden terwijl de cruise
control is ingeschakeld. De cruise control
wordt niet uitgeschakeld en de
rijsnelheid die oorspronkelijk was
ingesteld blijft behouden.
Laat het gaspedaal los om weer terug te
keren naar de oorspronkelijke rijsnelheid.
Als u de combischakelaar omlaag
beweegt (naar SET-) bij een hogere
snelheid, zal de rijsnelheid opnieuw
worden ingesteld.
Schakel de cruise control op één
van de volgende manieren uit:
Trap het rempedaal in.
Zet de selectiehendel in stand N
(automatische transmissie).
Druk op de toets CANCEL op het stuurwiel.
Verlaag de snelheid tot een snelheid die 15 km/h (9 mph) lager is dan de snelheid die in het geheugen isopgeslagen.
Verlaag de snelheid tot een snelheid die lager is dan ongeveer 32 km/h (20mph).
Verhoog de rijsnelheid tot een snelheid die hoger is dan ongeveer 200 km/h.
OBK052032OBK052031
Page 174 of 443

541
Rijden met uw auto
Bedien de parkeerrem. Bedien tijdenshet rijden de parkeerrem niet, behalve
in een noodgeval.
Door deze handelingen wordt de werking
van de cruise control onderbroken (het
controlelampje SET op hetinstrumentenpaneel gaat uit), maarwordt het systeem niet uitgeschakeld.
Om de werking van de cruise control te hervatten drukt u op schakelaar RES+op het stuurwiel. De cruise control keert terug naar de eerder door u ingestelde
snelheid.
Terugkeren naar ingestelde
rijsnelheid (boven 40 km/h (25 mph)):
Als de ingestelde rijsnelheid op een
andere manier dan met de schakelaar
CRUISE is onderbroken en het systeem
nog is geactiveerd, wordt de meest
recente ingestelde snelheid hervat
wanneer de combischakelaar (1)
omhoog (naar RES+) wordt bewogen.
De ingestelde snelheid wordt echter niet
hervat wanneer de snelheid minder isdan 40 km/h (25 mph). Schakel de cruise control op één
van de volgende manieren uit:
Druk op de cruise control-schakelaar
(het controlelampje CRUISE op het
instrumentenpaneel dooft).
Zet de motor uit.
In deze beide gevallen wordt het systeem uitgeschakeld. Volg de aanwijzingen onder “Rijsnelheidinstellen” op de vorige bladzijde om de cruise control opnieuw in te schakelen.
OBK052030
Page 339 of 443

Kenmerken van uw auto
72
4
Controlelampje CRUISE
(indien van toepassing)
Controlelampje CRUISE
Het controlelampje gaat branden
wanneer het cruise control-systeem
wordt ingeschakeld.
Het controlelampje CRUISE in het
instrumentenpaneel gaat branden als de
cruise control-schakelaar op het
stuurwiel wordt ingedrukt. Het controlelampje gaat uit als de
schakelaar nogmaals wordt ingedrukt.
Raadpleeg voor meer informatie over het
gebruik van de cruise control "Cruisecontrol-systeem" in hoofdstuk 5. Controlelampje SET
Het controlelampje gaat branden als de functie
(SET- of RES+)van de cruise
control is ingeschakeld. Het controlelampje SET in het
instrumentenpaneel gaat branden als de
cruise control-schakelaar
(SET- of RES+)wordt ingedrukt.
Het controlelampje SET brandt niet als
de cruise control-schakelaar (CANCEL)
is ingedrukt of als het systeem is
uitgeschakeld.
Waarschuwingszoemer "sleutel in
contactslot" (indien van toepassing)
Zonder Smart Key-systeem
Als het bestuurdersportier wordt geopend en de contactsleutel zich nog in
het contactslot bevindt (stand ACC of
LOCK), zal de waarschuwingszoemer
"sleutel in contactslot" klinken. Dit om te
voorkomen dat u de auto afsluit en de
sleutel in het contactslot laat zitten. De
zoemer klinkt totdat de sleutel wordt
verwijderd, het contact in stand ON wordt
gezet of het bestuurdersportier wordtgesloten.
Met Smart Key-systeem
Als het bestuurdersportier wordt
geopend en de Smart Key zich nog in de
auto bevindt terwijl de startknop in de
stand ACC staat of nog in de Smart Key-
houder is geplaatst terwijl de startknop inde stand OFF staat, zal de
waarschuwingszoemer "sleutel in
contactslot" klinken. De zoemer klinkt
totdat de Smart Key uit de houder wordt
verwijderd of het bestuurdersportier
wordt gesloten.
CRUISE
SET
Page 438 of 443

Introductie
6
1
CONTROLELAMPJES IN HET INSTRUMENTENPANEEL
Waarschuwingslampje
veiligheidsgordel
Controlelampje grootlicht
Controlelampjes richtingaanwijzers Controlelampje mistlampen vóór*
Waarschuwingslampje ABS Oliedruklampje Controlelampje
motormanagement
Controlelampje CRUISE SET* Waarschuwingslampje laag
brandstofniveau
❈ Zie voor meer informatie deel Instrumentenpaneel in hoofdstuk 4. Waarschuwingslampjelaadsysteem
Controlelampje laag niveau
ruitensproeiervloeistof*
Waarschuwingslampje open
portier
Controlelampje KEY OUT*
* indien van toepassing
Controlelampje CRUISE*
Controlelampje ESP*
Controlelampje ESP OFF* Waarschuwingslampje AIRBAG Waarschuwingslampje te hogesnelheid*
Waarschuwingslampje open
achterklep
Controlelampje achterlicht*
Controlelampje dimlicht* Waarschuwingslampje parkeerrem
en remvloeistofniveau
Controlelampje
startblokkeersysteem*
Waarschuwingslampje
koelvloeistoftemperatuur*
120km/h
KEY
OUT