isofix Hyundai Genesis Coupe 2013 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: HYUNDAI, Model Year: 2013, Model line: Genesis Coupe, Model: Hyundai Genesis Coupe 2013Pages: 443, PDF Size: 39.11 MB
Page 4 of 443

Index
4
I
Gebruik van dit instructieboekje ·····································1-2
Geleider schoudergordel ················································3-21
Gewicht ··········································································5-54
GAW (maximale asbelasting) ···································5-54
GAWR (maximale toelaatbare asbelasting) ··············5-54
GVW (maximaal toelaatbaar totaalgewicht)·············5-54
GVWR (maximale massa voertuig) ··························5-54
Leeggewicht ······························································5-54
Rijklaar gewicht ························································5-54
Gloeilampen ···································································7-70
Gordelspanner veiligheidsgordel ···································3-20
Handbediend verwarmings- en ventilatiesysteem ·······4-100 Airconditioning ·······················································4-106
Interieurfilter ···························································4-108
Verwarming en airconditioning·······························4-101
Handgeschakelde transmissie ········································5-13
Handmatig bediende verwarming en airconditioning·························································4-113
Hoeveelheden (Smeermiddelen)······································8-4
Hoofdsteun ·······································································3-7
Hoofdzekering ·······························································7-52 Inrijprocedure···································································1-5
Instrumentenpaneel ························································4-43
Boordcomputer ··························································4-51
Brandstofmeter ··························································4-50
Dagteller ····································································4-50
Dashboardverlichting ················································4-47
Kilometerteller ··························································4-50
Snelheidsmeter ··························································4-47
Stand voor instellen voorkeursinstellingen ···············4-54
Temperatuurmeter ·····················································4-49
Toerenteller································································4-49
Waarschuwings- en controlelampjes ·························4-63
Interieurfilter ··································································7-27
Interieurverlichting ························································4-97 Bagageruimteverlichting ···········································4-98
Kaartleeslampje ·························································4-97
Verlichting dashboardkastje ······································4-98
Verlichting make-upspiegel·······································4-98
ISOFIX-systeem ····························································3-33
H
GI
Page 5 of 443

I5
Index
Kaartleeslampje ·····························································4-97
Kilometerteller ·······························································4-50
Kinderzitjes ····································································3-27
Bevestigingsbanden···················································3-31
Driepuntsgordel ·························································3-30
ISOFIX-systeem ························································3-33
Koelvloeistof··································································7-17
Koplampverstelling························································4-92
Koppelingsvloeistof ·······················································7-21
Krik en gereedschap ······················································6-17
Label Bandenspanningslabel ·················································8-7
Label op de wang van de band ·································7-44
Voertuigcertificatielabel ·············································8-6
Waarschuwingslabel airbags ·····································3-58
Lekke band·····································································6-17 Krik en gereedschap ··················································6-17
Verwijderen en opbergen van het reservewiel ··········6-18
Wielen verwisselen····················································6-19
Lendensteun ·····································································3-7
Luchtfilter ······································································7-25 Massa van de auto ·························································5-53
GAW (maximale asbelasting) ···································5-54
GAWR (maximale toelaatbare asbelasting) ··············5-54
GVW (maximaal toelaatbaar totaalgewicht)·············5-54
GVWR (maximale massa voertuig) ··························5-54
Leeggewicht ······························································5-54
Rijklaar gewicht ························································5-54
Meter Brandstofmeter ··························································4-50
Snelheidsmeter ·························································4-47
Temperatuurmeter ·····················································4-49
Toerenteller································································4-49
Mistachterlicht ·······························································4-91
Mistlampen vóór ····························································4-90
Motor niet gestart kan worden·········································6-4
Motor oververhit ······························································6-8
Motorkap········································································4-27
Motornummer ··································································8-7
Motorolie ·······································································7-14
Motorruimte······························································2-6, 7-2
Motorvoertuigverlichting overdag (MVO)····················4-92
Multimeter ·····································································4-74
L
KM
Page 393 of 443

327
Veiligheidsysteem van uw auto
KINDERZITJES
Om de kans op letsel bij een ongeval, hard remmen of plotselinge manoeuvrete minimaliseren, kunnen kinderen hetbeste op de achterbank zitten en dienen
ze altijd goed beschermd te zijn. Volgens
ongevallenstatistieken zijn kinderen
veiliger in een kinderzitje op deachterbank dan in een kinderzitje op de
voorstoel. Grotere kinderen die niet in
een kinderzitje zitten, dienen een van de
in de auto aanwezige veiligheidsgordels
te gebruiken.
Houd u bij het vervoer van baby's en
kleine kinderen aan de wettelijke
voorschriften. Baby- en kinderzitjesmoeten op de juiste manier op de
achterbank worden geplaatst en
gemonteerd. Let er bij de aanschaf van
een baby- of kinderzitje op of het
desbetreffende zitje wettelijk
goedgekeurd is.
Kinderzitjes zijn zodanig ontworpen dat
ze met de heupgordel, het heupgedeelte
van een driepuntsgordel of de
bevestigingspunten en/of de ISOFIX-
bevestigingen (indien van toepassing)
aan de zitplaats bevestigd kunnen
worden. Zonder adequate bescherming kunnen
kinderen ernstig letsel oplopen bij een
ongeval. Kleine kinderen en baby'smoeten in een kinderzitje geplaatst
worden. Voordat u een bepaald
kinderzitje koopt, moet u eerstcontroleren of het in uw auto past en of
het de juiste maat heeft voor uw kind.
Volg bij het plaatsen van het kinderzitje
altijd de gebruiksaanwijzing van de
fabrikant.
(Vervolg)
Aangezien een veiligheidsgordel
of kinderzitje zeer warm kunnen
worden in een gesloten voertuig
dat in de zon heeft gestaan, dientu altijd de bekleding en
gordelsluitingen te controleren
voordat u uw kind in de auto zet,
ook al is de buitentemperatuur
niet hoog. Controleer de
bekleding van het zitje en de
gordelsluitingen voordat u het
kind in het zitje zet.
Plaats het baby-/kinderzitje in de bagageruimte of maak het vast
met een veiligheidsgordel als het
niet gebruikt wordt, zodat het niet
naar voren geworpen wordt bij
hard remmen of een ongeval.
Kinderen kunnen ernstig letsel oplopen als een airbag
geactiveerd wordt. Kinderen
moeten altijd, ook als ze te groot
zijn voor een kinderzitje, vervoerd
worden op de achterbank.
WAARSCHUWING
Een kinderzitje dient op de achterbank geplaatst te worden. Plaats een kinderzitje nooit op de
passagiersstoel. Mocht er zich
een ongeval voordoen waarbij de
airbag voorpassagier opgeblazen
wordt, dan kan de airbag een kindin een kinderzitje ernstig letsel
toebrengen. Gebruik een
kinderzitje daarom alleen op de
achterbank van uw auto.
(Vervolg)
Page 399 of 443

333
Veiligheidsysteem van uw auto
Monteren van een kinderzitje metbehulp van een ISOFIX-systeem en een systeem metbevestigingsbanden (indien van
toepassing)
ISOFIX is een gestandaardiseerde
methode voor het monteren vankinderzitjes die een einde maakt aan het
vastmaken van kinderzitjes met de
standaard veiligheidsgordel. Hierdoor is
een veel veiligere en meer betrouwbare
bevestiging mogelijk en verloopt
bovendien het installeren een stuk
eenvoudiger en sneller. Een ISOfix-kinderzitje mag alleen
worden gebruikt als het specifiek is
goedgekeurd voor uw auto volgens deeisen die gesteld zijn in de Europese
norm ECE-R44.
Aan de onderzijde van de rugleuningen
achter zijn symbolen aangebracht. Deze
symbolen geven de bevestigingspunten
voor de baby- of kinderzitjes aan, indien
aanwezig.
WAARSCHUWING
-
Bevestigingspunten voor een kinderzitje
De bevestigingspunten zijn alleen berekend op de belasting
die er op wordt uigeoefend door
een juist gemonteerd kinderzitje.
Ze mogen in geen geval worden
gebruikt voor de bevestiging van
veiligheidsgordels voor
volwassenen of voor de
bevestiging van anderecomponenten in de auto.
De band biedt misschien onvoldoende bescherming als hijaan een ander dan het speciaal
hiervoor bedoelde
bevestigingspunt is gemonteerd.
OBK039036
Page 400 of 443

Veiligheidsysteem van uw auto
34
3
Aan elke zijde van de achterbank, achter
de zitting, bevinden zich twee ISOfix-
bevestigingspunten in combinatie met
een bevestigingspunt voor de bovenste
band op de hoedenplank. Tijdens hetinstalleren moet het zitje in de
bevestigingspunten worden vastgeklikt
(controleer of het zitje vastzit door eraan
te trekken!) en worden vastgezet met de
bovenste bevestigingsband op hetbijbehorende punt op de hoedenplank. Volg bij het installeren en gebruiken vaneen kinderzitje de installatiehandleiding
die bij het ISOFIX-zitje wordt geleverd.
WAARSCHUWING
Als een kinderzitje op de achterbank is geplaatst met
behulp van de ISOFIX-
bevestigingen, moeten alle
ongebruikte gordels op de
achterbank worden vastgemaakt
in de gordelsluitingen en moet de
gordel op de plaats van het
kinderzitje achter het zitje worden
vastgemaakt om ervoor te zorgen
dat de gordel buiten bereik van
het kind blijft. Bij losse gespen of
gordelsluitingen kan het kind in
het kinderzitje verstrikt raken enernstig letsel oplopen.
Plaats geen voorwerpen rond de onderste bevestigingspunten.
Controleer ook of de
veiligheidsgordel niet wordt
gehinderd door de onderste
bevestigingspunten.
WAARSCHUWING
Plaats het kinderzitje helemaal naar
achteren tegen de rugleuning met
de rugleuning rechtop.
OBK032037Onderste bevestigingspunt
Aanduiding onderste bevestigingspunt
Page 401 of 443

335
Veiligheidsysteem van uw auto
Vastzetten van het kinderzitje:
1. Om het kinderzitje vast te zetten in hetISOFIX-bevestigingspunt dient u de
vergrendeling van het kinderzitje in het
ISOFIX-bevestigingspunt vast te
klikken. Controleer of een klikkend
geluid hoorbaar is.
2. Plaats de haak van de band in de haakhouder van het kinderzitje en trek
de band strak om het zitje vast te
zetten. (Zie de vorige bladzijde.)
WAARSCHUWING
Installeer geen kinderzitje in het midden van de achterbank met
behulp van de ISOFIX-
bevestigingen. De ISOFIX-
bevestigingen zijn alleen bedoeld
voor de buitenste zitplaatsen
links en rechts op de achterbank.Misbruik de ISOFIX-
bevestigingen niet door te
proberen een kinderzitje in het
midden van de achterbank temonteren.
Bij een ongeval zijn de ISOFIX-
bevestigingen voor een
kinderzitje dan mogelijk niet
sterk genoeg om het kinderzitjeop zijn plaats te houden in het
midden van de achterbank. De
bevestigingen kunnen danafbreken en ernstig letsel
veroorzaken.
(Vervolg)(Vervolg)
Monteer niet meer dan éénkinderzitje aan een van de
onderste bevestigingspunten.
Het extra gewicht kan ertoe
leiden dat de bevestigingspunten
of -banden afbreken, wat ernstig
letsel kan veroorzaken.
Bevestig het ISOFIX-kinderzitje of het voor ISOFIX geschikte
kinderzitje alleen aan de daarvoor
bestemde bevestigingspunten,
zoals aangegeven in deafbeelding.
Volg altijd de instructies voor installatie en gebruik van de
fabrikant van het kinderzitje.
OPMERKING
Zorg dat het materiaal van de
veiligheidsgordel achter tijdens hetplaatsen niet beschadigd wordt ofbekneld raakt tussen de ISOFIX-bevestigingen.
Page 402 of 443

Veiligheidsysteem van uw auto
36
3
IUF = Geschikt voor ISOFIX-bevestiging van naar voren gerichte, universele
voor deze gewichtsgroep goedgekeurde kinderzitjes.
X = ISOFIX bevestiging niet geschikt voor kinderzitje in deze
gewichtsgroep en/of deze grootteklasse.
* Zowel ISO/R2 als ISO/R3 kan alleen op de middelste tot voorste positievan de passagiersstoel geplaatst worden.
* Afmetingen en bevestigingspunten ISOfix-baby- of kinderzitje
A - ISO/F3: Volledig baby-/kinderzitje waarbij het kind met het gezicht naar voren gericht zit (hoogte 720 mm)
B - ISO/F2: Babyzitje waarbij het kind met het gezicht naar vorengericht
zit (hoogte 650 mm) B1 - ISO/F2X: Babyzitje (versie 2) waarbij het kind met het gezicht naar
voren gericht zit (hoogte 650 mm)
C - ISO/R3: Volledig baby-/kinderzitje waarbij het kind met het gezicht naar achteren gericht zit (hoogte 720 mm)
D - ISO/R2: Babyzitje waarbij het kind met het gezicht naar achteren gericht zit
E - ISO/R1: Kinderzitje waarbij het kind met het gezicht naar achteren gericht zit
F - ISO/L1: Reiswieg waarbij het kind met het gezicht naar links gericht ligt
G - ISO/L2: Reiswieg waarbij het kind met het gezicht naar rechtsgericht ligt
Geschikte ISOFIX-bevestigingspunten voor een kinderzitje
Buitenste achter
(Passagierszijde)
Buitenste achter
(Bestuurderszijde)
Voorpassagier
Bevestiging
Afmetingen
Gewichtsgroep
Reiswieg
0: tot 10 kg
0+: tot 13 kg
I: 9 tot 18 kg Middelste achter
ISOFIX-posities in auto
F ISO/L1 - X X -
G ISO/L2 - X X - E ISO/R1 - X X -
E ISO/R1 - X X -
D ISO/R2 - X X -
C ISO/R3 - X X -
D ISO/R2 - X X -
C ISO/R3 - X X - B ISO/F2 - IUF IUF -
B1 ISO/F2X - IUF IUF - A ISO/F3 - X X -